• No results found

Hoofdstuk 5. De Handleiding in vergelijking tot de AVN

5.3 Opvattingen uit de praktijk

Om meer te weten te komen over de opvattingen uit de praktijk heb ik interviews afgenomen bij de leden van de Adviescommissie, de secretaris van de Adviescommissie en de medewerkers die de Adviescommissie ondersteunen. De semi gestandaardiseerde vragenlijst en de volledige gespreksverslagen zijn als bijlagen bij deze scriptie opgenomen.

Wat betreft de ‘voorbeeldfunctie’ die de gemeente Amsterdam heeft op het gebied van nadeelcompensatie hebben alle geïnterviewden aangegeven dat zij zich bewust zijn van deze voorbeeldfunctie. Andere gemeenten, maar ook de Afdeling gebruiken de gemeente Amsterdam als voorbeeld.

79 P. Van Bragt, ‘De voorgestelde nieuwe NMR benadering afgezet tegen een praktijkvoorbeeld’, 29 juni 2018,

www.linkedin.com/pulse/de-voorgestelde-nieuwe-nmr-benadering-afgezet-tegen-een-van-bragt/.

80 ABRvS 15 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1650, AB 2016/363, met noot M.K.G. Tjepkema (AH

Cassandraplein).

81

ABRvS 28 mei 2014, AB 2014/361, met noot M.K.G. Tjepkema (De Wouwse Tol).

82 M.K.G. Tjepkema & K. Mijnheer, ‘Nut, noodzaak en toekomst van de Handleiding nadeelcompensatie bij

infrastructurele maatregelen’, O&A 2019/3, par. 4.4.

83

M.K.G. Tjepkema & K. Mijnheer, ‘Nut, noodzaak en toekomst van de Handleiding nadeelcompensatie bij infrastructurele maatregelen’, O&A 2019/3, par. 4.5.

De keuze voor de omzetdrempel van 8% ontvangt geen kritiek van de geïnterviewden. Zoals reeds in hoofdstuk 4 is aangegeven, wordt er in de jurisprudentie naar de AVN en de daarin opgenomen omzetdrempel van 8% verwezen. Met betrekking tot het kortingspercentage hebben de geïnterviewden wel aangegeven ruimte voor verbetering te zien. Zoals ook in hoofdstuk 4 aangegeven, hanteert de gemeente Amsterdam een standaardkorting van 20%, maar wordt geen concreet percentage genoemd in de AVN. De meerderheid van de geïnterviewden heeft aangegeven dat het aanbeveling verdient om het kortingspercentage uitgebreider te beschrijven in de AVN, door in de AVN op te nemen dat het standaard kortingspercentage 20% betreft.

Het opnemen van concrete informatie over het kortingspercentage in de AVN kan mogelijk voor meer duidelijkheid onder de aanvragers zorgen. De geïnterviewden hebben namelijk aangegeven dat aanvragers tot op zekere mate op de hoogte zijn van de berekeningen die worden toegepast bij de behandeling van een verzoek om nadeelcompensatie. Het scheelt daarbij of een aanvrager wordt bijgestaan door een gemachtigde die op de hoogte is van de werkwijze die de gemeente Amsterdam hanteert.

Over de vraag of de nieuwe methode uit de Handleiding een uitkomst is verschillen de meningen ook onder de geïnterviewden. Zo is de één overtuigd van de werking van deze methode en ziet diezelfde persoon redenen om de AVN in lijn te brengen met de Handleiding, maar staat de ander ietwat sceptisch tegenover de Handleiding en ziet diezelfde persoon daarom dan ook geen redenen om de AVN in lijn te brengen met de Handleiding. Op de laatstgenoemde persoon na zijn de geïnterviewden positief over de in de Handleiding opgenomen nieuwe methode en het eventueel door de gemeente Amsterdam overnemen van de Handleiding. De geïnterviewden benadrukken daarbij dat er ruimte moet blijven voor maatwerk, omdat de gemeente de mogelijkheid wil behouden om in een situatie die daarom vraagt maatwerk te kunnen bieden.

Wat interessant is dat één van de geïnterviewden heeft aangegeven ook betrokken te zijn bij het uitbrengen van adviezen inzake nadeelcompensatieverzoeken voor andere gemeenten. Zo is deze persoon door de gemeente Hoorn gevraagd advies uit te brengen op grond van de Handleiding, omdat de aanvrager bij het indienen van het verzoek zelf naar de Handleiding verwezen had. De geïnterviewde persoon heeft daarnaast aangegeven dat hij het idee heeft dat

de Handleiding ook bekend raakt onder (eventuele) aanvragers en dat er ook steeds vaker door de aanvragers naar verwezen wordt. De gemeente Hoorn heeft nog geen verordening op het gebied van nadeelcompensatie, maar er wel voor gekozen om het desbetreffende verzoek om nadeelcompensatie op grond van de Handleiding te behandelen.

De geïnterviewden hebben tijdens de interviews aangegeven dat het grootste verschil tussen de behandeling van verzoeken om nadeelcompensatie op grond van de AVN of op grond van de Handleiding in de toe te passen percentages te vinden is. Interessant is dat twee van de geïnterviewden hebben aangegeven verschillende verzoeken om nadeelcompensatie zowel op grond van de AVN als op grond van de methode uit de Handleiding te hebben berekend om zodoende te zien wat het verschil in uitkomsten is. Daarbij zijn zij tot de conclusie gekomen dat berekening op grond van de methode uit de Handleiding tot gunstigere resultaten voor de gemeente kan leiden, in die zin dat de gemeente minder nadeelcompensatie hoeft uit te betalen of verzoeken makkelijker afgewezen kunnen worden. Het voorgaande vloeit voort uit het gegeven dat waar de gemeente nu een drempel van 8% hanteert, zij bij het toepassen van de methode uit de Handleiding in diezelfde gevallen een drempel van 10% kan toepassen. De geïnterviewden hebben aangegeven dat de uiteindelijke keuze bij de gemeente Amsterdam ligt en dit een politieke keuze betreft. Het is daarbij de vraag wat de gemeente Amsterdam de ondernemers in haar stad wil bieden en in hoeverre zij meer rekening met haar eigen financiën wil gaan houden.84

5.4 Tussenconclusie

In dit hoofdstuk is gezocht naar een antwoord op de volgende deelvraag:

Is het wenselijk dat de gemeente Amsterdam, vanuit het oogpunt van rechtsgelijkheid en rechtszekerheid, de Algemene Verordening Nadeelcompensatie (AVN) in lijn brengt met de Handleiding nadeelcompensatie bij infrastructurele maatregelen?

Geconcludeerd kan worden dat met de nieuwe methode die in de Handleiding is geïntroduceerd de mogelijkheid tot het leveren van maatwerk blijft bestaan, waarmee is voldaan aan de voorwaarde die door de geïnterviewden is gesteld. De percentages behorend bij de nieuwe methode sluiten aan bij de lijn die in de jurisprudentie is uitgezet en zijn bewust gekozen om zoveel mogelijk duidelijkheid te scheppen naar de bestuursorganen en burgers.

De Handleiding is opgesteld met de gedachte een systeem te creëren dat meer rechtsgelijkheid en rechtszekerheid kan bieden.

Uit de interviews blijkt dat betrokkenen bij de behandeling van verzoeken om nadeelcompensatie vanuit de gemeente Amsterdam van mening zijn dat het standaard kortingspercentage dat wordt toegepast duidelijker kan worden omschreven in de AVN, waarbij in de AVN kan worden opgenomen dat er standaard een korting van 20% wordt toegepast. Hiermee zou eventuele onduidelijkheid onder toekomstige aanvragers kunnen worden voorkomen en de rechtszekerheid wellicht kunnen worden vergroot.

De meerderheid van de geïnterviewden staat positief tegenover de methode uit de Handleiding, slechts één persoon ziet geen redenen om de AVN in lijn met de Handleiding te brengen. Daarbij valt op dat door een geïnterviewde is aangegeven dat hem opvalt dat aanvragers de Handleiding steeds beter weten te vinden en dat hij verwacht dat aanvragers steeds vaker in hun verzoek naar de Handleiding zullen verwijzen. Dezelfde persoon is zelf betrokken geweest bij een adviesvraag vanuit een andere gemeente (zonder verordening op het gebied van nadeelcompensatie), waarbij door de aanvrager in zijn verzoek naar de Handleiding is verwezen en de betreffende gemeente daardoor besloten heeft het verzoek op grond van de Handleiding te behandelen.

Door twee geïnterviewden is aangegeven dat er al getest is met het behandelen van nadeelcompensatieverzoeken op grond van de AVN en op grond van de Handleiding, om zodoende te bekijken wat het verschil tussen de verschillende methoden is. Daaruit bleek dat behandeling op grond van de Handleiding voor de gemeente gunstiger kan uitpakken, doordat in situaties waarbij nu op grond van de AVN een omzetdrempel van 8% wordt toegepast op grond van de Handleiding voor een omzetdrempel van 10% gekozen kan worden. Dit houdt in dat de gemeente Amsterdam op die manier minder nadeelcompensatie zou hoeven toe te kennen en verzoeken om nadeelcompensatie makkelijker zou kunnen afwijzen.

Hetgeen hierboven in beschouwing genomen is het mijns inziens in ieder geval vanuit de praktijk wenselijk om de AVN in lijn te brengen met de Handleiding.