• No results found

Niet alle diversiteitskenmerken, die in de paragraaf 2.3 werden onderscheiden, zullen in het onderzoek worden meegenomen. De reden hiervoor is dat het onderzoek beschikt over beperkte capaciteit en middelen, waardoor slechts informatie uit veelal gratis beschikbare informatiebronnen kan worden verkregen. Binnen dit onderzoek zijn de jaarverslagen en de companywebsites de belangrijkste databronnen, waaruit de benodigde onderzoeksdata zijn verkregen. Doordat niet alle informatie over de diversiteitskenmerken uit de jaarverslagen of de companywebsite kan worden afgeleid zullen sommige kenmerken niet in het onderzoek kunnen worden betrokken. Om deze reden worden de diversiteitskenmerken: “Functionele achtergrond” en “Aantal overige commissariaten” binnen dit onderzoek buiten beschouwing gelaten.

Het diversiteitskenmerk “Ervaringsjaren commissaris” wordt binnen dit onderzoek ook buiten beschouwing gelaten. Aan de hand van dit diversiteitskenmerk kan de mate van expertise en kennisniveau van individuele commissarissen worden bepaald, en wel aan de hand van het aantal functiejaren als commissaris binnen de onderneming. Alleen informatie over de eerste aanstelling als commissaris bij de desbetreffende onderneming wordt in het jaarverslag vermeld. Informatie over het aantal ervaringsjaren als commissaris bij andere ondernemingen wordt niet of nauwelijks in jaarverslagen vermeld. Hierdoor doet zich een probleem voor ten aanzien van de validiteit van dit diversiteitskenmerk. Een commissaris kan namelijk al langer binnen andere ondernemingen actief zijn geweest als commissaris. Hierdoor is de eerder opgedane ervaring van een commissaris niet goed te meten. Door de variabele alleen toe te passen op de opgedane ervaring binnen de eigen onderneming zal deze variabele niet goed het kennis- en expertiseniveau van de commissarissen in kaart brengen. Vanwege de bovengenoemde redenen wordt dit diversiteitskenmerk binnen dit onderzoek buiten beschouwing gelaten.

Ook de diversiteitskenmerken “functionele achtergrond” en “verbondenheid” zullen niet in de verschillenanalyse van dit onderzoek worden betrokken. De reden hiervoor is dat deze informatie slechts beschikbaar is voor één dataset (2005). In het kader van de

naleving van de code Tabaksblat dienden ondernemingen deze informatie vanaf 2004 in hun jaarverslag op te nemen. Omdat deze informatie zeker relevant is en nader inzicht geeft over de diversiteitskenmerken binnen de dataset van 2005 zal de informatie omtrent de diversiteitskenmerken “functionele achtergrond” en “verbondenheid” nader worden toegelicht in hoofdstuk 4, waarin de dataverzameling nader wordt beschouwd.

Tabel 3 geeft de diversiteitskenmerken weer, die in dit onderzoek zullen worden gebruikt om de diversiteitsverschillen, die zich voordoen binnen de geselecteerde periode te meten. Diversiteitskenmerken Opleidingsniveau Geslacht (man/vrouw) Leeftijd Nationaliteit

Tabel 3: Diversiteitskenmerken opgenomen in het onderzoek - Leeftijd van de commissarissen

De leeftijd van de commissarissen zal worden afgeleid uit jaarverslagen, die betrekking hebben op het boekjaar 2000 en 2005. De dataset over het boekjaar 2005 zal nog verder worden aangevuld met leeftijdsinformatie, die wordt vermeld op de companywebsite. Alleen commissarissen, die op 31-12-2000 en 31-12-2005 een commissarisfunctie vervulden binnen de onderneming, zullen in het onderzoek worden betrokken. Commissarissen, die gedurende het boekjaar zijn afgetreden, zullen niet in het onderzoek worden betrokken.

De leeftijd van de commissarissen zal worden vastgesteld door toepassing van de volgende formule: Leeftijd = Boekjaar dataset – Geboortejaar v/d commissaris. Door deze formule toe te passen zal de leeftijd van de commissarissen worden afgerond op hele jaren. Op basis van de verkregen data zal een gemiddelde leeftijd van de commissarissen kunnen worden vastgesteld. De gemiddelde leeftijd zal de basis vormen voor de statische verschillen analyse tussen beide datasets. Om vast te stellen of het verschil significant is zullen de resultaten statistische worden getoetst.

- Geslacht (Man / vrouw)

Het geslacht van de commissarissen zal worden afgeleid uit jaarverslagen, die betrekking hebben op het boekjaar 2000 en 2005. Het geslacht van de commissaris zal worden vastgesteld aan de hand van het voorvoegsel, dat in jaarverslag wordt vermeld, de naam van de desbetreffende commissaris of aan de hand van een foto(‘s), waarop deze is afgebeeld. De dataset over het boekjaar 2005 zal ook worden aangevuld met geslachtsinformatie, die wordt vermeld op de companywebsite. Alleen commissarissen, die op 31-12-2000 en 31-12-2005 een commissarisfunctie vervulden binnen de onderneming, zullen in het onderzoek worden betrokken. Commissarissen, die gedurende het boekjaar zijn afgetreden, zullen niet in het onderzoek worden betrokken.

Het statistisch toetsen of geconstateerde relatieve geslachtsverschillen binnen de datasets significant zijn, wordt verder bemoeilijkt door het feit dat deze variabele wordt beïnvloed door twee factoren. Ten eerste is het tijdstip van belang wanneer een commissaris zitting heeft genomen in de Raad van Commissarissen. Deze factor heeft invloed op alle variabelen, die worden gemeten binnen dit onderzoek. Echter bij deze variabele speelt ook nog een tweede factor een belangrijke rol, namelijk het aantal leden dat zitting heeft binnen een Raad van Commissarissen. Wanneer een raad van toezicht relatief groot is, zal het aantal vrouwen, dat zitting heeft binnen deze raad in absolute zin vrij groot zijn. Het relatieve aantal vrouwelijke leden zal echter nog steeds laag kunnen zijn. Doordat de raden van toezicht binnen het onderzoek, qua grootte, sterk van elkaar verschillen zal daarom niet kunnen worden volstaan met een standaard parametrische toets, zoals de Student T-test. Bij deze test wordt slechts één factor, namelijk alleen het tijdstip, als uitgangspunt genomen. De significantie is daarom ook gemeten met behulp van een “Multivariate analysis of variance” test. Deze test houdt rekening met het feit dat mogelijke relatieve geslachtsverschillen worden beïnvloed door twee onafhankelijke factoren, te weten: het tijdstip en het absolute aantal leden.

- Nationaliteit

De nationaliteit van de commissarissen zal worden afgeleid uit jaarverslagen, die betrekking hebben op het boekjaar 2000 en 2005. De dataset over boekjaar 2005 zal nog verder worden aangevuld met leeftijdsinformatie, die wordt vermeld op de companywebsite. Voor het onderzoek zal zowel informatie over het aantal commissarissen met een niet-Nederlandse nationaliteit, maar ook informatie over de nationaliteiten van de buitenlandse commissarissen worden verzameld.

Binnen het onderzoek zullen twee verschillen analyses ten aanzien van het diversiteitskenmerk nationaliteit worden uitgevoerd. De eerste verschillen analyse onderzoekt of het relatief aantal leden met een andere dan Nederlandse nationaliteit over de geselecteerde tijdsperiode is veranderd. De andere verschillen analyse tracht vast te stellen of er zich binnen de groep van niet Nederlandse commissarissen zich grote nationaliteitsveranderingen hebben voorgedaan.

- Opleidingsniveau

Het opleidingsniveau van de commissarissen is in dit onderzoek onderverdeeld in de volgende categorieën, te weten: lager dan HBO, HBO, WO (drs, ir, mr, etc.) of hoger dan WO (Dr. en Prof.). Het opleidingsniveau van commissarissen zal onder andere worden afgeleid uit de curriculum vitea’s, die worden vermeld in het jaarverslag of op de companywebsite zijn geplaatst. Ook titels van commissarissen verschaffen informatie over zowel de opleidingsrichting als het bijbehorende opleidingsniveau. Alleen commissarissen, die op 31-12-2000 en 31-12-2005 een commissarisfunctie vervulden binnen de onderneming, zullen in het onderzoek worden betrokken. Commissarissen, die gedurende het boekjaar zijn afgetreden zullen niet in het onderzoek worden betrokken. Ook zullen de geconstateerde verschillen ten aanzien van dit diversiteitskenmerk statistisch worden getoetst met behulp van een parametrische test.