• No results found

Ontbrekende voorzieningen

In document De sociale kracht van groene ruimten (pagina 105-108)

De herinrichting van groene ruimten in

Maatregel 3: Aanleggen vlonder met zitgelegen- zitgelegen-heden

6.5 Activiteiten in groene ruimten

6.6.1 Ontbrekende voorzieningen

In de enquête is aan de hand van een open vraag aan elke respondent gevraagd welke voorzieningen in de groene ruimten in de wijk ontbreken. De deelnemers konden ook voorzieningen noteren die niet in het lijstje in figuur 6.8 staan genoemd. Hieronder volgen enkele voorzieningen die door diverse respondenten genoemd zijn en aan het groen in de wijk toegevoegd zouden moeten worden:

- prullenbakken Hoewel er verspreid over de groene ruimten in De Wijert-Noord een groot aantal prullenbakken staan, moet het aantal afvalbakken volgens verschillende respondenten worden uitgebreid. Zij menen dat er – met name in het Hendrik de Vriesplantsoen – veel zwerfvuil achtergelaten wordt, dat grotendeels afkomstig is van de schooljeugd die het park als verbinding tot het winkelcentrum gebruikt. In Beijum geven verschillende deelnemers aan dat er in de groene ruimten zelf weinig prullenbakken staan, waardoor veel hondenbezitters de uitwerpselen van de hond(en) ondanks de opruimplicht niet opruimen. Het probleem met zwerfvuil lijkt in Beijum minder groot te zijn.

- voorzieningen voor honden In beide wijken geven verschillende respondenten aan graag meer voorzieningen voor én tegen honden te zien: enerzijds is er een groep die wil dat (een deel van) het groen in de wijk als losloopgebied voor honden wordt bestemd, en anderzijds is er een groep deelnemers die zich stoort aan de overlast die veroorzaakt wordt door honden (vooral de uitwerpselen op grasvelden worden veel genoemd). De toename van de overlast in Beijum wordt door de respondenten toegewezen aan het opheffen van een aantal losloopgebieden in de wijk, waardoor ook andere locaties te maken hebben gekregen met overlast door hondenpoep. In De Wijert-Noord merkt men de overlast door honden met name in het Hendrik de Vriesplantsoen.

- bloemen Verschillende respondenten uit De Wijert-Noord menen dat het groen in de wijk te veel uit bomen en struiken bestaat en dat er weinig ruimte is voor kleurrijke bloemperken. Zij menen dat een vergroting van de diversiteit van het groen ervoor kan zorgen dat de groene ruimten “aangename verblijfsplekken” worden. In Beijum ziet men graag meer stroken met ‘wilde bloemen’ of bloemenweides; dit sluit goed aan op de ecologische invulling van het groen in deze wijk.

Andere voorzieningen die volgens de respondenten uit De Wijert-Noord en Beijum ontbreken zijn:

- speelvoorzieningen (vooral van toepassing op De Wijert-Noord en de grotere groene ruimten in Beijum) - bankjes (vooral genoemd onder respondenten uit Beijum)

- sportvoorzieningen (vooral van toepassing op de grotere groene ruimten in Beijum) - niet-aangelegd groen (genoemd onder respondenten uit beide wijken)

88 6.7 Tevredenheid groene ruimten

In de enquête is aan elke respondent gevraagd hoe tevreden hij of zij is met een vijftal factoren die samenhangen met het (mogelijke) gebruik van de groene ruimten in de wijk: de grootte, de bereikbaarheid en toegankelijkheid, de veiligheid rondom de ingangen, de hoeveelheid bomen en struiken en het onderhoud. De deelnemers konden hun (on)tevredenheid met deze factoren duiden aan de hand van een 5-punts Likertschaal met de antwoordopties zeer ontevreden, ontevreden, niet tevreden, maar ook niet ontevreden, tevreden en zeer tevreden. Respondenten die het groen in hun wijk nooit gebruiken, konden dit door middel van een aparte antwoordoptie aangeven (ik bezoek nooit groene ruimten in mijn wijk). Figuur 6.9 geeft allereerst per wijk aan welk percentage van de respondenten tevreden of zeer tevreden is met elk van de vijf genoemde factoren. De factoren zijn gerangschikt op basis van deze twee tevredenheidscategorieën.

• Figuur 6.9 Percentage tevreden of zeer tevreden met vijf factoren groene ruimten (gerangschikt)

De Wijert-Noord (n = 70)

* factor scoort lager dan in de wijk Beijum

Beijum (n = 110)

* factor scoort lager dan in de wijk De Wijert-Noord Bron: enquête (2015)

• Figuur 6.10 Tevredenheid met vijf factoren groene ruimten (gerangschikt)

De Wijert-Noord (n = 70)

89

• Figuur 6.10 (vervolg) Tevredenheid met vijf factoren groene ruimten (gerangschikt)

Beijum (n = 110)

Toelichting: De tevredenheid met de vijf factoren die samenhangen met het (mogelijke) gebruik van groene ruimten in de wijk is omgezet in scores (variërend van -2 voor zeer ontevreden tot 2 voor zeer tevreden). De factoren zijn gerangschikt op basis van de gemiddelde score per factor.

Bron: enquête (2015)

De mate van (on)tevredenheid over de verschillende eigenschappen van groene ruimten wordt in figuur 6.10 omgezet naar een gemiddelde tevredenheidsscore per eigenschap. Op deze manier wordt duidelijk in welke mate de respondenten uit beide wijken (on)tevreden zijn over de desbetreffende factor – en dus welke richting daar bij hoort – en hoe de verhouding tussen de factoren onderling is. De factoren zijn gerangschikt op basis van de gemiddelde tevredenheidsscores.

Uit de figuren 6.9 en 6.10 blijkt dat respondenten uit beide wijken het meest tevreden zijn over de bereikbaarheid en toegankelijkheid van het groen en dat men het minst tevreden is over het onderhoud van de groene ruimten. Het feit dat beide wijken relatief veel groene ruimten kennen die op korte afstand van de woningen liggen, vormt een mogelijke verklaring voor de hoge mate van tevredenheid over de factor bereikbaarheid en toegankelijkheid. Toch blijkt dat de tevredenheid met de bereikbaarheid en toegankelijkheid van het groen in Beijum significant hoger is dan in De Wijert-Noord (χ²: p = 0,005; φ en Cramér’s V = 0,249; τc = 0,240). De relatie tussen de factor onderhoud en de wijk waarin men woont, is niet significant (χ²: p = 0,424). Bovendien valt het op dat de respondenten uit De Wijert-Noord significant minder tevreden zijn over de grootte van de groene ruimten dan de deelnemers uit Beijum (χ²: p < 0,0005; φ en Cramér’s V = 0,356; τc = 0,363). Een mogelijke oorzaak van dit verschil wordt gevormd door het feit dat De Wijert-Noord weliswaar in totaliteit veel groen kent, maar dat de oppervlakte van de afzonderlijke groene ruimten beperkt is: binnen De Wijert-Noord is het Hendrik de Vriesplantsoen relatief groot, maar vergeleken met de Groene Long in Beijum is het plantsoen vrij klein.

De overige factoren vertonen geen significant verband met de wijk waarin de respondenten wonen. Uit figuur 6.10 blijkt echter wel dat de respondenten uit De Wijert-Noord over alle factoren met betrekking tot groene ruimten minder tevreden zijn dan de deelnemers uit Beijum (over de factor onderhoud zijn respondenten uit beide wijken nagenoeg even tevreden). Desalniettemin scoort geen van de vijf factoren negatief, wat erop wijst dat men eerder tevreden dan ontevreden is over de diverse kenmerken van het groen in de wijk.

Wanneer de vijf tevredenheidsfactoren worden getoetst aan de individuele eigenschappen van de respondenten en kenmerken van het gebruik van groene ruimten vallen de volgende punten op:

- In Beijum lijken bewoners die het groen in hun wijk langer dan een halfuur gebruiken minder vaak tevreden of zeer tevreden te zijn over de grootte van de groene ruimten. Het verband lijkt logisch verklaard te kunnen worden: bewoners die het groen voor langere duur gebruiken, hebben een grotere reikwijdte en dus belang bij een groter groenareaal. Toch is het verband niet significant (Fisher’s Exact Test: p(B) = 0,375). Dit patroon is in De Wijert-Noord overigens niet te herkennen.

- Bewoners uit De Wijert-Noord die een koopwoning bezitten, lijken vaker tevreden of zeer tevreden te zijn met de veiligheid rondom de ingangen naar de groene ruimten (83,3%). Onder huurders ligt dit percentage

90

op 61,8%. Het verband is echter niet significant (Fisher’s Exact Test: p(DW) = 0,093). Bovendien valt op dat eigenaar-bewoners in beide wijken over elk van de vijf genoemde factoren tevredener zijn.

- Er lijkt in Beijum een verband te bestaan tussen de lengte van een bezoek aan een groene ruimte en de mate waarin men tevreden is over de veiligheid rondom de entrees naar het groen. Onder de respondenten die het groen langer dan een halfuur gebruiken is 88% tevreden of zeer tevreden over de veiligheid rondom ingangen naar het groen, terwijl deelnemers die het groen maximaal een halfuur gebruiken op 73,2% ligt. Dit verband is niet significant (Fisher’s Exact Test: p(B) = 0,086).

- In De Wijert-Noord zijn bewoners die beschikken over een eigen tuin significant vaker ontevreden over het onderhoud van de (openbare) groene ruimten dan bewoners zonder eigen tuin (Fisher’s Exact Test: p(DW) = 0,047)4. Van de deelnemers met een eigen tuin geeft 35,7% aan ontevreden te zijn over het onderhoud van het groen in hun wijk, terwijl dit percentage bij respondenten zonder eigen tuin op 10,5% ligt. Het verband tussen de twee variabelen is matig (φ en Cramér’s V = 0,305).

- De hoge mate van ontevredenheid over het onderhoud van het groen in De Wijert-Noord heeft geen significante invloed op de frequentie van het gebruik en de lengte van een bezoek aan een groene ruimte. In Beijum lijkt de ontevredenheid over het onderhoud van het groen wel een (negatief) effect te hebben op de lengte van een bezoek aan de groene ruimten; het verband is echter niet significant (Fisher’s Exact Test: p(B) = 0,076).

In document De sociale kracht van groene ruimten (pagina 105-108)