Daarnaast heeft de GDPR-wetgeving een aanzienlijke (negatieve) impact gehad op het aantal ontvangers van de nieuwsbrieven
9.3 T3 – Operationele kosten SD 3
1. Partners 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Investering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Werking 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Personeel 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
2. Samenwerkingen 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Investering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Werking 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Personeel 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
3. Lokaal kantoor 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Investering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Werking 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Personeel 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
4. Hoofdzetel 206.531,45 213.953,83 215.093,77 217.522,96 218.450,91 1.071.552,91
Investering 2.100,00 450,00 300,00 300,00 300,00 3.450,00
Werking 39.522,00 47.196,12 46.403,38 46.803,44 45.336,65 225.261,60
Personeel 164.909,45 166.307,71 168.390,39 170.419,51 172.814,25 842.841,32 Totaal OK : 206.531,45 213.953,83 215.093,77 217.522,96 218.450,91 1.071.552,91
Investering 2.100,00 450,00 300,00 300,00 300,00 3.450,00
Werking 39.522,00 47.196,12 46.403,38 46.803,44 45.336,65 225.261,60
Personeel 164.909,45 166.307,71 168.390,39 170.419,51 172.814,25 842.841,32 2021
Operationele kosten
Algemeen totaal
2017 2018 2019 2020
Investering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Werking 12.000,00 12.000,00 12.000,00 12.000,00 12.000,00 60.000,00
Personeel 60.281,81 60.281,81 60.281,81 60.281,81 60.281,81 301.409,05
Totaal G3W-M3M 72.281,81 72.281,81 72.281,81 72.281,81 72.281,81 361.409,05
Investering 900,00 450,00 0,00 0,00 0,00 1.350,00
Werking 1.672,00 3.425,12 2.632,38 3.682,44 4.015,65 15.427,60
Personeel 38.500,00 38.500,00 38.500,00 38.500,00 38.500,00 192.500,00
Totaal KIYO 41.072,00 42.375,12 41.132,38 42.182,44 42.515,65 209.277,60
Investering 1.200,00 0,00 300,00 300,00 300,00 2.100,00
Werking 25.850,00 31.771,00 31.771,00 31.121,00 29.321,00 149.834,00
Personeel 66.127,64 67.525,90 69.608,58 71.637,70 74.032,44 348.932,27
Totaal Solidagro 93.177,64 99.296,90 101.679,58 103.058,70 103.653,44 500.866,27 Gemeenschappelijk programma - G3W-M3M
Gemeenschappelijk programma - KIYO
Gemeenschappelijk programma - Solidagro
50
9.4 Motivatie ten aanzien van de DAC-criteria.
9.4.1 Beschrijving van de Relevantie.
Specifieke doelstelling 3 (SD3) “De verbrede sociale basis van het consortium komt op voor het vergroten van het draagvlak van de rechtenbenadering in ontwikkelingssamenwerking” draagt bij tot de realisatie van volgende gemeenschappelijke strategische doelen:
C1: Inwoners van België informeren, sensibiliseren, bewustmaken en/of mobiliseren ten gunste van een wereld die rechtvaardig, solidair, duurzaam en niet langer ongelijk is
C2: Verbreden en ondersteunen van sociale basis ten gunste van een wereld die rechtvaardig, solidair, duurzaam en niet langer ongelijk is
Met SD3 wil het consortium een bijdrage leveren om de sociale basis die wil opkomen voor de promotie en toepassing van de rechtenbenadering in de ontwikkelingssamenwerking te verbreden en te ondersteunen, met als concrete insteek het recht op voedsel, het recht op gezondheid en kinderrechten. Op die manier wordt bijgedragen aan het vergoten van het draagvlak voor mensenrechten, één van de drie prioriteiten in de Belgische ontwikkelingssamenwerking.
De doelgroepen in SD3 bestaan uit13:
- Volwassenen met een interesse voor mondiale thema’s, en jongeren en jongvolwassenen buiten de schoolcontext (als onderdeel van het brede publiek) die een rol kunnen spelen als sympathisant of vrijwilliger bij de promotie en toepassing van de rechtenbenadering via de insteek van het recht op gezondheid, voedsel en kinderrechten14. Zij kunnen op hun beurt hun omgeving informeren, sensibiliseren en waar mogelijk mobiliseren. Jongeren, die als prioritaire doelgroep geïdentificeerd worden in de DGD-strategienota 'Ontwikkelingseducatie', staan vaak meer open om nieuwe inzichten en ervaringen op te doen dan volwassenen.
Ze zijn vaak op zoek naar kansen om zich te ontwikkelen en een concrete bijdrage te leveren voor een meer rechtvaardige, duurzame en solidaire wereld. Bovendien vertalen jongeren hun nieuwe inzichten en ervaringen gemakkelijker in een (toekomstig) engagement (professioneel of als vrijwilliger) wat een duurzamer effect genereert. Om een potentieel engagement te stimuleren integreert het consortium duidelijke handelingsperspectieven in het educatief traject.
- De sympathisanten en vrijwilligers van het consortium15. Het gaat om jongeren en volwassenen die zowel individueel (in hun gemeente of stad, of via activiteiten van het consortium), als binnen andere organisaties actief zijn. Met deze groep wil het consortium niet enkel een eigen beweging uitbouwen, maar ook via ondersteuning het multiplicatoreffect maximaliseren en de brede beweging voor de rechtenbenadering versterken.
De thema’s gender en milieu komen transversaal aan bod doorheen het programma in België.
Het consortium houdt rekening met gendergelijkheid in haar vormingen, inleeftrajecten, stages, vrijwilligerswerk en andere publieke activiteiten, haar communicatie met de doelgroepen, en externe communicatie. Daarbij zal het consortium bijzondere aandacht besteden aan de verdeling van taken, rollen en verantwoordelijkheden in het stage- en het vrijwilligersbeleid. Inhoudelijk zal gender expliciet als thema aan bod komen in activiteiten, zowel in relatie tot de kernthema's van het consortium als in de capaciteitsversterking van sympathisanten en vrijwilligers.
Het sensibiliserende en mobiliserende werk omtrent milieu behoort tot de kerntaken van het consortium. Het thema milieu zal bovendien geïntegreerd worden in het vrijwilligersbeleid van het consortium (bv maatregelen en aanbevelingen bij het organiseren van activiteiten rond duurzaamheid inzake mobiliteit, aankoopbeleid, voeding, gebruikte materialen, enz.).
Educatieve aanpak en pedagogische methodiek
13 De ontwikkelingsrelevantie van beide doelgroepen staat beschreven op blz. 23 en 24 van het GSK België.
14 Bij de informerende en sensibiliserende activiteiten wordt rekening gehouden met de DGD-strategienota’s rond Ontwikkelingseducatie, gender, leefmilieu, landbouw- en voedselzekerheid, recht op gezondheid en kinderrechten
15 Sympathisanten: de brede achterban van het consortium (deelnemers aan sensibiliserende activiteiten, ontvangers van nieuwsbrieven).
Vrijwilligers: personen die ad hoc of structureel taken opnemen, het consortium vertegenwoordigen.
51 De drie samenwerkende organisaties van het consortium hebben een ruime ervaring met educatieve en pedagogische methodes om samen te werken met de bovenstaande doelgroepen. Het consortium zet vormings-, stage- en internationale inleeftrajecten in voor (in de eerste plaats, maar niet uitsluitend) jongeren. Uit die ervaring blijkt dat participatie aan internationale uitwisseling de kans dat jongeren zich inzetten voor Noord-Zuid-thema’s verhoogt. Internationale uitwisseling vormt voor jongeren een voedingsbodem voor het verwerven van interculturele competenties, een beter begrip van mondiale verhoudingen en een meerwaarde bij de zelfontplooiing en het latere functioneren in de samenleving. Actieve deelname aan uitwisselings- en vormingstrajecten geeft jongeren de kans om hun kritisch bewustzijn te toetsen aan de praktijk. Een dergelijke ervaring opent vensters en kan bijdragen tot engagement op langere termijn. Een goede voorbereiding, begeleiding en evaluatie zorgt voor een groter bewustzijn bij de deelnemers aan de trajecten16.
9.4.2 Beschrijving van de Doeltreffendheid.
Zoals weergegeven in het schema van de veranderingstheorie Noord, beoogt het consortium een bredere en versterkte sociale basis die het draagvlak voor de rechtenbenadering vergroot, de sociale organisaties versterkt (SD2) en via die weg druk uitoefent op het beleid. Anderzijds zal een bredere sociale basis ook rechtstreeks mee druk uitoefenen op het beleid (SD4) via mobilisatie en actie door netwerken van hun achterban en het brede publiek. De hypotheses en risico’s die aan deze interventielogica ten grondslag liggen worden toegelicht in de veranderingstheorie, alsook de verschillende actoren betrokken in de realisatie van de doelstelling.
Het consortium draagt bij tot SD3 door het realiseren van twee resultaten, namelijk:
- De sociale basis van het consortium is verbreed en gesensibiliseerd voor het laten gelden van het recht op voedsel, gezondheid en kinderrechten
- De leden van de sociale basis van het consortium zijn ondersteund in de ontwikkeling van hun capaciteiten om op te komen voor het recht op voedsel, gezondheid en kinderrechten, met oog voor gender en milieu
De interventietypes die leiden tot het behalen van het eerste resultaat zijn: informeren, sensibiliseren, mobiliseren en educatie. Voor het tweede resultaat zijn de interventietypes: sensibiliseren, mobiliseren, educatie en capaciteitsversterking. Deze interventietypes worden beschreven zowel in de GCA Noord (p. 45) als in het GSK België (p.25-27).
Operationalisering van de gemeenschappelijke benaderingen die werden geïdentificeerd in het GSK
Voor de operationalisering van de gemeenschappelijke benadering geïdentificeerd in het GSK België (zie p. 25-27) zal het consortium voornamelijk inzetten op activiteitentypes die in de ervaring van de consortiumpartners relevant en effectief bleken bij deze doelgroepen (zie in kader 7.2 Typologie van de activiteiten). Op basis van de getrokken lessen van de voorbije 5 jaar zal het consortium in dit programma extra aandacht besteden aan het integreren van een concreet handelingsperspectief voor de doelgroep (diversifiëren van de actiemodellen die participatief met de doelgroep ontwikkeld zullen worden) en meer aandacht schenken aan de link tussen de rechtenbenadering en actuele maatschappelijke thema's en debatten die de doelgroep beroeren (globalisering, vluchtelingencrisis, klimaatverandering). Het stimuleren van kritisch denken over de structurele oorzaken van mensenrechtenschendingen (systeemdenken) en een universele lezing van Noord-Zuidthema's zal daarbij het verband tussen opkomende en actuele thema's en de specifieke thema's van het consortium duidelijk maken.17 Voor het verbreden van de sociale basis zal het consortium inzetten op vernieuwende en doelgroepgerichte communicatie (keuze van formats, online platformen, communicatiekanalen) en actiemodellen enerzijds en het ontwikkelen van een vrijwilligersbeleid dat een breder bereik mogelijk maakt bij de doelgroep anderzijds.18
De realiseerbaarheid van deze specifieke doelstelling blijkt uit de verschillende resultaten die de afzonderlijke consortiumpartners in hun vorige en lopende programma’s realiseerden. Het consortium is vertrouwd met de omkadering van vrijwilligers en de ontwikkeling, uitvoering, begeleiding en evaluatie van vormingstrajecten en
16 Bronnen: (i) Masterproef Sociologie Delphine Van Belleghem ‘Het effect van een uitwisselingsreis op de competenties en toekomst van de deelnemers’ Van Belleghem; (ii) Evaluatierapport Solidagro Noordwerking 2014-2016 door ACE Europe
17 Zie ook GCA, p. 56, 6.2.1 en p. 68-70, 7.2.1 18 Zie ook GCA, p 76, 7.4.1
52 inleeftrajecten die bijdragen tot het kritisch bewustmaken van de doelgroep en het opnemen of versterken van een engagement. Dankzij die ervaring en expertise kan het consortium een degelijke inschatting maken van de input versus output en effect. Het delen van die ervaring en expertise van de respectievelijke consortiumpartners en de inzet ervan in gezamenlijke trajecten zal de doeltreffendheid vergroten.
9.4.3 Beschrijving van de Duurzaamheid.
Verwachte impact van de interventie
De beoogde impact van SD3 bestaat enerzijds uit een verandering in de attitude van de sociale basis (van een beter begrip en kritisch bewustzijn naar de bereidheid om actief engagement op te nemen), en anderzijds uit een verandering op het niveau van inzicht bij de leden van de sociale basis en de doelgroep van jongeren en jongvolwassenen met een interesse voor mondiale thema's. Die laatste verandering vertaalt zich in het ontwikkelen van een beter begrip en kritischere analyse van het belang van het hanteren van een rechtenbenadering in de ontwikkelingssamenwerking boven een aanpak die louter gebaseerd is op het invullen van directe en concrete behoeften via dienstverlening zonder noodzakelijk rekening te houden met structurele oorzaken die schuilgaan achter die behoeften.
Vorming- en uitwisselingstrajecten zorgen enerzijds voor verhoogd inzicht en bewustzijn bij deelnemers, anderzijds kunnen ze ervoor zorgen dat mensen geprikkeld raken om iets te doen. Het is die combinatie die op haar beurt leidt tot mobilisatie en engagement (link naar SD2) voor het laten gelden van recht op voedsel, gezondheid en kinderrechten, wat op haar beurt leidt tot de druk op beleid (via publieke opinie en sociale organisaties; link naar SD4).
Via de vormingstrajecten en internationale uitwisselingstrajecten bereikt het consortium eveneens nieuwe mensen die de sociale basis voor de rechtenbenadering kunnen verbreden. Deze nieuwe sympathisanten en vrijwilligers die gerekruteerd worden uit het grote publiek kunnen een multiplicatoreffect hebben, omdat ze een publiek bereiken (dat ze infomeren, sensibiliseren, zelfs mobiliseren) dat het consortium zonder hen niet zo makkelijk bereikt (de sociale en professionele omgeving van die personen).
De ondersteuning die het consortium biedt met vorming en begeleiding van vrijwilligers versterkt hun capaciteiten en zelfvertrouwen om op te komen voor de promotie en toepassing van de rechtenbenadering in ontwikkelingssamenwerking, en dat via de concrete insteek van de thema's recht op voedsel, gezondheid, kinderrechten. De opgedane vaardigheden kunnen zij als vrijwilligers zowel binnen als buiten het consortium gebruiken.
De vormingen voor vrijwilligers zijn gebaseerd op de specifieke noden die zowel formeel als informeel geïdentificeerd worden (via enquêtes, onthaal-, begeleidings- en evaluatiegesprekken). Op die manier wil het consortium een voortdurende kwaliteitsverbetering van haar vrijwilligersbeleid verzekeren. In het educatieluik van deze specifieke doelstelling zullen tools en materiaal ontwikkeld worden om de vrijwilligers en nieuwe sympathisanten op langere termijn te ondersteunen, en die hen toelaten om autonoom initiatieven op te kunnen zetten.
Levensvatbaarheid van de interventie
Wat de levensvatbaarheid van de interventies betreft verwijzen we naar de ervaring, expertise en evaluaties van de consortiumpartners. (Zelf)evaluaties van de werking in het verleden hebben aangetoond dat de nodige competenties aanwezig zijn, uiteraard met regelmatige bijsturing op basis van interne en externe evaluatie. Het consortium beschikt tevens over een bestaande pool aan vrijwilligers en sympathisanten die een belangrijke rol zullen spelen in deze specifieke doelstelling.
Terugtrekkingsstrategie
Het verbreden en versterken van een sociale basis is een continu proces waarin blijvend geïnvesteerd wordt om het draagvlak voor de promotie en toepassing van de rechtenbenadering te vergroten, en zo ook de impact op het beleid. Vrijwilligers worden begeleid naar meer autonomie.
9.4.4 Beschrijving van de Doelmatigheid.
53 De drie leden van het consortium voorzien een inzet van 3,3 VTE educatief medewerkers, en een operationele kost van 225.262 Euro vooropgesteld voor het bereiken van de vooropgestelde resultaten. Dit wordt als volgt verdeeld:
SD3 G3W-M3M KIYO Solidagro Totaal
Werkingsmiddelen 60.000 Euro 15.428 Euro 149.834 Euro 225.262 Euro
Personeelsinzet 1,4 VTE 0,7 VTE 1,3 VTE 3,3 VTE
9.5 Beschrijving van de specifieke partnerschapsstrategie voor België.
Samenwerking met betrokken partijen, (zonder) overdracht budget:
- Dwagulu Dekkente
Met Dwagulu Dekkente, een lokale Sint-Niklase vrijwilligersorganisatie die inleeftrajecten voor jongeren faciliteert, werkt Solidagro samen om de sociale basis te verbreden. De rol van Dwagulu Dekkente is het aantrekken van jongeren, om een voorbereidings-, inleef- en terugkomtraject te organiseren. Solidagro’s rol is de inhoudelijke, groepsdynamische en organisatorische ondersteuning van Dwagulu Dekkente’s vrijwilligerswerking.
- Zuidpartners voor stages, vrijwilligerswerk en internationale uitwisseling
Met de lokale zuidpartners wordt samengewerkt in het kader van stages, vrijwilligerswerk en internationale uitwisseling. De lokale partners zorgen, na een voorbereidingstraject voor de stagiairs in België, voor het programma, het onthaal, de vorming en begeleiding van de stagiairs ter plaatse. De uitwisselingen, stages en het vrijwilligerswerk hebben als doel de doelgroep te sensibiliseren, kritisch bewust te maken en nieuwe inzichten te laten verwerven door een ervaring in het Zuiden.
Plaats van de zuidpartners in Noordwerk
De finaliteit van deze doelstelling is het verbreden van de sociale basis in België voor de promotie en toepassing van de rechtenbenadering in ontwikkelingssamenwerking. De meerwaarde van deze activiteiten (stages, vrijwilligerswerk en uitwisselingen) voor de zuidpartners ligt in de ‘getuigenfunctie’ die stagiairs, vrijwilligers, inleefreizigers na hun ervaring vervullen. Voor de zuidpartners is het heel belangrijk dat hun situatie gekend is in de internationale gemeenschap. De inleefreizigers en stagiairs die in de partnerlanden zijn geweest vertellen daarover in hun privé en professionele kringen. Afhankelijk van het soort stage of vrijwilligerswerk (achtergrond en opleiding) is er een grotere meerwaarde voor de partner: bijvoorbeeld een stagiair landbouw of communicatie kan ook concreet bijdragen aan de projecten van de partners. Omgekeerd spelen de zuidpartners een belangrijke rol in het educatieve proces dat de stagiairs en vrijwilligers doorlopen tijdens hun verblijf in het Zuiden. Ook in de vormingstrajecten in België worden cases van de zuidpartners opgenomen of staan zij zelf in voor een module bij een bezoek aan België. Het gaat dan vooral om hun expertise rond de kernthema's recht op gezondheid, voedsel, kinderrechten en empowerment. Ook voor gender en milieu zijn er partnerorganisaties op wie we voor die specifieke expertise een beroep doen.
9.6 Beschrijving van Synergie en Complementariteit.
Synergie/complementariteit tussen de partners van het consortium
Operationele synergie: binnen SD3 zullen de consortiumpartners verschillende activiteiten samen opzetten waardoor een groter bereik en doelpubliek mogelijk wordt, maar ook de inhoud van de activiteiten verrijkt wordt (bv de illustratie van de rechtenbenadering aan de hand van meerdere thematische voorbeelden i.p.v. één thema). Activiteiten die hiervoor in aanmerking komen zijn een vormingscyclus over empowerment voor rechten, vormingstrajecten voor vrijwilligers, een gemeenschappelijk vrijwilligers/stagebeleid.
Delen van informatie: de kennis en expertise van de consortiumpartners m.b.t tot het verbreden en mobiliseren van de achterban wordt gedeeld en gemeenschappelijke tools worden uitgewisseld en gebruikt.
54 Thematische en geografische complementariteit: de consortiumpartners hebben elk hun thematische expertise en hebben zuidpartners in verschillende landen. Dit opent perspectieven voor een meer divers aanbod van internationale uitwisselingen.
Rol G3W-M3M: aanbod van expertise rond het recht op gezondheid, internationale uitwisseling in Palestina, de Filipijnen en DR Congo
Rol Solidagro: aanbod van expertise rond het recht op voedsel, internationale uitwisseling in Burkina Faso, Mali, Senegal en de Filipijnen
Rol KIYO: aanbod van expertise rond kinderrechten, zowel thematisch als transversale benadering in aanpak van projecten en activiteiten, internationale uitwisseling in Brazilië, Filipijnen, RD Congo, Burundi en Marokko Een meer diepgaande analyse en beschrijving van de synergie en complementariteit tussen de erkende organisaties van het consortium is te vinden in deel I (hoofdstuk IV).
Synergie met koepels
G3W-M3M en Solidagro zijn actieve deelnemers van volgende platformen georganiseerd door 11.11.11:
- Ledenoverleg campagne 11.11.11 - Ledenoverleg beweging 11.11.11 - Ledenoverleg communicatie 11.11.11
De doelstellingen van deze platformen worden beschreven in de bijlage Platformen gecoördineerd door de koepels of federaties.
Voorzien budget: tijdsinvestering
55