• No results found

De aanwezigheid (en representatie) van niet-Hollandse personages

De configuratie uit het derde hoofdstuk laat zien hoe de personages zich tot elkaar verhouden in de koloniale tweestrijd op basis van hun afkomst. Het script van Thijs is de enige

bewerking waarbij de witte personages in de meerderheid zijn. Er zijn drie Indonesische personages over waarbij Soenario nog negen scènes heeft en de Raden-Ajoe Pangéran zes.

Bij Vorstenbosch en Van Kraaij mogen de gekleurde personages in de meerderheid zijn, maar de Indonesische personages hebben in verhouding tot de witte personages veel minder scènes op toneel. Waar Otto van Oudijck respectievelijk 16 scènes (van de 25) heeft bij Vorstenbosch en in 25 van de 30 scènes van Van Kraaij te zien is op toneel, komen Soenario en de Raden-Ajoe Pangéran maar slechts in drie scènes voor in beide bewerkingen. De Indonesische personages krijgen op deze manier minder speelruimte van de witte

personages. Daar komt bij dat bij Van Kraaij de rol van de Raden-Ajoe Pangéran wordt vertolkt door Marieke Heebink, een witte Nederlandse actrice. Wel is ze Indonesisch gekleed en geschminkt.154 Buiten Soenario, de regent van Ngadjiwa (beiden gespeeld door Barry Emond), Addy en de Javaanse bedienden zijn er bij Van Hove geen acteurs van kleur op toneel te zien. De Javaanse bedienden werden gespeeld door mannen met een Aziatische uitstraling.

Uit een recensie van De Volkskrant, door Hein Jansen, blijkt dat er in de voorstelling van Bouhuijs ook veel en vaak bedienden op het toneel te zien waren: ‘een groepje Indische mensen voor de ‘couleur locale’.’155 In PZC verscheen de opmerking: ‘Toen de acteurs voor de Indonesische rollen auditie deden, hebben we ze verteld dat zij in hun rollen ten opzichte van de Nederlanders de ondergeschikten en zelfs de bedienden zouden moeten spelen. Een probleem is dat nooit geweest. Iedereen begrijpt dat iedere rol hier belangrijk is.’156

Vorstenbosch en Bouhuijs lijken de koloniale verhoudingen tussen beide culturen terug te laten komen in de personages.

De niet-Hollandse personages bij Thijs werden allemaal gespeeld door acteurs die in Nederland zijn geboren. Zo wordt de Raden-Ajoe Pangéran gespeeld door Heddy Lester. Zij is een zangeres en actrice geboren in Amsterdam. Wel heeft ze een Joodse moeder en haar

154 Een foto van haar kostuum is te vinden in de bijlage 9.

155 Hein Jansen, “Stille kracht verworden tot wat flauwe rituelen”, De Volkskrant, 18 januari 1997. Een foto van

de Indische personages is te zien in bijlage 7.

vader was een Surinamer uit India.157 Hierdoor heeft ze wellicht een wat oostelijker uiterlijk, dat past bij de rol. Oerip wordt gespeeld door Esther Scheldwacht, geboren in den Haag, maar met Indische wortels, en Soenario wordt gespeeld door Martin Schwab. Ook hij is in Den Haag geboren en heeft Indonesische voorouders.158 Zij lijken wat dat betreft dicht in de buurt te komen van de originele personages.159

Couperus schrijft in zijn roman over halfbloeden, mensen die halfras zijn. Van Kraaij is de enige die dit overneemt. Zo worden Frans van Helderen en Addy de Luce halfbloeden genoemd. Eva Eldersma en Otto van Oudijck gebruiken deze termen. Eva gebruikt het als normaal gangbare term wanneer ze Frans de ‘meest Westerse halfbloed is die ze kent’ noemt, maar Van Oudijck gebruikt het als een soort geuzenterm en scheldwoord. Hij haat alles wat half ras is en wil daarom ook absoluut niets met de familie de Luce te maken hebben.160

De invloed van Soenario en Si-Oudijck

Resident Van Oudijck is het hoofdpersonage die de koloniale belangen wil behartigen en onder zijn bewind het gewest Laboewangi wil laten opbloeien. Samen met Eva Eldersma wil hij van Nederlands-Indië hun kolonie maken. Twee personages doen hun best om Van Oudijck van zijn voetstuk te halen: Prins Soenario en Si-Oudijck. In feite zijn dit beide flat- characters met weinig ontwikkeling, maar hun houding tegenover de overheersing van Van Oudijck zorgt er voor dat zijn koloniale bewind ten val komt.

Prins Soenario vindt het kolonialisme verwerpelijk. Hij ervaart het als een bezetting en hij wil niemand het recht geven om zijn land te koloniseren.161 Hij noemt de resident een ‘minnen Hollander, burgerman en goddeloozen Christen’, die niet had aan te roeren met eenige voeling van zijn vuile ziel.162 Soenario laat dit gevoel nooit merken aan de resident en het blijft onder de oppervlakte. Mede daarom kan de resident geen vat krijgen op Soenario wat hem langzaam gek maakt. Van Oudijck voelt dat er een opstand tegen hem wordt

opgestookt door Soenario, maar zolang van Oudijck niet bij Soenario door kan dringen zal de

157 “Heddy Lester”, Wikipedia, laatst bezocht op 29 augustus, 2020, https://nl.wikipedia.org/wiki/Heddy_Lester. 158 “De stille kracht – Hummelink Stuurman Theaterbureau – 2006-10-128”, Theaterencyclopedie, laatst bezocht

op 29 augustus, 2020, https://theaterencyclopedie.nl/wiki/De_stille_kracht_- _Hummelinck_Stuurman_Theaterbureau_-_2006-10-28.

159 Een castfoto is te vinden in bijlage 10.

160 Peter van Kraaij, De Stille Kracht (definitieve tekst n.a.v. première op 1 oktober 2015), versie januari 2016,

59.

161 Geert Onno Prins, “Deze stil nijdige, geheimzinnig fanatieke wajangpop.

Autochtone personages in De stille kracht.” Indische Letteren, jaargang 24 (2009), 97.

rust niet wederkeren. Van Oudijck doet hier meerdere pogingen voor en krijgt af en toe het idee dat hij Soenario overheerst, maar Soenario blijft altijd waakzaam op de achtergrond.163 Een strijd die door Van Oudijck kennelijk niet wordt gewonnen.

Een ander personage die een grote invloed heeft op Van Oudijck is Si-Oudijck. De vermeende zoon van Van Oudijck is nooit erkend en leeft in een kampong bij de inheemse bevolking. Hij is slachtoffer van het kolonialisme en pleegt stil verzet tegen Van Oudijck door hem anonieme brieven te sturen. Hij is verbitterd en uit op wraak.164 Hij spreekt zijn afkeer over Van Oudijck uit tegen Theo wanneer ze kennis maken met elkaar tijdens een bezoek van Addy en Theo aan zijn kampong. Theo en Si-Oudijck lijken elkaar te vinden in de haat jegens ‘hun’ vader.

Soenario komt in alle drie de toneelbewerkingen terug op de starre manier zoals hierboven staat beschreven. Maar zijn aandeel op het toneel verschilt per bewerking zoals duidelijk is geworden uit de configuratie.

Si-Oudijck komt alleen maar terug bij Van Kraaij. Bij Van Kraaij heeft hij een interessante monoloog, die precies halverwege het script staat, waarin hij als het ware de opmars van de stille kracht aankondigt en daarmee het verval van de Hollandsche

overheersing.165

Plaats

Nederlands-Indië is per bewerking anders op het toneel gebracht. Bouhuijs heeft een eenheid van plaats gecreëerd door het hele verhaal voor dezelfde symbolische achtergrond te plaatsen. Het lijkt een bos met stukken schors over de gehele toneelvloer met daarop centraal een waringinboom, een treugvijg die voorkomt op Java.166 De schors daarvan zorgde ervoor dat de witte kleding van de Hollanders vies werd. Dit kan wellicht een gedachtegang zijn geweest: dat de natuur de ‘witte onschuld’ van de Hollanders wilde bevuilen.167

Het element hout komt ook terug bij Van Hove in de vorm van de grote houten vloer. De natuurelementen zijn in zijn versie verwerkt in de geuren en regenmachine. Op basis van

163 Geert Onno Prins, “Deze stil nijdige, geheimzinnig fanatieke wajangpop.

Autochtone personages in De stille kracht.” Indische Letteren, jaargang 24 (2009), 95.

164 Prins, “Deze stil nijdige, geheimzinnig fanatieke wajangpop. Autochtone personages in De stille kracht,” 100. 165 De originele tekst van de roman tegenover de bewerking van Van Kraaij is te vinden als tekst in bijlage 10. 166 Peter Liefhebber, “Peter Tuinman sterk in ‘De stille kracht’,” Telegraaf, 1997.

veel rook en damp van de regenmachine wilde Van Hove de benauwende sfeer van Nederlands-Indië laten doorvloeien naar het publiek in de zaal.

Bij Thijs speelt het hele toneelstuk zich af op een lege toneelvloer met op de achtergrond steeds een grote, lichte cirkel, die de tropische zon (koperen ploert) / maan lijkt te verbeelden.