• No results found

Het openbaar bestuur (O)

In het openbaar bestuur bestaan er twee soorten betrekkingen: de contractuele betrekkingen, waarvoor de nationaliteit geen rol speelt, en de statutaire betrekkingen, waarvoor alleen de Belgen of de burgers uit een Staat van de Europese Economische Ruimte of van de Zwitserse Confederatie in aanmerking komen.

Sinds 2002 (in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) en 2012 (in het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap) werden de nationaliteitsvoorwaarden voor de toegang tot de betrekkingen in het openbaar bestuur echter versoepeld. De burgerlijke betrekkingen waarvoor geen (rechtstreekse of onrechtstreekse) deelname aan de uitoefening van de openbare macht vereist is en de functies die niet tot doel hebben het algemeen belang van het land of van de andere openbare overheden te vrijwaren, zijn nu ook toegankelijk voor burgers die noch de Belgische nationaliteit hebben, noch onderdanen zijn van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte. Daar onze gegevens van 2008 stammen, kunnen we het gevolg van deze uitbreiding uitsluitend in Brussel zien. Onze analyse per gewest heeft echter aangetoond dater in het openbaar bestuur (O) een sterke ondervertegenwoordiging is van alle types migratieachtergrond in vergelijking met Belgen die als Belg zijn geboren uit Belgische ouders die als Belg zijn geboren. Alle types van migratieachtergrond zijn in elk van de drie gewesten ondervertegenwoordigd in deze sector. Het grootste verschil betreft vreemdelingen met een EU-nationaliteit die sedert vijf jaar of minder zijn ingeschreven in het Rijksregister en werken in Brussel en bedraagt 21 procentpunten. De enige uitzondering geldt voor Belgen die als Belg zijn geboren en ten minste één ouder hebben die in de EU is geboren en die in Vlaanderen werken: zij zijn lichtjes oververtegenwoordigd (1 procentpunt).

108

Sleutelelementen van hoofdstuk 4.3: de arbeidsovereenkomst

Origine

Tewerkstelling volgens het type overeenkomst (arbeider, bediende, ambtenaar of andere):

• Op een paar zeldzame uitzonderingen na en dit in alle regio’s en los van het geslacht, zijn de personen van Belgische origine systematisch minder vaak arbeider (en vaker ambtenaar) dan hun buitenlandse medeburgers of medeburgers van buitenlandse afkomst.

• In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het zo dat wanneer men de mannen van Belgische origine vergelijkt met de mannen afkomstig uit kandidaat-lidstaten, het aandeel van die laatste groep dat arbeider is driemaal hoger ligt (18% van de personen van Belgische origine zijn arbeiders tegenover 65% van de personen met een origine uit kandidaat-lidstaten). Vlaanderen telt relatief meer mannen van buitenlandse origine in het arbeidersstatuut dan de andere twee Gewesten, met een laagste percentage mannelijke arbeiders van buitenlandse herkomst van 48% (Noord-Amerikanen niet inbegrepen). We stellen ook vast dat het Waalse Gewest systematisch, ongeacht het geslacht of de origine, het grootste aandeel ambtenaren heeft.

Tewerkstelling in het stelsel van de dienstencheques:

• In 2008 werkten per kwartaal gemiddeld zowat 70.000 werknemers via het stelsel van de dienstencheques (in dit stelsel zijn amper iets meer dan 1.300 werknemers mannen). In absolute cijfers (33.000) zijn de Belgische vrouwen als Belg geboren uit als Belg geboren ouders veruit het sterkt vertegenwoordigd in dit type werk, maar uitgedrukt ten opzichte van de totale tewerkstelling op basis van origine is het aandeel dat werkt in de dienstencheques het laagst (2,8%). Zowat één loontrekkende vrouw op 6 met origine uit de EU-12 of uit Midden- of Zuid-Amerika werkt in de sector van de dienstencheques en bijna 1 loontrekkende vrouw op 10 afkomstig uit een Afrikaans land buiten de Maghreb bevindt zich in hetzelfde geval.

Uitzendarbeid:

• Meer dan de helft van de uitzendkrachten zijn Belgen, geboren als Belg uit als Belg geboren ouders, maar slechts 2% met deze origine werken in dit type van baan: dat is het kleinste percentage van de werknemers op basis van afkomst ten opzichte van de totale tewerkstelling in loondienst. Ongeacht de origine stellen we vast dat de participatiegraad van de mannen in de sector uitzendarbeid hoger ligt dan die van de vrouwen met uitzondering van de personen die stammen uit een kandidaat-lidstaat. • De uitzendkrachten van Belgische origine zijn meer dan de andere groepen die

bestudeerd werden geconcentreerd in de jongste leeftijdsgroepen. Meer precies stellen we vast dat 32,5% van de uitzendkrachten van Belgische origine tussen 20 en 24 jaar oud zijn. Met die informatie en in de wetenschap dat uitzendarbeid een opstap naar een meer stabiele beroepsloopbaan kan zijn, zouden we uit voormelde gegevens kunnen afleiden dat die opstap beter of meer werkt voor de personen van Belgische origine dan voor de personen van andere herkomst.

109 Migratieachtergrond

Tewerkstelling volgens het type overeenkomst (arbeider, bediende, ambtenaar of andere):

• 5 profielen “met een migratieachtergrond” bestaan voor minstens 50% uit personen met een arbeidsovereenkomst als arbeider. Het gaat om personen die de Belgische nationaliteit hebben verkregen sinds 5 jaar of minder (EU en niet-EU), niet-EU’ers die in België geboren zijn en niet-EU’ers die in het Rijksregister zijn ingeschreven (sinds meer dan 5 jaar en minder dan 5 jaar). Eén enkele categorie telt meer dan 50% personen met een arbeidsovereenkomst voor bedienden, nl. de Belgen die als Belg zijn geboren en van wie minstens één ouder als niet-EU’er is geboren.

• De periode verlopen sinds het verkrijgen van de Belgische nationaliteit lijkt verband te houden met het aandeel arbeiders. De personen die recentelijk de Belgische nationaliteit hebben verkregen zijn vaker arbeider (respectievelijk 50% en 58% voor de EU’ers en de niet- EU’ers) dan de personen die sinds langer dan 5 jaar de nationaliteit hebben verkregen (respectievelijk 34% en 44% voor de EU’ers en de niet-EU’ers). De personen met een EU- nationaliteit die sinds meer dan 5 jaar in het Rijksregister zijn ingeschreven zijn vaker arbeider (46%) dan hun collega’s die sinds 5 jaar of minder in het Rijksregister zijn ingeschreven (38% arbeiders).

Tewerkstelling in het stelsel van de dienstencheques:

• De Belgische vrouwen, als Belg geboren uit Belgische ouders, de Belgen als Belg geboren van wie de ouders buitenlanders zijn, zij die de Belgische nationaliteit hebben verkregen sinds meer dan 5 jaar en tenslotte zij geboren in België maar die een buitenlandse nationaliteit hebben behouden (al dan niet Europees), hebben een participatiegraad van minder dan 5% van de banen in het stelsel van de dienstencheques (in verhouding tot de globale arbeid in loondienst van de vrouwen). De vrouwen met een Europese en een niet-Europese migratieachtergrond die sinds minder dan 5 jaar in het Rijksregister zijn ingeschreven vullen elk zowat 15% van de banen in.

Uitzendarbeid:

• De Belgen, als Belg geboren uit als Belg geboren ouders zijn relatief weinig vertegenwoordigd in de sector van de uitzendarbeid (minder dan 2% van de arbeid in loondienst). Het profiel van de Europeanen of de personen van Europese origine die sinds een aantal jaren in België verblijven sluit hier zeer nauw bij aan.

• Daarentegen hebben de Belgen als Belg geboren uit niet-Europese ouders of met een Europese nationaliteit, de niet-Europeanen die sinds langer dan 5 jaar de Belgische nationaliteit hebben verkregen of zijn ingeschreven in het Rijksregister en de Europeanen die de Belgische nationaliteit recentelijk hebben verkregen of die recentelijk werden ingeschreven in het Rijksregister een grotere participatiegraad op de markt van de uitzendarbeid. Hier bedragen de percentages tussen 3,6% en 6,5% voor de mannen en ongeveer 4% bij de vrouwen.

110

4.3. SITUATIE IN DE LOONTREKKENDE

TEWERKSTELLING: TYPE VAN

OVEREENKOMST, DIENSTENCHEQUES EN