• No results found

Installatie- en gebruiksaanwijzing

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Installatie- en gebruiksaanwijzing"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Installatie- en gebruiksaanwijzing

Warmwater warmtepomp (binnentoestel)

Installatie- en gebruiksaanwijzing Warmwater warmtepomp (binnentoestel)

Nederlands

(2)

1 Bijzondere aanwijzingen voor de veilige

werking . . . 3

1.1 Bijzondere veiligheidsinstructies . . . 3

1.2 Houdt u aan de installatie- en gebruiksaanwijzing. . . 3

2 Veiligheid . . . 4

2.1 Waarschuwingen en verklaring van de pictogrammen . . . 4

2.1.1 Betekenis van de veiligheidsaanwijzingen . . . .4

2.1.2 Geldigheid . . . .4

2.1.3 Taakoverzichten . . . .4

2.2 Gevaren voorkomen. . . 4

2.3 Reglementair gebruik. . . 5

2.4 Veiligheidsaanwijzingen. . . 5

2.4.1 Voorafgaand aan werkzaamheden aan het hydraulische systeem . . . .5

2.4.2 Elektrische installatie. . . .5

2.4.3 Werkzaamheden aan koelinstallaties (warmtepomp) . . . .6

2.4.4 Installatielokatie van het apparaat. . . .6

2.4.5 Aansluiting aan sanitairzijde . . . .6

2.4.6 Eisen aan het drukloze boilerwater . . . .7

2.4.7 Werking . . . .7

2.4.8 Gebruiker wegwijs maken . . . .7

3 Productbeschrijving . . . 8

4 Montage en installatie . . . 10

4.1 Aanhaalmomenten . . . 10

4.2 Leveringspakket. . . 10

4.3 Plaatsing . . . 11

4.4 Hydraulische aansluiting . . . 12

4.4.1 Optioneel: Aansluiting externe verwarming. . . .14

4.5 Koudemiddelleidingen leggen . . . 14

4.6 Drukproef en koudemiddelcircuit vullen . . . 15

4.7 Installatie aan de waterkant vullen. . . 15

4.7.1 Warmwater warmtewisselaar vullen . . . .15

4.7.2 Boiler vullen. . . .15

4.8 Elektrische aansluiting . . . 16

4.8.1 Aansluiting EKHHP op warmtepompbuitentoestel, netaansluiting Booster-Heater (BSH) . . . .17

4.8.2 Hoog tarief / laag tarief netaansluiting (HT/NT). . .17

4.8.3 Aansluiting EVU-ontvanger (intelligente regelaar Smart Grid - SG) . . . .17

4.8.4 Optioneel: Aansluiting externe verwarming. . . .17

5 Inbedrijfstelling . . . 18

5.1 Inbedrijfstelling . . . 18

5.1.1 Voorwaarden: . . . .18

5.1.2 Installatie in bedrijf stellen . . . .18

6 Buitenbedrijfstelling . . . 20

6.1 Tijdelijk stilleggen. . . 20

6.1.1 Boiler legen . . . .20

6.1.2 Warmwatercircuit legen. . . .21

6.2 Definitief stilleggen. . . 21

7 Bediening, parameters . . . 23

7.1 Displayweergaven en functie van de bedieningselementen. . . 23

7.2 Basisfuncties . . . 24

7.2.1 Installatie in- en uitschakelen . . . 24

7.2.2 Klok instellen . . . 24

7.2.3 Weergave van de actuele temperaturen . . . 24

7.2.4 Ontdooien . . . 25

7.3 Bedrijfsmodi . . . 25

7.3.1 ECO. . . 25

7.3.2 Automatisch . . . 25

7.3.3 Geluidsarm . . . 25

7.3.4 Hoog vermogen . . . 26

7.4 Schakeltijdprogramma instellen . . . 26

7.4.1 Schakeltijden weergeven. . . 26

7.4.2 Schakeltijden programmeren. . . 26

7.4.3 Schakeltijden wissen . . . 27

7.5 Parameterinstellingen . . . 28

7.5.1 Parameters instellen . . . 28

7.5.2 Parameterbeschrijving. . . 28

7.5.3 Parameterinstellingen af fabriek . . . 31

7.5.4 Individuele parameterinstellingen . . . 32

7.5.5 Individuele schakeltijdinstellingen . . . 32

8 Storingen en foutcodes. . . 33

8.1 Storingen. . . 33

8.2 Foutcodes . . . 35

9 Inspectie en onderhoud . . . 36

9.1 Algemeen . . . 36

9.2 Periodieke controle . . . 36

9.2.1 Boiler vullen, bijvullen - zonder geïnstalleerd zonne-energiesysteem . . . 37

9.2.2 Boiler vullen, bijvullen - met optionele KFE- vulaansluiting of met geïnstalleerd DrainBack-zonne-energiesysteem . . . 37

10 Technische gegevens . . . 38

10.1 Vermeldingen op het typeplaatje. . . 39

11 Aantekeningen. . . 40

12 Trefwoordenlijst. . . 43

(3)

1 Bijzondere aanwijzingen voor de veilige werking 1.1 Bijzondere veiligheidsinstructies

1.2 Houdt u aan de installatie- en gebruiksaanwijzing

Deze handleiding is een >>vertaling van de originele versie<<

naar het Nederlands.

Alle werkzaamheden nodig voor installatie, inbedrijfstelling en onderhoud alsmede bediening en instelling worden in deze hand- leiding beschreven. Alle parameters, welke een comfortabel ge- bruik garanderen, zijn al in de fabriek ingesteld. Voor gedetail- leerde informatie over de bediening en regeling kunt u de bijge- leverde documentatie raadplegen.

● Lees deze handleiding aandachtig voordat er met de

● Noteer de vooraf ingestelde waarden voordat u de instel- lingen van de toestellen wijzigt.

● Neem beslist de waarschuwingen in acht.

Documenten die eveneens van toepassing zijn

– Buitentoestel voor DAIKIN EKHHP: de bijbehorende installa- tie- en bedieningshandleiding.

– Bij aansluiting van een DAIKIN-zonne-energiesysteem: de bijbehorende installatie- en bedieningshandleiding.

De handleidingen zijn met de desbetreffende apparaten meege-

WAARSCHUWING!

Het negeren van de volgende veiligheidsinstructies kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood.

● Dit apparaat mag enkel door kinderen van 8 jaar en ouder en personen met beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden of een gebrek aan ervaring of kennis worden gebruikt wanneer ze onder toezicht staan of worden geïnformeerd over het veilige gebruik van het apparaat en de daaruit voortvloeiende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mogen niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd.

● De netaansluiting moet conform IEC 60335-1 via een scheidingsvoorziening worden gemaakt die de scheiding van iedere pool met een contactopeningswijdte conform de voorwaarden van overspanningscategorie III voor volle scheiding heeft.

● Alle elektrotechnische werkzaamheden mogen alleen door elektrotechnisch gekwalificeerd deskundig personeel met inachtneming van de plaatselijke en nationale voorschriften en de instructies in deze handleiding worden uitgevoerd.

Zorg ervoor dat er een geschikt stroomcircuit wordt gebruikt.

Onvoldoende belastbaarheid van het stroomcircuit of ondeskundig uitgevoerde aansluitingen kunnen elektrische schokken of brand veroorzaken.

● In het gebouw moet er een drukontlastingsvoorziening met een ingangsdruk van kleiner dan als 0,6 MPa (6 bar) geïnstalleerd worden. De hierop aangesloten afvoerleiding moet met een continue daling en een vrije afloop in een vorstvrije omgeving geïnstalleerd worden (zie hfst. 2.4.1, 2.4.5 en 4.4 (afb. 4-5)).

● Uit de afvoerleiding van de drukontlastingsvoorziening kan water druppelen. De afvoeropening moet naar de atmosfeer toe open blijven.

● De drukontlastingsvoorziening moet regelmatig gebruikt worden om kalkafzettingen te verwij- deren en er zeker van te zijn dat hij niet geblokkeerd is.

● Boiler en warmwatercircuit kunnen geleegd worden. Hiervoor moeten de aanwijzingen in hfst. 6.1.1 en 6.1.2 in acht worden genomen.

● Alle werkzaamheden aan het koelmiddelcircuit van de warmtepomp mogen alleen door koeltech- nisch gekwalificeerd deskundig personeel met inachtneming van de plaatselijke en nationale voorschriften en de instructies in deze handleiding worden uitgevoerd.

● Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit van de warmtepomp

kunnen leven en gezondheid van personen in gevaar brengen en de functie van de warmtepomp

nadelig beïnvloeden (zie hfst. 6.2).

(4)

2 Veiligheid

2.1 Waarschuwingen en verklaring van de pictogrammen

2.1.1 Betekenis van de

veiligheidsaanwijzingen

In deze installatie- en gebruiksaanwijzing worden de veiligheidsaanduidingen ingedeeld op basis van de ernst van het gevaar en de kans dat het zich voordoet.

Speciale waarschuwingssymbolen

Sommige gevaren worden door speciale sym- bolen aangegeven.

2.1.2 Geldigheid

Sommige informatie in deze handleiding heeft een beperkte geldigheid. De geldigheid wordt aan de hand van een symbool aangegeven.

2.1.3 Taakoverzichten

● Taakoverzichten worden in een lijst weerge- geven. Wanneer taken in een bepaalde volgorde moeten worden uitgevoerd, worden ze genummerd.

2.2 Gevaren voorkomen

De DAIKIN EKHHP is volgens de laatste stand van de techniek en de erkende technische regels gebouwd. Bij ondeskundig gebruik kan echter li- chamelijk letsel en materiële schade ontstaan.

Ter voorkoming van gevaren de DAIKIN EKHHP alleen installeren en bedienen:

– wanneer ze reglementair worden gebruikt, – en wanneer ze in onberispelijke staat verke-

ren.

GEVAAR!

Wijst op een onmiddellijk dreigend gevaar.

Wanneer u deze waarschuwing negeert, loopt u gevaar op een zwaar en mogelijk dodelijk letsel.

WAARSCHUWING!

Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie.

Wanneer u deze waarschuwing negeert, loopt u gevaar op een zwaar en mogelijk dodelijk letsel.

LET OP!

Wijst op een mogelijk schadelijke situatie.

Wanneer u deze waarschuwing negeert, loopt het milieu gevaar of kan er zich materiële schade voordoen.

Dit symbool wijst op een tip en erg nuttige informatie voor de gebruiker. Het is dus geen waarschuwing en wijst dus niet op mogelijke gevaren.

Elektrische stroom

Gevaar voor brandwonden

Gevaar voor schade aan het milieu

Gevaar voor lokale bevriezingen Schadelijke of irriterende stoffen

Voorgeschreven continugebruikstempera- tuur

Explosiegevaar

Warmtepomp buitenunit Binnenunit warmtepomp

Neem het voorgeschreven aanhaal- moment in acht (zie hfst. 4.1)

Geldt alleen voor het drukloze zonne- energiesysteem (DrainBack).

Geldt alleen voor het zonne-energiedruk- systeem.

 Resultaten van een handeling worden met

een pijl aangeduid.

(5)

Dit veronderstelt dat u de inhoud van deze instal- latie- en gebruiksaanwijzing kent en toepast, dat u alle geldende veiligheids- en arbeidsgenees- kundige voorschriften en alle voorschriften om ongevallen te voorkomen naleeft.

2.3 Reglementair gebruik

De DAIKIN EKHHP mag uitsluitend voor de warmwaterbereiding en alleen overeenkomstig de instructies in deze handleiding geplaatst, aan- gesloten en gebruikt worden.

Alleen het gebruik van een door DAIKIN goedge- keurd, passend buitentoestel is toegestaan. De volgende combinaties zijn daarbij toegestaan:

Tab. 2-1 Toelaatbare combinaties van DAIKIN EKHHP

binnentoestellen en DAIKIN warmtepompbuitentoestellen

Ieder ander gebruik geldt als niet-reglementair.

In dat geval is de gebruiker zelf aansprakelijk voor eventuele schade.

Het beoogde gebruik veronderstelt ook het na- leven van de vereisten ten aanzien van on- derhoud en inspectie. Reserveonderdelen moeten aan de minimale technische vereisten van de fabrikant beantwoorden. Dit is bijvoor- beeld het geval bij originele vervangende onder- delen.

2.4 Veiligheidsaanwijzingen

2.4.1 Voorafgaand aan werkzaamheden aan het hydraulische systeem

● Werkzaamheden aan de DAIKIN EKHHP (als bijv. de plaatsing, de aansluiting en de eerste inbedrijfstelling) alleen laten uitvoeren door personen die gemachtigd zijn en voor de betreffende werkzaamheden een bevoegd- heidstechnische of bedrijfsmatige opleiding hebben genoten en aan vakkundige, door de bevoegde instanties erkende vervolgoplei- dingen hebben deelgenomen. Hierbij horen in het bijzonder verwarmingsmonteurs en koel- en klimaattechnici die door hun opleiding of vakkennis ervaring hebben opgedaan met het op deskundige wijze installeren en onder- houden van verwarmings-, koel- en klimaatin- stallaties evenals van warmtepompen.

Schakel bij alle werkzaamheden aan de DAIKIN EKHHP de hoofdschakelaar uit en vergrendel deze om onbedoeld opnieuw inschakelen te voorkomen.

● Loodverzegelingen mogen niet beschadigd of verwijderd worden.

● De wateraansluiting moet aan de eisen van EN 12897 voldoen.

● Er mogen uitsluitend originele DAIKIN reser- veonderdelen worden gebruikt.

2.4.2 Elektrische installatie

● De elektrische installatie mag uitsluitend worden aangelegd door elektrotechnisch deskundig personeel met inachtneming van de van toepassing zijnde elektrotechnische richtlijnen en de voorschriften van het energiebedrijf (EVU).

● De netaansluiting moet conform IEC 60335-1 via een scheidingsvoorziening worden

gemaakt die de scheiding van iedere pool met een contactopeningswijdte conform de voorwaarden van overspanningscategorie III voor volle scheiding heeft.

● Vergelijk voor het aansluiten van de stroom- toevoer de netspanning op het typeplaatje van de CV-installatie (~230, 50 Hz) met de voedingsspanning.

● Voor werken aan onder stroom staande onderdelen, alle stroomkringen van de instal-

Buiteninstallatie Binnenunit

ERWQ02AAV3 EKHHP300A*2V3

EKHHP500A*2V3

(6)

hoofdschakelaar uitschakelen, zekering scheiden) en tegen onbedoeld opnieuw inschakelen beveiligen.

● Breng - na het voltooien van de werkzaam- heden - toestelbekleding en onderhouds- roosters onmiddellijk weer aan.

2.4.3 Werkzaamheden aan koelinstallaties (warmtepomp)

De DAIKIN EKHHP heeft voor zijn functie fluor broeikasgas nodig.

● Draag altijd een veiligheidsbril en veiligheids- handschoenen.

● Zorg bij werkzaamheden aan het koudemid- delcircuit voor een goede ventilatie van de werkplek.

● Voer nooit werkzaamheden aan het koude- middelcircuit uit in gesloten ruimten of werkputten.

● Laat koudemiddel niet met open vuur, gloeiende of hete voorwerpen in aanraking komen.

● Koudemiddel nooit in de atmosfeer laten ontsnappen (hoge druk op de uittredings- zijde).

● Wanneer serviceslangen worden losge- koppeld van de vulaansluitingen, de aanslui- tingen nooit in de richting van het lichaam laten wijzen. Er kunnen nog resten koude- middel ontsnappen.

● Bij verdacht op een lekkage in het koudemid- delcircuit: Nooit het koudemiddel met de geïntegreerde compressor terugpompen in het buitentoestel van de warmtepomp - zuig het altijd met een hiervoor geschikt

recyclingsapparaat af en recycle het.

● Componenten en reserveonderdelen moeten aan de minimale technische vereisten van de fabrikant beantwoorden.

2.4.4 Installatielokatie van het apparaat Voor een veilige en storingsvrije werking is het noodzakelijk, dat de installatielocatie van de DAIKIN EKHHP aan de in hfst. 4.3 nauwkeurig beschreven veiligheidsrelevante criteria voldoet.

Aanwijzingen m.b.t. de installatielocatie van andere componenten zijn in de bijbehorende, meegeleverde documentatie opgenomen.

2.4.5 Aansluiting aan sanitairzijde

● Neem de volgende richtlijnen in acht:

– EN 1717 – Protection against pollution of potable water installations and general requirements of devices to prevent pollu- tion by backflow (Bescherming van drink- water tegen verontreinigingen in drinkwa- terinstallaties en de algemeen eisen aan veiligheidsvoorziening ter voorkoming van verontreiniging van drinkwater door terug- stromen)

– EN 806 – Specifications for installations inside buildings conveying water for human consumption (Technische regels voor drinkwaterinstallaties)

– en aanvullend, de wetgeving in het land van gebruik.

In de watertoevoer naar de DAIKIN EKHHP moet een veiligheidsklep gemonteerd zijn.

Tussen veiligheidsklep en DAIKIN EKHHP mag zich geen afsluitarmatuur bevinden.

Eventueel vrijkomende stoom of water moeten met afvoerleiding met geschikte en continue helling vorstveilig, gevaarloos en zichtbaar afge- voerd kunnen worden.

Door aansluiting van een zonne-energiesysteem kan de boilertemperatuur boven de 60 °C komen te liggen.

● Bij de installatie daarom een schroeibe- scherming (bijv. VTA32 +

schroefverbindingsset 1") monteren.

Voor werkzaamheden aan plaatsgebon- den koelinstallaties (warmtepompen) en airconditioning-installaties is voor Europa de goedkeuring van een deskundige con- form de F-gassenbepaling (EG)

nr. 303/2008 noodzakelijk.

– Tot 3 kg totaal koelmiddelvolume: certificaat van bekwaamheid categorie II

– Vanaf 3 kg totaal koelmiddelvolume: certifi- caat van bekwaamheid categorie I

De tapwaterkwaliteit moet overeen-

stemmen met de EU-richtlijng 98/83 EC

en de ter plaatse geldende voorschriften.

(7)

2.4.6 Eisen aan het drukloze boilerwater Ter vermijding van corrosieproducten en afzet- tingen, de desbetreffende regels van de techniek in acht nemen.

Mininumvereisten voor de kwaliteit van vul- en aanvulwater:

– Waterhardheid (calcium en magnesium, berekend als calciumcarbonaat):

≤ 3 mmol/l – Geleidbaarheid:

≤ 1500 (ideaal: ≤ 100) μS/cm – Chloride: ≤ 250 mg/l

– Sulfaat: ≤ 250 mg/l – pH-waarde: 6,5- 8,5

Bij vul- en aanvulwater dat zeer hard is

(>3 mmol/l - som van calcium- en magnesium- concentraties, berekend als calciumcarbonaat) moeten er maatregelen voor onzilting, ont- harding of stabilisatie van de hardheid worden genomen. Wij adviseren Fernox kalk- en corro- siebeschermingsmiddel KSK. Bij andere van de minimum eisen afwijkende eigenschappen zijn er geschikte conditioneringsmaatregelen nood- zakelijk om aan de vereiste waterkwaliteit te voldoen.

Het gebruik van vul- en aanvulwater dat niet aan de vermelde kwaliteitsvereisten voldoet, kan een duidelijk verkorte levensduur van het apparaat veroorzaken. Alleen de exploitant is hiervoor ver- antwoordelijk.

2.4.7 Werking De DAIKIN EKHHP

● pas gebruiken als de installatie en de aansluit- werkzaamheden zijn voltooid.

● alleen gebruiken als de boiler geheel is gevuld (vulpeilweergave).

● uitsluitend met drukregelaar aan de externe watervoorziening (toevoerleiding) aansluiten.

● uitsluitend met de voorgeschreven

hoeveelheid en soort koudemiddel gebruiken.

● uitsluitend met gemonteerde afdekkap gebruiken.

De voorgeschreven onderhoudsintervallen moeten aangehouden en inspectiewerkzaam- heden uitgevoerd worden.

2.4.8 Gebruiker wegwijs maken

● Voordat u de DAIKIN EKHHP overdraagt, moet u de gebruiker uitleggen hoe hij de installatie kan bedienen en controleren.

● Overhandig de gebruiker de technische documenten (dit document en alle andere geldige documenten) en wijs de gebruiker er op, dat deze documenten altijd beschikbaar en in de onmiddellijke omgeving van het apparaat dienen te worden bewaard.

● Documenteer de oplevering.

Indien er een optionele externe ver-

warming via een ribbelbuis-warmtewis-

selaar van de EKHHP500A*2V3 is aan-

gesloten gelden deze minimum eisen ook in het

geval van het vul- en aanvulwater van dit ver-

warmingscircuit.

(8)

3 Productbeschrijving

Opbouw van de DAIKIN EKHHP – legenda zie tab. 3-1

(9)

Naam (EKHHP)Pos.Naam (regeling) 30Toets "Aan / Uit" 31Bedrijfsindicator LED 32Weergave bedrijfsmodus "Geluidsarme modus" actief zonne-energie of voor verdere warmtebron (3/4" IG + 1“ AG) (alleen EKHHP500A*2V3)33Weergave bedrijfsmodus "Warmwaterverwarming" actief zonne-energie voor verdere warmtebron (3/4" IG + 1“ AG) (alleen EKHHP500A*2V3)34Weergave sensornummer (zie tab. 7-1) Cu Ø 3/8" (9,5 mm)35Weergave tijdstip Cu Ø 1/4" (6,4 mm)36Weergave weekdag 37Weergave koelmiddelcompressor actief 38Weergave schakeltijdprogramma ingeschakeld zonne-energie of retour voor verdere warmtebron39Weergave van actieve schakeltijden 40Weergave Uit-status in het schakeltijdprogramma 41Weergave Booster-Heater (BSH) ingeschakeld 42Weergave extern signaal (HT/NT / Smart Grid) 43Weergave bedrijfsmodus "Inbedrijfstelling", "Ontdooimodus" actief 44Weergave buitentemperatuur of temperatuur in de warmwaterboiler 45Weergave bedrijfsmodus "Automatisch" actief 46Weergave buitentemperatuur actief DHW47Weergave warmwatertemperatuur of andere temperatuurwaarden (in verbinding met pos. 44 / 46) 48Weergave "Functie niet beschikbaar" 49Weergave parameterinstelmodus actief 50Weergave servicetechnicus vereist 51Weergave parametercode of foutcode 52Toetsen instelling warmwatertemperatuur 53Toets bedrijfsmodus "Automatisch" 54Toets programmering 55Toets bedrijfsmodus "Hoog vermogen" 56Toets activering/deactivering schakeltijdprogramma 57Toets bedrijfsmodus "Geluidsarm" 58Toetsen tijdinstelling 59Toets foutcode/parameterinstelling Kort indrukken: Weergave laatste foutcode 5 s indrukken: Instap parameterinstellingen

(10)

4 Montage en installatie

4.1 Aanhaalmomenten

4.2 Leveringspakket

– DAIKIN EKHHP

– Zak met toebehoren (zie afb. 4-1)

WAARSCHUWING!

Bij de werking van de DAIKIN EKHHP met een niet geheel gevulde boiler kan het apparaat be- schadigd raken.

● De DAIKIN EKHHP mag pas gevuld worden als alle hydraulische installatiewerkzaam- heden zijn voltooid.

● Houd de volgorde voor de vulprocedure aan.

Inbedrijfstelling pas na afloop van alle installa- tiewerkzaamheden en pas als de boiler geheel gevuld is.

WAARSCHUWING!

Ondeskundig opgestelde en geïnstalleerde koelinstallaties (warmtepompen), airco's en ver- warmingsinstallaties kunnen het leven en de ge- zondheid van personen in gevaar brengen en de werking ervan kan nadelig worden beïn- vloed.

● Werkzaamheden aan de DAIKIN EKHHP (als bijv. plaatsing, reparatie, aansluiting en eerste inbedrijfstelling) mogen alleen door personen uitgevoerd worden die hiervoor geautoriseerd zijn en voor deze betreffende werkzaamheid een technische of ambach- telijke opleiding met succes hebben gevolgd en door de betreffende instanties erkende bijscholingen op hun vakgebied hebben gevolgd. Hiertoe behoren met name verwarmingsmonteurs, elektriciens en koelinstallatie/aircomonteurs, die op grond van hun technische opleiding en hun kennis, ervaring met de deskundige instal- latie van verwarmings- en koelinstallaties en airco's, evenals met warmtepompen hebben opgedaan.

Onderdeel Schroef-

draad

Aanhaal- moment Hydraulische leidingaansluitingen

(water)

1" 25 tot 30 Nm Aansluitingen vloeistofleiding

(koudemiddel)

1/4" 15 tot 17 Nm Aansluitingen gasleiding

(koudemiddel)

3/8" 33 tot 40 Nm

Booster-Heater 1,5" max. 10 Nm

(handvast) Tab. 4-1 Aanhaalmomenten

A Handgrepen (alleen nodig voor transport)

B Afdekplaat

C Slangaansluitstuk voor vei- ligheidsoverloop

D Montagesleutel Afb. 4-1 Inhoud zakje met toebehoren

A (2x)

B (3x)

C (1x)

D (1x)

(11)

4.3 Plaatsing

● Verpakking verwijderen en volgens voorschrift afvoeren.

● De afdekplaten (afb. 4-2, pos. B) aan de boiler aftrekken en de draadstukken (afb. 4-2, pos. F) uit de openingen draaien, waaraan de handgrepen moeten worden gemonteerd.

● Handgrepen (afb. 4-2, pos. A) in de virjgekomen schroef- dragen draaien.

LET OP!

● De DAIKIN EKHHP alleen plaatsen indien een voldoende draagkracht van de onder- grond van 1050 kg/m² te vermeerderen met een veiligheidstoeslag, is gegarandeerd. De ondergrond moet vlak en glad zijn.

● De plaatsing buiten is niet toegestaan.

● De plaatsing in explosiegevaarlijke omgevingen is niet toegestaan.

● De DAIKIN EKHHP alleen in niet herme- tisch gesloten ruimten plaatsen.

● De elektronische regeling mag in geen gevaal blootgesteld worden aan weersin- vloeden.

● De boiler mag niet continu aan direct zonlicht worden blootgesteld, omdat UV- stralen en weersinvloeden de kunststof aantasten.

● De DAIKIN EKHHP moet beschermd tegen vorstgeplaatst worden.

● Garanderen dat door het waterleidingbedrijf geen agressief drinkwater wordt geleverd.

– Eventueel is een geschikter watervoorbe- reiding vereist.

WAARSCHUWING!

De kunststof boilerwand van de DAIKIN EKHHP kan bij uitwendige warmte-inwerking (> 80 °C) gaan smelten en in extreme gevallen vlam vatten.

● De DAIKIN EKHHP altijd met een minimum afstand van 1 m t.o.v. andere warmte- bronnen (> 80 °C) (bijv. elektrische kachel, gaskachel, schoorsteen) en brandbare materialen plaatsen.

LET OP!

Als de DAIKIN EKHHP niet ver genoeg onder de vlakke zonnecollectoren wordt ge- plaatst (bovenrand van de boiler hoger dan de onderrand van de collector), kan het drukloze zonnesysteem buiten niet geheel leeglopen.

● De DAIKIN EKHHP bij DrainBack-zonne-

aansluiting laag genoeg t.o.v. van de vlakke

zonnecollectoren plaatsen (minimum helling

van de verbindingsleidingen van het zonne-

systeem in acht nemen).

(12)

● De DAIKIN EKHHP op de opstelplaats neerzetten.

– Aanbevolen afstanden:

tot de muur (achterkant): ≥ 200 mm.

tot het plafond: ≥ 200 mm.

– Kantelmaat in acht nemen (zie hfst. 10).

– De DAIKIN EKHHP voorzichtig transporteren, gebruik de handgrepen.

– Bij de opstelling in kasten, achter kratten of in andere kleine ruimtes, moet er voldoende verluchting (bv. via een verluchtingsrooster) gewaarborgd worden.

– Om van een circulatieleiding af te kunnen zien moet de DAIKIN EKHHP in de buurt van het aftappunt gemonteerd worden.

4.4 Hydraulische aansluiting

Voorwaarde: optionele accessoires (bijv. zonnesysteem) is aan de hand van de meegeleverde handleidingen aan de DAIKIN EKHHP gemonteerd.

● Koudwateraansluitdruk controleren (maximaal 6 bar).

– Bij hogere drukken in de drinkwaterleiding moet een druk- regelaar worden gemonteerd.

● Bij gebruik van circulatieremmen moeten die in de buisaan- sluitingen aan de DAIKIN EKHHP gemonteerd worden.

● Hydraulische aansluitingen aan de DAIKIN EKHHP maken (zie afb. 4-5).

– Positie en afmetingen van de aansluitingen staan vermeld op afb. 3-1 en tab. 3-1.

A Handgreep B Afdekplaat

F Draadstuk

Afb. 4-2 Handgrepen monteren

LET OP!

Als de DAIKIN EKHHP op een koudwaterleiding wordt aangesloten waarin stalen buizen zijn geplaatst kunnen er spaanders in de rvs rib- belbuis warmtewisselaar terechtkomen en daarin achterblijven. Dat veroorzaakt contact- corrosieschade en dus tot lekkages.

● Toevoerleidingen voor het vullen van de warmtewisselaar spoelen.

● Vuilfilter in de koudwatertoevoer monteren (zie hfst. 2.4.5).

ALLEEN DAIKIN EKHHP500A*2V3 LET OP!

Als op de warmtewisselaar naar de zonne- energie-boilerlading (zie afb. 3-1, pos. 4 +5) een extern verwarmingsapparaat (bijv. een houtketel) wordt aangesloten, kan door een te hoge aanvoertemperatuur aan deze aanslui- tingen de DAIKIN EKHHP beschadigd of ver- nield worden.

● De aanvoertemperatuur van het externe verwarmingsapparaat op max. 95 °C begrenzen.

● Afdekkap van de DAIKIN EKHHP afnemen.

Afb. 4-3 Afdekkap verwijderen.

(13)

– Neem het voorgeschreven aanhaalmoment in acht (zie hfst. 4.1).

– Leg de leidingen zo dat de geluidsisolatiekap na de mon- tage zonder problemen geplaatst kan worden.

– Beveiliging tegen watertekort: De temperatuurbewa- king van de regeling schakelt de DAIKIN EKHHP bij watertekort veilig uit. Op de werkplaats is verder geen beveiliging voor watertekort vereist. Ondanks dat moet het peil regelmatig gecontroleerd worden om voor de reglementaire functie te zorgen.

– Schade door afzettingen en corrosie vermijden: Neem de eisen aan het boilerwater in acht (zie hfst. 2.4.6).

● Isoleer leidingen tegen warmteverliezen en ter voorkoming van de vorming van condenswater (isolatiedikte ten minste 20 mm).

Als de plaatsingsomstandigheden de hydrau- lische aansluiting direct naar boven vereisen, kan de afdekkap langs de stippellijn uitge- sneden worden.

Afb. 4-4 Afdekkap uitsnijden

WAARSCHUWING!

Bij warmwatertemperaturen > 60 °C be- staat gevaar voor brandwonden. Dit is mo- gelijk bij gebruik van installaties op zonne- energie, bij een aangesloten extern ver- warmingsapparaat, als de legionellabevei- liging geactiveerd is of de gewenste tem- peratuur van het warme tapwater > 60 °C is ingesteld.

● Bescherming tegen brandwonden (mengvoorziening warmwater (bijv.

VTA32)) monteren.

Afb. 4-5 Hydraulische aansluiting - legenda zie tab. 4-2

(voorbeeld EKHHP500A*2V3 met zonnesysteem en opti- onele externe verwarming)

1 Koudwateraansluiting 2 Warmwaterverdeelnet

3 Aanvoer zonne-energie of voor verdere warmtebron*

4 Retour zonne-energie of voor verdere warmtebron*

6 Circulatie*

7 In het gebouw: terugslagklep, terugstroombeveiliging 7a Circulatieremmen (2 stuks)- aanbevolen toebehoren 8a Aanvoer zonne-energie of voor verdere warmtebron*

8b Retour zonne-energie of voor verdere warmtebron*

9 Gasleiding (koelmiddel) 10 Vloeistofleiding (koelmiddel) CW Koud water

DHW

Warm water EKHHP

DAIKIN Binnentoestel warmtepomp EKSRPS4A

DAIKIN Regelings- en pompeenheid*

FLG FlowGuard - zonne-energie regelklep met debietweergave*

ERWQ

DAIKIN Warmtepompbuitentoestel

FLS FlowSensor - zonne-energie debiet- en aanvoertemperatuurme- ting

PK Ketelcirculatiepomp*

PZ Circulatiepomp*

SK Zonnepaneelveld*

SV In het gebouw: veiligheidsoverdrukklep WEXExterne verwarming*

* Optie

Tab. 4-2 Legenda bij afb. 4-5

(14)

● Verbind de afvoerslang met het aansluitstuk voor de veilig- heidsoverloop (zie afb. 4-6 en afb. 3-1, pos. 23).

– Transparante afvoerslang gebruiken (uittredend water moet zichtbaar zijn).

– Afvoerslang op een afvoerinstallatie met voldoende inhoud aansluiten.

– Afvoer mag niet afsluitbaar zijn.

4.4.1 Optioneel: Aansluiting externe verwarming

Voor de ondersteuning of als alternatief voor de verwarming door de warmtepomp kunnen externe verwarmingen (bijv. zonne- energie, gas- of olieketel) op de DAIKIN EKHHP aangesloten worden.

De door de externe verwarming geleverde warmte moet naar het drukloze boilerwater in de boiler van de DAIKIN EKHHP geleid worden.

● De hydraulische aansluiting aan de hand van de twee volgende mogelijkheden uitvoeren:

a) DAIKIN EKHHP: drukloos via de aansluitingen (zonnesysteem aanvoer en retour) van de boiler of

b) Alleen EKHHP500A*2V3: via de geïntegreerde zonne-energie warmtewisselaar.

– Positie en afmetingen van de aansluitingen staan vermeld op afb. 3-1 en tab. 3-1.

– Hydraulische systeemverbinding aan de hand van afb. 4-5 uitvoeren.

– Neem het voorgeschreven aanhaalmoment in acht (zie hfst. 4.1).

– Leg de leidingen zo dat na de montage de geluidsisolatie- kap zonder problemen geplaatst kan worden.

4.5 Koudemiddelleidingen leggen

● Controleer of een olievangboog noodzakelijk is.

– Noodzakelijk als DAIKIN EKHHP niet gelijkvloers met het warmtepompbuitentoestel wordt geïnstalleerd (afb. 4-7, HO ≥ 10 m).

– Ten minste één olievangboog moet om de 10 m hoogte- verschil worden geïnstalleerd (afb. 4-7, H = afstand van olievangbogen onderling).

– Olievangboog alleen in de gasleiding noodzakelijk.

● Leidingen leggen met buigtoestel en voldoende afstand om elektrische leidingen te leggen.

● Solderingen aan leidingen alleen met een licht stikstofdebiet (alleen hard solderen toegestaan).

● Warmte-isolatie aan de verbindingspunten pas na de inbedrijfstelling aanbrengen (vanwege lekkages zoeken).

● Flensverbindingen maken en op de apparaten aansluiten ( aanhaalmomenten in acht nemen, zie hfst. 4.1).

Afb. 4-6 Montage afvoerslang aan de veiligheidsoverloop

A DAIKIN ERWQ B DAIKIN EKHHP C Gasleiding D Vloeistofleiding E Olievangboog

H Hoogte tot de 1e olievang (max. 10 m)

HO Hoogteverschil tussen warmtepompbuiten- en binnentoestel.

Afb. 4-7 Olievangboog koudemiddelleiding

H

E

B

C

D

Ho

A

(15)

4.6 Drukproef en koudemiddelcircuit vullen

● Druktest met stikstof uitvoeren.

– Stikstof 4.0 of hoger gebruiken.

– Maximaal 40 bar.

● Na afsluiting lekopsporing, stikstof geheel weg laten stromen.

● Leidingen vacuümeren (zie installatiehandleiding van het warmtepompbuitentoestel).

● Isoleerkleppen aan buitenunit geheel tot aan de aanslag openen en lichtjes vastdraaien.

● Klepdoppen weer plaatsen.

4.7 Installatie aan de waterkant vullen

Aanwijzingen voor de wateraansluiting en voor de waterkwaliteit conform hfst. 2.4.5 en 4.4 in acht nemen.

4.7.1 Warmwater warmtewisselaar vullen

1. Koudwaterkraan openen.

2. Aftapplaatsen voor warm water openen, zodat een zo groot mogelijke aftaphoeveelheid kan worden ingesteld.

3. Nadat water bij de aftapplaatsen naar buiten stroomt, de koudwatertoevoer nog niet onderbreken, zodat de warmtewisselaar volledig wordt ontlucht en eventuele verontreinigingen of resten kunnen worden afgevoerd.

4.7.2 Boiler vullen

Zie hfst. 9.2.

GEVAAR VOOR MILIEUSCHADE!

Belangrijke informatie over het gebruikte koel- middel.

Het algehele warmtepompsysteem bevat koel- middel met gefluoreerde broeikasgassen die bij vrijkomen schadelijk zijn voor het milieu.

Koudemiddeltype: R410A GWP*-waarde: 2087,5

* GWP = Global Warming Potential (broeikaspotentiaal)

● Voor werkzaamheden aan plaatsgebonden koelinstallaties (warmtepompen) en aircondi- tioning-installaties is voor Europa de

goedkeuring van een deskundige conform de F-gassenbepaling (EG) nr. 303/2008

noodzakelijk.

● Totale vulhoeveelheid van het koudemiddel op het meegeleverde etiket aan de

warmtepomp buitenunit noteren (Aanwij- zingen zie installatiehandleiding

warmtepomp buitenunit).

● Laat koelmiddel nooit in de atmosfeer terecht komen - zuig het altijd met een hiervoor geschikt recyclingsapparaat af en recyclen.

Er is geen extra koudemiddel voor de basisvulling noodzakelijk. Dat is onafhankelijk van de leidingslengte tussen binnen- en buitentoestel.

WAARSCHUWING!

Bij de werking van de DAIKIN EKHHP met een niet geheel gevulde boiler kan het apparaat be- schadigd raken.

● De DAIKIN EKHHP mag pas gevuld worden als alle hydraulische installatiewerkzaam- heden zijn voltooid.

● Houd de volgorde voor de vulprocedure aan.

● Inbedrijfstelling pas na afloop van alle instal- latiewerkzaamheden en pas als de boiler geheel gevuld is.

De ribbelbuis-warmtewisselaars moeten voor de boiler worden gevuld.

De warmtewisselaar voor de aansluiting van een opti- onele verwarming (afb. 3-1, pos. 14, alleen EKHHP500A*2V3) moet ook gevuld worden als er geen optionele verwarming op wordt aangesloten. Deze warmtewisselaar resp. het verwar- mingscircuit van de hierop aangesloten externe verwarming moet eerst worden gevuld.

(16)

4.8 Elektrische aansluiting

– Netaansluitingen moeten als zelfstandige stroomcircuits uit- gevoerd worden.

– Let op de gescheiden ligging van net-, sensor- en databuslei- dingen.

– Alleen kabelkanalen met scheidingsstukken of gescheiden kabelkanalen met ten minste 2 cm afstand gebruiken.

– De leidingen mogen elkaar niet kruisen.

– Voor alle op de DAIKIN EKHHP aangesloten kabels moet in het huis van de regeling met kabelbinders voor een effectieve trekontlasting zijn gezorgd (zie afb. 4-8 t/m 4-10).

WAARSCHUWING!

Stroomgeleidende onderdelen kunnen bij aan- raking tot een elektrische schok leiden en zo levensgevaarlijk letsel en brandwonden veroor- zaken.

● Voor werkzaamheden aan onder stroom staande onderdelen alle stroomcircuits van de installatie van de stroomvoeding

scheiden (externe hoofdschakelaar uitscha- kelen, zekering scheiden) en tegen

onbedoeld opnieuw inschakelen beveiligen.

● Opnieuw aansluiten op de elektriciteit en werkzaamheden aan elektrische onderdelen mag alleen door elektrotechnisch

deskundig personeel met inachtneming van de van toepassing zijnde normen en richtlijnen en van de instructies van het energiebedrijf en de aanwijzingen in deze handleiding.

● Voer nooit constructieve wijzigingen aan stekkers of andere elektrotechnische onder- delen uit.

● Afdekkingen en onderhoudskleppen na afloop van de werkzaamheden onmiddellijk weer monteren.

LET OP!

In het regelingshuis van de DAIKIN EKHHP kunnen tijdens de werking hogere tempera- turen optreden. Dit kan ertoe leiden dat stroom voerende draden door opwarming hogere tem- peraturen kunnen bereiken tijdens werking.

Deze leidingen moeten daarom een continue gebruikstemperatuur van 90 °C hebben.

● Voor de volgende aansluitingen alleen kabels met een continue gebruikstempe- ratuur van ≥ 90 °C gebruiken:

– Warmtepomp buitentoestel – Voeding Booster-Heater

– Contacten (aansluiting HT/NT/Smart Grid)

Afb. 4-8 Trekontlastsing met kabelbinders

Afb. 4-9 Borgclip vastklikken en kabel met kabelbinders vastbinden

Afb. 4-10 Controleer de steunkracht van de trekontlasting

(17)

4.8.1 Aansluiting EKHHP op

warmtepompbuitentoestel, netaansluiting Booster-Heater (BSH)

● Spanningstoevoer controleren (~230 V, 50 Hz).

● De stroomtoevoer naar de betreffende verdeeldozen van de huisinstallatie uitschakelen.

● Warmtepompbuitentoestel installeren.

● Net- en communicatiekabels (4 aderig, min. 0,75 mm²) tussen warmtepomp buitentoestel en DAIKIN EKHHP leggen.

● Net- en communicatiekabels op het warmtepompbuiten- toestel aansluiten (zie de bijbehorende installatiehand- leiding).

● DAIKIN EKHHP op het warmtepompbuitentoestel aansluiten (zie afb. 4-11).

● Kabel (3 aderig, > 1,5 mm²) voor de voeding van de Booster- Heater tussen verdeelkast van de huisinstallatie en de DAIKIN EKHHP leggen.

● Kabel voor de voeding van de Booster-Heater op de DAIKIN EKHHP aansluiten (zie afb. 4-11).

● Kabel voor de voeding van de Booster-Heater op de verdeelkast van de huisinstallatie aansluiten (zie afb. 4-11).

4.8.2 Hoog tarief / laag tarief netaansluiting (HT/NT)

Als het buitentoestel op een hoog tarief / laag tarief netaansluiting wordt aangesloten moet het potentiaalvrije schakelcontact HT/NT van de ontvanger die het door het elektriciteitsbedrijf (EVU) uitgegeven HT/NT-signaal uitleest, op de aansluitingen GND/IN1 van de DAIKIN EKHHP worden aangesloten (zie afb. 4-12).

Bij de instelling van parameter [7-00] > 0 worden op tijden van hoog tarief bepaalde systeemcomponenten uitgeschakeld (zie hfst. 7.5).

Het potentiaalvrije schakelcontact GND/IN1 kan als opener- of sluiter-schakelcontact uitgevoerd zijn.

naar "Gereduceerde werking". Als het signaal opnieuw wordt verzonden, opent het potentiaalvrije schakelcontact HT/NT en het systeem begint weer te werken.

b) Bij uitvoering als opener-schakelcontact moet parameter [7-00] = 2 ingesteld worden.

Als het EVU het HT/NT-signaal verzendt, wordt het schakel- contact HT/NT geopend. Het systeem schakelt om naar

"Gereduceerde werking". Als het signaal opnieuw wordt ver- zonden, sluit het potentiaalvrije schakelcontact HT/NT en het systeem begint weer te werken.

4.8.3 Aansluiting EVU-ontvanger (intelligente regelaar Smart Grid - SG)

Zodra de functie door parameter [7-00] = 3 geactiveerd is (zie hfst. 7.5.2), wordt afhankelijk van het signaal van het energiebe- drijf de warmtepomp op standby, normaal of een werking met hogere temperaturen gezet.

Hiervoor moeten de potentiaalvrije schakelcontacten HT/NT + SG van de EVU-ontvanger op de klemrailaansluitingen (GND+IN1) / (GND+IN2) van de DAIKIN EKHHP worden aange- sloten (zie afb. 4-12).

Zodra de functie Smart Grid actief is, wordt de HT/NT functie au- tomatisch gedeactiveerd. Afhankelijk van de waarde van de pa- rameter [7-00] wordt de warmtepomp verschillend gebruikt (zie tab. 7-3).

4.8.4 Optioneel: Aansluiting externe verwarming

Bij gebruik van een externe verwarming kan die via een potenti- aalvrij schakelcontact (HT/NT) op de DAIKIN EKHHP worden aangesloten.

Als het potentiaalvrije schakelcontact door een externe ver- warming wordt gesloten, reduceert de DAIKIN EKHHP de eigen warmteopwekking om een externe verwarming de voorkeur te geven (instellingen zie hfst. 7.5.2).

ERWQ02AAV3 Warmtepompbuitentoestel

X1M Klemrail aan EKHHP

Afb. 4-11 Netaansluiting DAIKIN EKHHP

Bij schakeling van het warmtepomp buitentoestel via een door het energiebedrijf (EVU) voorgeschreven schakeling wordt de DAIKIN EKHHP mee uitgescha- keld.

Deze volledige afschakeling van het warmtepompbuitentoestel is een optionele installatie en mag alleen door vaklui worden uit- gevoerd.

HT/NT Hoog tarief / laag tarief netaansluiting (EVU-ontvanger) SG Smart Grid - aansluiting (EVU-ontvanger)

GND+IN1 Aansluiting HT/NT-schakelcontact aan EKHHP GND+IN2 Aansluiting Smart Grid-schakelcontact aan EKHHP X2M Klemrail aan EKHHP

Afb. 4-12 Elektrische aansluiting HT/NT - en Smart Grid-schakelcontact

GND+IN1 Aansluiting potentiaalvrij schakelcontact op EKHHP WEX Externe verwarming

X2M Klemrail aan EKHHP

Afb. 4-13 Elektrische aansluiting externe verwarming

(18)

5 Inbedrijfstelling

5.1 Inbedrijfstelling 5.1.1 Voorwaarden:

– De DAIKIN EKHHP is geplaatst en volledig aangesloten.

– Het koudemiddelsysteem is ontvochtigd en met de voorge- schreven hoeveelheid koudemiddel gevuld.

– Het warmwater verdeelnet is ontlucht en van de juiste druk voorzien (zie hfst. 4.7).

– De boiler is tot aan de overloop gevuld (zie hfst. 9.2).

– De optionele toebehoren zijn gemonteerd en aangesloten.

Nadat de DAIKIN EKHHP geplaatst en volledig aangesloten is, moet deze door vakkundig personeel eenmalig op de installatie- omgeving (configuratie van optioneel toebehoren, parameters in- stellen) worden aangepast.

Na het voltooien van deze configuratie is de installatie bedrijfs- gereed en kan de gebruiker verdere instellingen aan de installatie uitvoeren.

De verwarmingstechnicus moet de gebruiker instrueren, het in- bedrijfstellingsrapport aanmaken en invullen.

5.1.2 Installatie in bedrijf stellen

● Alle punten in de bijgeleverde checklist controleren. Testre- sultaat rapporteren.

● Voeding aan de verdeelkast van de huisinstallatie voor de DAIKIN warmtwaterwarmtepomp inschakelen.

● DAIKIN EKHHP inschakelen.

● Installatie proefdraaien:

– Temperaturen weer laten geven (zie hfst. 7.2.3).

– Functie van de warmwaterbereiding testen. Hiervoor een hogere streeftemperatuur voor het warme water kiezen zodat de opwarmfunctie wordt geactiveerd (zie hfst. 7.3.1).

● Checklijst samen met de exploitant ondertekenen.

Alleen als alle punten op de checklijst met Ja kunnen worden beantwoord, mag de DAIKIN warmwaterwarmtepomp in bedrijf gesteld en aan de exploitant opgeleverd worden.

WAARSCHUWING!

Een ondeskundig in bedrijf gestelde DAIKIN EKHHP kan leven en gezondheid van personen in gevaar brengen en de functie nadelig beïn- vloeden. De DAIKIN mag alleen door geautori- seerde en daarvoor opgeleide CV-monteurs voor het eerst in bedrijf worden gesteld.

LET OP!

Een ondeskundig in bedrijf gestelde DAIKIN EKHHP kan materiële schade en milieuschade veroorzaken.

● Ter vermijding van corrosieproducten en afzettingen, de desbetreffende regels van de techniek in acht nemen. Minimumvereisten voor de kwaliteit van vul- en aanvulwater:

– Waterhardheid (calcium en magnesium, berekend als calciumcarbonaat):

≤ 3 mmol/l – Geleidbaarheid:

≤ 1500 (ideaal: ≤ 100) μS/cm – Chloride: ≤ 250 mg/l

– Sulfaat: ≤ 250 mg/l – pH-waarde: 6,5- 8,5.

● Als de hierboven vermelde minimum eisen van het plaatselijke waterbedrijf niet

gegarandeerd kunnen worden, moeten er geschikte maatregelen voor de waterzui- vering worden genomen.

● De tapwaterkwaliteit moet overeenstemmen met de EU-richtlijng 98/83 EC en de

regionaal geldende voorschriften.

LET OP!

Als de DAIKIN EKHHP bij een niet geheel gevulde boiler in bedrijf wordt gesteld, kan dit een vermindering van de prestatie bij de verwarming of een vernieling van de geïnte- greerde Booster-Heater (BSH) en eventueel een elektrisch defect veroorzaken.

● DAIKIN EKHHP alleen bij een volledig

gevulde boiler gebruiken.

(19)

Checklist voor de inbedrijfstelling

1. DAIKIN EKHHP conform de eisen en aanwijzingen in hfst. 4 en zonder zichtbare schade geplaatst?

ja 2. Minimum afstand van de DAIKIN EKHHP t.o.v. andere warmtebronnen (> 80 °C) van 1 m aangehouden?

ja 3. Booster-Heater:

– Voldoet de netaansluiting aan de voorschriften en bedraagt de netspanning 230 volt, 50 Hz?

– Werd er een foutstroombeveiliging ingebouwd in overeenkomst met de geldende nationale voorschriften?

ja

ja 4. Is de warmtewisselaar voor het verwarmen van tapwater in de DAIKIN EKHHP gevuld en ontlucht?

ja 4.1 Alleen EKHHP500A*2V3: Is de warmtewisselaar voor de aansluiting van een optionele verwarming gevuld?

ja

5. Is de boiler tot aan de overloop gevuld met water?

ja

6. Is de veiligheids-overloopaansluiting verbonden met een vrije afvoer?

ja

7. Is de druk van het sanitairwater < 6 bar?

ja

8. Zijn alle hydraulische aansluitingen dicht (geen lekkage)?

ja

9. Zijn de parameters aan de hand van de omstandigheden in het gebouw, mogelijk aangesloten toebehoren en de wensen van de gebruiker aan de regeling ingesteld?

ja

10. Is parameter [7-02] op waarde 0 ingesteld?

ja

11. Werkt de installatie zonder mankementen?

ja

12. Is de gebruiksaanwijzing overhandigd en de exploitant geïnstrueerd?

ja

Plaats en datum: Handtekening installateur:

Handtekening exploitant:

(20)

6 Buitenbedrijfstelling

6.1 Tijdelijk stilleggen

Als de DAIKIN EKHHP gedurende langere tijd niet wordt ge- bruikt, kan deze tijdelijk wordt stilgelegd.

DAIKIN adviseert echter om de installatie niet van de voeding te scheiden, maar alleen uit te schakelen (toets bedienen).

De installatie is dan beschermd tegen vorst.

Als bij gevaar voor vorst de voeding niet gewaarborgd kan worden, moet

– de DAIKIN EKHHP aan de waterkant volledig geleegd wor- den.

6.1.1 Boiler legen

● DAIKIN EKHHP van de voeding scheiden.

● Aansluitstuk (afb. 6-1, pos. C) van de veiligheidsoverloop (afb. 6-1, pos. B) demonteren.

● Afvoerslang op het slangaansluitstuk (pos. C) aansluiten en naar een ten minste vloerlaag punt leggen.

● Geschikt recipiënt onder de vul- en ledigingsaansluiting plaatsen.

● Aan de vul- en leegaansluiting het draadeinde (afb. 6-3, pos. E) losdraaien en de sluitstop (afb. 6-3, pos. F) verwij- deren en meteen het voorgemonteerde slang-aansluitstuk (afb. 6-1, pos. C) weer in de vul- en leegaansluiting (afb. 6-3) draaien.

WAARSCHUWING!

Bij het openen van de zonne-energie retouraan- sluiting en van de warmwateraansluitingen is er verbrandings- en overstromingsgevaar door vrijkomend heet water.

● Leeg de boiler alleen

– als hij lang genoeg is afgekoeld,

– met een geschikte voorziening voor de veilige afvoer of het veilige opvangen van het vrijkomende water,

– met geschikte beschermingskleding.

LET OP!

Een stilgelegde warmwaterwarmtepomp kan bij vorst bevriezen en daardoor beschadigd raken.

● De stilgelegde warmwaterwarmtepomp moet bij vorstgevaar aan de waterkant geleegd worden.

● Bij een niet geleegde warmwaterwarm- tepomp moet bij gevaar voor vorst voor de voeding gezorgd zijn en de externe hoofd- schakelaar ingeschakeld blijven.

Wanneer het vorstgevaar bij onzekere stroomtoevoer slechts enkele dagen bestaat, hoeft op grond van de goede warmte-isolatie van de wateraansluiting DAIKIN EKHHP niet te worden afgetapt, wanneer de boilertem- peratuur regelmatig gecontroleerd wordt en niet tot onder de +3 °C daalt.

Hierdoor is het aangesloten warmteverdeelsysteem uiteraard niet tegen vorst beschermd!

Alternatief kan de optionele KFE-vulaansluiting (KFE BA) worden gebruikt.

B Veiligheidsoverloop C Slangaansluitstuk voor vei- ligheidsoverloop

E Draadeinde

Afb. 6-1 Afvoerslang monteren Optie: Aansluitstuk van veilig- heidsoverloop demonteren

● Afdekplaat van vul- en ledigingsaansluiting verwijderen.

Afb. 6-2 Schroefdraadstuk uit- schroeven

LET OP!

Na het verwijderen van de sluitdop komt er veel boilerwater vrij.

Er bevinden zich geen ventiel en geen terug- slagklep op de vul- en ledigingsaansluiting.

E

(21)

6.1.2 Warmwatercircuit legen

● Koudwatertoevoer naar de DAIKIN EKHHP afsluiten.

● Leiding koudwatertoevoer naar de DAIKIN EKHHP scheiden en het warmwaterverdeelnet leeg laten lopen.

● Koudwater toe- en afvoer van de DAIKIN EKHHP scheiden.

● Aflaatslang elk zo op de koutwatertoevoer en de warmwater- afvoer aansluiten dat de slangopening zich dicht boven de vloer bevindt.

● De warmwater warmtewisselaar volgens het pipet principe leeg laten lopen.

6.2 Definitief stilleggen

Een definitieve bedrijfsonderbreking kan noodzakelijk zijn, indien – de installatie defect is, gedemonteerd en afgevoerd wordt.

– onderdelen van de installatie defect zijn, gedemonteerd en vervangen worden.

– de installatie of delen van de installatie gedemonteerd en op een andere plek weer gemonteerd worden.

De DAIKIN EKHHP is zo montage- en milieuvriendelijk gecon- strueerd, dat bovengenoemde handelingen efficiënt en milieu- vriendelijk kunnen worden uitgevoerd.

Bij een verandering van standplaats of het vervangen van onder- delen in het koelmiddel-buizenstelsel:

● Koelmiddel in het uitwendige apparaat van de warmtepomp terugpompen (zie installatie- en gebruiksaanwijzing van het betreffende uitwendige apparaat).

Afb. 6-3 Voorgemonteerd aansluitstuk in de vul- en leegaansluiting draaien

WAARSCHUWING!

Ondeskundig gedemonteerde koelinstallaties (warmtepompen), airco's en verwarmingstoe- stellen kunnen het leven en de gezondheid van personen in gevaar brengen en bij hergebruik kan de functie ervan nadelig worden beïnvloed.

Bij een normale atmosferische druk en omge- vingstemperaturen verdampt vloeibaar koel- middel zo snel dat er bij aanraking met de huid of met de ogen bevriezing van het weefsel op kan treden (gevaar voor blind worden).

● Werkzaamheden aan de DAIKIN EKHHP (als bijv. demontage van onderdelen, tijdelijk stilleggen van de installatie) alleen door personen uit laten voeren die hiervoor geautoriseerd zijn en de voor de betreffende werkzaamheid technische of ambachte- lijke opleiding met succes hebben voltooid en cursussen door de hiervoor verantwoor- delijke instellingen goedgekeurde bijscho- lingen hebben gevolgd. Hiertoe behoren met name verwarmingsmonteurs, elektriciens en koelinstallatie/aircomonteurs, die op grond van hun technische opleiding en hun kennis, ervaring met de deskundige instal- latie van verwarmings- en koelinstallaties en airco's, evenals met warmtepompen hebben opgedaan.

● Waarschuwingen en veiligheidsin-

structies in de installatiehandleiding voor het

werken aan het koudemiddelsysteem dienen

absoluut in acht te worden genomen.

(22)

Bij het afvoeren van de installatie of vervanging van onderdelen van het koelmiddelsysteem:

● Koelmiddel uit de installatie afzuigen en recyclen (zie instal- latie- en gebruiksaanwijzing van het betreffende uitwendige apparaat van de warmtepomp).

● DAIKIN EKHHP buiten bedrijf stellen (zie hfst. 6.1).

● DAIKIN EKHHP loskoppelen van alle elektrische, koelmiddel- en wateraansluitingen.

● DAIKIN EKHHP c.q. relevante onderdelen volgens de instal- latiehandleiding in omgekeerde volgorde demonteren.

● DAIKIN EKHHP op de juiste wijze afvoeren.

Aanwijzingen voor het afvoeren

De DAIKIN EKHHP is milieuvriendelijk opgebouwd. Bij de afvoer treedt er alleen afval op dat ofwel hergebruikt kan worden of ther- misch behandel kan worden. De gebruikte materialen die ge- schikt zijn voor hergebruik kunnen gesorteerd worden.

LET OP!

Uit de installatie gelekt koelmiddel is schadelijk voor het milieu.

Door vermenging van diverse koelmiddelsoor- ten kunnen gevaarlijke toxische gasmengsels ontstaan. Het mengen met olie kan bij koelmid- dellekkage tot contaminatie van de grond lei- den.

● Laat koelmiddel nooit in de atmosfeer terecht komen - zuig het altijd met een hiervoor geschikt recyclingapparaat af en recyclen.

● Koelmiddel altijd recyclen en zo scheiden van olie en andere additieven.

● Koelmiddel alleen per soort in geschikte drukreservoirs opslaan.

● Koelmiddel, olie en additieven volgens voorschrift en overeenkomstig de nationale bepalingen in het land van gebruik afvoeren.

DAIKIN heeft - dankzij de milieuvriendelijke constructie van de DAIKIN EKHHP - de voorwaarden voor een milieuvriendelijke verwijdering gerealiseerd. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om de verwijde- ring op de juiste wijze en overeenkomstig de in zijn/haar land geldende regels te laten plaatsvinden.

Het label op het product geeft aan dat elektrische en elektronische producten niet bij het ongesorteerde huisafval horen.

Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om de verwijdering op de juiste wijze en overeenkomstig de in zijn/haar land geldende regels te laten plaatsvinden.

– De demontage van het systeem en de hantering van koel- middelen, olie en andere onderdelen mogen uitsluitend door een gekwalificeerde monteur worden uitgevoerd.

– Voer uitsluitend af naar een inrichting die is gespecialiseerd in hergebruik.

Voor meer informatie kunt u terecht bij uw installatiebedrijf of de

(23)

7 Bediening, parameters

Aan de regeling van de DAIKIN EKHHP kan de installatie uit- en ingeschakeld, kunnen de warmwaterbereiding en de tijdschakel- programma´s ingesteld, instellingen voor de bedrijfsmodus van de buitenwarmtepomp uitgevoerd en de parameterinstellingen gewijzigd worden.

De beschikbare parameters en de instelmogelijkheden ervan worden beschreven in hfst. 7.5.1 en 7.5.2.

Instellingen voor een op de EKHHP aangesloten DAIKIN zonne- systeem moeten aan de regeling van het zonnesysteem uitge- voerd worden.

7.1 Displayweergaven en functie van de bedieningselementen

30 - Toets "AAN/UIT"

In- en uitschakelen van de DAIKIN EKHHP. Bij een ingescha- kelde warmwaterwarmtepomp brandt de bedrijfsaanduiding LED rood.

Door te vaak achter elkaar op de toets te drukken kan er een storing aan het systeem optreden (max. 20x per uur).

31 - Bedrijfsaanduiding LED

De bedrijfsaanduiding LED gaat tijdens de verwarmingswerking voor warm water branden. De LED knippert als een storing op- treedt. Als de LED uitgeschakeld is, is de DAIKIN EKHHP buiten werking.

32 - Weergave bedrijfsmodus "Geluidsarm"

In deze modus wordt de capaciteit van de installatie zo geredu- ceerd, dat de bedrijfsgeluiden van het waterpompbuitentoestel worden verminderd.

33 - Weergave warmwaterbereiding actief :

Dit symbool geeft aan dat de verwarming voor de warmwaterbe- reiding actief is.

Als de gereedstelling voor warm water in de bedrijfsmodus "Hoog vermogen" wordt uitgevoerd knippert het symbool . Tijdens de thermische desinfectie (legionellawerking) knippert het symbool sneller.

34 - Weergave sensornummer

Deze code heeft betrekking tot de temperatuurweergaven (zie hfst. 7.2.3).

35 - Weergave tijd

De tijdsaanduiding geeft de actuele tijd aan. In de programmeer- modus wordt op het display de ingestelde schakeltijd aange- geven.

36 - Weergave weekdag

Deze aanduiding geeft de dag van de week aan. In de program- meermodus wordt op het display de ingestelde dag aangegeven.

37 - Weergave koelmiddelcompressor actief

Dit symbool geeft aan, dat de koelmiddelcompressor in het wa- terpompbuitentoestel actief is.

38 - Weergave schakeltijdprogramma ingeschakeld

Dit symbool geeft aan dat de schakeltijdfunctie is ingeschakeld.

39 - Weergave actieve schakeltijden

Deze symbolen geven de actieve schakeltijden van de actuele dag van de week aan.

40 - Weergave Uit-status in het schakeltijdprogramma

Dit symbool geeft aan, dat de actuele schakeltijd van de instal- latie uitgeschakeld werd.

41 - Weergave Booster-Heater (BSH) bijgeschakeld

Dit symbool geeft aan dat de ondersteuning bij de warmwaterbe- reiding door de Booster-Heater (BSH) actief is.

42 - Weergave extern signaal (HT/NT/Smart Grid)

Dit symbool geeft aan dat de DAIKIN EKHHP in de werkwijze door gesloten schakelcontacten is beïnvloed (zie parameter [7-00]).

43 - Weergave functie "Ontdooien" actief

Dit symbool geeft aan dat de bedrijfsmodus "Ontdooien" of Inbe- drijfstelling actief is.

44 - Weergave boilertemperatuur

Dit symbool verschijnt als de warmwatertemperatuur in de geïn- tegreerde boiler wordt weergegeven.

Het symbool wordt ook weergegeven als de ingestelde tempe- ratuur in de programmeermodus wordt ingesteld.

45 - Weergave bedrijfsmodus "Automatisch"

Dit symbool geeft aan dat de warmtepomp in de bedrijfsmodus

"Automatisch" draait.

46 - Weergave buitentemperatuur actief

LET OP!

De bedieningselementen van de regeling nooit indrukken met een hard, puntig voorwerp. Dit kan tot beschadiging en foutieve werking van de regeling leiden.

Afb. 7-1 Weergave- en bedieningselementen van de regeling - legenda zie tab. 3-1 en de volgende beschrijving

(24)

47 - Weergave warmwatertemperatuur of andere temperatuurwaarden

De weergave geeft verschillende temperatuurwaarden weer (zie hfst. 7.2.3).

48 - Weergave "Functie niet beschikbaar"

Dit symbool wordt alleen maar weergegeven als een niet-geïn- stalleerde optie wordt geactiveerd of een functie niet beschikbaar is.

49 - Weergave parameterinstelmodus actief

De weergave geeft aan dat de gebruiker de parameterinstel- lingen kan bekijken en kan wijzigen.

50 - Weergave servicemonteur nodig

Deze symbolen geven aan, dat een controle van de installatie is vereist. Neem contact op met uw verwarmingsmonteur of de dichtstbijzijnde DAIKIN-dealer.

51 - Weergave parametercode of foutcode

Deze weergave geeft de code uit de parameterinstelling (zie hfst. 7.5) of de foutcode (zie hfst. 8.2) weer.

52 - Toetsen instelling warmwatertemperatuur en

Deze toetsen wordene gebruikt om de temperatuurstreefwaarde voor de warmwaterbereiding in te stellen.

53 - Toets bedrijfsmodus "Automatisch"

Deze toets activeert of deactiveert de automatische werking. In deze bedrijfsmodus wordt de geïntegreerde Booster-Heater (BSH) in de boiler van de DAIKIN EKHHP indien nodig voor de verwarming bijgeschakeld.

54 - Toets programmering

Deze multifunctionele toets dient voor de programmering van de schakeltijden.

55 - Toets bedrijfsmodus "Hoog vermogen"

Deze toets activeert of deactiveert de versnelde verwarmings- werking. Er wordt met warmtepomp en geïntegreerde Booster- Heater (BSH) verwarmd.

56 - Toets activering/deactivering schakeltijdprogramma

De belangrijkste functie van deze multifunctionele toets is de ac- tivering/deactivering van het schakeltijdprogramma. De toets dient ook voor de programmering van de parameters.

57 - Toets bedrijfsmodus "Geluidsarm"

Deze toets activeert of deactiveert de geluidsarme werking. In deze modus wordt de capaciteit van de installatie zo geredu- ceerd, dat de bedrijfsgeluiden van het waterpompbuitentoestel worden verminderd.

58 - Toetsen tijdinstelling en

Deze toetsen hebben meerdere functies zoals:

– Instelling van de tijd.

– Wisselen tussen de weergave van de buitentemperatuur en de boilertemperatuur (zie hfst. 7.2.3).

– Instelling van de schakeltijden voor het tijdschakelpro- gramma.

59 - Toets foutcode/parameterinstelling

Deze toets heeft meerdere functies:

– Lange druk op de toets (> 5 s): Instellen van parameters – Korte druk op de toets: Weergave van de laatste foutcode

7.2 Basisfuncties

Bepaalde menupunten van de regeling zijn alleen voor de ver- warmingsmonteur toegankelijk. Deze veiligheidsmaatregel zorg ervoor dat bij gebruik van de installatie geen ongewenste sto- ringen optreden door een foutieve configuratie.

7.2.1 Installatie in- en uitschakelen

● Toets indrukken.

De bedrijfs-LED brandt rood.

Tijdens de inbedrijfstelling wordt het symbool weergegeven op het display van de regeling.

Na de inbedrijfstelling wordt de actuele bedrijfsmodus weerge- geven op het display van de regeling.

Door nogmaals op de toets te drukken, wordt de installatie uitgeschakeld en de bedrijfs-LED dooft.

7.2.2 Klok instellen Instellen van de tijd

● De toets ten minste 5 s indrukken.

De tijd en de weergave van de weekdag beginnen te knip- peren.

● De tijd met de toetsen en instellen.

De tijd wordt met 1 min verhoogd/verlaagd.

Als de toets of ingedrukt wordt gehou- den, wordt de tijd met 10 min verhoogd/verlaagd.

● De toets voor het opslaan indrukken of de instelling annuleren door nogmaals op de toets te drukken.

Weekdag instellen

● De toets ten minste 5 s indrukken.

De tijd en de weergave van de weekdag beginnen te knip- peren.

● De weekdag met de toetsen en instellen.

De weekdag wordt met 1 dag verhoogd/verlaagd.

● De toets voor het opslaan indrukken of de instelling annuleren door nogmaals op de toets te drukken.

7.2.3 Weergave van de actuele temperaturen

● De toets 5 s. lang indrukken.

Het symbool en de buitentemperatuur worden weerge- geven.

De symbolen + op het display van de regeling knipperen.

Op het weergaveveld (afb. 7-1, pos. 34) wordt het fout- nummer 001 weergegeven.

● De toetsen en voor het selecteren van de volgende temperaturen gebruiken:

Tab. 7-1 Temperatuurweergaven Sensor

- Nr.

Temperatuursensor Symbool knippert

001 Buitentemperatuur

002 — —

003 — —

004 Boilertemperatuur

005 — —

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Alle in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelingen mogen alleen door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautori- seerd vakpersoneel worden uitgevoerd..

De klimaatklasse geeft aan, bij welke omgevingstemperatuur het apparaat gebruikt mag worden om het volledig koelvermogen te bereiken en van welke maximale luchtvochtigheid in

Wanneer de deur voor het opslaan langer geopend moet zijn, het geluidssignaal uitschakelen door op de Alarm- toets te drukken.. Na het sluiten van de deur is het geluidssignaal

Als u kunt wachten, negeer (verhoog) de actieve of volgende geplande gewenste temperatuur, zodat er uitzonderlijk meer warm water geproduceerd zal worden. Zie &#34;De actieve en

Wanneer het apparaat opnieuw in bedrijf gesteld wordt, moet deze melding als hieronder weergegeven teruggezet worden.. Op toets

eld: Als er Motion en Regular is geselecteerd, worden zowel continue als motion opnames weergegeven.. In de tijdslijn staan dan groene en

Let er daarom tijdens het vervoeren en reinigen van het apparaat goed op dat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd.. Mocht het koelmiddelcircuit desondanks bescha- digd

- WAARSCHUWING: om het ont- dooien te versnellen, mogen er geen andere mechanische voorzieningen of andere middelen worden gebruikt dan de door de fabrikant aanbevolen middelen..