• No results found

Onderzoekvaardighedentest

De leerlingen hebben als afsluiting van het jaar een onderzoeksvaardigheden test gedaan, de

Inquiry Skill Test van Wilhelm, P (zie bijlage D). Met deze test werd hun vaardigheid in

onder-zoeken getest in verschillende onderdelen. Deel 1 bestond uit het trekken van een conclusie, deel

2 uit interpretatie en deel 3 uit onderzoeken. Deel 3 bestond uit vijf deelonderwerpen; Variabelen

identificeren, Hypothese opstellen, Operationeel defini¨eren, Onderzoek opzetten en Grafieken en

data.

5.4.1 Resultaten

Het gemiddelde cijfer voor deze klas voor de totale test komt uit op een 7.7. De leerlingen scoorden

gemiddeld 62 van de 84 vragen goed. Het cijfer is berekend zoals de bekend in het onderwijs:

het behaalde aantal punten delen door het totaal aantal punten en dit te vermenigvuldigen met

negen en hier ´e´en punt bij op te tellen. Het gemiddelde voor het onderdeel conclusie was een

5.8, het onderdeel Interpretatie kwam uit op een 8.3 en Onderzoeken doen op een 8.1. Op het

trekken van een conclusie is door de leerlingen relatief laag gescoord. Een mogelijke oorzaak

hiervoor zou kunnen zijn dat, zoals in de evaluatie benoemd, in dit jaar van Life & Science de

koppeling tussen hoofd- en deelvragen en de conclusie veel moeilijkheden opleverde, waardoor

de leerlingen die niet voldoende hebben kunnen oefenen.

In de resultaten van de deelonderwerpen van onderzoeken is goed terug te zien welke

on-derdelen in dit vak wel of niet zijn behandeld. Voor het defini¨eren van variabelen scoorden de

leerlingen een 6.4. Dit onderdeel is niet uitvoerig behandeld in het programma van Life &

Sci-ence en is, zoals in de evaluatie van het lesmateriaal en lessenserie beschreven, bewust niet in de

lessen behandeld. Op dit onderdeel hebben de leerlingen in de Inquiry Skill Test bij de onderzoek

onderdelen het laagst gescoord.

Op de overige onderdelen hebben de leerlingen hoog gescoord. Zij scoorden gemiddeld een

8.6 voor het opstellen van een hypothese, een 8.5 voor operationeel defini¨eren, een 8.8 voor het

opzetten van een onderzoek en een 8.1 voor grafieken en data. Deze cijfers zijn iets hoger dan de

behaalde resultaten gedurende het jaar door de leerlingen. Met name de onderdelen operationeel

defini¨eren, het omzetten van een algemeen idee naar concrete stappen, en het opzetten van een

onderzoek zijn onderdelen waar in de lessen Life & Science veel aandacht aan zijn besteed. Op

deze onderdelen scoren de leerlingen gemiddeld hoger dan op de andere onderdelen. Echter is er

geen nulmeting gedaan en is er geen duidelijke referentie met eerdere metingen, waardoor niet

gezegd kan worden of deze verdeling standaard is, of dat dit veroorzaakt wordt door de gegeven

lessen.

5.4.2 Vergelijking met andere groepen

Deze test is in 5 eerdere studies gebruikt als meetinstrument. Hierbij haalden een groep leerlingen

van een middelbare school met een gemiddelde leeftijd van 16,2 een score van 46,9. Een Tweede

groep met universitaire studenten met een gemiddelde leeftijd van 20.1 scoorden 65,3 op deze

test [20]. In een andere studie waarbij bovenbouw leerlingen van het vwo in de leeftijd van 14,7

tot 16,7 de test is afgenomen werd gemiddeld 47,6 vragen goed beantwoord [6]. Op deze test

beantwoordde een groep studenten met een gemiddelde leeftijd van 20,1 jaar 65,3 van de vragen

goed [4] Ook is deze test gemaakt door een groep studenten met een gemiddelde leeftijd van 22.1

jaar. Deze studenten beantwoordden 70,5 van de vragen goed. [7].

De hierboven beschreven studies zijn vaak onder andere omstandigheden en in sommige

ge-vallen in combinatie met andere testen en opgaven is gemaakt. Ook is niet bekend in welke mate

deze personen in deze vaardigheden getraind waren. Daarbij is niet in alle gevallen alle tijd

gege-ven om de vragenlijst af te maken, maar is soms gebruik gemaakt van een tijdslimiet. Hierdoor

kunnen de resultaten van de test afgenomen bij de leerlingen die Life & Science hebben gevolgd

niet rechtstreeks met de hierboven beschreven resultaten vergeleken worden. Wel lijkt het er op

dat deze leerlingen, zeker gezien hun leeftijd, met 62 vragen goed, vrij hoog scoren op deze test.

Aangezien deze leerlingen zijn geselecteerd voor dit onderwijs zou, om te kunnen bewijzen dat

het Life & Science onderwijs aan deze vaardigheden heeft bijgedragen, een nulmeting gehouden

moeten worden.

5.5 Resultaten

zelfevaluatie leerlingen Docenten Beoordeling Onderzoek- School-Geleerd totaal Eind-beoordeling totaal Geleerd niveau 2 Eind-beoordeling niveau 2 beoordeling niveau 2 studenten vaardigheden test cijfers

Vooronderzoek 26% 77% 22% 74% 7.3 7.3

Probleemstelling

formuleren

49% 88% 55% 91% 8.3 6.2 8.4

Voorbereiden van

het onderzoek

39% 90% 47% 94% 7.3 6.3 8.2

Ontwerpen van

het onderzoek

34% 91% 44% 90% 9.0 5.9 8.6 8.0

Uitvoeren van het

onderzoek

17% 91% 16% 88% 6.0 6.3

Verwerken van de

onderzoeksresul-taten

22% 96% 24% 98% 7.3 5.8 7.8 6.1

Conclusie 28% 85% 32% 81% 8.0 5.8 6.4

Aanbevelingen 29% 79% 29% 80% 8.3 8.3 6.4

variabelen

identifi-ceren

6.0

Tabel 5.2: Evaluatie overzicht Life & Science 2011-2012 leerjaar 2

Uit de combinatie van de zelfevaluaties van de leerlingen, de evaluaties van docenten en

begeleiders, de schoolcijfers en de Inquiry Skill Test, blijkt dat de leerlingen alle vaardigheden,

met uitzondering van het uitvoeren van het onderzoek, in voldoende mate beheersen na de

lessen van Life & Science. Een samenvatting van de hierboven besproken evaluaties is te zien in

tabel 5.2. Uit de evaluatie die is ingevuld door de studentbegeleiders is als resultaat gekomen

dat geen van de vaardigheden door de leerlingen beheerst wordt. De overige evaluaties geven

echter een heel ander resultaat weer. Uitzondering hierop zijn het uitvoeren van het onderzoek,

waarbij de docenten ook een waardering hebben ingevuld die lager ligt dan 6.5, en de conclusie,

waarbij de leerlingen op de Inquiry Skill Test een 5.8 hebben gescoord.

de evaluatie van de docenten bevestigd. Er kan geconcludeerd worden dat deze leerlingen de

vooraf opgestelde vaardigheden met uitzondering van het uitvoeren van het onderzoek en het

trekken van een conclusie in voldoende mate hebben behaald, dat dit leere↵ect significant is en

de waarschijnlijke bijdrage hieraan van de lessenserie van Life & Science groot is.

Hoofdstuk 6

Conclusie

De vraag vanuit het Bonhoe↵er College was om een curriculum en lessenserie te ontwerpen

waar-bij de leerlingen zouden leren onderzoeken. Dit is gedaan door eerst een didactisch model te

ontwikkelen waaraan dit curriculum moest voldoen en waarin stond aangegeven welke

vaardig-heden de leerlingen zouden moeten leren en op wel niveau ze dit zouden moeten beheersen.

Dit ontwerp is gebaseerd op de vaardighedentabellen van Stichting Leerplan Ontwikkeling. Dit

ontwerp is uitgewerkt tot een projectontwerp als voorstel voor het curriculum.

Met deze vaardigheden en projectontwerp is, na inwinning van informatie en advies bij experts

en ervaringsdeskundigen, een ontwerp gemaakt voor het lesmateriaal en de lessenserie. In deze

lessenserie is gepoogd de leerlingen te laten ervaren hoe het is om een volledig onderzoek te

doen, van begin tot eind, inclusief publicatie. Daarbij is er veel ruimte ingebouwd voor een eigen

invulling door de leerlingen.

Tijdens de uitvoering en evaluatie van de lessenserie zijn een aantal verbeterpunten naar

voren gekomen, die met name betrekking hebben op het lesmateriaal en de opdrachten. Het is

raadzaam om de kennismaking met de onderzoekplekken naar voor in de lessenserie te verplaatsen

en bij de start van de onderzoekgroepjes meer nadruk te leggen op het samenwerken en bijhouden

van logboek en afspraken. Daarnaast is door de leerlingen gevraagd om concretere opdrachten en

duidelijkere doelstellingen bij de opdrachten. De onderzoekjes en het maken van het tijdschrift

werden als de leukste onderdelen aangemerkt.

Uit de evaluatie van de vaardigheden van de leerlingen is gebleken dat de leerlingen de vooraf

opgestelde vaardigheden significant hebben bijgeleerd. Dit wordt bevestigd door de evaluatie van

de docenten, de becijfering van het ingeleverde werk en de Inquiry Skill Test die door de leerlingen

is afgenomen. De evaluatie die hierover is ingevuld door de begeleidende studenten is hier minder

positief over. Een statistisch evaluatie op de zelfevaluatie van het niveau van vaardigheden van

de leerlingen voor en na de lessenserie laat een significant leere↵ect zien, waaraan de lessenserie

een belangrijke bijdrage heeft geleverd. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de ontworpen

lessenserie de leerlingen heeft leren onderzoeken.

Hoofdstuk 7

Discussie

De uiteindelijke evaluatie en conclusie zijn gebaseerd op de evaluatie die door de leerlingen na

de les is ingevuld. De nulmeting is hierbij om twee redenen niet mee genomen. De eerste reden

is dat uit de tweede evaluatie blijkt dat de leerlingen vinden dat ze zichzelf hebben overschat,

waardoor de nulmeting niet goed met de eindmeting te vergelijken is. De tweede reden is dat

het er op lijkt dat de nulmeting door een aantal leerlingen niet serieus is ingevuld. Een aantal

leerlingen heeft ingevuld alles al te kunnen en een aantal leerlingen heeft ingevuld niets van de

vaardigheden te beheersen. Aangezien alle leerlingen in principe op het basis niveau zouden

moeten zitten, zien wij dit niet als realistisch. Wel zou het zo kunnen zijn dat de leerlingen zich

bij de tweede evaluatie aan het eind weer hebben overschat. Er is echter vanuit gegaan dat de

leerlingen zichzelf bij de tweede evaluatie zowel in hun kennis voor als na de les hebben overschat,

aangezien alle leerlingen zichzelf ruim boven het basisniveau schatten vooraf en het eindniveau

ook hoger is dan uit de overige evaluaties is gekomen.

De evaluatie van het lesmateriaal, lessen, curriculum en ontwerp zijn allemaal door mijzelf

uitgevoerd. Er is geprobeerd om de afzonderlijke onderdelen zo objectief mogelijk te bekijken en

te beoordelen, om te zorgen dat deze evaluatie de resultaten juist weergeeft. Dit is echter niet

te bewijzen en daarom is het aan te raden om in vergelijkbare situaties de evaluatie door een

externe partij te laten uitvoeren, zodat de resultaten absoluut niet be¨ınvloed kunnen worden.

Dit onderzoek is uitgevoerd in ´e´en klas. De resultaten zijn dan ook specifiek voor deze klas

en zouden heel anders kunnen uitpakken in een andere klas. Bij deze klas kwamen tussentijds

naar boven dat het hip was om er uitgestuurd te worden en onvoldoendes te halen. Daarbij was

deze klas erg onrustig en moeilijk stil te krijgen. Dit zou e↵ect kunnen hebben gehad op de

resultaten van het onderzoek en het onderwijs. Andere leerlingen hebben hier mogelijk last van

ondervonden tijdens de lessen van Life & Science. Ze hadden meer van het onderwijs kunnen

profiteren als de sfeer in de klas rustiger en werkgerichter is.

Ik ben dit jaar zonder leservaring voor de klas gaan staan met nieuwe lesstof van een nieuw

vak. Deze combinatie was voor mij persoonlijk vrij zwaar en heeft er ook toe geleid dat de start

van het schooljaar erg rommelig verliep. Ook dit kan e↵ect hebben gehad op de resultaten van

de leerlingen.

Om bovengenoemde redenen is deze conclusie alleen van toepassing op deze klas in dit jaar,

onder deze omstandigheden. Voor een beter beeld over de e↵ecten van dit curriculum zal verder

onderzoek moeten plaats vinden in opvolgende jaren.

Hoofdstuk 8

Aanbevelingen

Het Bonhoe↵er college heeft er voor gekozen ruimte vrij te maken in het curriculum om een vak

Life & Science te kunnen geven aan de plusleerlingen. Dit heeft er voor gezorgd dat de inhoud

op een structurele wijze aangeboden kan worden aan de leerlingen. Wel is het mogelijk om dit

onderwijs op een modudaire wijze aan te bieden om bepaalde onderdelen van de onderzoekscyclus

te behandelen. Al zullen de leerlingen een completer en duidelijker beeld krijgen van onderzoeken

wanneer dit in zijn totaliteit zal worden aangeboden. Met name doordat deze leerlingen aan het

eind van het jaar zelf aangaven plotseling te begrijpen waarom ze iets moesten doen in een van de

andere onderdelen. Juist dit besef is volgens mij belangrijk om over te brengen op de leerlingen,

zodat het blijft hangen en ze de geleerde vaardigheden ook daadwerkelijk gaan gebruiken.

Ik denk dat dit onderwijs niet uitsluitend aangeboden kan worden aan de vwo-plus leerlingen.

Dit onderwijs is eenvoudig aan te passen op een ander thema. Daarbij bepalen de leerlingen

zelf wat ze onderzoeken en op welk niveau dit is. Op elk opleidingsniveau komen onderzoek

vaardigheden terug in het onderwijs en de eisen die gesteld worden aan het ingeleverd werk

kunnen hierop eenvoudig aangepast worden.

De leeftijd van deze leerlingen heeft het aanbieden van dit type onderwijs er niet eenvoudiger

op gemaakt. Doordat zij snel afgeleid zijn en erg op elkaar reageren was het moeilijk ze tijdens

een blokuur zelfstandig in groepjes werken, gefocust te houden. Ik ben er van overtuigd, en

heb ook aan de leerlingen gemerkt, dat zij dit niveau van deze vaardigheden wel aan kunnen

onder goede begeleiding. Doordat er veel zelfstandigheid en eigen input werd gevraagd van de

leerlingen, vroegen zij op hun beurt ook extra begeleiding. Het is dan ook aan te raden om

deze lessenserie niet door slechts ´e´en persoon te laten verzorgen, maar door minimaal 2. Het

begeleiden van de verschillende groepjes, met verschillende onderwerpen, vraagt veel tijd en

energie van de docenten. Gedurende de tweede helft van het jaar heb ik ondersteuning gekregen

van een tweede student in de lessen. Sindsdien verliepen de lessen een stuk soepeler en kregen

de leerlingen de aandacht die zij verdienden in de les.

Het Bonhoe↵er College heeft er voor gekozen om het ontwerp van het curriculum en het geven

van de lessen te laten uitvoeren door PALs. Dit heeft als voordeel dat de studenten nog dicht

bij de belevingswereld van de leerlingen staan en ze makkelijker op hun eigen niveau kunnen

aanspreken. Ook hebben de studenten veel contacten met de Universiteit, waarvan gebruik

gemaakt kan worden. Daarbij zorgen de studenten voor nieuwe idee¨en en brengen een hoop

energie en enthousiasme met zich mee, wat zeer ten goede kan komen aan de lessen.

Wel zal een school die hier voor kiest er rekening mee moeten houden dat de studenten niet

lesbevoegd zijn en in de meeste gevallen ook (nog) niet les bekwaam. Zij zullen dus veelal goed

ondersteund moeten worden op school door een ervaren docent in de les, om zowel de leerlingen

als de student te beschermen. Daarbij moet rekening gehouden worden met de continu¨ıteit van

het vak. Studenten hebben als eerste prioriteit hun eigen opleiding. Met name in het huidige

studieklimaat wordt de druk op studenten steeds hoger en zal er dus rekening gehouden moeten

worden met voortijdige uitval van de studenten die de lessen verzorgen. In dat geval zal er

goede documentatie of een ervaren en betrokken docent aanwezig moeten zijn die de lessen kan

overnemen tot er een nieuwe student is ingewerkt.

Ook is het belangrijk om na te denken over de continu¨ıteit richting de bovenbouw. De

leer-lingen die dit onderwijs volgen hebben op bepaalde vlakken een hoger niveau dan de reguliere

leerlingen. Er zal over nagedacht moeten worden hoe deze leerlingen worden opgevangen in de

bovenbouw. Hier geen aandacht aan besteden is naar mijn idee het cre¨eerden van

onderpres-teerders en de leerlingen dienen dus opnieuw uitgedaagd te worden in hun kunnen. Hierbij kan

gedacht worden aan een vervangend profielwerkstuk. Ook zal hiermee rekening gehouden moeten

worden in de reguliere lessen van de bovenbouw. Als de leerlingen mee kunnen, zal ook mee van

ze verwacht moeten worden.

Ten slotte is het van belang om het leerproces van de leerlingen de komende jaren te blijven

volgen en de evaluaties ook in volgende jaren uit te blijven voeren, zodat gekeken kan worden of dit

curriculum daadwerkelijk bijdraagt aan de onderzoeksvaardigheden van de vwo-plus leerlingen.

Dankwoord

Dit onderzoek had nooit plaats kunnen vinden zonder de hulp van een aantal personen. In

de eerste plaats Jan Volbers, die mij na een toevallige ontmoeting bij de fysiotherapeut heeft

aangenomen om deel te nemen aan dit geweldige project. Bedankt voor je vertrouwen en het

veilige vangnet dat je me hebt geboden. Ook wil ik je bedanken voor de gezelligheid op kantoor

tijdens het typen van de 14 hoofdstukken en het didactisch model, dit heeft het een stuk leuker

gemaakt. Daarnaast wil ik Jan van der Veen bedanken voor de feedback op dit toch wel lange

verslag, de tips voor verbetering en het meedenken om alles behapbaarder te maken. Ook

wil ik Luuk Appelman bedanken die mij in de klas heeft bijgestaan tijdens mijn aller eerste

zelfstandige lessen voor de klas en voor het meedenken en knutselen aan de knikkerbaan die we

hebben ontworpen voor het hoofdstuk elektriciteit. Marcel van Adrichem wil ik bedanken voor

de organisatie van het vak op school en de begeleiding in het eerste leerjaar en afgelopen jaar

bij de tweede keer in het tweede leerjaar en voor de gezelligheid tijdens het fietsen ’s ochtends

naar school, waar je er af en toe flink voor hebt gezorgd dat mijn conditie op peil bleef. Mijn

collega PALS Yanieke Paalman, Douwe Dresscher, Ryanne Smit, Sander Brinkhof en met name

Bart Smit en Klaske Siegersma wil ik bedanken voor de fijne samenwerking in de les en bij het

voorbereiden van het lesmateriaal. Verder wil ik Jos Paus en Wim Spek van SLO bedanken voor

de feedback op het lesmateriaal, ELAN voor het beschikbaar stellen van alle kennis en mensen die

ik maar nodig had en het Bonhoe↵er College voor het willen hebben van het vak Life & Science.

Tenslotte wil ik mijn moeder bedanken die dit lange verslag wel 5 keer heeft door geploeterd om

zo veel mogelijk spelfouten van mij er uit te halen. Allemaal heel erg bedankt, zonder jullie was

dit niet gelukt.

Bibliografie

[1] locatie Van der Waalslaan Bonhoe↵er College Enschede. Voorstel aanpassing curriculum

1v.

[2] I. Byttebier. Creativiteit. Hoe? Zo! Evergreen, 2003.

[3] National Research Council. A Framework for K-12 Science Education: Practices,

Crosscut-ting Concepts, and Core Ideas. The National Academies Press, 2012.

[4] B. Edle von Ruedor↵er, E Streese, L. Kamps, and K. Schmitt. Validatie van de inquiry skill

test. Master’s thesis, Universiteit Twente, 2007.

[5] Universiteit Twente ELAN. Meten aan de mens. Verkregen via Frans Carelsen, 2004.

[6] H. Fens, K. Heilema, H. Kip, and W. Looge. Onderzoek naar validiteit van de inquiry skill

test. Master’s thesis, Universiteit Twente, 2010.

[7] T. Hensel, S. Kuipers, and E. Laseur. Validatie test inquiry skills. Master’s thesis,

Univer-siteit Twente, 2009.

[8] De jonge Academy. Expeditie moendoes.

http://dejongeakademieonwheels.nl/bestel-het-spel.

[9] R. Kamper, J. Leisink, J. Michels, and P. van Aalten. Zipper Natuur- en Scheikunde voor

de Basisvorming. Spruyt, Van Mantgem & De Does bv, 1995.

[10] Okhee Lee and Joseph Krajcik. Large-scale interventions in science education for diverse

student groups in varied educational settings. Journal of Research in Science Teaching,

49(3):271–280, 2012.

[11] Stichting leerplan ontwikkeling. Doorlopende leerlijn vaardigheden in de mens en

natuur-vakken (po-havo-vwo). www.slo.nl/voortgezet/onderbouw/themas/leerlijn/progr, 2010.

[12] Stichting Leerplan Ontwikkeling. Theorie¨en en modellen.

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/hoogbegaafdheid/theorie, 2010.

[13] Y. Paalman. Een intelligent ontwerp. de ontwikkeling van het vak life & science voor

hoog-begaafde leerlingen van het bonhoe↵er college. Master’s thesis, Universiteit Twente, 2011.

[14] James W. Pellegrino. Proficiency in science: Assessment challenges and opportunities.