• No results found

Overleg ex artikel 10 BRO

9 Procedure en m aatschappelijke uitvoerbaarheid

9.1 Overleg ex artikel 10 BRO

Provincie Noord-Brabant geldt . De directie vraagt zich af hoe zich dit verhoudt met betrekking t ot een rechtstreekse bouwtitel (cat . II).

Voort s stelt de directie voor de boringsvrije zone indicatief op te nemen op de plankaart (cat . III)

De directie adviseert voor de ecologische verbindingszone rondom de Dommel, een aparte bestemming of nadere aanduiding op te nemen, waarmee de bescherming van natuurwaarden in het gebied danwel de gewenste ontwikkeling t ot ecologische verbindingszone beter t ot zijn recht komt (cat . II).

Opgemerkt w ordt dat de Flora en Faunawet van invloed kan zijn op ontwikkelingen in het plan, verzocht w ordt hiermee rekening te houden (cat . III).

De regeling voor de bestemming 'Uit te werken woondoeleinden' w ordt als te weinig concreet beschouwd. De regeling biedt omwonenden te weinig rechtszekerheid (cat . II).

In het plan w ordt op diverse plaatsen uitbreiding van bestaande detailhandel mogelijk gemaakt. Een onderbouwing hiervoor ontbreekt. Tevens w ordt verwezen naar de oude

detailhandelsnota van de gemeente.

Afstemming tussen de nieuwe nota en uitbreidingsbehoefte is gewenst (cat . II).

De percelen voor detailhandel en horeca zijn groot in verhouding t ot de daadwerkelijke bebouwing.

Geadviseerd w ordt om te bekijken of in alle gevallen het gehele perceel opgenomen. De directie geeft in overweging een maximummaat op te nemen (cat . III).

Op de plankaart en in de voorschriften is een dubbelbestemming 'Boringsvrije zone' opgenomen. Indien grondboringen dieper dan 10m plaatsvinden is een aanlegvergunning vereist. Criterium voor verlening is gekoppeld aan provinciale goedkeuring.

De ecologische zone rondom de Dommel valt buiten het plangebied. Wel is er sprake van een 'natuurparel' in het zuidwesten van het plangebied. Hiervoor is een dubbelbestemming 'Natuur' over de basisbestemming 'Wat er' gelegd, om te benadrukken dat het hier gaat om een te beschermen natuurwaarde.

Indien noodzakelijk w ordt bij concrete projecten vooronderzoek gedaan. Echter het bet reft veelal vervanging van bestaande bebouwing. bebouwing t er plaatse zal dit middels een aparte procedure (art . 19 of herziening van het bestemmingsplan) opnieuw naar buiten worden gebracht.

In het plan w ordt de nieuwe

detailhandelsnota verwerkt. Overigens is de uitbreiding van detailhandelsfuncties niet van dusdanige omvang dat hiervoor een uitgebreide motivering noodzakelijk is. Het bet reft veelal de mogelijkheid voor individuele ondernemers t ot een beperkte bedrijfsuitbreiding, om enige flexibiliteit in te bouwen. In de detailhandelsnota is aangegeven welke concentraties voor opwaardering / uitbreiding in aanmerking komen.

Bekeken is of zich situaties in het plan voor zouden kunnen doen waarin ongewenste ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Dit is niet het geval. De bebouwing is vastgelegd binnen het bouwvlak, de rest van de terreinen zijn veelal in gebruik voor opslag / parkeren et c. zonder dat dit nu t ot ongewenste situaties leidt.

Conform de systematiek van alle beheerplannen, worden geen

maatvoeringen opgenomen. Het bet reft bestaande situaties, waar zich reeds winkels hebben gevestigd. Er bestaat geen aanleiding voor het opnemen van een maat. Bij samenvoeging van panden is veelal eveneens een bouwvergunning vereist, waarbij ook nadere afwegingen kunnen worden gemaakt (i.c.

parkeernormen et c.)

In het plan is een aantal projecten opgenomen, waarbij sprake is van

“nieuwe situaties” binnen geluidszones langs wegen. Uit artikel 16.2 blijkt dat sprake is van een voorwaardelijke bestemming, zonder dat duidelijk is dat aan de voorwaarden kan worden voldaan. Een dergelijke regeling is in strijd met de WRO (cat . I).

De directie vraagt meer aandacht voor luchtkwaliteit in relatie t ot nieuwe ontwikkelingen. Dit mag in beschrijvende zin (cat . II).

Verzocht w ordt in de paragraaf Externe Veiligheid (LPG) in de toelichting kaartmateriaal op te nemen met de PR-contouren (cat . II).

Er dient nog een akkoord te volgen van het Waterschap (cat . II).

Verzocht w ordt het

aanlegvergunningenstelsel ten behoeve van archeologisch waardevolle terreinen, ook te laten gelden voor grondbewerkingen dieper dan 50 cm (cat . II). Verwezen w ordt naar de regeling in het plan “Stratum buiten de Ring 2004” .

Geadviseerd w ordt voor de MIP-panden Hoogstraat 264/ 266/ 268 en de RK kerk van de HH Harten aan de Schubertlaan 106, een beschermende regeling op te nemen in het

bestemmingsplan, danwel de panden aan te wijzen als gemeentelijk monument. Het plan biedt nu mogelijkheden t ot rechtstreekse verbouwing en sloop. Verzocht w ordt dit te regelen middels vrijstelling respectievelijk een aanlegvergunning.

De reconstructie van de Beemdstraat w ordt uit dit bestemmingsplan gehaald, en te zijner tijd bij het bestemmingsplan

“De Hurk” meegenomen. Derhalve is deze strijdigheid opgelost . Ook de uit te werken woonbestemming is verwijderd.

Met de verwijdering van de uit te werken bestemmingen is dit punt verder niet meer relevant.

In de toelichting is de 45 m PR-contour op een tekening opgenomen. Overigens is een procedure gestart de LPG-verkoop t er plaatse te staken.

Zie hieronder de reactie van het Waterschap De Dommel.

De regeling w ordt aangepast conform genoemd bestemmingsplan 'Stratum buiten de Ring 2004'.

De gemeente kiest ervoor geen nadere beperkingen op te leggen aan de eigenaren van MIP-panden, omdat de status hiervan niet duidelijk is. Er zijn in het plangebied vele zogenaamde

MIP-panden. Het bet reft hier soms gemeentelijke noch rijksmonumenten. In tegenstelling t ot gemeentelijke- en rijksmonumenten is voor de aanwijzing van MIP-panden geen procedure gevolgd met de mogelijkheid t ot het indienen van bezwaar en beroep.

Een aanlegvergunningenstelsel met voorwaarden voor sloop en/ of verbouw w ordt niet redelijk geacht, daar er geen subsidiemogelijkheden voor onderhoud et c. tegenover staan. Bovendien is niet duidelijk waarom het ene MIP-pand wel via het bestemmingsplan beschermd zou moeten worden, en anderen niet. Via de Monumentenwet bestaat de mogelijkheid voor aanwijzing t ot gemeentelijk danwel rijksmonument. Dit heeft een formele status. Panden die op de MIP-lijst staan, kennen deze status niet.

De MIP-panden staan vermeld op de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW), die op haar beurt is verankert aan het streekplan. Echter het streekplan kent geen beleidslijn met betrekking t ot de waarde van de MIP-panden. Daarmee is naar het idee van de gemeente, los van de betrekkelijk willekeurige opvoering van slechts 1 pand van de vele MIP-panden in het gebied, geen formele status toegekend aan deze panden.

Het bestemmingsplan w ordt niet aangepast.

Voort s worden nog enkele

ontwikkeling Beemdstraat w ordt niet genoemd in paragraaf 3.4 van de toelichting;

p. 42 toelichting: hoogtebegrenzingen vliegveld zouden indicatief op de plankaart zijn opgenomen, elders staat dat dit niet is gebeurd;

p. 45 toelichting: er w ordt gesproken over 5 bedrijven die in een hogere milieucategorie vallen dan is toegestaan. Deze zouden met de bijbehorende SBI-code op de plankaart zijn vastgelegd. In H4 w ordt over 4 bedrijven gesproken die alle onder de vrijstellingsbevoegdheid vallen;

de kleuren op de plankaart en in de legenda komen niet altijd overeen (bv.

Bedrijf / kant oor).

Het Waterschap stemt in met het voorontwerp bestemmingsplan Gestel

In dit plangebied zijn geen leidingen of stations aanwezig.

De reactie w ordt voor kennisgeving aangenomen.

Essent

In het plan bevinden zich de ondergrondse 150 plankaart w ordt aangegeven en in de planvoorschriften is geregeld.

Plankaart:

Verzoek om de transportkabels op de plankaart te vermelden met aan weerszijden een belemmerende st rook van 2,5 meter. De juiste ligging van de kabels is aangegeven op de bijgevoegde tekeningen nrs: 120765-0 en

120765-17 t/ m/ 120765-30.

Planvoorschriften:

Essent Netwerk B.V. st reeft er naar dat haar bovengrondse en ondergrondse met de provincie Noord-Brabant en een stedenbouwkundig adviesbureau, een concepttekst vastgesteld. Dit concept, 'Hoofdtransportleidingen in het bestemmingsplan', is als bijlage toegevoegd. Wij verzoeken u de in het voorontwerp plan aanwezige ondergrondse 150 kilovoltverbinding, inclusief een belemmerende st rook van 2,5 meter aan weerszijden van de verbinding, overeenkomstig de aangegeven concepttekst, met een dubbelbestemming, in de

planvoorschriften en op de plankaart op te nemen.

De leiding zoals deze zijn aangeleverd door Essent, zullen worden opgenomen met de genoemde aan te houden afstandsmaat als dubbelbestemming

Zoals is verwoord op blz. 30 onder paragraaf 3.10 is het plangebied gelegen binnen de zogenaamde Inner Horizontal Surface en Conical Surface, echter de getallen die op de tekening zijn vermeld zijn niet correct . Verzoek deze te wijzigen in 115-165 m + NAP.

De tekening w ordt aangepast.

Brabant Water plangebied/ Grondwater: Aanpassen 2e alinea; 'Een gedeelte van het plangebied/ Grondwater: Aanpassen 3e alinea; ' Daarnaast is met name de verminderde ( industriële) grondwaterwinning door Beatrix Air Liquide ( vanaf 1990) van invloed op de grondwaterstand'. Toelichting: De middeldiepe winning van Aalsterweg is over de jaren redelijk constant gebleven en heeft , gezien de afstand t ot het plangebied, slechts marginale invloed op de waterhuishouding binnen het plangebied.. Genoemde industriële onttrekking had t ot 1990 een jaarlijkse onttrekking van ca. 5 miljoen m³ per jaar. de directe nabijheid , gelegen binnen een boringsvrije zone aangeduid gebied. Binnen deze zone zijn de voorschriften en regels uit de Provinciale Milieuverordening (PMV) van toepassing. Zo is het bijvoorbeeld niet toegestaan grondboringen en anderszins werken in de bodem uit te voeren dieper dan 10 meter onder maaiveld. In sommige gevallen kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen van dit verbod'. Opmerking: In dit geval is een verwijzing naar de PMV voldoende. Daarnaast is het wenselijk de begrenzing van de boringsvrije zone op een 'belemmeringenkaart' aan te geven, dus niet alleen in de plantoelichting. zonering niet meer van toepassing ( zie PMV, 5e tranche, augustus 2004).

De opmerkingen zullen worden aangepast in de toelichting. De boringsvrije zone w ordt op de plankaart weergegeven.

In het plangebied is geen archeologie van nationaal belang in het geding.

De reactie w ordt voor kennisgeving aangenomen.

Ten aanzien van het plan zijn geen opmerkingen.

De reactie w ordt voor kennisgeving aangenomen.