• No results found

Ontwikkeling totale uitgaven, 2014-2020

-€ 500.000

€ 1.000.000

€ 1.500.000

€ 2.000.000

€ 2.500.000

€ 3.000.000

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Ontwikkeling totale uitgaven, 2014-2020

Uitgaven RWS/InfoMil Uitgaven RVO Uitgaven RIVM Opdrachten

3.2. Onderbouwing uitgaven (RPE 7)

In deze paragraaf zetten we uiteen hoe de uitgaven aan RWS/InfoMil, RVO, RIVM en voor opdrachten worden besteed.

Uitgaven RWS/InfoMil

Kenniscentrum InfoMil is het centrale informatiepunt voor wet- en regelgeving binnen het omgevingsdomein.

Het is onderdeel van RWS en fungeert als schakel tussen beleid en uitvoering. InfoMil heeft, in het kader van het thema stalsystemen, regelmatig contact met IenW, RVO en omgevingsdiensten, en medewerkers nemen deel aan diverse overleg- en werkgroepen. Via de website van RWS/InfoMil wordt veel praktische informatie voor beleidsmakers en uitvoeringsinstanties gedeeld. Specifieke taken van RWS/InfoMil zijn:

• Voorlichting: RWS/InfoMil geeft op een toegankelijke manier uitleg over wet- en regelgeving. Zowel algemeen, via de website, als op individuele basis. RWS/InfoMil is een belangrijke inhoudelijke sparringpartner voor de omgevingsdiensten en gemeenten, die vergunningen voor (nieuwe) stallen verstrekken en daarbij tegen interpretatievragen aan kunnen lopen.

• Beleidsondersteuning IenW: RWS/InfoMil ondersteunt IenW bij beleidsontwikkeling, bijvoorbeeld door de technisch-juridische gevolgen van beleidsopties te schetsen.

• Afstemming RVO: RWS/InfoMil neemt deel aan verschillende klankbordgroepen met ondernemers die door RVO worden voorgezeten, heeft regulier overleg met RVO over lopende dossiers en bespreekt eventuele beleidsvragen die naar voren komen bij het vaststellen van emissiefactoren. Verder heeft RWS/InfoMil zitting in de werkgroep stalbeoordeling.

• Actualiseren lijst: RWS/InfoMil publiceert emissiefactoren van nieuwe stalsystemen op de Rav-lijst, en actualiseert de Rav-lijst indien nodig.

• Assistentie bij onderzoek: RWS/InfoMil helpt bij het opstellen van offerteaanvragen voor onderzoek, het beoordelen van offertes, het deelnemen in begeleidingscommissies, en dergelijke.

Op dit moment werken er op het thema stalsystemen ca. vijf fte bij RWS/InfoMil. Ook ontvangt de organisatie een kleine bijdrage vanuit artikel 21 voor met name organisatie van kleine bijeenkomsten. Bij elkaar is dit ca. € 600.000 per jaar (cijfers 2019).

Uitgaven RVO

RVO is een agentschap van EZK en richt zich op het vooruithelpen van het bedrijfsleven bij duurzaam, innovatief, agrarisch en internationaal ondernemen. RVO is de coördinerende organisatie binnen het stalbeoordelingsproces. Het houdt contact met ondernemers, maakt beoordelingen, stuurt de TAP aan en stemt af met RWS en IenW. Specifieke taken van RVO zijn:

• Procesbegeleiding: kerntaak van RVO is begeleiding van het proces van het indienen van aanvragen voor innovatieve stalsystemen door ondernemers tot aan daadwerkelijke vaststelling van

emissiefactoren. RVO schakelt de TAP in voor advies over emissiefactoren en beoordeelt, in samenwerking met de TAP, ingediende meetplannen.

• Systeembeschrijvingen: op basis van de meetplannen stelt RVO systeembeschrijvingen van technieken op en deelt die informatie met RWS/InfoMil, voor publicatie op de Rav-lijst.

• Communicatie ondernemers: RVO heeft veel contact met ondernemers (veehouders en fabrikanten).

RVO organiseert een aantal keer per jaar klankbordgroepen met ondernemers om knelpunten te bespreken die ondernemers in de praktijk tegenkomen. De hoofdgroepen zijn meetinstanties, vloerfabrikanten en luchtwasserfabrikanten. Kleinere groepen zijn er voor de kalverhouderij en het thema fijnstof.

• Afstemming RWS/InfoMil: voor stalsystemen die niet goed binnen de systematiek van stalbeoordeling passen is soms maatwerk nodig. Daarom voert RVO overleg met RWS/InfoMil (en IenW) over de adviezen van de TAP bij dergelijke ‘uitzonderingsgevallen’. Hier is inmiddels een apart afwegingskader voor ontwikkeld en iedere uitzondering wordt gedocumenteerd.

• Overig: andere taken zijn het actueel houden van protocollen, organiseren van bijeenkomsten over de geurregeling, en het voorbereiden op de implementatie van de Omgevingswet (met name in 2021).

Op dit moment werken er op het thema stalsystemen ca. vier fte bij RVO. Daarnaast ontvangt de organisatie een bijdrage vanuit artikel 21 voor de inzet van TAP-experts bij stalbeoordelingen. Bij elkaar is dit ca. € 600.000 per jaar (cijfers 2019).

Uitgaven RIVM

Het RIVM zet zich in voor een gezonde bevolking en een duurzame, veilige en gezonde leefomgeving. Dit doet het RIVM op basis van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. Het RIVM is penvoerder van het

“Kennisplatform Veehouderij en Humane gezondheid”, dat sinds 2015 actief is. Dit platform duidt wetenschappelijke informatie op gebied van veehouderij en gezondheid, en maakt deze beschikbaar voor beleidsmakers en uitvoerders.

Het kennisplatform is een samenwerking tussen het RIVM, WUR, Universiteit Utrecht, GGD GHOR Nederland, ZonMw en Omgevingsdienst NL. Bekostiging van het kennisplatform komt van IenW, LNV en VWS, van andere overheden en tot voor kort ook vanuit de veehouderijsectoren.

Het RIVM ontvangt een relatief kleine bijdrage vanuit artikel 21 voor de inzet voor het Kennisplatform Veehouderij en Humane gezondheid: ca. € 70.000 per jaar (cijfers 2019). Daarnaast heeft het RIVM in 2017-2019 jaarlijks een bijdrage van ca. € 70.000 ontvangen voor versterking van de kennisbasis over geurhinder.

Opdrachten

IenW verstrekt jaarlijks een opdracht aan de NEN voor het voeren van het secretariaat van VERA. VERA is het internationale samenwerkingsverband tussen Nederland, Vlaanderen en Denemarken (en tot voor kort ook Duitsland) voor het testen en verifiëren van milieutechnieken in de landbouw. Nieuwe technologieën die zijn getest volgens een van de VERA-testprotocollen kunnen een VERA-verificatieverklaring krijgen. Die verklaring documenteert de milieu-efficiëntie en operationele stabiliteit van een technologie. In verschillende landen zijn milieutechnologieën al getest, maar vaak zijn de testresultaten alleen goedgekeurd in het land waar de test is uitgevoerd. VERA probeert dit te overbruggen en een goed functionerende Europese markt voor

emissiereducerende technieken te bereiken. Het secretariaat van VERA wordt verzorgd vanuit één van de deelnemende landen. Na Denemarken en Duitsland is dat (sinds eind 2018) Nederland. Hiervoor is het NEN ingeschakeld. De opdracht aan de NEN in 2019 en in 2020 bedraagt ongeveer € 170.000.

In de periode 2014-2020 zijn verschillende soorten onderzoek uitgezet. Dit gebeurt ofwel rechtstreeks vanuit IenW ofwel via een overboeking aan LNV. Een groot deel van de opdrachten wordt uitgezet bij de WUR, als specialist op het thema stalsystemen. De aard van onderzoeken is verschillend: ontwikkeling en validatie van modellen, ontwikkeling van meetmethoden, evaluatie van beleid, evaluatie van stalbeoordeling, et cetera. Het is niet goed mogelijk om alle onderzoeken tussen 2014-2020 in te delen naar de zeven deelonderwerpen van deze beleidsdoorlichting. Wel valt op dat een aanzienlijk deel van het onderzoeksbudget in de afgelopen jaren is besteed aan geur en aan endotoxinen.

De bedragen voor onderzoek verschillen van jaar op jaar. Gemiddeld per jaar was het onderzoeksbudget in 2014-2020 ca. € 500.000.

4. Beschikbaar

onderzoeksmateriaal