• No results found

De onoverwonnen nomade Lettow-Vorbeck’s eindeloze trek door Duits-Oost-Afrika

2. Het koloniale front

2.1 De onoverwonnen nomade Lettow-Vorbeck’s eindeloze trek door Duits-Oost-Afrika

Lettow-Vorbeck’s eindeloze trek door Duits-Oost-Afrika

Over de auteur

Lettow-Vorbeck werd in het jaar 1870 als zoon van een Pruisische generaal geboren. Al heel vroeg wist hij daarom dat hij voor zijn thuisland zou gaan vechten. Op elfjarige leeftijd ging hij naar de cadettenschool. Nadat hij zijn diploma had gehaald, maakte hij snel carrière in het Duitse leger. Hij bewees zijn vaardigheden bij het neerslaan van de Boxer opstand (1899 – 1901) in China. Ook was hij tijdens de Namibische genocide de eerste adjudant in de staf van Lothar von Trotha. Hij was dus getraind in vernietigingsoorlogen. Vlak voor de Eerste Wereldoorlog vertrok Lettow-Vorbeck naar Duits-Oost-Afrika. Door de guerrillaoorlog die hij daar voerde, verwierf hij zijn heldenstatus. Toen hij terugkeerde naar Berlijn werd er voor hem een feesttocht gehouden.

Ook richtte Lettow-Vorbeck in Berlijn zijn eigen Freikorps op. Daarmee sloeg hij verschillende opstanden neer. Tevens sloot hij zich aan bij Walther von Lüttwitz ten tijden van de Kapp Putsch (1920). Dit was eveneens de periode waarin hij zijn oorlogservaringen op schrift stelde en publiceerde. Verder werd hij eind van de jaren ’20 lid van de partij die het sterkst voor koloniaalrevisionisme pleitte: de Deutschnationale Volkspartei.101 Al snel kreeg hij een zetel in de Rijksdag. Tegenover het Derde Rijk had hij geen eenduidige houding. Hij weigerde het nadrukkelijke verzoek van Adolf Hitler om zich bij de NSDAP aan te sluiten, maar werd wel lid van de Sturm Abteilung (SA). In de jaren ’50 ging hij nog een keer terug naar

100 Schilling, Postcolonial Germany, 22. 101 Ibidem, 13.

Tanzania en schreef vervolgens zijn boek Afrika, wie ich es wiedersah (1955).102 Enkele jaren voor zijn dood in 1964 schreef hij zijn memoires: Mein Leben (1957).103

Synopsis

Voordat de Eerste Wereldoorlog begon, was Lettow-Vorbeck al in Duits-Oost-Afrika aangekomen om het land te verkennen. Toen het bericht kwam dat de oorlog met de Britten was uitgebroken, verplaatste hij zijn troepen naar het Kilimanjaro gebied (in het noorden van Tanzania). Lettow-Vorbeck beschrijft zijn succes bij de slagen van Tanga en Longido. Door de materiële overmacht van de Britten moest Lettow-Vorbeck een ‘Kleinkrieg’ voeren. Dit was in feite een guerrillaoorlog. Toen Lettow-Vorbeck een nieuwe Britse aanval verwachtte, besloot hij in het jaar 1916 naar het zuiden te trekken.

Toen Lettow-Vorbeck’s troepen naar het Zuiden trokken begon een lange nomadentrek: de Safari ya Bwana Vorbeck.104 In deze periode begonnen ook de Belgische troepen in Belgisch Congo zich beter te organiseren en de Duitsers serieus aan te vallen. Zijn troepen moesten leven van wat ze onderweg tegenkwamen en de tegenstander plunderen voor wapens en verpleegmaterieel. Als ze ergens wegtrokken verbrandden ze het land om de vijand dwars te bomen. Met verschillende guerrillatactieken boekten ze nog steeds overwinningen. In november 1917 trokken Lettow-Vorbeck’s troepen de Portugese grens over. De nomadentrek zette zich dus voort in Portugees-Oost-Afrika (nu is dit Mozambique). Ook hier werd gevochten. In de zomer van 1918 leden de bataljons grote verliezen. Nadat het bericht kwam dat het thuisland had opgegeven, kwam de mars ten einde.

De militaire coup van Lettow-Vorbeck

Heinrich Schnee was als gouverneur van de kolonie de opperbevelhebber van de troepen. Lettow-Vorbeck erkende ook dat Schnee boven hem stond.105 Door de tegenstrijdige berichten uit het thuisland, moesten Schnee en Lettow-Vorbeck zelf initiatief nemen.106 Dit leidde tot een machtsstrijd. Schnee’s voorkeur was namelijk om een defensieve koers te varen terwijl Lettow-

102 Paul von Lettow-Vorbeck, Afrika, wie ich es wiedersah (München 1955). 103 Paul von Lettow-Vorbeck, Mein Leben (Leipzig 1957).

104 Pesek beweert dat dit het begin was van de Safari. Bovendien werd volgens hem met het wegtrekken uit het

noorden de koloniale orde een nomadische orde. Pesek, Michael, Das Ende eines Kolonialreiches. Ostafrika im Ersten Weltkrieg (Frankfurt en New York 2010) 79.

105 Lettow-Vorbeck, Heia Safari!, 27.

106 Lettow-Vorbeck schrijft dan ook dat de politici uit het thuisland hen gelijktijdig aanspoorden om te mobiliseren

Vorbeck wilde aanvallen.107 Wanneer Schnee orders stuurde om de troepen naar het zuiden te bewegen, herriep Lettow-Vorbeck deze en vice versa.108

Om hun conflicten te beslechten stuurden ze beiden telegrammen naar de keizer. De

Kolonialstaatssekretär Wilhelm Solf weigerde deze echter aan de keizer voor te leggen. De

politici en legeraanvoerders uit het thuisland vonden namelijk dat de oorlog in de koloniën van ondergeschikt belang was.109 De keizer moest zich volgens hen bezig houden met de oorlog in Europa. Daardoor was er eigenlijk sprake van een machtsvacuüm. De vraag die daarom rest is of Lettow-Vorbeck uiteindelijk toch het gezag van Schnee erkende en bereid was om een defensieve koers te varen.

Op den duur kreeg Lettow-Vorbeck Schnee zo ver dat hij zijn troepen naar het noorden bewoog. Toen Lettow-Vorbeck zijn troepen over de Britse grens in het Oost-Afrikaanse protectoraat (nu is dit Kenia) stationeerde, begon de oorlog.110 De aanval op de Britten was het grootste initiatief dat Lettow-Vorbeck als generaal kon nemen. Hij was het die bepaalde over oorlog en vrede. Het gebrek aan contact met het thuisland en zijn overtuiging dat hij in de kolonie een bijdrage kon leveren aan het front in Europa, leidde ertoe dat hij dit initiatief nam. Ook zijn wilskracht en verbetenheid om zich te verzetten tegen de defensieve koers van Schnee lagen daaraan ten grondslag.

Al snel boekte Lettow-Vorbeck grote overwinningen op de Britten. De slagen bij Taveta en Tanga bracht hij tot een succesvol eind. Als gevolg daarvan zweeg de groep Duitsers die voor een defensieve koers was. Schnee, die de woordvoerder van deze groep was, verloor dus zijn militaire draagvlak. Na deze slagen werd hij ook door andere militairen aan de kant gezet.111 Formeel bleef hij de opperbevelhebber van de troepen. In de praktijk had hij echter weinig meer te zeggen. Lettow-Vorbeck had zijn eigen wil doorgedrukt en boekte successen. Daarna begon hij ook andere commandanten aan te sturen: ‘Ich befahl ihm [Hauptmann von Chappuis], sogleich die vollziehende Gewalt zu übernehmen‘.112 Gaandeweg werd hij de eigenlijke opperbevelhebber. In feite had hij dus een militaire putsch gepleegd.113

Als ervaren generaal kon hij zijn bijdrage zelf inschatten. Het offensief beschrijft hij daarom als een logische ontwikkeling:

107 Voor een overzicht van de Duitse oorlogsambities bij de uitbraak van de oorlog beveel ik het volgende artikel

aan: Immanuel Geiss, ‘The Outbreak of the First World War and German War Aims’, Journal of Contemporary History 1 (1966) 75-91.

108 Lettow-Vorbeck schreef daar ook over. Lettow-Vorbeck, Heia Safari!, 27. 109 Pesek, Das Ende eines Kolonialreiches, 47.

110 Ibidem. 111 Ibidem, 57.

112 Lettow-Vorbeck, Heia Safari!, 34-35. 113 Pesek, Das Ende eines Kolonialreiches, 47.

‘Es kam darauf an, diesen wichtigen Punkt, dessen Besitz für den Feind ein wertvolles Ausfallstor gegen unsere Siedlungsgebiete des Nordens bedeutete, schnell zu nehmen. Am 15. August war Taweta genommen‘.114

Het feit dat hij niet altijd expliciet zijn eigen initiatief om de vijand aan te vallen beschrijft, komt doordat de uitbraak van de oorlog in de koloniën gevoelig lag.115 Duitsers verweten de Britten en de Belgen ervan dat zij de oorlog in de koloniën waren begonnen en dat zij het dus waren die het neutraliteitsverdrag hadden gebroken.116 Als Lettow-Vorbeck expliciet over zijn offensief zou zijn, zou hij erkennen dat Duitsland de schuldige was. Wel probeerde hij een balans te vinden tussen zijn oorlogsinitiatieven en de Britse schuld. Zo beschrijft hij het als zijn eigen succes dat hij Schnee zo ver kreeg om zijn troepen naar het noorden te bewegen.117

Guerrilla om de vijand te verzwakken

Lettow-Vorbeck begon de oorlog uit een plichtsgevoel. Hij zag het als zijn roeping om de vijand aan te vallen: ‘Ich hielt es für unsere militärische Aufgabe, feindliche, d.h. englische Truppen zu fesseln, wenn es irgend möglich war‘.118 Hij zag het niet als zijn opdracht om de orders van de keizer op te volgen. Wel was het zijn plicht om het belang van het thuisland te dienen. Hij was ervan overtuigd dat hij een bijdrage aan het thuisland kon - en ook moest - leveren: ‘Nicht nur für uns, sondern für England war es ein Nachteil, daß auch auf ostafrikanischen Boden Krieg geführt wurde.‘119 Zo had hij zich als doel gesteld om te voorkomen dat de Afrikaanse en Aziatische soldaten waartegen hij vocht in Europa werden ingezet.120 De oorlog moest uiteindelijk in Europa gewonnen worden, maar Lettow-Vorbeck dacht aan de overwinning bij te kunnen dragen door de vijand te verzwakken.

Opvallend is dat Lettow-Vorbeck schrijft dat hij de oorlog niet begon met de ambitie om deze te winnen. Waarschijnlijk hield hij dit niet voor mogelijk. Hij benadrukt namelijk het hele boek door dat het Britse leger veel sterker was. Mogelijk dacht hij tijdens de oorlog wel te

114 Lettow-Vorbeck, Heia Safari!, 34.

115 Het waren echter de Duitsers die de oorlog in Duits-Oost-Afrika begonnen. Er was een neutraliteitsverdrag over

de koloniën om te voorkomen dat oorlog in de kolonie zou leiden tot oorlog in het thuisland. In augustus 1914 viel dit diplomatieke raamwerk uiteen. Als gevolg daarvan verweten de Britten en de Duitsers elkaar ervan te zijn begonnen met de oorlog. Lettow-Vorbeck’s claim dat het de Britten waren, moet in deze context van beschuldigingen begrepen worden. Kent Forster beweert dat de neutraliteit uiteindelijk gebroken werd door het momentum van toenemende internationale conflicten. Uiteindelijk wogen de oorlogsbelangen zwaarder dan al de andere overwegingen. Kent Forster, ‘The Quest for East African Neutrality in 1915’, African Studies Review 22 (1979) 80. Pesek, Das Ende eines Kolonialreiches, 12-13.

116 Ibidem.

117 Lettow-Vorbeck, Heia Safari!, 34. 118 Ibidem, 22.

119 Ibidem, 23. 120 Ibidem, 82.

kunnen winnen, maar schreef hij achteraf van niet. In retroperspectief wist hij immers dat hij de oorlog in Duits-Oost-Afrika niet zou winnen. Bovendien is het vechten van een oorlog waarvan je denkt deze niet te winnen heroïsch. Dit is haast een vorm van martelaarschap. In ieder geval liet hij daarmee zien dat zijn plichtsgevoel heel ver reikte. Met zijn boek droeg hij dan ook bij aan zijn zelfenscenering.

Desalniettemin was Lettow-Vorbeck er zich wel echt van bewust dat de vijand veel sterker was. Daarom voerde hij een guerrillaoorlog. Op een traditioneel slagveld zou immers blijken dat de vijand superieur was en dan zou het snel het einde van het verhaal zijn. Kleinschalige verrassingsaanvallen waren de manier om zijn doel te bereiken. Beetje bij beetje werd daarmee de vijand verzwakt. In lijn met zijn ambitie benadrukt hij voortdurend de hoeveelheid vijanden die zijn omgekomen en het aantal wapens dat hij buit heeft gemaakt. Door de extreme schaarste kon hij ook niet anders: ‘Wir mußten Beute machen, um den Krieg fortsetzen zu können‘.121

Ook moest Lettow-Vorbeck zijn troepen mobiel houden. De vijand mocht niet weten waar hij was en bovendien moest hij vluchten als de vijand oprukte. Alleen dan kon hij namelijk directe confrontatie voorkomen en de vijand in plaats daarvan van de flank verrassen. Door het tropische klimaat en het dichtbegroeide regenwoud kon hij zijn troepen ook makkelijk verstoppen. Verder was deze mobiliteit nodig omdat ze van de omgeving moesten leven: ‘Da der Feind sich allmählich immer mehr verstärkte und unsere Verpflegung in dieser Gegend bald ausgegessen war, mußte ich mir überlegen, wohin wir uns nun richten sollten.‘ Lettow-Vorbeck moest dus ook de strijd om te overleven coördineren. Zijn unieke leiderschapsrol komt het best naar voren in zijn befaamde safari.

De Safari ya Bwana Vorbeck

Toen de Britten de Duitsers in het voorjaar van 1916 verdreven uit het noorden van Duits-Oost- Afrika, begon de nomadentrek. Deze was duizenden kilometers lang. In de nomadentroep waren de Duitse officieren duidelijk in de minderheid.122 Samen met de Afrikanen moesten ze hun eigen eten regelen en leven van wat de omgeving hun bood. Als eendrachtige gemeenschap bleven ze autonoom. Volgens Michael Pesek toont de oorlog die de nomadentroepen voerden veel gelijkenissen met de koloniale veroveringsoorlogen. Een essentieel onderdeel van de

121 Lettow-Vorbeck, Heia Safari!, 228.

122 Toen de troepen de Portugese grens passeerden, bestond de totale mankracht uit drie- tot vierduizend Träger,

tweeduizend Askari, ongeveer duizend vrouwen en kinderen van de soldaten en slechts 210 Europeanen. Pesek, Das Ende eines Kolonialreiches, 127.

veldtochten die ze ondernamen, was namelijk de strijd om te overleven.123 Ook was er in zowel de veroveringsoorlogen als in Lettow-Vorbeck’s Safari amper sprake van een koloniale orde.124 Wat betekende dit voor de rol die Lettow-Vorbeck voor zichzelf zag weggelegd?

Als leider kreeg hij een belangrijkere rol in het hooghouden van de oorlogsmoraal. De toenemende materiële tekorten en het weinige comfort dat hij kon bieden, leidden namelijk tot meer en meer deserteurs. Het winnen van en plunderen van de vijand waren daarom niet alleen als oorlogsdoel zelf belangrijk, maar ook voor de kriegerische Geist. Ook het vervagen van rassenverschillen wordt als belangrijk neergezet voor het behouden van het groepsgevoel en de oorlogsmoraal.125 Zo gaven Duitse artsen in tegenstelling tot de Britten hun Askaris dezelfde behandeling als de Duitsers: ‘Für sie gab es keinen Unterschied zwischen schwarz und weiß, wenn einer krank war, wurde ihm geholfen.‘126 Als een gevolg daarvan ‘befestigte sich mehr und mehr das feste Band, das die verschiedenartigsten Elemente der Truppe bis zum Schluß als ein geschlossenes Ganzes zusammenhielt.‘127 Ze vormden een onoverwinnelijke eenheid. Een cruciaal onderdeel van de nomade was het samenwerken. Samen moesten ze in het voedsel voorzien, elkaar verplegen en de groep verdedigen. Beter gezegd: als gemeenschap moesten ze overleven. Het feit dat het thuisland praktisch geen wapens, medicamenten, voedsel of soldaten leverde, gaf een extra dimensie aan hun zelfvoorziening. Ze waren volledig op zichzelf aangewezen. Het donkere continent dwong de Duitsers ertoe om vindingrijker, pragmatischer en zelfstandiger te worden. Zo moesten ze hun eigen kleding maken. Deze zelfstandigheid contrasteert Lettow-Vorbeck met de situatie in het thuisland.128

Door het maken van de eigen kleding vervaagde de grens tussen geciviliseerd en onbeschaafd. Dit onderscheid werd nog troebeler door het feit dat de Duitsers van hun Askaris leerden. De traditionele rolverdeling werd dus omgedraaid. In plaats van de witte missionaris die civilisatie en verlichting brengt, werden de Duitsers de ins and outs van het overleven in de donkere wildernis bijgebracht: ‘Von den Eingeborenen lernten wir auch die Rinde des

123 Pesek, Das Ende eines Kolonialreiches, 128.

124 Pesek beweert dat koloniale machten de ambitie hadden om een samenleving radicaal om te vormen en een

koloniale orde te creëren. Onderdeel van de koloniale orde was dat het rassenverschil tussen Europeanen en Afrikanen op allerlei manieren in het alledaagse leven naar voren komt en bevestigd wordt. Een ander aspect van de koloniale orde is dat alleen de koloniale heersers toegang hebben tot de middelen die de staat ter beschikking stelt. Beide elementen van een koloniale orde verdwenen tijdens Lettow-Vorbeck’s Safari. Ibidem, 31-32 en 130- 131.

125 Pesek heeft de manieren waarop rassenverschillen in de Safari! verdwenen geanalyseerd. Hij merkt echter niet

op dat dit in Heia Safari! door Lettow-Vorbeck als belangrijk wordt neergezet voor het behouden van de groepsgeest en de oorlogsmoraal. Ibidem, 130-131.

126 Lettow-Vorbeck, Heia Safari!, 158. 127 Ibidem.

Mnombobaumes verwenden.’129 Met behulp van de lessen van de Askaris ontwikkelden de troepen zich dus tot zelfvoorzienende gemeenschappen. De koloniale troepen waren nooit compleet verslagen en bleven tot het einde van de oorlog autonoom. Het oorlogsverlies werd de troepen opgelegd. Wat betekent dit voor de manier waarop Lettow-Vorbeck het verliezen van de oorlog beschrijft?

De treuer Askari en de onoverwonnen nomade

Doordat de troepen voor het merendeel uit Afrikaanse soldaten bestonden, was Lettow-Vorbeck sterk afhankelijk van hun bijdrage. Wel had hij invloed op de steun die de Askaris hem gaven. Pesek beweert namelijk dat Lettow-Vorbeck de Askari zo neerzet dat hij hen met het winnen van veldslagen aan zich kon binden.130 Wat Pesek hierbij niet opmerkt is dat Lettow-Vorbeck voortdurend benadrukt dat deze steun vrijwillig is.131 Net zoals de Duitsers ontwikkelden de

Askaris in Heia Safari! een vorm van plichtgevoel tegenover het thuisland.

Om de toewijding van de Askari te krijgen moest hij wel eerst opgevoed worden. In zijn relatie met de Askari kon Lettow-Vorbeck een specifieke vorm van agency uitoefenen. Een groot deel van de opvoeding van de Askaris was de kriegerische Erziehung. Dit betrof het vechten zelf, het omgaan met de zware omstandigheden en het plichtsgevoel dat de Askaris werd bijgebracht. De Duitse officieren maakten bovendien een soortgelijke ontwikkeling door en boden daarmee een voorbeeld voor de Askari. In tegenstelling tot de Askaris, die het voorbeeld van de moedige soldaten volgden, prikkelde de koloniale oorlog de ondernemingslust en de roekeloze moed van de Duitse officieren. De oorlog nodigde hen uit om op eigen initiatief te handelen. Ze ontwikkelden zich dus tot heldhaftige soldaten.

In Heia Safari! suggereert Lettow-Vorbeck dat hij zijn Askaris een kader bood waarin ze autonoom konden handelen. Met zijn kriegerische Erziehung maakte hij van zijn Askaris namelijk moedige en ondernemende soldaten. Ze namen door hem dus zelf gewaagde initiatieven en boekten daarmee successen. Lettow-Vorbeck bepaalde echter ook de grenzen van dit handelen. De Askaris bleven namelijk gehoorzaam. Zo waren de initiatieven die ze namen nooit in strijd met de orders van de officieren.132

129 Lettow-Vorbeck, Heia Safari!, 157.

130 Michael Pesek‚ ‘Colonial Heroes’ in: Michael Perraudin en Jürgen Zimmerer (eds.), German Colonialism and

National Identity (New York 2011) 129.

131 Zie bijvoorbeeld: Lettow-Vorbeck, Heia Safari!, 52.

132 Het scheppen van kaders moet begrepen worden in een langere Europese ambitie om de Afrikaanse ander te

“civiliseren”. Daarbij was er namelijk haast altijd een spanning tussen het behouden van het verschil met hem en het opheffen van dit verschil. De soevereiniteit van de kolonist berustte op het verschil in ras. Omdat de kolonist zich op een hoger beschavingsniveau zou bevinden, zou zijn heerschappij gerechtvaardigd zijn. Het “civiliseren”

Ook de steun die de Afrikanen Lettow-Vorbeck vrijwillig zouden hebben geboden vond plaats binnen de grenzen die Lettow-Vorbeck had opgesteld. Het was namelijk zijn eigen leiderschap dat hen loyaal had gemaakt. Daardoor konden ze zelf het initiatief nemen om hem te steunen. De Britten probeerden dit te belemmeren en boden de Askaris de mogelijkheid om zich tegen de Duitsers te keren. Zo zouden zij volgens Lettow-Vorbeck Flugblätter verspreiden onder de Askaris en hun vrijheid en geld beloven als ze zich zouden overgeven. Het feit dat sommigen op dit aanbod ingingen duidt op zowel de vrije wil van de Askaris als op de grenzen daarvan. De Askaris konden zelf kiezen of ze op het aanbod ingingen, maar ze lieten zich in hun keuze ofwel verleiden door de Britten of bleven trouw aan de Duitsers. Hun keuzevrijheid werd dus afgebakend door de twee koloniale machten.