• No results found

88 onwaarschijnlijk dat het afschot onder ontheffing leidt tot een verlaging van de populatie op langere

termijn en dat dit de staat van instandhouding beïnvloed.

Van afschot tijdens de jachtperiode en onder de provinciale vrijstelling ontbreken (gedetailleerde) gegevens, maar duidelijk is dat afschot tijdens de jacht een veelvoud is van wat er onder de vrijstelling wordt geschoten. Afschot onder de vrijstelling kan de ‘trek’ van wilde eenden naar een graanperceel tegengaan en voorkomt daardoor schade. Volgens praktijkervaring is afschot effectief als methode voor verjaging en als versterking van andere weringsmethoden.

Het afschot van wilde eenden is in de periode 1996-2015 afgenomen vergeleken met de periodes 1911-1965 en 1966-1995, en de overleving is toegenomen. Daarmee vormt de jachtdruk momenteel geen factor voor de achteruitgang van de broedvogelpopulatie (van den Bremen et al., 2015). Daarmee heeft afschot onder de provinciale vrijstelling geen invloed op de staat van instandhouding.

Vanwege de positieve effecten op de schadebeperking is continuering van verjaging met ondersteunend afschot onder de provinciale vrijstelling en onder de ontheffing wenselijk.

Tijdens het jachtseizoen dienen jachthouders te streven naar een dusdanige stand dat schade ook buiten het jachtseizoen voorkomen wordt. Dit past bij het streven naar een redelijke stand van de wildsoorten.

7.1.6 WETTELIJKE STATUS EN PROVINCIAAL BELEID

Wildsoort waarop de jacht is geopend van 15 augustus tot en met 31 januari, vanaf een half uur voor zonsopgang en tot een half uur na zonsondergang. Provinciale vrijstelling voor aan verjaging ondersteunend afschot van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang gericht op bestrijding van schade aan graan, van 1 juli tot 15 augustus.

Schade door wilde eenden buiten de periode waarin de jacht op de eend is geopend komt in Noord- Holland in aanmerking voor een tegemoetkoming, als enige van de vijf wildsoorten (Beleidsregel tegemoetkoming schade artikel 6e).

De wilde eend is als niet-broedvogel een Natura 2000-soort. In Noord-Holland heeft alleen het Natura 2000-gebied IJsselmeer (provincie-overschrijdend) een instandhoudingsdoelstelling voor de wilde eend: behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 3.800 vogels. Het landelijke Natura 2000-doel is behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht voor een populatie. Dit betreft gemiddeld 128.000 vogels (seizoensgemiddelde waterrijke gebieden uit het Meetnet Watervogels, Sovon).

7.1.7 DOELSTELLING

 Behoud van een redelijke wildstand en het voorkomen van schade in het jachtveld.

 Voorkómen dan wel beperken van belangrijke gewasschade (meer dan €250 per geval per bedrijf per jaar).

89 7.1.8 BEHEERMAATREGELEN

Preventieve middelen worden ingezet volgens de Handreiking Faunabeheer en de module Eenden van de Faunaschade Preventie Kit. Zie http://www.bij12.nl/bij12units/faunafonds/faunaschade- preventiekit-fpk/module-eenden/

Het beheer wordt uitgevoerd door bejaging en verstoring in het jachtseizoen (15 augustus – 31 januari) en bij graan met aan verjaging ondersteunend doden in de periode van provinciale vrijstelling (1 juli – 15 augustus). Doden in het kader van de jacht is er mede op gericht om schade aan gewassen te voorkomen dan wel te beperken. In de rest van het jaar (1 februari – 14 augustus) mag de wilde eend ook verstoord worden, indien noodzakelijk met ad hoc ontheffing voor aan verjaging ondersteunend doden.

Slootkantbeheer gericht op voorkómen van predatie en ter bevordering van een rijker insectenleven als voedsel van jonge eenden. Plaatsen van broedkorven om de eenden een veilige broedplek te bieden.

7.1.9 UITVOERING BEHEERMAATREGELEN

Verstoring gebeurt met visuele en akoestische preventieve middelen zoals vermeld in de Handreiking Faunaschade en de Faunaschade Preventiekit, zoals vogelschrikkers, vlaggen, linten, ballonnen, vliegers, afweerpistolen en knalapparaten. Op kwetsbare gewassen is verjaging met zowel een akoestisch als een visueel middel verplicht voordat verjaging met ondersteunend afschot mag plaatsvinden.

Tijdens het jachtseizoen mogen jachthouders wilde eenden doden met het geweer. Bij de jacht mogen levende lokeenden, gedode wilde eenden en imitatie (kunststof) wilde eenden en het gebruik van wettelijk toegestane lokmiddelen worden ingezet.

Personen met een kooikersdiploma mogen wilde eenden vangen en doden in een eendenkooi. Personen met een valkeniersakte mogen tijdens het jachtseizoen eenden doden met een jachtvogel. Schade aan gewassen kan in die periode mede voorkomen worden door reguliere bejaging. Tijdens het jachtseizoen dienen de genoemde categorieën van personen te streven naar een dusdanige stand dat schade ook buiten het jachtseizoen voorkomen wordt. Dit past bij het streven naar een redelijke stand van de wildsoorten.

Op basis van de provinciale vrijstelling is aan verjaging ondersteunend afschot toegestaan op graan in bedrijfsmatige teelt in de periode van 1 juli tot 15 augustus, ook in het uur voor zonsopgang en het uur na zonsondergang. Wilde eenden foerageren het meest in de schemer en de nacht (Bauer & Glutz von Blotzheim, 1968). Op grond van artikel 3.1 lid 5 van de Wet natuurbescherming mogen wilde eenden het hele jaar door opzettelijk verstoord worden, indien de storing niet van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de desbetreffende vogelsoort. De provincie kan ontheffing verlenen voor verjaging met ondersteunend afschot, bijv. voor de veiligheid van het luchtverkeer of om gewasschade te voorkomen.

Maatregelen om schade te beperken of te voorkomen hebben betrekking op lokale situaties bij schadegevoelige percelen. Schadegevoelige gewassen komen binnen de gehele provincie voor.

7.1.10 EFFECTIVITEIT BEHEERMAATREGELEN

Zowel visuele als akoestische preventieve middelen werken maar gedurende een korte periode. Daarna wennen wilde eenden er aan. Door deze middelen af te wisselen wordt de effectiviteit verhoogd

90