• No results found

Samenvatting en conclusies

5. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

5.1 Samenvatting en conclusies

Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd in het kader van de bestemmingsplanwijziging voor de reconstructie van de Van Hertumweg en het omliggende gebied te Goes (Gemeente Goes), als aanvulling op het eerder uitgevoerde Archeologisch Bureauonderzoek en booronderzoek (IVO-Overig (zie paragraaf 1,2). Met de planrealisatie wordt beoogd om de bereikbaarheid van Goes te verbeteren.

De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 5.6 hectare (zie Afbeelding 4).

De Van Hertumweg zal ter hoogte van het Stationspark worden verlegd in oostelijke richting. Tevens zal een tunnel onder het spoor worden aangelegd. De exacte locatie en het tracé van deze tunnel zijn nog niet bekend. Naast de verlegging van de Van Hertumweg zullen ook de rotondes worden aangepast en zal een nieuw parkeerterrein worden aangelegd. De maximale aanlegdiepte van de tunnel bedraagt circa 6.5 meter beneden het maaiveld. Voor de aanleg van de parkeerplaats zullen graafwerkzaamheden worden uitgevoerd tot een diepte van circa 0.6 meter beneden het maaiveld.

Het vigerende bestemmingsplan (Bestemmingsplan Stationspark)8 stamt uit 2003. Aangezien dit bestemmingsplan dateert uit de periode voorafgaand aan de in 2007 tot stand gekomen wijziging van de Monumentenwet 1988, is hierin nog niet voorzien in een dubbelbestemming archeologie.

Op de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Goes, Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 1 (‘Walcheren’), Kaartlaag 2 (‘Hollandveen’) en Kaartlaag 3 (‘Wormer’), wordt ter plaatse van het plangebied een zone weergegeven met een hoge verwachting (Categorie 4) voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische waarden uit de periode van het Laat Neolithicum tot en met de Nieuwe Tijd.9 Op basis van het op 15 december 2011 door de Gemeente Goes vastgestelde archeologiebeleid geldt voor een dergelijke zone een archeologische onderzoeksverplichting wanneer daar bodemverstoringen worden voorzien, met een oppervlakte van meer dan 250 m² en met een diepte van meer dan 0.4 meter beneden het maaiveld.

Voor het plangebied is in 2013 dan ook al een Archeologisch Bureauonderzoek uitgevoerd. Tevens is toen ter plaatse van delen van het plangebied een verkennend archeologisch booronderzoek (IVO-Overig) uitgevoerd.10 De Gemeente Goes heeft in verband met verschillende planwijzigingen besloten dat ter plaatse van een drietal deellocaties, waar bij het eerdere onderzoek nog geen booronderzoek was uitgevoerd, alsnog een verkennend booronderzoek (IVO-Overig) moest worden uitgevoerd. Dit betreft (zie Afbeelding 3 en 4):

- Deellocatie A: Stationsplein (voor de hoofdingang van Station Goes). Een zone met een omvang van circa 50 x 70 meter (en een oppervlakte van circa 0.35 hectare);

- Deellocatie B: Kloetingseweg, parkeerterrein (het gebied direct ten zuiden van de spoorbaan). Een zone met een lengte van circa 380 meter (en een oppervlakte van circa 0.7 hectare);

- Deellocatie C: Stationspark, zuidwestelijke deel (de doodlopende weg ten zuiden van de achteringang van het station, haaks op de Fruitlaan/ parallel aan de Van Hertumweg). Een zone met een lengte van circa 170 meter (en een oppervlakte van circa 0.28 ha).

Het aanvullende booronderzoek ter plaatse van Deellocatie A, B en C moest worden uitgevoerd op basis van het Archeologisch Verwachtingsmodel, zoals opgenomen in het rapport van het voornoemde, reeds in 2013 uitgevoerde Archeologisch Bureauonderzoek.

8 http://www.ruimtelijkeplannen.nl

9 Brugman e.a., 2011

10 Craane en Van Bostelen, 2013

26

Aangezien het in dit rapport opgenomen Archeologisch Verwachtingsmodel ten aanzien van sommige onderdelen onvoldoende was uitgewerkt, zijn enkele aanvullende gegevens verzameld en in de voorliggende rapportage verwerkt.

In het kader van het veldwerk, dat op 23 en 26 oktober 2015 is uitgevoerd, ter toetsing - en ter aanvulling - van het Archeologisch Verwachtingsmodel, zijn 19 boringen uitgevoerd, tot een diepte van 2.8 - 5.0 meter beneden het maaiveld. Op basis van het aanvullende Archeologisch Bureauonderzoek en het booronderzoek (IVO-Overig) kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

Deellocatie A

- Ter plaatse Deellocatie A is een bodemopbouw aangetroffen met een subrecent verstoorde/

opgebrachte bovenlaag, op deels intacte Afzettingen van Duinkerke II, op licht geërodeerd Hollandveen, op Afzettingen van Calais IV.

- Ter plaatse van Boring nr. 1 en 2 waren tot een diepte van 1.1 en 1.3 meter beneden het maaiveld (sub)recente bodemverstoringen aanwezig. Ter plaatse van Boring nr. 3 en 4 waren tot een diepte van 0.5 en 0.9 meter beneden het maaiveld (sub)recente bodemverstoringen aanwezig.

- Op en in de top van de ten dele intacte top van de Afzettingen van Duinkerke II, die ter plaatse van Boring nr. 1 t/m 4 werd aangetroffen op een diepte van respectievelijk 1.1, 1.3, 0.5 en 0.9 meter beneden het maaiveld, zouden in principe archeologische resten uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd aanwezig kunnen zijn. Aangezien er geen (historische) aanwijzingen zijn gevonden voor de aanwezigheid van bebouwing of infrastructuur ter plaatse van het plangebied, vanaf 1570 tot de 20ste eeuw - en omdat er hier geen sprake is van een relatief hogere ligging van de top van de Afzettingen van Duinkerke II -, wordt de kans op de aanwezigheid van archeologische resten uit deze perioden klein geacht.

- Op en in de top van het Hollandveen zouden archeologische resten uit de IJzertijd en de Romeinse Tijd aanwezig kunnen zijn. Aangezien de op va deze horizont als gevolg van de geulinwerking van de in de Middeleeuwen aanwezige nabijgelegen geul is geërodeerd, wordt de kans op de aanwezigheid van archeologische resten uit deze perioden zeer klein geacht.

- Op en in de top van de Afzettingen van Calais IV zouden archeologische resten uit het Laat Neolithicum en de Vroege Bronstijd kunnen worden verwacht. Gezien de relatief vlakke en niet hooggelegen top van deze afzettingen, op een diepte van circa 3.8 - 3.9 meter beneden het maaiveld (3.0 - 3.1 meter –NAP), wordt deze kans klein geacht.

Deellocatie B

- Ter plaatse het grootste deel van Deellocatie B is een bodemopbouw aangetroffen met een subrecent verstoorde/ opgebrachte bovenlaag, op grotendeels intacte (kreekrug-) Afzettingen van Duinkerke II.

De zone met fossiele kreekafzettingen heeft hier een breedte van bijna 250 meter.

- De (sub)recente bodemverstoringen, gerelateerd aan de aanwezigheid van de voormalige rangeersporen, reiken overwegend tot een diepte van slechts 0.5 - 0.7 meter beneden het maaiveld.

- Op en in de top van grotendeels intacte (geuldek-) Afzettingen van Duinkerke II kunnen archeologische resten uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd worden verwacht. Aangezien er sprake is van een grotendeels intacte top van de Afzettingen van Duinkerke II, wordt de kans op de aanwezigheid van archeologische resten uit de Middeleeuwen groot geacht. Aangezien er geen historische aanwijzingen zijn gevonden voor de aanwezigheid van bewoning ter plaatse van Deellocatie B vanaf 1570 tot de 20ste eeuw, wordt de kans op de aanwezigheid van archeologische resten uit de Nieuwe Tijd zeer klein geacht.

27

- Ter plaatse van het grootste deel van Deellocatie B kunnen geen archeologische resten uit vroegere perioden worden verwacht. Dit omdat de horizonten waarin dergelijke resten aanwezig kunnen zijn volledig zijn geërodeerd. Alleen ter plaatse van het meest westelijke en oostelijke deel van Deellocatie B, waar de voormalige oeverzones van het kreeksysteem zijn gelegen (Boring nr. 1. 2 en 10), is een restant van het Hollandveen aangetroffen, vanaf een diepte van respectievelijk 3.2, 3.45 en 3.4 meter beneden het maaiveld (circa 2.65 - 2.85 meter –NAP). Tevens zijn daaronder nog intacte Afzettingen van Calais IV aangetroffen, op een diepte van 3.8 - 4.2 meter beneden het maaiveld. Op en in de top van het Hollandveen zouden archeologische resten uit de IJzertijd en de Romeinse Tijd kunnen worden verwacht. Omdat de top van het Hollandveen hier is geërodeerd wordt deze kans klein geacht.

Op en in de top van de Afzettingen van Calais IV zouden archeologische resten uit het Laat Neolithicum en de Vroege Bronstijd kunnen worden aangetroffen. Gezien de relatief vlakke en niet hooggelegen top van deze afzettingen, op een diepte van circa 3.25 - 3.45 meter –NAP, wordt deze kans klein geacht.

Deellocatie C

- Ter plaatse Deellocatie C is een bodemopbouw aangetroffen met een subrecent verstoorde/

opgebrachte bovenlaag, op grotendeels intacte Afzettingen van Duinkerke II, op deels geërodeerd en deels intact Hollandveen, op Afzettingen van Calais IV.

- Ter plaatse van het zuidelijke deel van deellocatie C zijn bodemverstoringen aangetroffen tot een diepte van slechts 0.4 meter beneden het maaiveld. Ter plaatse van het centrale deel van deze deellocatie zijn bodemverstoringen aangetroffen tot een diepte van circa 0.7 meter beneden het maaiveld. Op basis van de voormalige aanwezigheid van de bebouwing, zoals zichtbaar op een luchtfoto uit 2003, mag echter worden verondersteld dat lokaal de bodemverstoringen dieper zullen reiken. Hetzelfde geldt voor het noordelijke deel van Deellocatie C. Op basis van de uitgevoerde boringen lijkt de bodemverstoring beperkt te zijn. Echter, het zetten van Boring nr. 5 is drie keer mislukt, omdat deze stuitte op ondoordringbaar puin op een diepte vanaf 0.7 en 1.0 meter beneden het maaiveld. Op dit terreindeel zijn ten (noord)westen van deze boring aan het oppervlak ook betonnen funderingen zichtbaar.

- Op en in de top van Afzettingen van Duinkerke II zouden in principe archeologische resten uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd aanwezig kunnen zijn. Aangezien er geen (historische) aanwijzingen zijn gevonden voor de aanwezigheid van bebouwing of infrastructuur ter plaatse van het plangebied, vanaf 1570 tot de 20ste eeuw - en omdat er hier geen sprake is van een relatief hogere ligging van de top van de Afzettingen van Duinkerke II -, wordt de kans op de aanwezigheid van archeologische resten uit deze perioden klein geacht.

- Op en in de top van het Hollandveen kunnen archeologische resten uit de Romeinse Tijd aanwezig zijn. Aangezien de top van het Hollandveen ter plaatse van het noordelijke en het zuidelijke deel van Deellocatie C is geërodeerd, wordt de kans op de aanwezigheid van archeologische resten uit deze periode daar zeer klein geacht. Ter plaatse van het centrake deel van Deellocatie C (ter plaatse van Boring nr. 2 en 3), waar de top van het Hollandveen wel intact werd aangetroffen, wordt de kans op de aanwezigheid van archeologische resten uit deze perioden groot geacht. De veraarde/ geoxideerde top van het Hollandveen werd daar aangetroffen op een diepte van 1.4 en 1.8 meter beneden het maaiveld.

- Op en in de top van de Afzettingen van Calais IV zouden archeologische vindplaatsen uit het Laat Neolithicum en de Vroege Bronstijd aanwezig kunnen zijn. Ter plaatse van Boring nr. 1, in het zuidelijke deel van Deellocatie C, is een sterk zandige afzetting aangetroffen. Ook ter plaatse van Boring nr. 3 was de onderliggende Calais-afzetting wat zandiger, dan ter plaatse van de andere boringen. De top van de Afzettingen van Calais IV werd daar aangetroffen op een diepte van 2.7 – 3.0 meter beneden het maaiveld (circa 3.0 meter –NAP). Voor de hier aangetroffen iets hoger gelegen, zandige kreekrug- of oever-afzettingen, geldt een (middel)hoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische resten uit het Laat Neolithicum en de Vroege Bronstijd.

28 5.2 Aanbevelingen

Deellocatie A

Op basis van het uitgevoerde Archeologisch Bureauonderzoek en booronderzoek (IVO-Overig) kan worden geconcludeerd dat de uitvoeringswerkzaamheden binnen het plangebied hoogstwaarschijnlijk niet zullen leiden tot de aantasting van archeologische resten. Archeologisch vervolgonderzoek wordt dan ook niet noodzakelijk geacht.

Deellocatie B

Op basis van het uitgevoerde aanvullend Archeologisch Bureauonderzoek en het booronderzoek (IVO-Overig) kan worden geconcludeerd dat de uitvoeringswerkzaamheden kunnen leiden tot de aantasting van archeologische resten uit de Middeleeuwen. Bij de herinrichting van het gebied met parkeervakken zal de bodem worden verstoord tot een minimale diepe van circa 0.6 meter beneden het maaiveld.

Het niveau waarop archeologische resten uit de Middeleeuwen kunnen worden aangetroffen, op en in de top van de Afzettingen van Duinkerke II, is aangetroffen vanaf een diepte van 0.5 meter beneden het maaiveld. Indien de verstoringsdiepte niet kan worden aangepast, (bijvoorbeeld door middel van ophoging), wordt archeologisch vervolgonderzoek (in de vorm van een IVO-P, of een AB) dan ook noodzakelijk geacht voor de zones waar bodemverstoringen worden voorzien met een diepte van meer dan 0.5 meter beneden het maaiveld.

Deellocatie C

Op basis van het uitgevoerde Archeologisch Bureauonderzoek en booronderzoek (IVO-Overig) kan worden geconcludeerd dat de uitvoeringswerkzaamheden binnen Deelgebied C lokaal kunnen leiden tot de aantasting van archeologische resten. Dit ter plaatse van de zones waar het Hollandveen nog intact is. Dit is het geval ter plaatse van het centrale deel van Deellocatie C. Echter, ook in gebieden tussen de boringen waarin het veenpakket niet meer volledig aanwezig is, kan lokaal het Hollandveen nog intact zijn. Dit zou met name het geval kunnen zijn ter plaatse van het zuidelijke deel van Deellocatie C. Ook op en in de top van de onderliggende klei-) Afzettingen van Calais IV kunnen archeologische resten worden aangetroffen. Archeologisch vervolgonderzoek wordt dan ook hier noodzakelijk geacht (in de vorm van een IVO-P, of een AB) ter plaats van de zones waar bodemverstoringen worden voorzien tot in de (intacte) top van het Hollandveen, die ter plaatse van het centrale en zuidelijke deel van Deellocatie C kan worden verwacht op een diepte van 1.4 - 2.0 meter beneden het maaiveld (circa 1.8 meter –NAP).

29

Literatuur

- Alkemade, M., R. M. van Heeringen en W. A. M. Hessing: Archeologiebeleid gemeente Goes, Deel A: Beleidsnota archeologie; Amersfoort: 2011

- Alkemade, M., M. Geerts, R. M. van Dierendonck (red.): Archeologie naar deltahoogte. Een onderzoek naar de Zeeuwse archeologiebeoefening; Provincie Zeeland: 2008

- Brugman, B. A., R. M. van Heeringen en R. Schrijvers: Archeologiebeleid gemeente Goes, Deel B: Toelichting beleidskaart; Amersfoort: 2011

- Craane, M. L. en T. van Bostelen: Bureauonderzoek met controleboring van het plangebied Van Hertumweg te Goes (Archeologische Rapporten Oranjewoud 2013/118); Heerenveen:

2013

- Geologische kaarten van Zeeland. Schaal 1 : 250.000, Rijks Geologische Dienst; Haarlem:

1996

- Historische Atlas Zeeland. Chromotopografische Kaart des Rijks 1 : 25.000, verkend in 1912 en 1913 (facsimile-uitgave); Landsmeer: 1989

- Kersbergen R. (samenstelling): Luchtfoto atlas Zeeland. Loodrechtluchtfoto's provincie Zeeland schaal 1:14.000; Landsmeer: 2004

- Meer, K. van der, I. Ovaa en J. de Buck: De bodemgesteldheid van de brede wetering bewesten Ierseke, Stichting voor Bodemkartering, rapport 292, Wageningen: 1952

- Mulder, E. F. J. de, M. C. Geluk, I. L. Ritsema, W. E. Westerhof en T. E. Wong: De ondergrond van Nederland; Groningen: 2003

- Paleogeografische kaarten van Zeeland. Schaal 1 : 500.000, Rijks Geologische Dienst;

Haarlem: 1996

- Provincie Zeeland: Regeling aanvullende richtlijnen voor archeologisch onderzoek in de Provincie Zeeland 2014. Besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 14 oktober 2014, nummer 14014501, houdende wijziging regeling aanvullende richtlijnen voor archeologisch onderzoek in de provincie Zeeland. In: Provinciaal Blad, Nr. 2704, 22 oktober 2014; Provincie Zeeland, Middelburg: 2014

- Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE): Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS2/3); RCE, Amersfoort: 2014

- Rummelen, F. F. F. E. van: Geologische Kaart van Nederland 1:50.000, Blad Beveland; Rijks Geologische Dienst, Haarlem: 1978

- Rummelen, F. F. F. E. van: Toelichtingen bij de Geologische Kaart van Nederland 1:50.000, Blad Beveland; Rijks Geologische Dienst, Haarlem: 1978

- Tol, A. J., et al.: Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek;

Amsterdam: 2006

30 Geraadpleegde internetsites:

- http://ahn.geodan.nl

- http://ahn.maps.arcgis.com/apps/webappviewer - http://archis2.archis.nl

- http://watwaswaar.nl - https://www.dinoloket.nl - https://www.pdok.nl

-- http://www.zeeland.nl/kaarten-en-cijfers/cultuurhistorische-hoofdstructuur - https://zoeken.cultureelerfgoed.nl

31

Verklarende woordenlijst

antropogeen door menselijk handelen

C14 datering bepaling van het gehalte aan radioactieve koolstof (C14) van organisch materiaal (hout, houtskool, schelpen, etc.) waaruit de ouderdom kan worden afgeleid. Deze ouderdom wordt opgegeven in jaren voor 1950 A.D.

dekzand fijn zand, voornamelijk afgezet door wind

differentiële klink verschijnsel waarbij relatief hoog of laag liggende gebieden door geologische of fysische processen laag of hoog (andersom) komen te liggen. Ook wel omgekeerde klink of reliëfinversie genoemd

dy organische afzetting, bestaande uit fijn verdeelde afgestorven plantenresten, in stilstaand water bezonken

erosie verzamelnaam voor processen die het aardoppervlak aantasten en los materiaal afvoeren. Dit vindt voornamelijk plaats door wind, ijs en stromend water

estuarium een min of meer trechtervormige monding van een rivier die binnen het bereik van getijdestromingen ligt

eutroof veen veen dat in een voedselrijk milieu ontstaan is fluviatiel onder invloed van een rivier

geul rivier- of kreekbedding

gorzenlandschap gebied dat boven gemiddeld hoogwater ligt en pas bij de hoogste vloeden onderloopt

gyttja organische afzetting, bestaande uit fijn verdeelde afgestorven plantenresten, in stilstaand water bezonken

Hollandveen Alle veenpakketten die gedurende het Holoceen zijn ontstaan met uitzondering van het basisveen. De definitie van ‘Hollandveen’ betreft dus in feite bijna alle veenpakketten die gedurende de afgelopen 8000 jaar zijn ontstaan

Holoceen jongste geologisch tijdvak (vanaf de laatste IJstijd: circa 9000 jaar voor Chr.

tot heden)

in situ bewaard gebleven op de oorspronkelijke plaats. Dit met name met betrekking tot onverstoorde archeologische sporen en vondsten

klink maaivelddaling van veen- en kleigronden door ontwatering, oxidatie van organisch materiaal en krimp

lagunair, lagune ondiepe baai, beschermd tegen open zee door een strandwal of haf

marien het milieu waar sedimentatie plaatsvindt die direct wordt beïnvloed door de zee

32

meanderen zich bochtig door het landschap slingeren (van waterlopen) mesotroof veen veen, dat in matig voedselrijk milieu is ontstaan

modderklei afzettingen in het peri-mariene gebied, bestaande uit kleiige venen en venige kleien

moernering veenafgraving, hoofdzakelijk ten behoeve van zoutwinning en de winning van brandstof (turf)

oligotroof veen veen, dat in voedselarm milieu is ontstaan

oxidatie (traag) verbrandingsproces van organisch materiaal in reactie met zuurstof peri-marien het milieu, waarin de sedimentatie wordt beïnvloed door de zee (via het rivier-

en kreekstelsel), maar waar mariene afzettingen van betekenis ontbreken Pleistoceen geologisch tijdperk dat ongeveer 2 miljoen jaar geleden begon. De tijd van de

IJstijden, maar ook van gematigd warme perioden. Het Pleistoceen eindigt met het begin van het Holoceen

pollenanalyse statistische studie van stuifmeelkorrels en sporen, die in sedimenten gevonden worden. Doel is onder meer milieureconstructie

regressiefase periode waarin het water zich terugtrekt (als gevolg van een daling van de zeespiegel of als gevolg van sluiting van strandwallencomplex) na een transgressiefase

sediment afzetting gevormd door bezinksel of neerslag

sondeerijzer lange, dunne metalen 'prikstok', die onder meer wordt gebruikt om antropogene sporen te op te sporen

strandwal een onder directe invloed van de zee ontstane zandrug evenwijdig met de kustlijn, meestal aan de rand van een strandvlakte

strandvlakte een door de directe werking van de zee ontstane zandvlakte langs de kust stroomrug restant van een door zand- en klei-afzettingen verlande, oude stroomgeul.

Door differentiële klink meestal hoger gelegen dan de omgeving

transgressiefase fase waarin de invloed van de zee zich over het land uitbreidt (als gevolg van stijging van de zeespiegel of als gevolg van erosie van het

strandwallencomplex)

verlandingsklei klei die aan het einde van een transgressiefase wordt afgezet

33

Bijlage 1

Administratieve gegevens

Projectnaam: Inventariserend Veldonderzoek door middel van

grondboringen, verkennend, ‘Van Hertumweg’, Deellocatie A, B en C, Goes, Gemeente Goes

SOB Research Project nr.: 2358-1510

Opdrachtgever: College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Goes

Postbus 2118, 4460 MC Goes

Contactpersoon: de heer A. S. Dorleijn Tel.: 0113 - 249714

E-mail: a.dorleijn@goes.nl

Uitvoerder: SOB Research

Hofweg 13, Heinenoord

Postbus 5060, 3274 ZK Heinenoord Tel.: 0186 - 604 432/ 0575 - 476439 E-mail: sobresearch@wxs.nl

Bevoegde overheid: College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Goes

Postbus 2118, 4460 MC Goes

Contactpersoon: de heer A. S. Dorleijn Tel.: 0113 - 249714

E-mail: a.dorleijn@goes.nl Archeologisch adviseur van de

bevoegde overheid:

Contactpersoon: de heer K. J. R. Kerckhaert (OAS) Postbus 49, 4330 AA, Middelburg

Tel.: 0118 - 670613 Mob.: 06 - 20436477 E-mail: k.kerckhaert@goes.nl

Datum opdracht: 2 oktober 2015

Datum conceptrapport: 19 november 2015 Datum definitief rapport: 15 december 2015

Provincie: Zeeland

Gemeente: Goes

Plaats: Goes

Toponiem: Van Hertumweg

Deellocatie A Stationsplein Deellocatie B: Kloetingseweg Deellocatie C Stationspark

Huidige situatie: Verharding, groenstroken, braakliggend.

Toekomstige situatie: Weg, verharding, groenstroken.

Kaartblad: 48F

Geologie: - Deellocatie A: Afzettingen van Duinkerke II, op

Hollandveen, op Afzettingen van Calais IV.

- Deellocatie B: Centrale deel: (kreek-) Afzettingen van Duinkerke II). Westelijke en oostelijke deel: Afzettingen van Duinkerke II, op Hollandveen op Afzettingen van Calais IV.

- Deellocatie C: Afzettingen van Duinkerke II, op Hollandveen op Afzettingen van Calais IV.

Geomorfologie: Niet gekarteerd.

34

Bodemtype: Niet gekarteerd.

Grondwatertrap: Niet gekarteerd.

NAP-hoogte maaiveld: Deellocatie A: circa 0.5 - 1.0 meter +NAP Deellocatie B: circa 0.5 - 0.7 meter +NAP Deellocatie C: circa 0.0 - 0.4 meter –NAP Oppervlakte plangebied: Deellocatie A: circa 0.35 hectare

Deellocatie B: circa 0.70 hectare Deellocatie C: circa 0.28 hectare Kaart plangebied: Zie Afbeelding 3, 4, 9, 12 en 15.

CMA/ AMK-status: N.v.t.

ARCHIS-Onderzoeksmelding nr.: Deellocatie A: 3974982100 Deellocatie B: 3974999100 Deellocatie C: 3975005100 ZAA-Vondstmelding nr.: Geen aanvullende gegevens.

Deponering documentatie: Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA) Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) Postbus 49, 4330 AA Middelburg

Het Schuitvlot

Looierssingel 2, 4331 NK Middelburg Beheerder: de heer J. J. B. Kuipers Tel. : 0118 - 670879

E-mail: jjb.kuipers@scez.nl Deponering vondsten: Depothouder:

Het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Zeeland

Postbus 6001, 4330 LA Middelburg

Contactpersoon voor de selectie/ de-selectie van vondstmateriaal:

De heer R. M. van Dierendonck (SCEZ) Tel.: 0118 - 670877

E-mail: depot@scez.nl Deponering vondstmateriaal:

Zeeuws Archeologisch Depot (ZAD) Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland Het Schuitvlot

Looierssingel 2, 4331 NK Middelburg

35

Depotbeheerder: de heer H. Hendrikse Tel: 0118 - 670618

Mob. 06 - 57158771 E-mail: h.hendrikse@scez.nl Deponering digitale documentatie: E-depot (www.edna.nl)

36

37

Bijlage 2

Archeologische en geologische tijdschaal

Archeologische en geologische tijdschaal