• No results found

Hoofdstuk 6. Toename van de kans op wateroverlast

7.2. Onzekerheden in randvoorwaarden

In de berekeningen is uitgegaan van onafhankelijkheid van de afvoer in het Mark-Vliet systeem en het meerpeil op het Volkerak-Zoommeer. Op basis van de beschikbare gegevens is de correlatie tussen beide variabelen namelijk moeilijk vast te stellen. Naast de correlatie, zijn vooral de kenmerken van het waterstandverloop op het Volkerak-Zoommeer en van de afvoer door het Mark-Vliet systeem belangrijke randvoorwaarden. In deze sectie worden achtereenvolgend de invloed van de timing van de twee variabelen, de vorm van de afvoergolf en de duur van de waterstandverhoging besproken.

7.2.1. Timing van de waterstandtop Volkerak-Zoommeer ten opzichte van de afvoerpiek

Er is in dit onderzoek voor gekozen om te rekenen met een variant die gebaseerd is op de aanname dat de waterstandpiek op het Volkerak-Zoommeer na de afvoerpiek in het Mark-Vliet systeem komt. Hieraan is in het rapport gerefereerd als variant 2. Deze keuze heeft echter een mogelijk grote invloed op de maximale waterstanden die berekend zijn.

Om de invloed van de timing-aanname te bekijken zijn ook berekeningen gedaan met een variant waarbij de waterstandverhoging op het Volkerak-Zoommeer samenvalt met de afvoerpiek in het Mark-Vliet systeem (variant 1). In figuren 7.1 en 7.2 zijn voor beide varianten de waterstanden weergegeven voor respectievelijk een situatie zonder en met inzet van het Volkerak-Zoommeer voor hoogwaterberging. De timing van de twee varianten is in figuur 5.4, sectie 5.3 terug te vinden.

Tafv oer MVS = 100 jaar, Tw aterstand VZM = 1430 jaar zonder hoogwaterberging

0 0,5 1 1,5 2 2,5 27-1 28-1 29-1 30-1 31-1 1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 Tijd W a te rs ta n d ( m + NAP )

VZM1430H V1 NOD352 VZM1430H V1 NOD16 VZM1430H V1 NOD52 VZM1430H V1 NOD81 VZM1430H V1 NOD94 VZM1430H V2 NOD352 VZM1439H V2 NOD16 VZM1430H V2 NOD52 VZM1430H V2 NOD81 VZM1430H V2 NOD94

NOD352: Bovensas, Vliet NOD16: Stampersgat, Dintel/Mark

NOD52: Nieuwveer, Mark (bij bergboezems) NOD81: Trambrug, Mark

NOD94: Singel Breda oost

Figuur 7.1: Waterstanden in het Mark-Vliet systeem zoals berekend met Duflow bij een afvoergolf met een

herhalingstijd van 100 jaar en een waterstand op het Volkerak-Zoommeer met een herhalingstijd van 1430 jaar zonder inzet van het Volkerak-Zoommeer. De waterstanden zijn berekend voor zowel variant 1 als variant 2.

Verandering van de kans op wateroverlast in het Mark-Vliet systeem

Tafv oer MVS = 100 jaar, Tw aterstand VZM = 1430 jaar met hoogwaterberging

1 1,5 2 2,5 3 rs ta n d (m + N A P )

NOD352: Bovensas, Vliet NOD16: Stampersgat, Dintel/Mark

NOD52: Nieuwveer, Mark (bij bergboezems) NOD81: Trambrug, Mark

NOD94: Singel Breda oost

W a te 0 0,5 27-1 28-1 29-1 30-1 31-1 1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 Tijd

VZM1430N V1 NOD352 VZM1430N V1 NOD16 VZM1430N V1 NOD52 VZM1430N V1 NOD81 VZM1430N V1 NOD94

VZM1430N V2 NOD352 VZM1439N V2 NOD16 VZM1430N V2 NOD52 VZM1430N V2 NOD81 VZM1430N V2 NOD94

Figuur 7.2: Waterstanden in het Mark-Vliet systeem zoals berekend met Duflow bij een afvoergolf met een herhalingstijd van 100 jaar en een waterstand op het Volkerak-Zoommeer met een herhalingstijd van 1430 jaar met inzet van het Volkerak-Zoommeer voor hoogwaterberging. De waterstanden zijn berekend voor zowel variant 1 als variant 2.

In variant 2 wordt de maximale waterstand op bovenstroomse locaties alleen bepaald door de fvoer. De verhoogde waterstand op het Volkerak-Zoommeer zorgt voor een extra, maar lagere, piek in de waterstand rond 2 februari. Wanneer uitgegaan zou worden van variant 1, waarbij de verhoogde waterstand op het Volkerak-Zoommeer samenvalt met de hoge waterstanden op het Volkerak-Zoommeer, wordt de maximale waterstand afvoer als de

opstuwing door hoge waterstanden op het Volkerak-Zoommeer. Dit resulteert, in tegenstelling tot variant 2, wel in een toename van de maximale water bij inzet van het Volkerak-Zoommeer voor berging. Tot in de singel v terstanden toe als de pieken samenvallen.

Uit de vergelijking van de resultaten van de waterstandberekeningen van beide varianten kan opgemaakt worden dat wanneer uitgegaan wordt van een andere timing van de twee pieken ten opzichte van elkaar de maximale waterstanden significant veranderen. Wanneer de aanname dat inzet van het Volkerak-Zoommeer na de afvoerpiek komt onjuist blijkt te zijn, kan door uit te gaan van variant 2 de maximale waterstanden in het Mark-Vliet systeem veel lager verondersteld worden dan de waterstanden die werkelijk optreden. Uit de statistische analyse van HKVLIJN IN

a

bepaald door zowel de standen bovenstrooms an Breda nemen de wa

WATER is naar voren gekomen dat het realistischer is te veronderstellen dat de pieken na elkaar komen, maar dat op grond van de beperkte lengte van de geanalyseerde meetreeksen hierover nog de nodige onzekerheid bestaat [17]. Gezien de grote invloed van de timing van de pieken ten opzichte van elkaar op de maximale waterstanden in het Mark-Vliet systeem en de onzekerheden in de gevonden correlaties, wordt daarom aanbevolen om, zoals HKVLIJN IN WATER in [17]

Als gevolg van aanwijzing van het Volkerak-Zoommeer voor hoogwaterberging

7.2.2. De vorm van de afvoergolf

De vorm van de afvoergolf heeft invloed op de waterstanden in het Mark-Vliet systeem. Er is nu met een vorm gerekend die in 1995 is opgetreden, ma f varieert keer op keer. De hoogste afvoerpiek die optreedt heeft een be rgolf is gedimensioneerd. De lagere piek van de afvoer die ee aatgevende piek optreedt in de gebruikte afvoergolf (zie figuur 5.2 in sectie 5.2) valt dit onderzoek gedefinieerde randvoorwaarden samen met de piek in de waterstand op het Volkerak-Zoommeer. Hierdoor ontstaan hogere waterstanden in het Mark-Vliet systeem dan wanneer er geen piek in de afvoer zou zitten ten tijde van inzet van het Volkerak-Zoommeer. Hoe de waterstanden in het Mark-Vliet systeem uitpakken, is afhankelijk van hoe dominant de invloed van de waterstand op het Volkerak-Zoommeer is voor de locatie, het tijdstip en de omstandigheden waarnaar gekeken wordt.

Het onderzoeken van de invloed van de vorm van de afvoergolf op de uiteindelijke maximale waterstanden valt aan te bevelen. Door een gemiddelde afvoergolf te bepalen en deze op te schalen in plaats van de momentopname uit 1995 die nu is gebruikt kan de onzekerheid aangaande de

van it ik s orkomen: e t, zoals het oerpieken op deze locaties uitgedempt zijn, zal de vorm van de afvoergolf de maximale waterstanden in deze situatie verwaarloosbaar beïnvloeden. Voor de

imale

naar voren ekomen dat de duur van inzet van het Volkerak-Zoommeer zeer bepalend is voor de maximale waterstanden die optreden in het Mark-Vliet systeem en de stroomopwaartse invloed van de waterstanden bij de mondingen. Wanneer de waterstand op het Volkerak-Zoommeer langer dan

ar de vorm van de afvoergol

paalde herhalingstijd waarop de afvoe n dag of twee na de m

bij de in

invloed van de vorm van de afvoergolf weggenomen worden. Op basis van de resultaten

onderzoek wordt echter verwacht dat de verschillen in de maximale waterstanden door het gebru van een gemiddelde afvoergolf minimaal zijn. Grofweg gezien kunnen de volgende drie situatie

d

vo

1. Wanneer de waterstanden op het Volkerak-Zoommeer laag zijn, domineert de afvoer d waterstand in het Mark-Vliet systeem. De maximale waterstanden worden dan bepaald door de maatgevende afvoerpiek. De hoogte van de maatgevende afvoerpiek is niet afhankelijk van de vorm van de afvoergolf.

2. Op de benedenstroomse locaties zijn de pieken in de afvoer grotendeels uitgedemp ook blijkt uit figuur 5.2 in paragraaf 5.2. Wanneer het Volkerak-Zoommeer niet ingezet wordt voor hoogwaterberging kan er een situatie ontstaan waarin de waterstanden op Volkerak-Zoommeer de waterstanden bij de benedenstroomse locaties domineren. Doordat de afv

bovenstroomse punten geldt de uitleg voor situatie 1.

3. Bij inzet van het Volkerak-Zoommeer is de waterstand op het Volkerak-Zoommeer dominant over een groot deel van het systeem. Daar waar de waterstand op het Volkerak-Zoommeer dominant is, speelt het wel of niet aanwezig zijn van een extra piekje in afvoer waarschijnlijk een verwaarloosbare rol. Bij de bovenstroomse locaties wordt de max waterstand net als in situatie 1 bepaald door de maatgevende afvoerpiek.

Er wordt dus verwacht dat de vorm van de afvoergolf in alle drie de situaties weinig uitmaakt voor de maximale waterstanden op alle locaties in het Mark-Vliet systeem.

7.2.3. Duur van hoogwaterberging

Uit de Dulfow-berekeningen en de berekeningen met de IJsseldelta methode is g

Verandering van de kans op wateroverlast in het Mark-Vliet systeem

twee dagen verhoogd is, is de afwatering van het Mark-Vliet systeem langer gestremd. De

kans

n worden met een sterke toename van het risico van wateroverlast in het Mark-Vliet steem. De waterstanden in het systeem tot voorbij Breda worden dan niet langer gedomineerd

r de

sectie 7.1 en 7.2. In deze sectie wordt ingegaan op de karakteristieken van de resu e

Ten eer In

deze wa Er moet rekening gehouden worden met een

halv onderzo Het is n systeem

voor ee d om

een ond leerde situatie konden de

ove de

watersta beschik Volkera

tussen d eren kan niets

ezegd worden over de toename van de kans op wateroverlast door aanwijzing van het Volkerak-’, te berekenen. Dit is edaan met behulp van de IJsseldelta methode. Wanneer op basis van een uitgebreid

inzet van het Volkerak-Zoommeer voor berging en de r. opstuwing in het systeem neemt dan toe met als gevolg dat de maximale waterstanden ook toenemen. Bovendien reikt het overgangsgebied tussen het meergedomineerde en

riviergedomineerde gebied dan, afhankelijk van de duur, tot in of voorbij de singels van Breda. De waterstanden in de singel nemen bij inzet van het Volkerak-Zoommeer dan wel toe, in

tegenstelling tot een situatie waarin een tweedaagse verhoging optreedt. Hierdoor zullen de op en de gevolgen van wateroverlast in Breda toenemen. Gezien de schade die in dit dichtbebouwde gebied kan ontstaan, is dit niet wenselijk.

Alhoewel nu wordt uitgegaan van een tweedaagse duur van de hoogwaterberging, kan dit uitgangspunt in de toekomst misschien veranderen. Wanneer dit het geval is, moet rekening gehoude

sy

door de afvoer, waarop waterschap Brabantse Delta het beschermingsniveau bepaalt, maar doo extreme waterstanden op het Volkerak-Zoommeer.