• No results found

Door de noodzaak van intergemeentelijke samenwerking en de streekplan herziening hebben de Drechtsteden vier ontwikkelingsscenario's voor de periode tot 2030 gemaakt. Behalve de visie op de lange termijn geven de scenario's ook inzicht in noodzakelijke maatregelen op de korte termijn. De scenario's luiden:

• Scenario 1 gaat uit van lokale autonomie en geeft de consequenties van ongewijzigd be-leid aan;

• Scenario 2 kiest voor de sterke economische sectoren als de bouw, de procesindustrie en de groothandel. Het achterliggende doel hierbij is van de Drechtsteden een toplocatie te maken;

• Scenario 3 wil beschermingen en vooral duurzaamheid van de ecologische kwaliteit;

• Scenario 4 gaat voor een hoogwaardige werkgelegenheid in de commerciële en non-profit dienstverlening.

In het najaar van 1997 zullen de diverse gemeenteraden uit de regio zich uitspreken over wel-ke scenario wordt gekozen.

Op 29 januari 1998 is de Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid opgericht. De project-groep heeft een plan van aanpak opgesteld waarin eerste instantie aandacht wordt besteed aan de actie bromfietsers en schoolgaande jeugd.

fietsroutes gericht op de basis-scholen;

• zoveel mogelijk eigen voorzie-ningen, gescheiden van gemotori-seerd verkeer;

• oversteekbaarheid van wegen (barrière-werking, verkeersveilig-heid).

deren naar school ngen/van school en

ir school gaan

halers/brengers

leerlingen voortgezet onder-wijs

basisschool woning, werkadres

school voortgezet woning, station, bushalte onderwijs

lopen/fiets/

auto

lopen/fiets/

bromfiets

directheid loop- en fietsroutes;

tijdelijk parkeren bij school: confrontatie gemotoriseerd verkeer -kinderen bij school.

directheid fietsroutes van/naar woongebieden en NS-station;

directheid looproutes tussen bushalten en school;

oversteekbaarheid van wegen (barrière-werking, verkeersveilig-heid) zoveel mogelijk eigen voor-zieningen, gescheiden van ge-motoriseerd verkeer.

• rustplaatsen;

• barrièrewerking en contir zo weinig mogelijk drukki hoeven over te steken;

• voldoende tijd voor over:

punten die met VRI's zijn geld (mogelijkheden beïn ding);

bij menging met gemotor verkeer: lage snelheid ge seerd verkeer;

• stallingsmogelijkheden fie

• voldoende brede voet- er den;

• scheiding fietsers en voe gers;

• voldoende fietsenstalling, plaats van bestemming

overig winkelend publiek

winkels en voorzie-ningen in de wijk

woning in Zwijndrecht, werkadres

lopen/fiets/

auto

• voldoende gereserveerde plaatsen op de juiste plet

• reistijdverhouding fiets -(directheid en fijnmazighi voorzienin-gen in of buiten Zwijndrecht

ouderen winkels en centrale voorzieningen in of buiten Zwijndrecht

lichamelijk gehandi- winkels en centrale capten voorzieningen in of buiten Zwijndrecht

overig winkelend winkels en centrale publiek voorzieningen in of buiten Zwijndrecht voor rolstoelgebruikers en vis gehandicapten

zie wijkvoorzieningen, aange\

• kwaliteit openbaar vervo zover betrekking hebbent

ligging laad- en losplaatsen

aan- en afvoer goe- goederenvervoer-deren ders binnenvaart- (directheid routes, congestie, a schip/ trein ding routes en bestemmingen v verkeer, dimensionering infrasti tuur)

zakelijk bezoek zakenmensen bedrijven in Zwijndrecht

woonplaats buiten Zwijndrecht, eventueel via NS-station Zwijndrecht

auto/ ov bereikbaarheid bedrijfslocaties l heid routes, congestie, aanduid routes en bestemmingen, parke voorzieningen bij bedrijven)

werken werknemers bedrijven buiten Zwijndrecht

• reistijdverhouding ov - autc

• kwaliteit voor- en natransp Zwijndrecht: ov-voorzienini fiets-voorzieningen;

• voorzieningen carpoolers

• voor lokaal woon-werk-ver reistijdverhouding fiets - at kwaliteit fietsvoorzieninger stallingsvoorzieningen bij b ven;

• voor interlokaal woon-wert keer: zie boven ve routes voor 's avonds);

fietsenstallingen;

ontsluiting per ov.

• situering parkeergelegenhe

Inrichting looproutes bijlage 3

Onderstaand wordt aangegeven aan welke eisen de inrichting van de looproutes in de ge-meente Zwijndrecht moet voldoen. Deze eisen zijn in het kader van het voetgangers-routeplan opgesteld (1995).

A1 looproute gescheiden van rijbaan van ontsluiting- en stroomwegen;

A2 goede openbare verlichting;

A3 voorkomen van obstakels;

A4 een gegarandeerd effectief dwarsprofiel van minimaal 1,50 meter. Gewenste trot-toirbreedte is 1,80 meter;

A5 markering en begeleiding looproute: daar waar natuurlijke gidslijnen ontbreken, kunstmatige gidslijnen aanbrengen;

A6 aangepaste inrichting oversteekplaatsen: indien nodig een zebramarkering aan-brengen. Er wordt onder meer zoveel mogelijk rekening gehouden met de advie-zen van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Wegenbouw (CROW) met betrekking tot voetgangersoversteekplaatsen (VOP). Deze luiden dat de ver-keersintensiteiten op de oversteekplaats bij voorkeur niet hoger liggen dan 300 motorvoertuigen in het spitsuur en dat de gemiddelde wachttijd voor oversteken-de voetgangers niet langer is dan 10 seconoversteken-den. Veroversteken-der is een groot aantal aanvul-lende eisen met betrekking tot de uitvoering van de

voetgangersover-steekplaatsen opgesteld (zie de ASW 1996);

A7 realisatie doorgaande voetgangerspaden: indien mogelijk worden

voet-gangerspaden zo veel mogelijk op hetzelfde niveau gecontinueerd. Bij kruisingen van doorgaande wegen en lagere orde wegen kan dit bereikt worden door het toepassen van inritconstructies, indien mogelijk;

A8 overige voorzieningen, onder andere:

• functioneel straatmeubilair mogen geen hinder veroorzaken op de looproute;

• verkeerspalen en dergelijke voorzien van contrastvelden ten behoeve van visu-eel gehandicapten;

• uitstekende objecten langs de looproute dienen een vrije doorganghoogte te hebben van minimaal 2 meter;

• halteplaatsen van het openbaar vervoer horen zo dicht mogelijk bij aangepaste en seniorenwoningen te liggen. De halteplaatsen moeten

zo-veel mogelijk voorzien worden van abri's;

• zorgen voor een duidelijke bewegwijzering;

• schoolroutes markeren met een voor kinderen aantrekkelijke looplijn in de be-strating.

Eisen met het oog op de sociale veiligheid:

B1 effectieve verlichting;

B2 overzichtelijkheid: onder meer door geen looproutes te leggen door hoge groenvoorzieningen, tunnels, parkeergarages en looproute niet te laten afwij-ken van de rijbaan;

B3 toezicht (sociale controle): Looproutes moeten bij voorkeur binnen gezichtsafstand vanuit woningen en/of ook 's avonds druk bezochte openbare voorzieningen liggen.

Hetzelfde geldt voor de haltes van het openbaar ver-voer;

B4 keuzemogelijkheid bieden bij de te nemen route (alternatieven bieden).

Eisen met betrekking tot de belevingskwaliteit:

Waar nodig wordt voorzien in rustpunten langs de looproute ten behoeve van de senioren slecht-ter-been-zijnden. Dergelijke voorzieningen zijn nodig in de omgeving van bejaar-denhuizen, winkelcentra, openbare gebouwen en recreatiegebieden.

Inrichting fietsroutes bijlage 4 Onderstaand wordt op hoofdlijnen aangegeven aan welke eisen de inrichting van de fietsrou-tes in de gemeente Zwijndrecht moet voldoen. Deze eisen zijn in het kader van het

fietsroute-plan opgesteld (1995).

A1 fietsroutes bij voorkeur gescheiden van rijbaan en niet over kruispunten met veel autoverkeer leiden;

A2 goede openbare verlichting;

A3 de fietsroute dient zoveel mogelijk obstakelvrij te zijn;

A4 het gegarandeerd effectief dwarsprofiel van fietspaden dient minimaal 1,80 meter te zijn. Voor fietsstroken geldt een minimale breedte van 1,50 meter.

Bij veel gebruikte routes dienen de voorzieningen naar behoefte te worden verbreed.

Een fietspad dat in twee richtingen bereden mag worden, dient minimaal 3,00 meter breed te zijn;

A5 markering en begeleiding route. Oversteekplaatsen moeten voorzien zijn van blok-markering. Als een oversteekplaats niet bij een kruispunt ligt, moet de oversteek-plaats eventueel voorzien worden van waarschuwingsborden;

A6 voorrang op oversteekplaatsen. Indien de fietspaden een rotonde volgen, de fietsers voorrang geven op het autoverkeer. Verkeerslichteninstallaties (VRI's) dienen te zijn voorzien van een voorstart groentijd indien de fietsfase

samen-valt met de snelverkeerfase. Rechtsafslaande fietsers moeten op met VRI's geregel-de kruispunten zoveel mogelijk buiten geregel-de regelingen worgeregel-den gehougeregel-den. Er moet vol-doende opstelmogelijkheid zijn op dergelijke kruispunten;

A7 realisatie doorgaande routes. Zie A7 eisen voetgangersroutes;

A8 overige voorzieningen, onder andere ten aanzien van stallingsruimte voor fietsers, bewegwijzering.

Eisen met het oog op de sociale veiligheid:

B1 effectieve verlichting;

B2 overzichtelijkheid;

B3 toezicht (sociale controle);

B4 keuzemogelijkheden bij te nemen route.

Achter deze bijlage zit een copy uit het oude VCP van de verlichtingseisen.

Eisen met het oog op sociale veiligheid:

B1 effectieve verlichting;

B2 overzichtelijkheid;