• No results found

4 Motieven, belangen en doelen

4.4 Orde door hervorming

De revolutie leek gesmoord, de gevestigde orde had zich weten te handhaven. Notaris Arnold Hendrik Koning (1839-1926), woonachtig op de Wedderborg, was zich er van bewust dat er iets moest gebeuren om de spanning weg te nemen. Door een maatschappelijke tegenbeweging op te zetten, wilde hij het revolutionaire gevaar zien te keren. Dit streven kwam in februari 1893 tot uiting in de Partij van Orde die kort daarop werd omgedoopt tot de Bond van Orde door Hervorming (hierna aangeduid als ‘de Bond’). Tjarko van Dijk schreef in 1981 zijn doctoraalscriptie over de Bond, die hij omschreef als een reformistisch-conservatieve beweging.222 De Bond was dus geen politieke partij, maar een vereniging die tot doelstelling had zinvolle werkverschaffing aan de vele werklozen te bieden, om zo de levensomstandigheden te verbeteren, maar ook om de orde te bewaren.

Lid van het eerste uur was Boelo Tijdens. Al op de eerste vergadering, op 2 februari 1893, behoorde hij tot de sprekers. Tijdens sloot zich volledig aan bij de visie van Koning, maar kwam nog met een interessante suggestie. Anders dan de ideeën over landnationalisatie en collectivisatie die Mansholt propageerde, pleitte Tijdens nu voor kleine keuterijen voor de werklozen. Tijdens stelde zelfs dat de eigenaren van woeste gronden eventueel gedwongen moesten worden deze af te staan. De werkloze landarbeiders zouden deze gronden kunnen ontginnen.223 Een ogenschijnlijk opmerkelijke uitspraak voor een vermogende grootgrondbezitter. Het ging Tijdens dan ook niet om woeste gronden in het Oldambt, want die waren er immers nauwelijks meer. Tijdens doelde op de enorme heide- en veengronden in Westerwolde.224 Tijdens was dus de schakel tussen de Kanalisatie-Vereeniging en de Bond. Was kanalisatie een middel om het revolutiegevaar af te wenden door werk, welvaart en een toekomst op een andere plaats aan te bieden?

220

T. van Dijk, ‘Een strovuur en een eendagsvlieg. Revolutie en reactie in Groningen 1892-1895’, Veenkoloniale

volksalmanak 3 (1991) 35-53.

221 Zie bijvoorbeeld Winschoter Courant, 21 december 1892. De term Jacquerie verwijst naar de boerenopstand in Frankrijk in 1358 die gericht was tegen de adellijke macht. Het grote verschil was dat het in het Oldambt in 1892 niet een opstand van boeren tegen adel was, maar van arbeiders tegen de macht van onder andere de boeren.

222

T. van Dijk, De Bond van Orde door Hervorming: een reformistisch-conservatieve beweging in Groningen in

de jaren 1892-1899 (doctoraalscriptie; Groningen 1981). 223 Ibid, 10.

224

99

In hoofdstuk 3.3 werd duidelijk dat kanalisatie op korte termijn niet te realiseren was. Daarvoor ontbrak in 1893 zowel het geld als het draagvlak. Hoewel Tijdens van de bestuursleden van de Vereeniging nog het meest optimistisch gestemd was, realiseerde hij zich terdege dat zijn geopperde idee om de werklozen naar Westerwolde te brengen niet op korte termijn vrucht zou afwerpen. Het is dus onrealistisch om te stellen dat Tijdens met de kanalisatie van Westerwolde er op uit was om de onrust op het Oldambt weg te nemen. Als het dus geen doel was, kon de onrust wel een motief zijn om kanalisatie te bepleiten.

Leden van de Vereeniging komen we ook tegen als leden van de Bond. Evenals voorzitter Tijdens was ook de secretaris van de Vereeniging, Lubberts, was actief voor de Bond. Enkele jaren later zou Koning, de oprichter van de Bond, bestuurslid van de Vereeniging worden. Er kan dus gesteld worden dat beide organisaties aantrekkingskracht hadden op dezelfde groep mensen. Daardoor is het begrijpelijk dat Tijdens’ idee om werk te verschaffen in de vorm van landontginning in Westerwolde, niet als een donderslag bij heldere hemel kwam. “Hij [een lid van de Bond] immers wil de opheffing van hen, die gebukt gaan onder de bestaande maatschappelijke misstanden. Hij immers wil de werkeloosheid voorkomen. Hij immers wil oprichten of steunen, ondernemingen bevorderlijk aan het doel.”, aldus Tijdens.225 Het idee om elders werk te creëren door middel van landontginning, vond ook in de Brabantse Peel al plaats. Van Dijk concludeert dat de discussie over werkverschaffing in 1893 en 1894 het belangrijkst was binnen de Bond.226

225

RHC GrA, toegang 2214 Departement Veendam van de maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, inv.nr. 38 Ingekomen stukken van de Vereniging “Eigen Haard” te Finsterwolde, 1894-1914.

226

Van Dijk, De Bond, 23 en 27.

12. De borg te Wedde, woonplaats van de oprichter van de Bond, A.H. Koning. Nog geen kilometer van de borg stond de woonwagen op de rechter foto. Dit geeft het contrast weer in levensomstandigheden van mensen in Westerwolde rond 1900.

100

In het najaar van 1894 kwam de stichting Eigen Haard tot stand, als onderdeel van de Bond. Eigen Haard, gevestigd in Finsterwolde, had ten doel gronden aan te kopen en deze in een later stadium te verhuren aan arbeidersgezinnen. Om in aanmerking te komen voor zo’n ontginningsboerderij, moest het arbeidersgezin eerst beoordeeld worden door het bestuur van Eigen Haard. Het geld om grond aan te kopen werd bijeengehaald door onopzegbare aandelen uit te geven van fl.100,-.227 Opmerkelijk is dat de commissieleden die Eigen Haard opzetten, allen (actief) lid waren van de Vereeniging. Na onderzoek te hebben gedaan, kocht Eigen Haard eerst bij het Drentse Tynaarlo een drietal boerderijen aan. Eigen Haard richtte zich dus niet alleen op Westerwolde! In 1898 werd in Veelerveen 3,25 hectare grond aangekocht voor fl. 900,-. Aangezien de financiële middelen beperkt waren, kon er voorlopig slechts één huis gebouwd worden.228

Eigen Haard had grote moeite met het vinden van geschikte mensen voor het landbouwbedrijf. Aanvankelijk was een arbeidersgezin uit Finsterwolde aangetrokken, maar hen “ontbrak het aan courage om te vertrekken.”229 Het is onbekend of de daadwerkelijke bewoners ook afkomstig waren uit het Oldambt. Ondanks dat het resultaat en de opbrengst van het eerste boerenbedrijfje het bestuur van Eigen Haard gunstig stemde, werd het project geen doorslaand succes. Het project leek eerder idealistisch dan realistisch. Er moet dan ook geconcludeerd worden dat Eigen Haard niet kon uitgroeien tot de grote werkverschaffingonderneming die de initiatiefnemers voor ogen hadden. 230

227

RHC GrA, toegang 2214, inv.nr. 38 Statuten van de Vereeniging Eigen Haard.

228

RHC GrA, toegang 2214, inv.nr. 38 Schrijven aan de aandeelhouders in de Vereeniging Eigen Haard, stichting van den Bond van Orde door Hervorming. (juli 1899).

229 Idem.

230

Van Dijk, De Bond, 32.

13. Ordelijke Hervorming vormde de spreekbuis van de Bond van Orde door Hervorming. Na vijf jaar kwam er al een einde aan de krant, die overigens ook in een kleine oplage verscheen.

101