• No results found

HS 3 Verandering en diversiteit

3.1 Onbewuste veranderingen in religieus praktiseren 1 Technische ontwikkelingen

3.1.2 Opkomst van de consumptiemaatschappij

Adnane omschreef zijn leven als een periode waarin veel radicale veranderingen hebben plaatsgevonden: „Ik heb de draai meegemaakt.‟ Een belangrijke verandering is volgens Adnane de intrede van het geld, die samenhing met de opkomst van internationale handel en daarmee met het ontstaan van een consumptiemaatschappij.

„Als kind liepen we altijd op blote voeten. Schoenen ontbraken en als we ze wel hadden, waren ze gauw genoeg kapot. Daarbij was er niet eens verschil tussen mannenschoenen en vrouwenschoenen‟ Adnane‟s familieleden barstten in lachen uit, allemaal hingen ze aan de lippen van deze intelligente man. „En we droegen onze djelleba allemaal de hele week. Het is niet dat we arm waren hoor, we hadden altijd genoeg te eten. Het heeft ermee te maken dat de markten toendertijd nog niet waren geopend voor import. Er was dus geen handel met het westen. Hierdoor was de toegang tot bepaalde goederen erg gelimiteerd. Alles was naturel, maar met de komst van het geld en de open markten veranderde dit. We waren

zelfvoorzienend en ruilden met elkaar, maar tegenwoordig koopt iedereen alles met geld. Hierdoor verdwijnt onderlinge solidariteit. Vroeger had iedereen elkaar namelijk nodig. We waren afhankelijk van elkaar. Gelukkig zijn de mensen hier in Rouiss nog redelijk solidair. Ik hoop dat dat zo blijft. Vroeger was er niet veel geld nodig, want het leven was niet zo materiëel. Er was gewoon niet zo veel om te kopen en er was maar een keer per week de mogelijkheid om te consumeren met een beperkt aanbod, namelijk op de wekelijkse markt. Modernisering heeft het leven moeilijker en duurder gemaakt, want hierdoor zijn er allemaal nieuwe vormen van consumptie bijgekomen die eerst niet bestonden. Als iets niet verkrijgbaar is, dan laat je het zitten. Zo is het ook hier in Rouiss, er zijn maar drie winkeltjes, dit is een goede plek. Maar in de stad zie je overal reclame voor consumptiegoederen. Mensen worden ook op televisie aangemoedigd om meer te consumeren.

De plek die door de vrouwelijke dorpelingen als consumptieparadijs werd beschouwd, was de Marjane: een hypermarkt waar levensmiddelen, verzorgingsspullen, kleding, technologische apparatuur en literatuur werden verkocht, vergelijkbaar met de Franse Carrefour. In de

omgeving waren er twee vestigingen te vinden, een in Agadir en een gloednieuwe supermarkt in Inezgane, een stad die nog dichterbij lag. Tot voor kort verkocht de geliefde supermarkt ook alcoholische dranken, die mannelijke dorpelingen tijdens feestelijke gelegenheden graag nuttigden, maar tegenwoordig is de keten volledig in handen van een Saoedische eigenaar, die de drankafdeling tot spijt van enkele dorpelingen verbannen heeft. Wat de dorpelingen er nog

44

meer kochten? Niet veel. „Het is om te kijken. De Marjane in Inezgane is nieuw en erg mooi, maar we doen onze boodschappen nog gewoon op de markt.‟ vertelde een geïnterviewde me. Haar uitspraak werd bevestigd tijdens mijn eigen bezoekjes aan deze supermarkt. Om me heen liepen grote gezinnen lachend rond terwijl ze om zich heen keken en diverse producten bewonderden. Er hing een uitgelaten, vrolijke sfeer en iedereen maakte een tevreden indruk. Dit beeld correspondeert niet met mijn ervaringen in de supermarkt in Amsterdam, waar men zich zo snel mogelijk door de winkel heen werkt en diep zucht bij het beeld van een

ellenlange kassarij.

Dit is echter wel te verklaren als we de landen met elkaar vergelijken. De

consumptiemaatschappij is in Nederland een normaal fenomeen die haar intrede deed vanuit de Verenigde Staten na de Tweede Wereldoorlog. Consumeren werd de norm en de kwantiteit ervan was bepalend voor de sociale hiërarchie. Uit de verhalen van de Marokkaanse

dorpelingen kan opgemaakt worden dat consumeren een relatief nieuwe manier was om vrije tijd aan te besteden. waarvan er steeds meer beschikbaar was door technische ontwikkelingen die het leven makkelijker maakten. De aantrekkingskracht van consumptiegoederen was groot en door het bezitten ervan steeg men op de sociale ladder. Wanneer ik mijn telefoon erbij pakte, stonden er al gauw enkele dorpelingen om me heen om over mijn schouder mee te kijken en als ik een ander t-shirt droeg dan de dagen ervoor werd dat altijd opgemerkt.

Mogelijk waren deze mensen zo geïnteresseerd in consumeren en consumptiegoederen omdat ze tijden hebben meegemaakt, of nog steeds meemaken, waarin er veel dingen ontbraken.

Consumptie beïnvloedt religieus praktiseren op twee manieren. Ten eerste richt men zich in een consumptiemaatschappij op het heden. Het bezitten van consumptiegoederen zorgt ervoor dat men een sterke sociale positie kent in het nu. Zo was de sociale positie van mijn gastgezin redelijk hoog in de dorpshiërarchie. Ze waren in het bezit van een auto en droegen goede schoenen uit Europa. Ayman had een fietsje, wat hem zeer populair maakte bij al zijn klasgenootjes. Vroeger was men sterker gericht op het leven in het hiernamaals: alle goede daden in het aardse leven zouden leiden tot het paradijs. Ten tweede verandert de

consumptiemaatschappij sociale relaties die gebaseerd zijn op reciprociteit: „Vroeger deelde iedereen alles met elkaar. Maar dat wordt minder met de jaren, want alles is nu te koop! Gelukkig lenen we elkaar voor feesten nog wel spullen, zoals dekens waar de gasten onder kunnen slapen na een bruiloft.‟ aldus een geïnterviewde. Zoals in hoofdstuk een uiteen gezet, werd delen en geven door de dorpelingen als belangrijke religieuze praktijk gezien, maar gebeurde dit steeds minder

45

3.1.3 Individualisme

„Mijn opa had vier vrouwen. Twee in het ene dorp, twee in het andere. En bij iedere vrouw had hij meerdere kinderen, waarvan hij wilde dat ze elkaar allemaal kenden. Zo gezegd, zo gedaan. Iedereen kende elkaar bij naam en de kinderen uit het ene dorp gingen vaak op visite bij de kinderen uit het andere dorp. Toen mijn opa overleed, ontstond er geen ruzie over de erfenis omdat er zo‟n goede band was ontstaan tussen al zijn vrouwen en nakomelingen.‟ Het verhaal over zijn opa inspireerde Ayoub, die zelf een idee had geopperd om zijn familieleden dichter bij elkaar te brengen. „Ik ken al mijn familieleden! Zelfs de kinderen ken ik bij naam. Maar dat is tegenwoordig niet meer normaal. De jongeren kennen elkaar niet meer, terwijl het zo belangrijk is dat je goed kan omgaan met je familieleden. Daarom zijn mijn zus en ik bezig om een jaarlijks familieweekend op te zetten. Dan komt de hele familie een weekend bij elkaar om de onderlinge relaties te versterken.‟

Uit bovenstaand verhaal blijkt dat het individualisme haar intrede heeft gedaan in de Marokkaanse samenleving. Volgens Adnane is individualisme het tegenovergestelde van religie: „Het is een slechte invloed van buitenaf. Mensen delen minder met elkaar en hebben ook minder respect voor elkaar. Dat hoort niet bij onze religie. Religie is de ideale manier van leven voor alle moslims, maar de realiteit is helaas anders. Gelukkig niet bij alle families, voornamelijk in de stad leeft men steeds individueler. Hier zijn we minder individualistisch. Mijn zusje slaapt bijvoorbeeld altijd bij onze dochters. Alleen slapen is hier erg

ongebruikelijk. Maar we hebben nu wel verschillende kamers, terwijl er vroeger maar een ruimte was. Ieder jaar werd er ergens wel een muurtje bij gemetseld en ontstond er weer een nieuwe kamer. Toen ik klein was, aten we met elf

personen rond de tafel, we waren net een

voetbalteam!‟ Dat de dorpelingen erg gesteld waren op elkaar en op familieleden bleek uit de reacties die ik kreeg als vrouw alleen, zonder familie in het dorp. Zo werd ik dagelijks mskina genoemd, wat staat voor zielig. Ook maakte mijn gastgezin me vaak duidelijk dat ik nu een van hen was en bij de familie hoorde. „Als iemand vraagt wie je bent, noem je onze naam!‟

Toch lijkt ook Adnane behoefte te hebben aan een sterker individueel georiënteerde levensstijl. Hij woonde eerst met zijn gezin in het ouderlijk huis, maar heeft tegenwoordig een eigen optrek er naast.

46

Tussen deze huizen zat een deur die de ruimtes rechtstreeks verbond, maar Adnane had deze dichtgemetseld „voor de privacy‟. In Rouiss was het gebruikelijk dat meerdere gezinnen samenleefden onder een dak, maar in de stad leek dit nog maar weinig voor te komen. Zo bracht ik eind februari een weekend door in de stad met Aisha, de lerares van groep zes en acht in Rouiss. Zij woonde met haar man en vierjarige dochter in een appartement in een nieuwbouwwijk in Inezgane. Het appartement had veel weg van mijn eigen flatje in

Amsterdam: keuken, woonkamer, badkamer, twee slaapkamers – waarvan een voor de ouders en een voor het kind – en een balkonnetje. Zowel Aisha‟s ouders al die van haar man

woonden in Noord-Marokkaanse steden, honderden kilometers verderop. Aisha bezocht ze om deze reden maximaal twee keer per jaar. Ze had geen contact met de buren en er woonden weinig vrienden en kennissen in de buurt, waardoor het gezin erg op zichzelf was. Aisha‟s individuele levensstijl kwam overeen met haar religieuze ideeën. „Het gaat om de persoonlijke relatie tussen jou en God‟ legde ze uit, „en die relatie onderhoud ik door middel van het gebed. Kennis opdoen is ook erg belangrijk. Ik lees graag in de koran.‟ Hoewel Aisha een meer individuele levensstijl aanhangt dan de dorpelingen zou ik haar niet omschrijven als minder religieus. Daarbij ziet Aisha zichzelf als een goede moslim. Dit correspondeert met de „postmodern view of religion as a new and changeable force, responding to the needs of the individual, as a private, personal way to understand their society‟ (Selinger 2004: 532). Wederom wordt het verschil tussen stad en platteland duidelijk. Een religie wordt op verschillende manieren gepraktiseerd door dorpelingen en stedelingen en zij geven er een andere betekenis aan.

3.2 Bewuste veranderingen in religieus praktiseren