Concepten/schalen Items/vraag Antwoordmogelijkheden Bron
Schaal: Overeenkomst in doelgerichtheid
Vraag: ‘In het eerste onderdeel van de directievragenlijst vragen we u om verschillende stellingen te beoordelen over uw school. Gelieve voor elke stelling aan te geven in welke mate u het eens bent met de stelling. Denk niet te lang na, maar duid uw eerste idee aan.’
1. Het team in onze school is enthousiast om er iets
van te maken.
2. Niet alle leerkrachten hebben dezelfde mening
over wat belangrijk is voor onze school. (-)
3. Alle leerkrachten werken hier in dezelfde geest
aan de basisdoelen van onze school.
4. Iedereen trekt aan hetzelfde zeel in onze school.
5. De leerkrachten in onze school steunen datgene
wat we met de school willen bereiken.
6. Sommige leerkrachten houden er ideeën op na
die niet echt passen binnen de school. (-)
7. In onze school zijn er meningsverschillen tussen
de leden van het team over welke school we willen zijn. (-)
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens
3 noch eens, noch oneens 4 eens 5 helemaal eens SiBO-project (Vandenberghe, et al., 2011) en Staessens (1991a, 1991b)
Schaal: Onderwijskundig leiderschap
Vraag: ‘In welke mate voert u de volgende taken uit:’
1. Opvangen en begeleiden van beginnende leerkrachten.
Likertschaal: 1 nooit of zelden 2 1x per maand
3 een paar keer per maand 4 1x per week
5 een paar keer per week
Steunpunt Toetsontwikkeling
en Peilingen (Gielen et al, 2010)
2. Lessen van ervaren leerkrachten bijwonen om kennis van hun werkwijzen en vaardigheden te krijgen.
3. Bespreken van het functioneren van leerlingen
met de klasleerkracht of op de klassenraad.
4. Aanwijzingen geven hoe probleemleerlingen het
best kunnen geholpen worden.
5. Bespreken van nieuwe methoden en
leermiddelen met de leerkrachten.
6. Evalueren van de resultaten die de leerlingen op
de toetsen behaald hebben.
7. Overleggen met leerkrachten over het gebruik
van onderwijsmethoden.
8. Met de leerkrachten besprekingen voeren over
bijscholingsinitiatieven die kunnen gevolgd worden.
6 dagelijks
Schaal: Mate van studiekeuzebegeleiding
Vraag: ‘In het eerste onderdeel van de
directievragenlijst vragen we u om verschillende stellingen te beoordelen over uw school. Gelieve voor elke stelling aan te geven in welke mate u het eens bent met de stelling. Denk niet te lang na, maar duid uw eerste idee aan.’
1. Op onze school wordt met het CLB
samengewerkt rond de studiekeuzebegeleiding van de leerlingen.
2. Op onze school verloopt de begeleiding van de
leerlingen bij hun studiekeuzes volgens een welbepaalde strategie.
3. De ouders en leerlingen worden geïnformeerd
over het studieaanbod in de hogere jaren van onze school.
4. De ouders en leerlingen worden duidelijk
geïnformeerd over het studieaanbod in de hogere jaren van andere scholen.
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens
3 noch eens, noch oneens 4 eens
5 helemaal eens
Schaal: opvattingen over zittenblijven
Vraag: ‘In het eerste onderdeel van de
directievragenlijst vragen we u om verschillende stellingen te beoordelen over uw school. Gelieve voor elke stelling aan te geven in welke mate u het eens bent met de stelling. Denk niet te lang na, maar duid uw eerste idee aan.’
1. Zittenblijven is nadelig voor het zelfbeeld van leerlingen.
2. Leerlingen die (een jaar of meer) ouder zijn dan
de rest van de klasgroep, vertonen meer gedragsproblemen.
3. Leerlingen die onvoldoende scoren voor de
algemene vakken in de eerste graad doen best een jaar over.
4. Zittenblijven labelt een leerling voor de rest van
zijn/haar schoolloopbaan.
5. Door een leerling een jaartje te laten overzitten,
kan vermeden worden hij of zij constant zou falen in de volgende klassen. (-)
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens
3 noch eens, noch oneens 4 eens
5 helemaal eens
SiBO‐project (Vandenberghe, et
al., 2011).
Schaal: positieve houding t.a.v. inclusief onderwijs.
Vraag: ‘In het eerste onderdeel van de
directievragenlijst vragen we u om verschillende stellingen te beoordelen over uw school. Gelieve voor elke stelling aan te geven in welke mate u het eens bent met de stelling. Denk niet te lang na, maar duid uw eerste idee aan.’
1. Leerlingen met een specifiek probleem of een specifieke handicap doen het in het gewoon onderwijs doorgaans beter dan in het buitengewoon onderwijs.
2. Voor de ontwikkeling van leerlingen met een
specifiek probleem of een specifieke handicap is het beter dat ze worden opgevangen in het buitengewoon onderwijs.(-)
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens
3 noch eens, noch oneens 4 eens
5 helemaal eens
SiBO-project (Vandenberghe et
3. De opvang van leerlingen met een specifiek probleem of een specifieke handicap is in hoofdzaak de taak van externe
hulpverleningsinstanties. (-)
4. Het is een zinvolle doelstelling om leerlingen
minder snel naar het buitengewoon onderwijs door te verwijzen.
5. De zorg voor leerlingen met een specifiek
probleem of een specifieke handicap is wel de moeite waard, maar gaat vaak ten koste van de aandacht voor de overige leerlingen.(-)
Schaal: negatieve verwachtingen ten aanzien van kansarme leerlingen
Vraag: ‘In het eerste onderdeel van de
directievragenlijst vragen we u om verschillende stellingen te beoordelen over uw school. Gelieve voor elke stelling aan te geven in welke mate u het eens bent met de stelling. Denk niet te lang na, maar duid uw eerste idee aan.’
1. Om realistisch te zijn, moeten de schoolse verwachtingen voor kansarme leerlingen veelal bijgesteld worden.
2. Kansarme ouders nemen minder het initiatief
tot contact met de leerkracht of de school.
3. Leerlingen uit kansarme milieus zijn vaak van
nature minder intelligent.
4. Leerlingen uit kansarme milieus vertonen vaker
moeilijk gedrag.
5. Goed onderwijs kan ervoor zorgen dat leerlingen
uit kansarme milieus even goed presteren als andere leerlingen. (-)
6. Kansarme ouders interesseren zich vaak minder
voor de schoolloopbaan van hun kind.
7. Leerlingen uit kansarme milieus zijn vaak sneller
afgeleid in de klas.
8. Kansarme ouders staan meestal meer
wantrouwig tegenover de leerkracht en de
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens
3 noch eens, noch oneens 4 eens
5 helemaal eens
SiBO-project (Vandenberghe et
school.
Criteria klassamenstelling eerste leerjaar
Vraag: ‘Bij het samenstellen van de klassen in het eerste leerjaar trachten we...’
1. de klassen zo homogeen mogelijk te maken qua capaciteiten van leerlingen
2. de leerlingen die in dezelfde gemeente of wijk
wonen samen in één klas te zetten.
3. de leerlingen die in dezelfde basisschool zaten
samen in één klas te zetten.
4. de voorkeur van leerlingen om met bepaalde
leerlingen samen te zitten te volgen.
5. de leerlingen die voor dezelfde basisoptie kiezen
samen in één klas te zetten.
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens
3 noch eens, noch oneens 4 eens
5 helemaal eens 6 niet van toepassing
Extra criterium klassamenstelling eerste leerjaar
Vraag: ‘Indien u bij het samenstellen van de klassen in het eerste leerjaar rekening houdt met zaken die hier niet vernoemd werden, gelieve deze zaken hier te vermelden:’
Open vraag
Criteria klassamenstelling tweede leerjaar
Vraag: ‘Bij het samenstellen van de klassen in het tweede leerjaar trachten we...’
1. de klassen zo homogeen mogelijk te maken qua
capaciteiten van leerlingen
2. de leerlingen die in dezelfde gemeente of wijk
wonen samen in één klas te zetten.
3. de leerlingen die in dezelfde klas in het eerste
leerjaar zaten samen in één klas te zetten.
4. de voorkeur van leerlingen om met bepaalde
leerlingen samen te zitten te volgen.
5. de leerlingen die voor dezelfde basisoptie kiezen
samen in één klas te zetten.
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens
3 noch eens, noch oneens 4 eens
5 helemaal eens 6 niet van toepassing
Extra criterium klassamenstelling tweede leerjaar
Vraag: ‘Indien u bij het samenstellen van de klassen in
niet vernoemd werden, gelieve deze zaken hier te vermelden:’
Frequentie evaluatiemomenten
Vraag: ‘Hoe vaak wordt het werk van leerkrachten in uw school formeel beoordeeld door u of andere directieleden?’
Likertschaal: 1 nooit
2 ongeveer één keer per twee a drie jaar 3 ongeveer één keer per jaar
4 meer dan één keer per jaar
Informatiebronnen voor evaluatie
Vraag: ‘Welke informatiebronnen worden gebruikt om de leerkrachten te evalueren tijdens formele evaluatiemomenten?’
1. Observatie van de lessen
2. Lesplannen van de leerkrachten
3. Inbreng van de leerkracht zelf (vb. een portfolio)
4. Zelfevaluatie van de leerkracht
5. De mening van leerlingen
6. Prestaties van de leerlingen
7. Reacties van ouders, externen, andere
personeelsleden,…
8. Evaluatiedossier
9. Andere (specificeer…)
Meerkeuzevraag Gebaseerd op TALIS
2008 (OECD, 2010)
Feedback door middel van evaluatie
Vraag: ‘Gelieve de frequentie aan te geven waarmee elk van de volgende zaken voorkomt indien een beoordeling van het werk van leerkrachten zwakke punten aan het licht brengt of indien u vindt dat een leerkracht ondermaats presteert op vlak van zijn/haar lestaken.’
1. Ik, of anderen in de school, zorgen ervoor dat
het resultaat aan de leerkracht wordt gemeld.
2. Ik, of anderen in de school, zorgen ervoor dat
maatregelen om de zwakke punten in het lesgeven te verhelpen, besproken worden met de leerkracht.
3. Ik, of anderen in de school, stellen een
ontwikkelings- of trainingsplan op voor de
Likertschaal: 1 nooit 2 soms 3 meestal 4 altijd Gebaseerd op Devos et al. (2009)
leerkracht om de zwakke punten in het lesgeven aan te pakken.
4. Ik, of anderen in de school, rapporteren het
ondermaatse presteren aan een andere instantie om actie te ondernemen (bijv. schoolbestuur, inrichtende macht,
verantwoordelijken onderwijsnet, inspecteur).
5. Ik, of anderen in de school, zorgen ervoor dat
het werk van de leerkracht vaker beoordeeld wordt.
Schaal: Reflecterend vermogen
Vraag: ‘Onze school slaagt erin...’
1. functionering- en evaluatiegesprekken met leerkrachten te houden.
2. weerstanden van leerkrachten te overwinnen bij
het vooruitzicht te worden geëvalueerd.
3. leerkrachten hun eigen aanpak systematisch in
vraag te doen stellen.
4. initiatieven te nemen om gegevens over het
eigen school functioneren te verzamelen.
5. alle leerkrachten te betrekken bij
kwaliteitsbewaking.
6. leerkrachten zich positief te doen opstellen
tegenover zelfevaluatie
7. op schoolniveau aan zelfevaluatie te doen.
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens
3 noch eens, noch oneens 4 eens 5 helemaal eens SiBO-project (Vandenberghe et al., 2011) Ervaren tekorten
Vraag: ‘Wordt de mogelijkheid om les te geven in uw school gehinderd door één van de volgende kwesties?
1. een gebrek aan gediplomeerde leerkrachten wetenschappen
2. een gebrek aan gediplomeerde leerkrachten
wiskunde
3. een gebrek aan gediplomeerde leerkrachten
Nederlands
Antwoordschaal is een ja-nee schaal PISA 2012 (Klieme
4. een gebrek aan gediplomeerde leerkrachten Frans
5. een gebrek aan gediplomeerde leerkrachten
voor andere vakken (met een optie aan te geven welke vakken)
6. een tekort aan of ontoereikend
instructiemateriaal (bijv. handboeken of uitrusting)
7. een tekort aan of ontoereikende computers
voor de lessen
8. een tekort aan of ontoereikende verbindingen
met het internet
9. een tekort aan of ontoereikende
schoolgebouwen en –terreinen
10. een tekort aan of ontoereikende lesruimtes (bijv. klaslokalen)
Schaal: Leerkrachtparticipatie
Vraag: ‘Kan u aangeven hoeveel leerkrachten op uw school volgens u...’
1. betrokken zijn bij besluitvormingsprocessen op school?
2. zelf bijdragen aan het oplossen van problemen
op school?
3. bruikbare voorstellen doen om het bestuur van
de school te verbeteren?
4. actief deelnemen aan activiteiten in het kader
van schoolontwikkeling en -verbetering?
5. leerlingen aanmoedigen om actief deel te
nemen aan het schoolleven?
1 Alle of bijna alle 2 De meeste 3 Sommige
4 Geen of bijna geen 5 niet van toepassing
ICCS-project 2009 (Schulz, Ainley &
Fraillon, 2011).
Schaal: leerlingparticipatie
Vraag: ‘In welke mate wordt er op uw school rekening gehouden met de meningen van de leerlingen wanneer er over de volgende onderwerpen beslissingen worden genomen?’
1. het leer- en lesmateriaal
1 helemaal niet 2 in geringe mate 3 in redelijke mate 4 in sterke mate
ICCS-project 2009 (Schulz, Ainley &
2. het lessenrooster
3. klasregels
4. schoolreglement/leefregels
5. extracurriculaire activiteiten (buiten de lesuren)
Schaal: Positieve ervaringen samenwerking CLB
Vraag: ‘In dit onderdeel van de vragenlijst vragen we u om verschillende stellingen te beoordelen over de samenwerking tussen de verschillende actoren betrokken bij uw school. Gelieve voor elke stelling aan te geven in hoeverre u het eens bent met de stelling. Denk niet te lang na, maar duid uw eerste idee aan.’
1. Over de huidige werking van ons CLB ben ik erg tevreden.
2. Het CLB doet voor onze school veel nuttig werk. 3. Het CLB brengt vaak interessante aanvullende
gegevens aan bij de bespreking over een leerling met leerproblemen.
4. De inbreng vanwege het CLB betekent praktisch niets voor het werk van onze leerkrachten. (-) 5. Het CLB speelt in onze school een belangrijke rol
in de verwijzing en advisering van leerlingen.
6. Wij bespreken de ernstige problemen van onze
leerlingen meestal met iemand van het CLB.
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens
3 noch eens, noch oneens 4 eens
5 helemaal eens
SiBO-project (Vandenberghe et
al., 2011)
Schaal: Positieve ervaring samenwerking ouders
Vraag: ‘In dit onderdeel van de vragenlijst vragen we u om verschillende stellingen te beoordelen over de samenwerking tussen de verschillende actoren betrokken bij uw school. Gelieve voor elke stelling aan te geven in hoeverre u het eens bent met de stelling. Denk niet te lang na, maar duid uw eerste idee aan.’
1. De contacten die ik met de ouders van onze
leerlingen heb, zijn over het algemeen aangenaam.
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens
3 noch eens, noch oneens 4 eens
5 helemaal eens
SiBO-project (Vandenberghe et
2. De ouders van de leerlingen van onze school stellen vaak onredelijke eisen aan de leerkrachten en de school. (-)
3. Contacten met ouders betekenen voor mij als
directielid een belangrijke bron van informatie.
4. Oudercontacten leveren voor mij als directielid
vrijwel niets op. (-)
Schaal: probleemgedrag van leerlingen
Vraag: ‘Leerlingen in de eerste graad...’
1. plegen diefstal op school.
2. plegen fysiek geweld op school.
3. gebruiken alcohol of drugs in de
schoolomgeving.
4. intimideren of beledigen leerkrachten of ander
personeel.
5. plegen vandalisme op school.
6. spijbelen tijdens de lesuren.
7. intimideren of beledigen andere leerlingen.
8. gebruiken schutting- of obscene taal.
9. spieken of kijken af tijdens toetsen.
10. storen de les.
11. komen te laat op school.
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens
3 noch eens, noch oneens 4 eens
5 helemaal eens
SiBO-project (Vandenberghe et
al., 2011)
Schaal: probleemgedrag van leerkrachten
Vraag: ‘Leerkrachten in onze school...’
1. zijn ongewettigd langdurig afwezig.
2. komen te laat.
3. houden onvoldoende rekening met de noden
van hun leerlingen.
4. zijn kortstondig afwezig.
5. hebben lage verwachtingen van leerlingen.
6. hebben geen goede band met hun leerlingen.
7. zijn te streng voor hun leerlingen.
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens
3 noch eens, noch oneens 4 eens
5 helemaal eens
SiBO-project (Vandenberghe et
al., 2011)
Schaal: Ordelijk en positief leerklimaat
Vraag: ‘In dit onderdeel van de vragenlijst vragen we u om verschillende stellingen te beoordelen over de samenwerking tussen de verschillende actoren
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens SiBO-project (Vandenberghe et al., 2011)
betrokken bij uw school. Gelieve voor elke stelling aan te geven in hoeverre u het eens bent met de stelling. Denk niet te lang na, maar duid uw eerste idee aan.’
1. In onze school schieten leerkrachten en leerlingen gewoonlijk goed met elkaar op.
2. In onze school is er voor de leerlingen een
duidelijk schoolreglement.
3. In onze school worden leerlingen enthousiast
gemaakt om te leren.
4. In onze school wordt er door de leerkrachten
geluisterd naar de meningen van de leerlingen.
5. In onze school komen leerkrachten graag
werken.
6. In onze school is er voldoende discipline.
7. In onze school worden leerlingen gerespecteerd
zoals ze zijn.
8. In onze school is er ruime aandacht voor de
leerling als persoon en niet als nummer.
9. In onze school hebben leerkrachten oog voor
het sociale leven van de leerlingen. 10. In onze school komen leerlingen over het
algemeen graag leren.
11. In onze school wordt het schoolreglement consequent aangewend door leerkrachten.
3 noch eens, noch oneens 4 eens
5 helemaal eens
Schaal: Aandacht voor de sociale en persoonlijke ontwikkeling
Vraag: ‘In dit onderdeel van de vragenlijst vragen we u om verschillende stellingen te beoordelen over de samenwerking tussen de verschillende actoren betrokken bij uw school. Gelieve voor elke stelling aan te geven in hoeverre u het eens bent met de stelling. Denk niet te lang na, maar duid uw eerste idee aan.’
1. In onze school hechten we heel veel belang aan
het ontwikkelen van de sociale vaardigheden van de leerlingen.
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens
3 noch eens, noch oneens 4 eens 5 helemaal eens SiBO-project (Vandenberghe et al., 2011) en LOSO- project
2. In onze school vinden we de sociale en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen minstens even belangrijk dan de cognitieve ontwikkeling.
3. In onze school is het vooral belangrijk dat
leerlingen zichzelf kunnen zijn en zichzelf kunnen ontdekken.
4. In onze school vormt de ontwikkeling van
creativiteit één van de belangrijkste doelstellingen.
5. In onze school vinden we het uitermate
belangrijk dat leerlingen zich gelukkig voelen op school.
6. In onze school proberen leerkrachten in hun
lessen zoveel mogelijk aan te sluiten bij de belangstelling en behoeften van leerlingen.
Schaal: Prestatiegericht beleid- onderwijsdoelen
Vraag: ‘In dit onderdeel van de vragenlijst vragen we u om verschillende stellingen te beoordelen over de samenwerking tussen de verschillende actoren betrokken bij uw school. Gelieve voor elke stelling aan te geven in hoeverre u het eens bent met de stelling. Denk niet te lang na, maar duid uw eerste idee aan.’
1. In onze school zijn leerkrachten prestatiegericht.
2. In onze school komen kennisgerichte doelen
voorop.
3. In onze school ligt de nadruk op het realiseren
van goede leerprestaties.
4. In onze school staat het aanleren van leerstof
centraal.
5. In onze school stimuleert de directie
prestatiegericht onderwijs.
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens
3 noch eens, noch oneens 4 eens
5 helemaal eens
SiBO-project (Vandenberghe, et
al. 2011)
Schaal: Prestatiegericht beleid - Leerresultaten
Vraag: ‘In dit onderdeel van de vragenlijst vragen we u om verschillende stellingen te beoordelen over de samenwerking tussen de verschillende actoren
Likertschaal: 1 helemaal oneens 2 oneens SiBO-project (Vandenberghe, et al. 2011
betrokken bij uw school. Gelieve voor elke stelling aan te geven in hoeverre u het eens bent met de stelling. Denk niet te lang na, maar duid uw eerste idee aan.’
1. Op onze school is er een grote bekommernis om de prestaties van leerlingen.
2. Op onze school is er een duidelijke gerichtheid
op het bereiken van zo hoog mogelijke leerresultaten voor élk leergebied.
3. Op onze school bespreken leerkrachten
leerlingprestaties om het eigen onderwijsgedrag bij te sturen.
4. Op onze school ligt de nadruk op presteren op
élk leergebied (ontwikkelingsdomein).
5. Op onze school stelt men hoge eisen aan de
leerlingen.
3 noch eens, noch oneens 4 eens
5 helemaal eens
Schaal: schoolbeleid professionaliseringsactiviteiten
Vraag: ‘Geef uw mening over de professionalisering van leerkrachten op uw school. Denk niet te lang na, maar duid uw eerste idee aan.’
1. In onze school worden leerkrachten vrijgesteld van schooltaken indien zij nascholingsactiviteiten volgen.
2. In onze school worden leerkrachten vergoed
voor onkosten bij het volgen van nascholingsactiviteiten.
3. In onze school verwacht ik dat leerkrachten
doorheen het schooljaar nascholingsactiviteiten volgen.
4. Tijdens teamvergaderingen voorzie ik tijd voor
leerkrachten om ideeën of informatie uit te wisselen over nascholingsactiviteiten.
Antwoordschaal is een ja-nee schaal
gebaseerd op PISA- , TALIS en TIMSS vragenlijsten (OECD, 2013; OECD, 2010; Mullis, Martin, Ruddock, O’Sullivan & Preuschoff, 2012)
Schaal: Schoolbeleid samenwerking professionele ontwikkeling
Vraag: ‘Geef uw mening over de professionalisering van leerkrachten op uw school. Denk niet te lang na, maar duid uw eerste idee aan.’
1. In onze school rapporteren leerkrachten over
hun nascholingsactiviteiten aan hun collega’s.
2. In onze school is er een beleid voor het
samenwerken tussen collega’s om hun klaspraktijk te verbeteren.
3. In onze school worden leerkrachten
gestimuleerd om lesvoorbereidingen te delen.
4. In onze school worden leerkrachten
gestimuleerd om te discussiëren over lesgeven.
5. In onze school komen leerkrachten samen om
onderwijsdoelen te bespreken.
Antwoordschaal is een ja-nee schaal
gebaseerd op PISA- , TALIS en TIMSS vragenlijsten (OECD, 2013; OECD, 2010; Mullis, Martin, Ruddock, O’Sullivan & Preuschoff, 2012
Schaal: gedragen zorgvisie
Vraag: ‘Geef aan in welke mate de volgende stellingen van toepassing zijn op uw school gaande