Alle parameters van de regeling worden in dit hoofdstuk gedetai-leerd beschreven. Een overzicht van alle parameters, de fa-brieksinstellingen en instelbereiken ervan staan vermeld in tab. 7-4.
7.5.1 Parameters instellen
Aan iedere parameter/functie wordt een code met 3 plaatsen toe-gekend (bijv. [0-03]) die op de weergave van de regeling (afb. 7-4, pos. 2) wordt weergegeven.
Het eerste cijfer [0] geeft de parametergroep aan (code 1 in tab. 7-4]. Het tweede en derde cijfer [03] geven de betreffende parameter in deze parametergroep aan (code 2 in tab. 7-4).
1. De toets ten minste 5 s indrukken.
Het symbool wordt weergegeven.
De actuele parametercode wordt weergegeven (afb. 7-4, pos. 2).
De ingestelde parameterwaarde van de betref-fende parametercode wordt weergegeven (afb. 7-4, pos. 1).2. De parametergroep met de toets selecteren.
3. De in te stellen parameter met de toets selecteren.
4. De ingestelde waarde van de geselecteerde parameter met de twee toetsen of wijzigen.
5. De waarde met behulp van de toets opslaan.
6. De stappen 2 t/m 5 voor het instellen van andere parameters herhalen of even op de toets drukken om de
parameterinstelmodus te verlaten.
7.5.2 Parameterbeschrijving
[0] - Temperatuurinstellingen bedrijfsmodi
De volgende instelmogelijkheden zijn beschikbaar:– [0-00] Warmwater-streeftemperatuur voor de bedrijfsmodus
"Hoog vermogen".
– [0-01] Warmwater-streeftemperatuur voor de thermische desinfectie van de warmwaterboiler (legionellabescherming).
– [0-02] Streefwaarde warmhoudfunctie. Deze streefwaarde wordt aangenomen zodra de DAIKIN warmwaterwarmte-pomp zich in een "OFF"-periode bevindt en dient voor de handhaving van de minimum boilertemperatuur.De DAIKIN warmwaterwarmtepomp start zodra de watertemperatuur in de boiler de temperatuur-hysterese heeft onderschreden (afhankelijk van bedrijfsmodus en instelling).
– [0-03] Uitschakeltemperatuur warmhoudfunctie: Temperatuur waarop de DAIKIN warmwaterwarmtepomp het verwar-mingsproces beëindigd.
– [0-04] Activering warmhoudfunctie: Legt vast of er bij onder-schrijding van de parameterwaarde [0-02] automatisch wordt naverwarmd.
– 0 = functie is uitgeschakeld – 1 = functie is ingeschakeld
[2] - Thermische desinfectie (legionellabescherming)
De volgende instelmogelijkheden zijn beschikbaar:
– [2-00] Startdag: weekdag waarop de functie gestart moet worden.
– [2-01] Automatische desinfectie bij ingeschakelde warmwa-terwarmtepomp:
– 0 = geen desinfectie
– 1 = automatische desinfectie
– [2-02] Starttijd: tijd waarop de functie wordt gestart.
– [2-03] Automatische desinfectie tijdens "stand-by"-werking:
– 0 = geen desinfectie
– 1 = automatische desinfectie
– [2-04] Houdtijd: duur, hoe lang de desinfectietemperatuur DAIKIN adviseert om alle wijzigingen aan de
para-meters en schakeltijden in de tabellen in hfst. 7.5.4 en hfst. 7.5.5 te noteren.
1 Parameterwaarde 2 Parametercode
3 Weergave parameterinstel-modus actief
Afb. 7-4 Parameterinstelling aan de regeling
De de parametergroepen 2 t/m C (grijs aangegeven gedeelte in tab. 7-4) te kunnen instellen ("Advanced Mode"), moet de toets nog een keer ten minste 10 s ingedrukt worden.
Wijzigingen van parameters worden alleen opge-slagen als op de toets wordt ingedrukt. Door het wisselen naar een andere parametercode of als op de toets wordt gedrukt, wordt de uitgevoerde wijziging verworpen.
WAARSCHUWING!
De instellingen voor de legionellabescher-ming moeten altijd overeenkomstig de natio-nale wetgeving geconfigureerd worden.
Als meerdere dagen geen warm water wordt getapt en de boilertemperatuur wordt door de DAIKIN niet op ten minste 60 °C gehouden, wordt uit hygiënisch oogpunt (legionellabescherming) periodiek een eenmalige verhitting tot boven 60 °C uitgevoerd.
Een AAN-temperatuur van > 45 °C zorgt ervoor dat alleen de elektrische Booster-Heater (BSH) wordt gebruikt en geen warmtepomp. Dat verlengt de gebruiksduur van de koudemiddelcompressor.
[3] - Andere
De volgende instelmogelijkheden zijn beschikbaar:
– [3-00] Automatisch opnieuw starten na een stroomuitval:
– 0 = DAIKIN warmwaterwarmtepomp start in de modus
"stand-by". De schakeltijdfunctie is niet actief.
– 1 = DAIKIN warmwaterwarmtepomp start met de tevoren vastgelegde gebruikersinstellingen opnieuw.
– [3-01] Toegangsbeveiliging: instelwaarde niet wijzigen.
– [3-02] Warmwater-streeftemperatuur > 60 °C:
– 0 = Instelling > 60 °C niet mogelijk.
– 1 = Instelling > 60 °C mogelijk.
[4] - Werking elektrische Booster-Heater (BSH)
De volgende instelmogelijkheden zijn beschikbaar:– [4-03] Gelijktijdige werking van de elektrische Booster-Heater (BSH) en van de warmtepomp.
– 0 = Niet mogelijk.
– 1 = Is alleen tijdens de bedrijfsmodus "Geluidsarm" moge-lijk.
– 2 = Is alleen tijdens de bedrijfsmodus "Hoog vermogen"
mogelijk.
– 3 = Is tijdens de bedrijfsmodus "Geluidsarm" en "Hoog vermogen" mogelijk.
[6] - Hysterese voor de warmwaterverwarming
Deze parameterinstellingen bepalen de grenstemperaturen, waarbij het verwarmen van het water door de warmtepomp ge-start en gestopt wordt (AAN-temperatuur en UIT-temperatuur van de warmtepomp).Als de watertemperatuur tot onder de AAN-temperatuur van de warmtepomp daalt (THP ON), wordt het verwarmen van het water door de warmtepomp gestart.
Zodra de warmwatertemperatuur de UIT-temperatuur van de warmtepomp (THP OFF) of de warmwater-streeftemperatuur (TU) bereikt, wordt de verwarming van het water door de warmtepomp gestopt.
De volgende instelmogelijkheden zijn beschikbaar:
– [6-00] Start: temperatuurverschil (schakelhysterese), dat de AAN-temperatuur van de warmtepomp (THP ON) bepaalt. De ingestelde waarde wordt alleen in de bedrijfsmodus "ECO"
– [6-01] Stop: temperatuurverschil, dat de UIT-temperatuur van de warmtepomp (THP OFF) bepaalt.
– [6-02] GCO (BSH): legt vast wanneer de Booster-Heater (BSH) gestart kan worden nadat de warmtepomp is ingescha-keld. Deze instelling is alleen operatief als de gelijktijdige wer-king van de Booster-Heater (BSH) en van de warmtepomp toegestaan is ([4-03] staat niet op 0).
– [6-03] Prioriteit van de bedrijfsmodus "Hoog vermogen": legt de prioriteit vast als de bedrijfsmodi "Geluidsarm" en "Hoog vermogen" tegelijkertijd actief zijn.
– [6-04] Standen in de bedrijfsmodus "Geluidsarm":
Als de temperatuur in de boiler door aftappen daalt, wordt de thermische desinfectie opnieuw gestart.
Als de thermische desinfectie bijv. door het hoogtariefsignaal wordt voorkomen (Booster-Heater (BSH) geblokkeerd), wordt dit uitgevoerd zodra de DAIKIN warmwaterwarmtepomp weer op normale werking (zie tab. 7-3) staat.
Als de DAIKIN warmwaterwarmtepomp op een hoog tarief / laag tarief netaansluiting is aangeslo-ten waarbij de voeding wordt onderbroken, moet deze parameter op "1" worden gezet.
De maximum warmwater.streeftemperatuur is bij uitsluitende warmtepompwerking beperkt tot 55 °C.
Een warmwater-streeftemperatuur > 55 °C is alleen bij wer-king van de elektrische Booster-Heater (BSH) mogelijk.
Een AAN-temperatuur van > 45 °C zorgt ervoor dat alleen de elektrische Booster-Heater (BSH) wordt gebruikt en geen warmtepomp. Dat verlengt de gebruiksduur van de koudemiddelcompressor.
In de bedrijfsmodi "ECO" en "Automatisch" begint de wer-king van de waterverwarming pas als de gemeten watertem-peratuur onder de 45 °C daalt.
T Warmwatertemperatuur
THP MAX Maximale watertemperatuur van warmtepomp aan de tem-peratuursensor in de warmwaterboiler (55 °C)
THP OFF UIT-temperatuur van de warmtepomp THP ON AAN-temperatuur van de warmtepomp
TU Warmwater-streeftemperatuur (als aan de regeling inge-steld)
Afb. 7-5 Weergave van de regeling voor de warmwaterbereiding door de warmtepomp
Instellingen
Modus Modus
[6-03] UIT [6-04] = 1 [6-04] = 2 [6-04] = 3
0 UIT Normaal Geluidsarm
1 Geluidsarm
2 Geluidsarm 3 AAN Hoog
ver-mogen Normaal Geluidsarm
1 Geluidsarm 2 1 UIT Normaal Geluidsarm
1 Geluidsarm Tab. 7-2 Overzicht van de bedrijfsmodi "Geluidsarm" en "Hoog
vermogen" bij gelijktijdige activering
Als [6-03] op "1" staat heeft de bedrijfsmodus "Hoog vermogen" voorrang voor de bedrijfsmodus
"Geluidsarm".
[7-00] - Hoog tarief / laag tarief netaansluiting (HT/NT) / Smart Grid-aansluiting (SG)
Deze parameters maken de configuratie van de DAIKIN warm-waterwarmtepomp mogelijk bij een hoog tarief / laag tarief ne-taansluiting en Smart Grid-aansluiting.
Zodra de functie door de parameter [7-00] > 0 is geactiveerd, wordt afhankelijk van de schakeltoestand van de aangesloten potentiaalvrije externe schakelcontacten de werking van de DAIKIN warmwaterwarmtepomp veranderd.
De volgende instelmogelijkheden zijn beschikbaar:
– [7-00]: Vastlegging of de warmtepomp op een hoog tarief / laagtarief netaansluiting / Smart Grid-aansluiting is aangeslo-ten.
– 0 = Normale netaansluiting (standaardinstelling).
– 1 = Analyse HT/NT-netaansluiting.
– 2 = Analyse HT/NT-netaansluiting.
– 3 = Analyse HT/NT-netaansluiting en Smart Grid-aanslui-ting.
Toelichtingen bij het gedrag van de warmtepomp conform tab. 7-3:
Normale werking: Warmtepomp werkt in de ingestelde modus als beschreven in hfst. 7.3.
Gereduceerde werking: Warmtepomp werkt alleen in warm-houdfunctie met een vast ingestelde streefwaarde van 40 °C. De Booster-Heater (BSH) wordt nooit tegelijk bijgeschakeld. Deze functie wordt ook uitgevoerd als parameter [0-04] = 0 is inge-steld.
Inschakeladvies: Warmtepomp werkt met een hogere streef-waarde en gereduceerde schakelhysterese. De Booster-Heater (BSH) wordt op zijn vroegst na 60 minuten aan de hand van de instellingen van parameter [4-03] bijgeschakeld.
Inschakelopdracht: Warmtepomp werkt in hoog vermogen modus met een sterk verhoogde streefwaarde. De Booster-Heater (BSH) wordt altijd meteen bijgeschakeld.
[7-02] - Noodwering
De parameter [7-02] heeft af fabriek de instelwaarde "0". Bij een fout van het warmtepompbuitentoesteld kan de parameter [7-02] = 1 worden ingesteld. Bovendien moet het apparaat op be-drijfsmodus "Automatisch" worden gezet.
Daardoor wordt de verwarmingswerking voor het warme water bij het herkennen van de fout alleen door de elektrische Booster-Heater (BSH) uitgevoerd.
De elektrische Booster-Heater (BSH) wordt geactiveerd als een fout van het warmtepompbuitentoestel langer dan 1 h opge-treden en herkend is.
[7-04] - Minimale omgevingstemperatuur
Deze parameter definieert de minimale buitentemperatuur waarbij de warmtepomp nog wordt gebruikt.
[E] - Weergave van toestelinformatie
Deze parameters maken de weergave van verschillende toestel-informaties over het warmtepompbinnentoestel DAIKIN EKHHP mogelijk.
In deze parameter kunnen geen instellingen worden uitgevoerd.
[7-00] Analyse
●
— Gereduceerdewerking (hoog tarief)
knippert
2
○
— Gereduceerdewerking
● ○
Gereduceerdewerking,
Tab. 7-3 Configuratietabel parameters [7-00]
DAIKIN servicedeskundige waarschuwen.
Alleen in geval van een defect gebruiken en beslist te-rugzetten zodra de reparaties zijn voltooid, omdat er anders hogere kosten worden veroorzaakt.
7.5.3 Parameterinstellingen af fabriek
Code 1 Code 2
Parameternaam Standaardinstellingen af fabriek
Waarde Bereik
Stappen-grootte
Eenheid 0 00 Warmwater-streeftemperatuur voor de bedrijfsmodus "Hoog
vermo-gen"
55 40 - 60 1 °C
01 Warmwater-streeftemperatuur voor de thermische desinfectie 65 50 - 75 1 °C
02 Inschakeltemperatuur warmhoudfunctie 40 35 - 55 1 °C
03 Uitschakeltemperatuur warmhoudfunctie 45 35 - 55 1 °C
04 Activering / deactivering warmhoudfunctie 0 0 - 1 1 —
2 00 Starttag thermische desinfectie (legionellabescherming) FR Alle dagen — —
01 Automatische thermische desinfectie bij ingeschakelde warmwater-warmtepomp
0 0 - 1 0 —
02 Starttijd thermische desinfectie 23:00 0:00 - 23:00 1:00 h
03 Automatische thermische desinfectie in bedrijfsmodus "Stand-by" 0 0 - 1 1 —
04 Houdtijd thermische desinfectietemperatuur [0-01] 10 5 - 60 1 min
3 00 Automatische nieuwe start na een stroomuitval 1 0 - 1 1 —
01 Toegangsautorisatie 3 2, 3 1 —
02 Warmwater-streeftemperatuur > 60 °C 0 0 - 1 1 —
4 03 Gelijktijdige werking van de elektrische Booster-Heater (BSH) en van de warmtepomp
0 0 - 3 1 —
6 00 Schakelhysterese van de warmtepomp 14 2 - 20 1 K
01 Uitschakeltemperatuurverschil warmtepomp 0 0 - 15 1 K
02 ECO-Timer (BSH) 120 5 - 120 1 min
03 Prioriteit van de bedrijfsmodus "Hoog vermogen" 1 0 - 1 1 —
04 Standen in de bedrijfsmodus "Geluidsarm" 1 1 - 3 1 —
7 00 Gedrag tijdens de hoog tarief/laag tarief (HT/NT)- / Smart Grid (SG)-modus
0 0 - 3 1 —
01 Niet in gebruik 2 — — —
02 Instelling noodwerking (gebruik BSH toegestaan of niet) 0 0 - 1 1 —
04 Onderste buitentemperatuurgrens voor warmtepompwerking -15 -25 - 10 1 °C
C 00 Niet in gebruik 0 — — —
E Presentatie van toestelinformatie
00 Softwareversie Infowaarde, kan niet gewijzigd worden.
01 EEPROM-versie Infowaarde, kan niet gewijzigd worden.
02 Modelcode Infowaarde, kan niet gewijzigd worden.
Deze parameters zijn alleen in de "Advanced Mode" toegankelijk (zie hfst. 7.5.1).
Tab. 7-4 Overzicht parameterinstellingen
7.5.4 Individuele parameterinstellingen
Tab. 7-5 Individuele wijzigingen van de parameters
7.5.5 Individuele schakeltijdinstellingen Bedrijfsmodi "ECO" / "Automatisch"
Tab. 7-6 Individuele instellingen bedrijfsmodi "ECO" / "Automatisch"
Bedrijfsmodus "Geluidsarm"
Tab. 7-7 Individuele instellingen bedrijfsmodus "Geluidsarm"
Parameter nr.
Waarde Datum Opmerkingen
Oud Nieuw
Dag Schakeltijd-nr. 1 2 3 4 5
MON
Schakeltijd : : : : :
Actie (Aan / Uit) ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF Temperatuur °C °C °C °C °C
TUE
Schakeltijd : : : : :
Actie (Aan / Uit) ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF Temperatuur °C °C °C °C °C
WED
Schakeltijd : : : : :
Actie (Aan / Uit) ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF Temperatuur °C °C °C °C °C
THU
Schakeltijd : : : : :
Actie (Aan / Uit) ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF Temperatuur °C °C °C °C °C
FRI
Schakeltijd : : : : :
Actie (Aan / Uit) ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF Temperatuur °C °C °C °C °C
SAT
Schakeltijd : : : : :
Actie (Aan / Uit) ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF Temperatuur °C °C °C °C °C
SUN
Schakeltijd : : : : :
Actie (Aan / Uit) ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF Temperatuur °C °C °C °C °C
Dag Schakeltijd-nr. 1 2 3 4 5
MON -SUN
Schakeltijd : : : : :
Actie (Aan / Uit) ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF ON / OFF
De bedrijfsmodus "Hoog vermogen" kan niet via de schakeltijden geactiveerd worden.