• No results found

118 Aantal fauna incidenten en aandeel birdstrikes op Schiphol Fauna incidenten betreffen zowel birdstrikes

(vliegtuig heeft aanvaring gehad met vogel) als dieren die op/langs de banen dood zijn gevonden.

Konijn

jaar fauna incident waarvan birdstrike

2010 2 2011 4 2012 2013 1 2014 2015 Eindtotaal 7

Bron: Bird Control Schiphol Schade aan flora en fauna

Konijn vormt lokaal een probleem met kwetsbare vegetaties. Dit betreft vegetaties in het Gooi, waar een kleine populatie rozenkransje (Antennaria dioica) voorkomt; één van de twee laatste en zwaar bedreigde populaties buiten de Waddeneilanden.

Overige schade aan belangen

Schade treedt ook op in relatie tot volksgezondheid en openbare veiligheid (met name voor spoortaluds, dijklichamen), sportvelden, golfterreinen, industrieterreinen en begraafplaatsen (tabel 7.5.1). Daarnaast vindt ondergraving van leidingen plaats. Daarnaast vindt in het Gooi schade aan cultuurhistorische elementen, grafheuvels, waar konijnen holen in graven.

7.5.4 RESULTATEN BEHEER AFGELOPEN PERIODE

De FBE heeft nooit een ontheffing voor deze soort gehad. Registratie van aantal doorgeschreven machtigingen was daarom ook niet aan de orde. Het is een landelijk vrijgestelde soort en wildsoort, waardoor er geen plicht was tot registratie van afschot.

Afschot op basis van ontheffing via RUD was in de eerste twee jaren beperkt, circa 200-300 individuen, en ligt van 2012-2015 tussen de 1.100 en 1.800. Het grootste afschot vindt plaats ten behoeve van sportvelden en industrieterreinen (32%), vliegveiligheid (28%) en openbare veiligheid (spoortaluds en dijken). 3% van het afschot vindt plaats in verband met gewasschade, met name in de laatste drie jaar (tabel 7.5.2). Dit heeft betrekking op een ontheffing ter voorkoming van gewasschade

in een situatie dat niet gebruik gemaakt kan worden van de landelijke vrijstelling. Dus bijvoorbeeld met kunstlicht of velden kleiner dan 40 ha.

119

Totaal FBE RUD

Jaar

Jacht/Lan delijke

ontheffing Alle onthef-fingen ontheffingen Schade gewassen Vliegveilig-heid

Volks- gezond

-heid Openbare veiligheid

Volksgezondheid en openbare veiligheid

2010 1.200-1.800* 188 nvt 151 (2)

2011 onbekend min. 272 nvt onbekend (1) 235 (3) 2012 onbekend min. 1.789 nvt 619 (2) 448 (1) 133 (5) 2013 onbekend min. 1.611 nvt 43 (4) 929 (2) 33 (6) 158 (4) 2014 onbekend min. 1.518 nvt 79 (2) 257 (2) 51 (1) 292 (7) 2015 onbekend min. 1.133 nvt 98 (4) onbekend (1) 254 (5)

Tabel 7.5.1

afschot konijn op basis van jacht/landelijke ontheffing en ontheffingen van FBE en RUD. ( ) aantal beschikbare ontheffingen. FBE had geen ontheffing. * afschot jacht betreft 2010/2011 en is een schatting op basis van een extrapolatie van afschotcijfers per 100 ha jachtveld (zie 5.3).

(vervolg tabel 7.5.2)

Schade

begraafplaatsen Sportvelden Sportvelden en/of industrieterreinen

Gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en

wateren Andere eigendommen

37 (1) onbekend (1) onbekend (9) 37 (4) 109 (1) 38 (2) 327 (8) 115 (2) onbekend (1) 59 (1) 203 (9) 186 (1) 51 (1) 788 (13) 781 (12)

2012: ontheffingen zijn o.a. verleend voor openbare veiligheid van spoorbanen in Noord-Holland (400).

2013: Ontheffing voor sport & industrie zijn o.a. verleend voor Velsen, Alkmaar, Zandvoort, Hilversum; voor volksgezondheid en veiligheid voor Afsluitdijk & Houtribdijk; voor gewassen voor Naarden.

120 2014: Ontheffingen Sport & industrie zijn o.a. verleend voor Velsen, Alkmaar, Zandvoort; voor volksgezondheid en veiligheid zijn o.a. verleend voor de Afsluitdijk en houtribdijk; ontheffing voor gewassen o.a. verleend voor Naarden.

7.5.5 EVALUATIE AFGELOPEN BEHEERPERIODE

De populatie van het konijn is onderhevig aan flinke schommelingen, voornamelijk veroorzaakt door een aantal virulente ziektes die de stand plaatselijk letterlijk kunnen decimeren. Onder goede omstandigheden kan de populatie snel groeien door de grote reproductiecapaciteit van het konijn. Afschot onder ontheffingen is gering, de laatste jaren tussen de 1.100 en 1.800. Ook het afschot tijdens de jachtperiode en onder de landelijke vrijstelling is gering, naar schatting rond de 1.200 -1.800. Afschot lijkt daardoor niet een factor die de populatieontwikkeling beïnvloedt.

De status als wild én soort van de landelijke vrijstellingslijst was nu toe voldoende basis voor een effectief beheer van het konijn. Onder de nieuwe Wet natuurbeheer blijft deze status zo. Er is aanleiding, gezien de nachtelijke leefwijze, voor het verlenen van ontheffingen voor bestrijding ‘s nachts. Voor vliegveiligheid, bescherming van sportvelden, industrieterreinen, treintaluds en dijklichamen vindt meer afschot plaats en is dus noodzakelijk. Daarom wordt geconcludeerd dat continuering van dit beleid wenselijk is.

Tijdens het jachtseizoen dienen jachthouders te streven naar een dusdanige stand dat schade ook buiten het jachtseizoen voorkomen wordt. Dit past bij het streven naar een redelijke stand van de wildsoorten.

7.5.6 WETTELIJKE STATUS EN PROVINCIAAL BELEID

Wildsoort waarop de jacht is geopend van 15 augustus tot en met 31 januari. Landelijke vrijstelling van de verboden om in het wild levende dieren te doden en te vangen en hun voortplantingsplaatsen of rustplaatsen te vernielen, zoals omschreven in art. 3.10 lid 1 onderdelen a en b Wet natuurbescherming. Deze vrijstelling geldt voor overlast, schade en dreigende schade aan gewassen, vee, bossen, flora, fauna en terreinen zoals sportvelden, schietterreinen, industrieterreinen, kazernes of begraafplaatsen.

Zonder ontheffing mogen konijnen alleen tussen zonsopgang en zonsondergang bestreden worden. Schade veroorzaakt door het konijn komt het gehele jaar niet in aanmerking voor een tegemoetkoming.

7.5.7 DOELSTELLING

 Behoud van een redelijke wildstand en het voorkomen van schade in het jachtveld.  Nulstand bij kwetsbare objecten, zoals infrastructurele dijklichamen.

 Voorkómen van risico’s voor de veiligheid op begraafplaatsen, sportvelden, industrieterreinen e.d.

 Verminderen en zo mogelijk voorkomen van risico’s voor de veiligheid van het vliegverkeer.  Voorkomen dan wel beperken van belangrijke gewasschade (meer dan €250 per geval).

121 7.5.8 BEHEERMAATREGELEN

Preventieve middelen worden ingezet volgens de Handreiking Faunabeheer en de module

Haasachtigen van de Faunaschade Preventie Kit (BIJ12, 2016). Zie

http://www.bij12.nl/bij12units/faunafonds/faunaschade-preventiekit-fpk/haasachtigen/

Het beheer wordt uitgevoerd door bejaging met verschillende middelen (zie hieronder) en verstoring. Op grond van de landelijke vrijstelling mag dit het gehele jaar door. Daarnaast vindt afschot plaats in het kader van de jacht, dat deels er gericht op kan zijn om schade aan gewassen te voorkomen dan wel te beperken.

7.5.9 UITVOERING BEHEERMAATREGELEN

Ter voorkoming en beperking van schade zijn diverse akoestische preventieve middelen in te zetten om konijnen weg te houden, zoals linten, afweerpistolen en knalapparaten. Op kwetsbare gewassen is verjaging met zowel een akoestisch als een visueel middel verplicht voordat verjaging met ondersteunend afschot mag plaatsvinden.

Het konijn mag gedood of gevangen worden met behulp van fret en buidels, kastvallen, vangkooien, jachtvogels, met name havik en woestijnbuizerd, en het geweer. Een persluchtbuks kaliber .22 voldoet aan de definitie van een geweer in art. 3.13 lid 1 Besluit natuurbescherming. Met een geluiddemper en een magazijn van bijv. 10 kogeltjes kunnen met een persluchtbuks meerdere konijnen in korte tijd gedood worden. Verder is het bedieningsgemak beter dan van hagel- en kogelgeweren, met name door de geringe terugslag. Voor het voorhanden hebben en gebruiken van een persluchtbuks in niet afgesloten ruimten is een WM4 verlof (Wet wapens en munitie) nodig.

Op grond van de landelijke vrijstelling mogen grondgebruikers met het oog op schadebestrijding het hele jaar door konijnen doden en vangen, plus verstoren. Zonder ontheffing mogen konijnen alleen tussen zonsopgang en zonsondergang bestreden worden. Konijnen zijn echter vooral in de schemer en de nacht actief. De provincie kan aanvullend ontheffingen verlenen voor afschot in de schemerperiode, en ’s nachts met kunstlicht, restlichtversterking en warmtebeeldversterking, en het gebruik van een geluidsdemper. Op begraafplaatsen zal over het algemeen niet met afschot beheerd worden, maar met fret en buidels of kastvallen. Incidenteel worden vangnetten gebruikt.

Maatregelen om schade te beperken of te voorkomen hebben betrekking op lokale situaties bij schadegevoelige terreinen. Schadegevoelige gewassen komen binnen de gehele provincie voor. Schade door konijnen in percelen met fruitbomen, boomkwekerijen en vollegrondsgroenten kan wat betreft omvang sterk oplopen, maar is te beperken met een raster. De kosten van een deugdelijk konijnenwerend raster zijn echter hoog en het permanente karakter van gaasrasters maakt deze vooral geschikt voor meerjarige teelten (bijvoorbeeld fruitpercelen en boomteelt).

Zie verder de Module Haasachtigen van de Faunaschade Preventie Kit van BIJ12- Faunafonds:http://www.bij12.nl/bij12units/faunafonds/faunaschade-preventiekit-fpk/module-

122