• No results found

Waar de eerste reacties op de roman vooral ook gingen over het stuitende naakt van residentsvrouw Léonie van Oudijck in de fameuze badkamerscène, volgden er later ook reacties op het koloniale aspect van de roman. In eerste instantie werd de roman niet zozeer gelezen als kritiek op het kolonialisme van de ‘Hollandsche overheersers’, maar werd er slechts gekeken naar de kloof tussen Oost en West die onoverbrugbaar zou zijn. Maar langzaamaan kwamen er ook reacties op het gegeven van een stille kracht als manier om de overheersers te ‘overmeesteren’.

Willem Gerard van Nouhuys zag in eerste instantie vooral de kracht van de roman terug in de compositie: ‘Het moest een strijd worden tussen twee machten, de heersende en de verdervende. De heersende Van Oudijck die Indië door en door meent te kennen. Maar die

geen oog heeft voor de langzaam stijgende ‘stille krachten’…. Het is de groote verdienste van dezen roman, dat we voortdurend onder de suggestie blijven van haar bedreiging. Er is een mooie stijging in, waardoor we de overmacht der stille kracht sterker en sterker gaan voelen, haar eindelijke overwinning voorspeld op geheimzinnige, benauwende wijze.’141

In de loop der jaren is de visie op De stille kracht veranderd. Er volgden teeds meer recensies die op het koloniale aspect ingingen. Vanaf de jaren vijftig veranderen de gedachten over koloniseren. In 1954 wordt er een recensie gepubliceerd met de titel: De stille kracht: Roman van het onvermijdelijke verlies. Couperus’ roman wordt steeds meer gezien als een visionair boek. De rechtvaardigheid van de aanwezigheid van de Nederlanders in Nederlands- Indië wordt niet langer meer geloofd.142

Marja Roscam Abbing vertelde in NRC Handelsblad in 1972 dat de roman een ‘perfecte schets is van de Nederlanders in Ons Indië aan het begin van deze eeuw. Het maakt een zeer authentieke indruk.’ Ze stelde zichzelf dan ook de vraag: ‘heeft de waarheid een eigen overtuigingskracht of kan Couperus zo schrijven dat zelfs een misschien geheel verdraaide Couperus-werkelijkheid de indruk van de waarheid vestigt?’143 In diezelfde tijd kwam ook de televisieserie uit van De stille kracht waardoor de roman opnieuw onder de aandacht kwam te staan.

Het koloniale thema kreeg steeds meer aandacht en in een vraaggesprek over Couperus in 2004 zei Couperus-liefhebber Bas Heijne het volgende:

Het boek gaat niet alleen over de blote borsten van Leonie van Oudijck. Het gaat ook niet over goena-goena,144 maar over twee verschillende culturen, waarbij de ene in de ander probeert door te dringen. Dat blijkt niet te kunnen. De koloniale cultuur is ten dode

opgeschreven. Zo’n roman, over de onmogelijkheid van mensen uit verschillende achtergronden om elkaar te begrijpen, had ik in Nederland nog niet gelezen, dat was een verrassing voor me.145

Het is ontzettend naïef om te denken dat je integratie kunt afdwingen. Men denkt dat als mensen de taal leren ze ook wel hun eigen cultuur zullen inruilen. Zo werkt dat natuurlijk

141 “Recensie De stille kracht, W.G. van Nouhuys, november 1900,” index De stille kracht, index recensie, Louis

Couperus Genootschap, laatst bezocht op 27 augustus, 2020,

https://www.louiscouperus.nl/publicaties/recensies/de-stille-kracht/van-nouhuys/.

142 “De stille kracht: Roman van het onvermijdelijke verlies”, in: Nieuwe Rotterdamse Courant, 03-04-1954,

https://www.krantvanuwgeboortedag.nl/echte-historische-kranten/nrc-handelsblad/2424780/03-04-1954/.

143 Tonny van Winssen. Nawoord: ontvangst Uit: De Stille Kracht van Louis Couperus (Groningen: Wolters-

Noordhoff BV, Grote Lijsters 1993), 222.

144 Indonesische benaming voor toverkunst. “Goena-goena”, Literaire canon, laatst bezocht op 28 augustus,

2020, https://literairecanon.be/nl/werken/de-stille-kracht/goena-goena.

145 “Een vraaggesprek met Bas Heijne. Couperus, visionair modernist,” Erik Schoonhoven, Louis Couperus

Genootschap, laatst bezocht op 27 augustus, 2020, https://www.louiscouperus.nl/publicaties/artikelen/couperus- visionair-premodernist/.

niet. Hoe meer eisen je stelt des te meer je het tegenovergestelde bewerkstelligt. En dat is nu precies waar Couperus in De stille kracht een goed oog voor had.146

Het koloniale thema voerde steeds meer de boventoon van de roman en het werd al snel een koloniale roman genoemd. De stille kracht wordt gezien als één van de hoogtepunten uit Couperus’ oeuvre.147

4.1.1 Couperus over kolonialisme, volgens Bas Heijne

Want het karakter van den kolonist was al veranderd, als versomberd door het omslaan der kansen, door de teleurstelling, dat hij niet spoedig zijn doel bereikte: zijn materialistisch doel van rijkdom. En in die bitterheid scheen het, dat zijne zenuwen zich ook vernijdigden; zooals zijn ziel versomberde, verslapte zijn lichaam en bood het geen weêrstand aan het vernietigde klimaat…148

Couperus voelde in 1900 al aan dat er een keer een einde moest komen aan de koloniale cultuur. In De stille kracht wordt uitvoerig omschreven dat de kolonisator er maar is voor één reden: materieel gewin.149 Volgens Bas Heijne zet hij vraagtekens bij de rechtvaardigheid van het kolonialisme. Dit doet hij niet door moralistisch te zeggen “het is fout”, maar door aan te tonen dat het westerse rationalisme niet samengaat met de oosterse mystiek. De resident gaat ook niet ten onder aan de krachten die hij niet kan beheersen, want hij beheerst ze wel degelijk, maar hij begrijpt ze niet. Dat maakt hem zwak en daardoor is hij verloren. Hij heeft geen oog, zoals Couperus schrijft, voor “de mystiek der zichtbare dingen”.150