• No results found

Overige randvoorwaarden

In document Kies voor Verandering (pagina 77-80)

Deel 2 Evaluatie van de uitvoering van Kies voor Verandering

13 Overige randvoorwaarden

13.1 Faciliteiten

Overige randvoorwaarden zijn niet beschreven in de documenten, maar omvatten een zaal en faciliteiten als flipovers, materiaal voor de trainers en werkboeken voor gedetineerden. Op de helft van de onderzochte locaties geven de trainers aan dat de praktische organisatie rondom de training goed verloopt. Op de andere helft van de locaties melden de trainers de volgende praktische knelpunten.

 De blokken waarin de training gevolgd mag worden (bijvoorbeeld niet tijdens arbeidsuren), waardoor de training lastiger te plannen is.

 Communicatie vanuit medewerkers naar trainers over de achtergrond van gedetineerden (bijvoorbeeld of zij een zedendelict pleegden of psychotisch zijn) waardoor trainers onverwachts met moeilijke situaties te maken kunnen krijgen.

 Communicatie over het begeleiden van gedetineerden naar de trainingszaal, waardoor gedetineerden soms niet naar de training kunnen komen. Eén trainer zegt: “Het komt over alsof er weinig aandacht voor is binnen de PI, men bemoeit zich niet met wat ik hier doe. Deelnemers moeten op onze locatie zelfstandig naar de training komen, maar PIW-ers14 wijzen de deelnemers er niet op dat ze een training hebben. Dan komen deelnemers niet opdagen.”

Knelpunten rondom inhoudelijke aspecten werden hiervoor al beschreven (knelpunten bij selectie, geen intrinsieke motivatie voor deelname en inzet en tijd van begeleiders).

Uiteraard is ook tijd een cruciale vereiste: deelnemers moeten in staat gesteld worden om de training bij te wonen, trainers hebben tijd nodig voor het voorbereiden en uitvoeren van de intakegesprekken en trainingsbijeenkomsten en begeleiders hebben tijd nodig voor het voeren van een gesprek over het terugkeeractiviteitenplan. Tot slot is er tijd nodig voor zowel trainers als mentoren voor het doen van rapportage in het interne systeem Tulp. Over de beschikbare tijd wordt vooral duidelijk dat mentoren onvoldoende tijd ervaren voor de begeleiding van

gedetineerden bij de uitvoering van terugkeeractiviteitenplannen. Daarnaast geven trainers aan dat zij wel meer sessies zouden willen verzorgen en meer tijd per sessie zouden willen hebben. Een trainer zegt “Ik sta volledig achter de training. Je kunt mensen niet in drie weken veranderen, maar het is een goed begin om ze aan het denken te zetten”. Eén trainer noemt als kanttekening dat trainers het soms te druk hebben om twee bijeenkomsten per week te geven.

13.2 Materialen

13.2.1 Trainershandleiding

Alle trainers geven aan dat zij de trainershandleiding overwegend goed vinden (Tabel 28). Op vier locaties zeggen trainers dat de trainershandleiding voldoende handvatten biedt voor het geven van de training. Maar op twee locaties geven de trainers aan nog wel onderdelen te missen. Het betreft de volgende.

 Het “DISC persoonlijkheidsmodel” (dit model kent vier persoonlijkheidsstijlen - dominant, invloedrijk, stabiel, consciëntieus - met bijbehorende gedragskenmerken).

 De “behoeftepiramide van Maslow”. Deze piramide telt vijf niveaus van menselijke behoeftes, variërend van lichamelijke behoeftes tot behoefte aan erkenning tot zelfontplooiing.

Op twee locaties geven de trainers aan dat er soms herhaling in de trainingsstof zit, bijvoorbeeld de vragen over doelen en terugblikken op het verleden.

De trainers zijn positief over het nieuwe (in 2015 ingevoerde) trainingsmateriaal voor de training. Zij vinden het een vooruitgang dat er niet meer met verschillende bijlagen wordt gewerkt. Twee trainers geven aan dat de aanpassingen in het nieuwe materiaal vooral op het gebied van vormgeving zijn gedaan en dat inhoudelijk weinig is veranderd. Andere trainers noemen de verbeterde helderheid van het werkboek. Ook zegt een trainer dat sommige oefeningen ‘leuker’ zijn gemaakt dan voorheen. Een aantal trainers benoemt ook de verbetering van het format van het terugkeeractiviteitenplan.

13.2.2 Werkboek voor deelnemers

Een grote meerderheid van de gedetineerden vinden het werkboek voldoende tot goed en begrijpelijk (Tabel 29).

13.3 Overige verbeterpunten in de uitvoering volgens trainers

Op de vraag of zij dingen aan de training zouden willen veranderen, antwoorden trainers zeer divers. Onderwerpen die volgens trainers zouden moeten worden toegevoegd zijn de volgende.

 Acceptatie (van het verleden, van het delict, van zichzelf).  Sterke eigenschappen van de deelnemers.

 Aanpassingen in de vorm van de training ten behoeve van mensen met een verstandelijke beperking (zoals plaatjes).

 Meer oog voor het individu en minder voor het delict.  Trainers leren om te gaan met belastende informatie.  Meer tijd per trainingssessie.

 Meer sessies.

 Betere begeleiding bij de uitvoering van het terugkeeractiviteitenplan na afronding van de training.

 Opheffing van de koppeling aan het plusprogramma.

Op vier van de zes locaties geven de trainers aan dat het goed gaat met het draagvlak in de PI voor de training, maar dat sommige functionarissen nog niet goed meewerken. Op één locatie zegt de trainer zelfs dat iedereen goed meewerkt. Op slechts één locatie zegt de trainer dat het niet goed gaat met het draagvlak voor de training: “Bijna alle lagen werken tegen” (Tabel 30). Het belangrijkste knelpunt in de algemene (dus niet alleen praktische) uitvoering van de training, lijk vooral de achterblijvende betrokkenheid van de mentoren te zijn. Zo zegt een trainer: “Na de laatste bijeenkomst begint het veranderen eigenlijk pas, maar dan is er nauwelijks begeleiding”. 13.4 Verbeterpunten volgens begeleiders

Ook begeleiders zijn positief over de training. Zo’n 80% vindt dat doorgegaan moet worden met het aanbieden van de training (Tabel 32). Toch zegt de helft van deze groep dat zij wel dingen zouden veranderen aan invulling van de begeleiding na afloop van de training. Meermaals werd aangegeven dat men van mening is dat er meer tijd en geld nodig is om de begeleiding na de training naar behoren in te vullen. Een aantal mentoren geeft aan dat ook anderen zouden moeten

helpen bij de terugkeeractiviteitenplannen: zowel collega’s binnen het Gevangeniswezen als functionarissen die na detentie een rol gaan spelen (reclassering, gemeentes, zorginstellingen). Aanvullend daarop geeft ongeveer de helft van de begeleiders aan dat er niet bij iedereen binnen de eigen PI (of volgens sommigen zelfs niemand) draagvlak is (Tabel 31).

In document Kies voor Verandering (pagina 77-80)