• No results found

De term post(-)moderne oorlogen is een paraplu geworden waar veel verschillende soorten conflicten onder worden gebracht. Al deze conflicten hebben met elkaar gemeen dat zij beduidend anders zijn dan de moderne oorlogen en plaatsvinden in de periode na 1945. De oorlogen zijn dus in ieder geval aan te duiden als post-modern, na het moderne. Ook zijn er postmoderne elementen terug te vinden in sommige analyses, in dat geval wordt er gesproken over postmoderne oorlogvoering.

Zoals in de vorige paragraaf duidelijk is geworden vallen ook activiteiten anders dan oorlog onder de noemer post(-)moderne oorlogvoering. Dergelijke activiteiten zijn

bijvoorbeeld vredesmissies, (inter)nationale veiligheidsoperaties en ondersteunende functies in bijvoorbeeld de aanpak van grote drugskartels in Zuid-Amerika.110 Kiszely maakt een duidelijk onderscheidt tussen deze operations other than war en the real thing waarbij het traditionele interstatelijke conflicten betreft.111

Onder de noemer van post(-)moderne oorlogvoering worden daarnaast ook andere vormen van oorlogvoering genoemd. Zo worden bijvoorbeeld ook asymmetrische conflicten, terrorisme en low-intensity conflicts geschaard onder post(-)moderne conflicten.112 Al deze termen zijn op hun beurt ook weer overkoepelende begrippen waaronder wederom

verschillende vormen van oorlogvoering te onderscheiden zijn. Ook zijn deze termen niet allemaal ‘nieuw’. Zowel asymmetrische oorlogvoering als terrorisme zijn termen die ouder zijn dan de term post(-)moderne oorlogvoering. Toch worden zij onder post(-)moderne

110

Kiszely, ‘Post-Modern Challenges’, 6; Peters, ‘After the Revolution’, 11.

111 Kiszely, ‘Post-Modern Challenges’, 6.

112 Voor een uitwerking van bijvoorbeeld low-intensity conflict als post(-)modern conflict zie: Avi Kober,

‘Western Democracies in Low Intensity Conflict: Some Postmodern Aspects’, The Review of Internaional

39

oorlogen geschaard omdat in de laatste jaren dergelijke conflicten weer steeds vaker voorkomen. Ook zijn er specifieke vormen van oorlog te noemen die vallen onder

post(-)moderne oorlogvoering. Tot op zekere hoogte zijn dit bijvoorbeeld insurgencies en counterinsurgency operaties. Hoewel beide vormen ook weer verschillende uitingsvormen kennen zijn zij wel specifieker dan bijvoorbeeld asymmetrische conflicten. Duidelijker zijn de specifieke vormen van oorlog die nauw samenhangen met de ontwikkeling van de

technologie. Voorbeelden hiervan zijn: cyberwarfare, net-centric warfare, hyperwar, technowar, internet war en infowar.113

Uit dit hoofdstuk is gebleken dat bijna alle vormen van oorlog die anders zijn dan de moderne oorlogen geschaard kunnen worden onder de noemer van post(-)moderne oorlogen. De term is daardoor echter niet minder belangrijk geworden. Het is juist de manier waarop de term geframed wordt – als overkoepelende term met een duidelijke demarcatiefunctie – die de legitimering vormt voor het voortbestaan van het begrip. Post(-)moderne oorlogvoering geeft direct de boodschap af dat het hier iets anders betreft dan moderne oorlogvoering. Ook wordt er door sommige auteurs betoogt dat post(-)moderne oorlogen verbonden zijn met het

postmodernisme. Wanneer elementen van het postmodernisme terug te vinden zijn in de beschouwing van post(-)moderne oorlogen kan er gesproken worden over postmoderne oorlogvoering (in tegenstelling tot post-moderne oorlogvoering, na het moderne).

Voor de nog onwetende- of beginnende lezer van het wetenschappelijk debat is de term post(-)moderne oorlogvoering daarom een mooi startpunt; vervolgens is er de mogelijkheid om verder te kijken welke typen conflicten we dan kunnen onderscheiden binnen post(-)moderne oorlogvoering.

2.6CONCLUSIE

In dit hoofdstuk is er een beknopte begripsgeschiedenis gegeven van de term post(-)moderne oorlogvoering. De vier methodologische pijlers van de Duitse Geschichtliche Grundbegriffe hebben als leidraad gediend bij het schrijven van dit hoofdstuk. De eerste pijler – de

historisch-kritische analyse – heeft uiting gekregen in paragraaf twee en drie waarna in paragraaf vier de deelconclusies van deze pijler uiteen werden gezet. De tweede pijler – de diachronische analyse – heeft eveneens vorm gekregen in de tweede en derde paragraaf; ook voor deze pijler werden de deelconclusies gepresenteerd in paragraaf vier.

113 Kellner, ‘Postmodern War’, 58 -63.

40

Paragraaf twee ging derhalve in op de veranderingen in de politieke, economische, technologische en sociale context. Deze veranderingen hebben een rol gespeeld bij de overgang van moderne naar post(-)moderne oorlogvoering. De veranderende

machtsverhoudingen en snelle globalisering in de wereld hebben de internationale en nationale verhoudingen behoorlijk veranderd. Ook hebben er zich ontwikkelingen op het gebied van de technologie voorgedaan. Zo is het gemakkelijker geworden voor allerlei actoren om aan (geavanceerde) wapens te komen en is de fysieke afstand tot het slagveld groter geworden door allerlei nieuwe wapens. Al deze veranderingen hebben ook

veranderingen veroorzaakt in de sociale context. Soldaten hebben nu te maken met meer actoren op het slagveld, een thuisfront dat bijna alles mee krijgt en daarnaast wordt ook de fysieke en emotionele afstand tot het slagveld groter.

Al deze veranderingen hebben voor een andere vorm van oorlogvoering gezorgd. De vele begrippen van de term post(-)moderne oorlogvoering zijn vervolgens uiteengezet in paragraaf drie. Het debat over post(-)moderne oorlogvoering kan mijns inziens grofweg worden onderverdeeld in vier fases. In de eerste fase is er nog een duidelijke aanwezigheid van het postmodernisme als wetenschapsfilosofie. Het zijn in deze fase vooral de werken van Baudrillard en Eco die inzicht verschaffen in postmoderne oorlogen. Waar in de eerste fase de nadruk nog sterk ligt op de (allesbepalende) rol van de technologie, verschuift de nadruk naar de meer sociale en culturele aspecten van oorlogvoering in de tweede fase. De werken van Kavanagh en Coker dienen hierbij als voorbeeld. In de derde fase van het wetenschappelijk debat zijn er weer duidelijk kenmerken zichtbaar van het postmodernisme bij de werken van Kiszely en Dickson. Zij beargumenteren dat de concepten van oorlog van invulling

veranderen voor iedere oorlog. De betekenis van concepten als winnen, verliezen, vriend en vijand zijn fluïde en voor iedereen verschillend. In de vierde en laatste fase van het debat verdwijnt deze verbinding met het postmodernisme echter naar de achtergrond.

Post(-)moderne oorlogen wordt in deze fase een demarcatieterm die hoofdzakelijk gebruikt wordt om het verschil aan te tonen met moderne oorlogen.

De semasiologische en onomasiologische analyse hebben vervolgens uiting gekregen in paragraaf vijf. Er zijn veel begrippen die onder het concept post(-)moderne oorlogvoering vallen (semasiologisch). Allereerst betekent post(-)moderne oorlogvoering een verandering ten opzichte van moderne oorlogvoering. Post(-)moderne oorlogvoering betekent daarnaast nog ook operations other than war en staat de term ook voor uitdagingen die niet overwonnen kunnen worden met moderne middelen. Alle begrippen zoals deze zijn weergegeven in

41

gebleken dat alle benamingen van oorlogen die een andere vorm van oorlog aanduiden dan de moderne oorlogen onder de noemer post-moderne oorlogen kunnen worden geschaard. Iedere ‘nieuwe’ vorm van oorlog is daarmee post-modern te noemen. Wanneer er duidelijke

verbindingen zichtbaar zijn met het postmodernisme is het echter beter om te spreken van postmoderne oorlogen.

Zoals gezegd is er in dit hoofdstuk ook gekeken naar het onderscheid tussen post- moderne en postmoderne oorlogen. Uit de analyse is naar voren gekomen dat het

postmodernisme als wetenschapsfilosofie duidelijk van invloed is geweest op het denken en schrijven over oorlogen. Ik heb er in deze scriptie voor gekozen om de term post(-)moderne oorlogen om te zetten in twee termen, namelijk: post-moderne en postmoderne oorlogen. De eerste term vertoont niet noodzakelijkerwijs een verbinding met het postmodernisme aan, voor de tweede term is dit wel het geval. Gezien de ontwikkelingen in het wetenschappelijk debat ben ik echter van mening dat de invloed van het postmodernisme is afgenomen. De term post-moderne oorlogen kan daarmee naar mijn mening het beste gebruik worden. Het is een overkoepelende term met een duidelijke demarcatiefunctie die de legitimering van de term aantoont. De scheidslijn tussen moderne en post-moderne conflicten die de term aangeeft is derhalve de belangrijkste functie. Hoewel dit misschien enigszins beperkt lijkt is het denk ik wél een belangrijk onderscheid. De oorlogen die anno 2017 en in de toekomst zullen plaatsvinden zijn simpelweg niet meer te categoriseren als modern. De tijd en de

ontwikkelingen zijn op allerlei gebieden daarvoor te snel gegaan. De term post-moderne oorlogen vormt daarom een prima startpunt in een onderzoek naar huidige en toekomstige conflicten.

42

HOOFDSTUK 3:

INSURGENCY EN COUNTERINSURGENCY