• No results found

VAN HET OPENBAAR MINISTERIE

In document DE INDISCHE WETBOEKEN, (pagina 158-162)

317. De Procureur Generaal bij het Hoog Gcreglshof efl de Officieren van Justitie zijn respectievelijk gehouden, oö in alle burgerlijke zaken waarin de regering van JSedtf' ländlich Indiê', als vertegenwoordigende den lande , hetzij eischeuder , hetzij verwerender wijze , als hooldparüj of wel als gevoegde of tusschenkoinende parlij optreedt, op daartoe van of namens den Gouverneur Generaal bekomen last , de dagvaardingen en alle andere exploiten te doen uithrengen , de dingtalen en pleidooijen te houden, en wij-ders, zoo wel in eersten aanleg als in hooger beroep , re-visie en cassatie het geheele geding te voeren.

Het blijft den Gouverneur Generaal voorbehouden om » bij eene nadere regeling; van dit onderwerp, de ambtena-ren van het Openbaar Ministerie van de hiervoambtena-ren omschre-ven verpligling te ontheffen.

318. Het Openbaar Ministerie is altijd op de teregfzit-ting tegenwoordig.

319. Wanneer het Openbaar Ministerie , krachtens het bepaalde bij artikel 317 , of uit eigen hoofde, ambtshalve als partij werkzaam is , zal het de algemeene voorschriften van regtsvordering volgen, uitgezonderd die welke betrek-king hebben tot liet stellen van procureur en tot de con-signatie van boeten bij het instellen van cassatie of re-quest-civiel.

IV. TITEL. VAN HET OPEHBAAU MINISTERIE. 63 De tegen hetzelve uitgesproken veToordeelingen tot ver-goeding van kosten , schaden en interessen en in de kosten

T ai het proces, komen steeds ten laste van den lande.

320. Het Openbaar Ministerie zal , wanneer hetzelve Koene partij in het geding is , gehoord moeten worden in

ä e zaken welke betreffen :

1°. De openbare orde , den lande , de Residentie- of plaatselijke besturen, de armen-inriglingen en an-dere openbare instellingen en slicht in: en ; 2°. Den staat der personen, de aanv ullmgen en

ver-beteringen der akten van den hnrgerlijken stand ; 8". De exceptie wegens onbevoegdheid van den regier;

4°. Jurisdictie-geschillen, wraking van regters , wijzing uit hoofde van toegelaten wraking of ver-schooning , en regtsweigoring ;

6°, Vrouwen door hare mans niet gcmagtigd ; 6". Minderjarigen , onder curatele gestelden,

afwezen-den en in het algemeen , alle personen die door eenen curator verdedigd worden ;

1°. Echtscheidingen , en de scheidingen van tafel en bed . of van goederen ;

8°. Beroep in cassatie ; 9°. Revisie ; 10°. Reqnesten-civiel ;

*1". Geschillen over de echtheid of onechtheid van ge-schriften ;

*a° . Ontkentenis van geregtelïjke verrigtingen ;

l 3° . Geschillen over tenuitvoerlegging van lijfsdwang en over ontslag uit de gijzeling;

1^ ° . Verzoek tot boedelafstand.

En voorts in alle zaken waarin zulks door de wet-telijke bepalingen is voorgeschreven.

**21. Het Openbaar Ministerie zal bovendien mededeeüng

*°°Sen vorderen van alle zaken waarin het zulks in

des-elTs betrekking noodig zal oordeelen.

De regier zal de mededeeliug ook van ambtswege mogen W i e n ,

h l 3 â 2> Het Openbaar Ministerie zal onmiddellijk na de P'e'dooijen of op eene daartoe te bepalen nadere

teregtzit-s , concluteregtzit-sion nemen.

d 23 . De partijen ot hunne verdedigers zullen, onder Seen voorwendsel, na de conclusie van het Openbaar

Mi-ü|sterie het woord bekomen.

Alleen mogen zij eenvoudige aanteekeningen tot

weder-C4 I. BOEK. VAN DE WIJZE VAN PROCEDEREN , ERZ.

legging d e r feiten, w a a r i n zij zouden mogen oordeelen d&*

h e t O p e n b a a r Ministerie g e d w a a l d h e e l t , onmiddellijk aa»

d e n p r e s i d e n t t e r h a n d s t e l l e n .

32!

»tttyj heid

VIJFDE TITEL. 82!

»air V A N P R O R O G A T I E V A N R E G T S P R A A K A A N P£ h(">K

R A D E N V A N J U S T I T I E E N A A N H E T H O O G ^3 s

G E R E G T S R O . F . ^nt

3 2 4 . In alle v o o r hooger beroep aan de Raden van J'l S' er<^ t i t i e en aan bet Hoog Ceregtshof v a t b a r e geschillen , sta»' £e|fi

h e t aan partijen v r i j , m i t s d a a r o m t r e n t bij eene akle zijnd« het

o v e r e e n g e k o m e n , die geschillen bij den a a n v a n g van is*1' b Dl g e d i n g dadelijk t e r k e n n i s t e brengen van dat regterlij^8 û

coliegie , h e t w e l k m hooger b e r o e p over dezelve u i t s p r a k ?*en

z o u d ^ hebben g e d a a n . , Utl

3 2 3 . Voogden , c u r a t o r s en a n d e r e n d i e , volgens dc 'n

wettelijke bepalingen , zonder verlof of m a g t i g i n g . geeO" ^.ati d a d i n g mogen a a n g a a n , noch eene zaak aan scheidsman ne" l el mogen o p d r a g e n . zullen tot het sluiten van de hij het vo' &

r i g e a r t i k e l bedoelde o v e r e e n k o m s t , een gelijk v e r l o f0' °S

e e n e gelijke m a g t i g i n g behoeven. ^e".

3 2 6 . Voor de Kaden van J u s t i t i e en h e t Hoog Geregtebo' U gelden , bij deze r e g t s g e d m g e n , de voorschriften ten a a l ' £a r ;

zien van het r e g t s g e d i n g in eersten a a n l e g . , H e t coliegie w a a r a a n eene zaak bij p r o r o g a t i e van r e ? ' ' ^

s p r a a k w o r d t o n d e r w o r p e n , beslist in het eerste en hoogst8 " ° j r e s s o r t , b e h o u d e n s r e q u e s t - c i v i e l , e n , voor zoo veel de h

Kaden van J u s t i t i e b e t r e f t , tevens b e h o u d e n s c a s s a t i e , iß'

dieu voor h e t een of a n d e r gronden zijn. *

ZESDE TITEL. ïal

« kec

V A N H E T R E G T S G E D I N G I N H O O G E R B E R O Ë ? e Q

V A N D E V O N N I S S E N G E W E Z h N D O O R D E *fo R A D E N V A N J U S T I T I E .

EERSTE AFOEEL1NG.

Van de galten a»n hooger beroep onderworpen. J 3 2 7 . De partijen k u n n e n bij het Hoog Geregtshof in b o ° ' e* g e r beroep k o m e n van de vonnissen , gewezen door de Ba' d e n van J u s t i t i e , in z a k e n w a a r i n deze Biet a n d e r s dan & e l

h e t eerste r e s s o r t k u n n e n o o r d e e l e n . *

^ 1 . TITEL, TAN HET REGTSGED. IN HOOGEB BER. ENZ. GS

328. In geschillen over onbevoegdheid, zal het beroep .Wankel ijk zijn , ofschoon ook de regier, wiens bevoegd-jjei|l betwist wordt, mögt kunnen kennis nemen in hot

°°gste ressort van de 2aak ten principale;

8" - Elke partij welke zal berust hebben in een vonnis,

**! niet meer ontvankelijk zijn om daarvan te komen in

b0(>Eer beroep.

, 33<>. Van veroordeelingen bij verstek valt geen hooger

er°eP ; doch indien de oorspronkelijke eiscbev van het

Vonnis in hooger beroep komt, zai de gedaagde alle zijne

Verdedigi[jgfn insgelijks in het hooger beroep kunnen doen

^elflen , ze|fs bij wege van incidenteel beroep , zonder van

e t middel van verzet in eersten aanleg meer te kunnen

Sebruik maken.

In het geval echter bij het slot van artikel 81

voorko-?e°»le, zal de achterblijvende partij zich in hooger beroep p&nen voorzien, mits vooraf bij voorraad, tegen het

stel-efl van zekerheid, aan het vonnis voldoende, dan zelfs poneer bij dat vonnis de voorloopige tenuitvoerlegging

^t mögt bevolen zijn.

3'31- Het beroep van een prœparatoir vonnis zal niet

^Ken worden ingesteld dan binnen denzelfden termijn, en

ÊeliJktijdig met het beroep van het eindvonnis.

ûi* beroep zal ontvankelijk zijn , zelfs wanneer het

prae-£aratoir vonnis, zonder voorhebouding van dengene die er

l c a mede bezwaard acht, was ten uitvoer gelegd.

3'3*- Het hooger beroep van een interlocutoir vonnis kan

"or<3en ingesteld vóór dat het eindvonnis geslagen is.

Öetieifde heeft plaats opzigtelijk vonnissen, waarbij eene frj'isie wordt toegestaan of geweigerd.

3 3 s- Bij die mögt willen beweren dat eene zaak , nlt

*e,keu hoofde ook, niet vatbaar is voor hooger beroep,

?a* de exceptie van niet-ontvankelijkheid daartoe

strek-e n de, moeten instellen vóór alle andere weren van regten,

^ i s niet verpligt zich, hangende dat geschil, in het

ge-^ g over de zaak zelve in te laten.

TWEEDE AFDEELING.

Van den termijn van beroep.

^34- De termen van beroep zal zijn van drie maanden te

Tekenen van den dag der beteekening van het vonnis, hetzy

*an den persoon, hetzij aan deszelfs woonplaats; behouden»

Bet bepaalde bij het tweede en derde lid van artikel 339.

^je termijn wordt op zes maanden gesteld voor den bö-S

In document DE INDISCHE WETBOEKEN, (pagina 158-162)