• No results found

Cultuurhistorische w aarden

3 Uitgangspunten, randvoorw aarden en beleidskader

3.3 Cultuurhistorische w aarden

Op de Monumentenlijst 2004 Eindhoven st aan in plangebied de volgende rijks- en gemeentelijke monumenten vermeld:

Hoogstraat 299-301, 301 St . Lambertuskerk met pastorie Rijks

Hoogstraat 313-315 Dubbel woonhuis Rijks

Hoogstraat 274-280 Woonhuizen Gemeentelijk

Hoogstraat 286-288 Woonhuizen Gemeentelijk

Hoogstraat 298-304 Woonhuizen Gemeentelijk

Hoogstraat 308 Woonhuis Gemeentelijk

Hoogstraat 316 Voormalige burgemeesterswoning Gemeentelijk

Hoogstraat 277-289 Woonhuizen Gemeentelijk

Hoogstraat 297 Patronaatsgebouw/ bedrijfspand Gemeentelijk

Hoogstraat 333 Villa Gemeentelijk

Hoogstraat 351 Woonhuis Gemeentelijk

Hoogstraat 357-359 Woonhuizen Gemeentelijk

Blaarthemseweg 37-45 Woonhuizen Gemeentelijk

Het klooster op de percelen Hoogstraat 301a, 301b, 301c is voorgedragen als gemeentelijk monument.

De aangewezen monumenten en bijbehorende gronden worden op de plankaart voorzien van de aanduiding "rijks-/gemeentelijk monument". Terzake is de Monumentenwet en/ of de gemeentelijke monumentenverordening, alsmede de t erzake aangescherpt e regeling van de Woningwet, van toepassing.

De volgende wegen in het plangebied maken deel uit van de historische wegenstructuur:

voor 1900:

y Hoogstraat/ Blaarthemseweg/ Karel de Grotelaan (westelijk deel) y Laagst raat

y Bennekelstraat/ Genneperweg y Gest elsest raat

y Botstraat (oostelijk deel) y Frans Leharplein y Ontginningsweg na 1900:

y Karel de Grotelaan (oostelijk deel) y De Ring

Delen van de buurten Genderdal, Blaarthem en Rapelenburg zijn aangemerkt als stedenbouwkundig waardevolle structuren.

Het plan voorziet niet in aanpassingen van de historische wegenstructuur of van de stedenbouwkundig w aardevolle structuren.

Aan weerszijden van de Hoogstraat, ter plaat se van het verzorgingstehuis Gagelbosch en op de hoek Nijenrode/Aldendriel is mogelijk sprake van archeologische interessante waarden. Middels een specifieke aanduiding op de plankaart met een aanlegvergunningenstelstel in de voorschriften, wordt voorzien in de bescherming van deze potentiële archeologische waarden.

3.4 V erkeer

Autoverkeer

Gest el is goed ontsloten op het wegennet en kan gebruik maken van de st rat egische ligging aan de Rijksweg A2. De (buiten het plangebied gelegen) A2 zal worden gereconst rueerd. Terzake is door de Minister van Verkeer en Waterstaat een Tracébesluit genomen. De High Tech Campus krijgt haar eigen aansluiting op de A2 per 2008, waardoor het verkeersprobleem dat op de Bayeuxlaan, de Professor Holst laan en de Locat ellist raat zou kunnen ontstaan, wordt opgelost.

De campus zal voorlopig nog via de Antoon Coolenlaan, Professor Holst laan en de Bayeuxlaan worden ontsloten op het stedelijke net.

De bestaande wegenstructuur in het plangebied behoeft de komende planperiode geen aanpassing. Dit wil niet zeggen dat er in de planperiode aan de wegen zelf geen aanpassingen zullen worden verricht . In het kader van "Duurzaam Veilig" heeft het gemeentebestuur bij besluit van 7 december 1999 de wegencategorisering vast gest eld en daarmee impliciet de verkeersgebieden en de verblijfsgebieden aangegeven. De wegen met een verkeersfunct ie zijn primair bedoeld voor de afwikkeling van het verkeer. De Ring (in casu de Limburglaan, de Keizer Karel V singel en de Boutenslaan), de Karel de Grotelaan, de Meerveldhovenseweg, de hoofdweg van de Kast eellaan, de Beemdstraat, de Roffart, de hoofdweg van de Locat ellist raat en de Bayeuxlaan hebben een functie voor het doorgaande verkeer en worden daartoe - voorzover uiteraard binnen het plangebied gelegen - uitdrukkelijk bestemd door middel van de bestemming "Verkeersdoeleinden". Alle overige wegen in het plangebied zijn onderdeel van het verblijfsgebied (of zullen dat worden) en worden als zodanig bestemd door middel van de bestemming "Verkeers- en verblijfsdoeleinden". Een aangepaste inrichting is noodzakelijk voor die voor "Verkeers- en verblijfsdoeleinden" bestemde wegen waarvan ook het openbaar vervoer gebruik maakt en die onderdeel uitmaken van drukke fietsroutes. Hetzelfde geldt voor die wegen met een verblijfsfunctie die relat ief veel aut overkeer moeten verwerken. Ondanks dat dit 30 km/u wegen moeten zijn, zal de afstemming op de afwikkeling van het aut overkeer daarbij ook een rol spelen.

Openbaar vervoer

In Gest el rijden busverbindingslijnen over de Karel de Grotelaan. Alleen de noordzijde van Gest el (Genderdal en Genderbeemd) worden ontsloten door de bus. Op bijgevoegd kaartje zijn de meest act uele busroutes aangegeven. Zoals reeds gesteld behoren de wegen met een verblijfsfunctie, waarvan het openbaar vervoer gebruik maakt, zodanig te worden ingericht dat er geen overlast ontstaat voor het openbaar vervoer. De desbetreffende verkeersbestemmingen voorzien in voldoende ruimte voor een adequate inrichting.

Fietsverkeer

Er bestaan in Eindhoven diverse netwerken van fietsroutes. Ten eerst e is er het utilitair fietsroutenetwerk Eindhoven, met een Primair fietsroutenetwerk Eindhoven (voorheen non-stop routes) en een Secundair fietsroutenetwerk (voorheen stedelijke routes). Ten tweede is er het Regionale fietsroutenetwerk met utilitaire routes, het zogenaamde Sterfietsnet, en recreat ieve routes.

Op een primaire fietsroute of regionaal utilitaire fietsroute, moet een fiet ser in principe snel en comfortabel kunnen doorfietsen. Hiervoor gelden hoge kwaliteitseisen zoals brede (eenzijdig 2 m en tweezijdig 3,5 m breed) vrijliggende fietspaden in asfalt . Fiet sverkeer heeft voorrang op het kruisend verkeer. Het Primair fietsroutenetwerk in het onderhavige plangebied omvat de Baarthemseweg, de Locat ellist raat , de Roffart, de Karel de Grotelaan, de Meerveldhovenseweg en de Kast eellaan.

De secundair fietsroutes in Eindhoven hebben geen specifieke inrichtingseisen.

Het regionale Sterfietsnet omvat in het plangebied: de Bayeuxlaan, de St .Claralaan en de Beemdstraat.

De toegekende verkeersbestemmingen voorzien in handhaving van deze fietsroutes.

Sterke punten van het fietsnetwerk in Gest el zijn de aantrekkelijke fietspaden door het groen en de direct e routes naar het centrum. Ook aansprekend zijn de openbare ruimte en de opzet van buurten met een bijna dorpsachtige opzet van de functies hetgeen uitnodigt tot fietsgebruik. Voor de voltooiïng van het fietsnetwerk in Gest el is onder meer de fietsbrug over de Dommel die in 2003 is aangelegd, belangrijk geweest. Daarnaast is ook een brug over het Afwateringskanaal gewenst zoals is opgenomen in het groenbeleidsplan. De aanleg van deze brug is momenteel in voorbereiding. Momenteel is de overst eek Maria van Bourgondiëlaan (tunneltje) een knelpunt in het fietsnetwerk en ontbreekt een deel van de fietsroute bij de Locat ellist raat . Een belangrijke schakel in de oost-west fietsverbinding tussen Hotel Eindhoven en de High Tech Campus is recentelijk aangelegd.

Parkeren

Burgemeester en wethouders hebben bij besluiten van 12 februari 1997 en 29 april 2003 het parkeerbeleid vast gest eld. De parkeernormen zijn niet recht st reeks in het bestemmingsplan overgenomen. De normen zullen worden gehanteerd bij de toepassing van de Bouwverordening gemeente Eindhoven. De parkeernormen zijn gebaseerd op de normen van het CROW (kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur). Deze normen zijn onlangs door het CROW geëvalueerd en daaruit blijkt dat de Eindhovense normen verouderd zijn. Deze zullen worden bijgesteld.

In nieuwe situaties wordt het minimaal aant al parkeerplaat sen bepaald aan de hand van de door het College van burgemeester en wethouders vast gest elde parkeernormen en de daarbij behorende gebiedsindeling.

Bij een uitbreiding van een woning of een andere functie met substantiële gevolgen voor de parkeerdruk dient (mede afhankelijk van het tijdstip waarop de parkeerbehoefte zich voordoet) bezien te worden of aan de normen van het gemeentelijk parkeerbeleid wordt voldaan. De aanpassing of uitbreiding moet "substantieel zijn"; dat wil zeggen dat de toevoeging een belangrijk onderdeel vormt van het totaal, waarbij de parkeerbehoefte ook daadwerkelijk toeneemt. Onder een substantiële uitbreiding wordt in beginsel 10% of meer verst aan.

In geval van de wijziging van de functie van een bestaand gebouw/vervanging van een bestaand gebouw zal allereerst worden bepaald wat het verschil is in parkeerbehoefte van de oude functie en de nieuwe functie. Indien dat verschil klein is (10% of minder) en er dus geen substantiële parkeerproblemen gaan ontstaan in de direct e omgeving, kan akkoord worden gegaan met de functiewijziging zonder aanvullende parkeereis. De voorwaarde voor deze afhandeling is wel dat voor de oude functie ook daadwerkelijk parkeerplaat sen zijn aangelegd.

Is dat niet het geval geweest, dan moet voor de nieuwe functie/ gebouw wel een parkeereis worden opgelegd. Daarnaast is het van belang op welk tijdstip de parkeerbehoefte optreedt.

Bijvoorbeeld bij een kantoor- of bedrijfsfunctie ligt de piek van de parkeerbehoefte op een ander tijdstip dan bij een restaurant. Ook dat kan betekenen dat er geen aanvullende parkeereis behoeft te worden gesteld. Uiteraard moet bij een groter verschil in parkeerbehoefte tussen de oude en nieuwe functie ook de parkeersituatie in de direct e omgeving bij de beoordeling worden

betrokken.

Het bestemmingsplan voorziet niet in een uitbreiding van het aant al parkeerplaat sen in het openbaar gebied.

Stallen fietsen.

Burgemeester en wethouders van Eindhoven hebben in 2002 besloten de door het CROW opgestelde "Leidraad fietsparkeren" als richtlijn te beschouwen bij het realiseren van stallingsvoorzieningen. De in de Leidraad opgenomen stallingsnormen zijn vergelijkbaar met de parkeernormen voor auto's die ook gebaseerd zijn op de aanbevelingen van het CROW. Bij nieuwe ontwikkelingen en realisering van publiektrekkende voorzieningen moet genoemde Leidraad worden betrokken.

Bereikbaarheid voor hulpdiensten

Bij de inrichting van het openbaar gebied dient het belang van de bereikbaarheid voor hulpdiensten mede in overweging te worden genomen.

3.5 Groen

De gemeenteraad heeft op 5 november 2001 het Groenbeleidsplan 2001 vast gest eld. Dit beleidsplan geeft de hoofdlijnen weer van het gemeentelijke groenbeleid. Het is de richtinggevende basis voor een gebiedsgerichte planontwikkeling op lagere schaalniveaus.

Gestreefd wordt naar een opwaardering van de groene ruimte in de stedelijke gebieden. Er wordt voorts ingespeeld op de toenemende behoefte om de natuur st erker te lat en doorklinken in het ruimtelijke beleid. Gestreefd wordt naar een stad met een hoogwaardig groen woon- en werkklimaat.

De in het Groenbeleidsplan uitgezette strategieën en typologieën zijn verder uitgewerkt in de door het college van burgemeester en wethouders vast gest elde nota "Overdraagbaarheid openbaar groen". Het groen dat in deze nota is aangemerkt als "st ruct ureel groen op stedelijk niveau" en "st ruct ureel groen op wijk- en buurtniveau", is in het voorliggende plan expliciet voorzien van de bestemming "Groenvoorzieningen"(mits het gaat om groen van enige omvang dat deel uitmaakt van een structuur). Daarbij wordt voor wat betreft een groenarme buurt als Bennekel verder gegaan dan in andere buurten.

Ext ra aandacht is er voor de handhaving van de kloostertuin nabij de St Lambertuskerk aan de Hoogstraat en voor de ecologische verbindingszone langs Afwateringskanaal/ Gender.

groenstructuur Gestel buit en de ring

De Bomenstichting heeft een landelijke inventarisatie verricht van de bestaande w aardevolle bomen. De enige boom die in het onderhavige plangebied als monumentaal en/ of waardevol is aangemerkt, is op de plankaart voorzien van een specifieke aanduiding.

De groene middenbermen van de grotere wegen gaan mee in de bestemming

"Verkeersdoeleinden". De forsere groene zijbermen worden expliciet bestemd als

"Groenvoorzieningen".