• No results found

Geactualiseerd Archeologisch Verwachtingsmodel

3. Archeologische verwachting

3.3 Geactualiseerd Archeologisch Verwachtingsmodel

Op de Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Blad Beveland, wordt ter plaatse van Deellocatie A en C een zone weergegeven met de code AO,2.7 Op basis daarvan kan daar een bodemopbouw worden verwacht met Afzettingen van Duinkerke II, op Hollandveen, op Afzettingen van Calais IV.

Ter plaatse van het grootste deel van Deellocatie B wordt op de geologische kaart een zone weergegeven met de code DO.2 Op basis daarvan kan ter plaatse van het overgrote deel van deze deellocatie een bodemopbouw worden verwacht met (geuldek-, op geul-) Afzettingen van Duinkerke II (zie Afbeelding 6). Hier is in de ondergrond een fossiele kreekrug aanwezig. Alleen ter plaatse van het meest westelijke en oostelijke deel van deze deellocatie kan een soortgelijke bodemopbouw worden verwacht als ter plaatse van Deellocatie A en C.

Afbeelding 6. De ligging van Deellocatie A, B en C (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitvergrote uitsnede van de Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Blad Beveland. Bron: Van Rummelen, 1978. Schaal 1: 25.000.

Op de bij de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Goes behorende Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 1 (‘Walcheren’), Kaartlaag 2 (‘Hollandveen’) en Kaartlaag 3 (‘Wormer’) wordt ter plaatse van Deellocatie A, het meest westelijke en oostelijke deel van Deellocatie B en Deellocatie C, een zone weergegeven met een hoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische waarden (Categorie 4). Op de Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 4 (‘Pleistoceen’) wordt een zone weergegeven zonder een archeologische verwachting (Categorie 8).

7 Van Rummelen, 1978

C A

B

15

Binnen deze zones zouden archeologische resten uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd kunnen worden verwacht op en in de top van de Afzettingen van Duinkerke II. Archeologische resten uit de IJzertijd en de Romeinse Tijd zouden hier kunnen worden verwacht op en in de top van het Hollandveen. Archeologische resten uit het Laat Neolithicum en de Vroege Bronstijd zouden hier kunnen worden verwacht op en in de top van de Afzettingen van Calais IV.

Op de bij de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Goes behorende Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 1 (‘Walcheren’), wordt plaatse van het centrale deel van Deellocatie B een zone weergegeven met een hoge archeologische verwachting (Categorie 4). Op Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 2 (‘Hollandveen’), Kaartlaag 3 (‘Wormer’) en Kaartlaag 4 (‘Pleistoceen’) wordt hier een zone weergegeven zonder een archeologische verwachting (Categorie 8). Dit vanwege de hier aanwezige fossiele geul, die de onderliggende afzettingen tot in het dekzand heeft geërodeerd. Binnen deze zone zouden archeologische resten uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd kunnen worden verwacht op en in de top van de Afzettingen van Duinkerke II. Dit betreft een extra hoge verwachting omdat de fossiele kreekruggen uit de Duinkerke II-transgressiefase in de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd gunstige vestigingsomstandigheden voor bewoning boden. Dit vanwege de relatief hoge ligging van het maaiveld.

Ter plaatse van Deellocatie A, B en C wordt op kaarten uit de periode van de 16de (1572, Jacob van Deventer) t/m de 19de eeuw geen bebouwing weergegeven.

Een projectie van de oude wegen en (bedrijfs)gebouwen vanaf de late 19de eeuw op de huidige topografische ondergrond is in het kader van het eerder uitgevoerde bureauonderzoek niet vervaardigd. In het rapport van dit onderzoek is slechts de globale ligging van het Plangebied Van Hertumweg op de oude kaarten en luchtfoto’s aangeduid. Hierdoor is het onvoldoende duidelijk waar als gevolg van de aanleg van bebouwing en infrastructuur de ondergrond en de mogelijk aanwezige archeologische waarden kunnen zijn verstoord.

Deellocatie A: gespecificeerde archeologische verwachting

Het is duidelijk dat de bovenste lagen van de bodem ter plaatse van Deellocatie A zullen zijn verstoord. De laatste decennia is de infrastructuur aan de voorzijde van het station enkele malen gewijzigd. Ook bij de aanleg van kabels en leidingen zal de bodem zijn verstoord. Tot hoe diep deze bodemverstoringen reiken is vooralsnog niet bekend. Op basis van enkele projecties, specifiek gemaakt ten behoeve van het onderhavige onderzoek, kan ook worden geconcludeerd dat de bodem ter plaatse van het noordelijke deel van Deellocatie A zal zijn verstoord als gevolg van de aanleg van de bebouwing, die daar in de zeventiger jaren van de 20ste eeuw werd gerealiseerd. Tot hoe diep de bodemverstoringen reiken is niet bekend. Voor Deellocatie A geldt daarom een lage verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van bewoningssporen uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Voor de Nieuwe Tijd geldt deze lage verwachting ook omdat op de kaarten uit de periode van de 16de t/m de 19de eeuw ter plaatse van deze deellocatie geen bebouwing wordt weergegeven. Voor wat betreft archeologische resten uit de IJzertijd en de Romeinse Tijd geldt een hoge verwachting, mits er sprake is van een (grotendeels) intacte top van het Hollandveen. Voor wat betreft archeologische resten uit het Laat Neolithicum en de Vroege Bronstijd geldt een hoge verwachting, mits er sprake is van relatief hoog gelegen Afzettingen van Calais IV. De top van deze afzettingen is hier naar verwachting intact aanwezig.

Deellocatie B: gespecificeerde archeologische verwachting

Deellocatie B is grotendeels gelegen ter plaatse van een fossiele kreekrug (Afzettingen van Duinkerke II). Direct onder de verstoorde/ opgebrachte bovenlaag kunnen, op en in de top van de (geuldek- en oever-) Afzettingen van Duinkerke II, archeologische resten uit de Middeleeuwen worden verwacht (vanaf circa de 8ste/ 9de eeuw na Chr.). Echter, op basis van projecties van enkele luchtfoto’s op de huidige topografische ondergrond blijkt dat de spoorbaan oorspronkelijk breder is geweest (zie Afbeelding 7).

16

Vermoedelijk is bij de aanleg van de voormalige rangeersporen de ondergrond deels zijn uitgegraven en versterkt met een grindbed en andere puinstort. Hierdoor is de kans groot dat alleen dieper reikende grondsporen bewaard zijn gebleven.

Voor Deellocatie B geldt een hoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van bewoningssporen uit de Middeleeuwen, mits de top van de (geuldek- en oever-) Afzettingen van Duinkerke II hier (grotendeels) intact is. Voor de aanwezigheid van archeologische resten uit Nieuwe Tijd geldt een lage verwachting. Op de kaarten uit de periode van de 16de t/m de 19de eeuw wordt ter plaatse van deze deellocatie immers geen bebouwing weergegeven. Voor alle perioden voorafgaand aan de Middeleeuwen is sprake van een niet aanwezige verwachting. De horizonten waarin oudere archeologische resten zouden kunnen worden aangetroffen zijn hier immers volledig geërodeerd als gevolg van de geulactiviteit in de Middeleeuwen.

Afbeelding 7.De ligging van Deellocatie B, geprojecteerd op een uitsnede van de luchtfoto uit 1970. Schaal 1: 2.500.

Deellocatie C: gespecificeerde archeologische verwachting

Voor Deellocatie C geldt op basis van een analyse van alle bronnen een lage verwachting voor wat betreft archeologische resten uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Op basis van enkele projecties, die zijn gemaakt ten behoeve van het onderhavige onderzoek, wordt duidelijk dat de bodem ter plaatse van het noordelijke deel van Deellocatie B hoogstwaarschijnlijk is verstoord. Tot aan de zeventiger jaren van de 20ste eeuw was dit gebied onbebouwd. Ter plaatse van het zuidelijke deel van dit gebied was toen een brede sloot of watergang aanwezig. Ook het centrale deel van deze locatie werd doorsneden door een sloot. Op de luchtfoto uit 1970 en 2003 is zichtbaar dat Deelgebied C toen deel uitmaakte van het terrein van de Goese Veiling en later de Groene School (zie Afbeelding 8). Tot op welke diepe hier bodemverstoringen aanwezig zijn is onbekend. Ter plaatse van een groot deel van Deellocatie C is thans een weg aanwezig(zie Afbeelding 5). Tot hoe diep de met de aanleg van deze weg samenhangende bodemverstoringen reiken is onbekend.

Voor Deellocatie C geldt een lage verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van bewoningssporen uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Voor de Nieuwe Tijd geldt deze lage verwachting ook omdat op de kaarten uit de periode van de 16de t/m de 19de eeuw ter plaatse van deze deellocatie geen bebouwing wordt weergegeven. Voor wat betreft archeologische resten uit de IJzertijd en de Romeinse Tijd geldt een hoge verwachting, mits er sprake is van een (grotendeels) intacte top van het Hollandveen. Voor wat betreft archeologische resten uit het Laat Neolithicum en de Vroege Bronstijd geldt een hoge verwachting, mits er sprake is van relatief hoog gelegen Afzettingen van Calais IV. De top van deze afzettingen is hier naar verwachting intact aanwezig.

17

Archeologische sporen ter plaatse van Deellocatie A, B en C kunnen bestaan uit resten van paalsporen/

constructiehout, (water)putten, afvalkuilen, greppels, brandsporen, etc. Het vondstmateriaal kan bestaan uit aardewerk, natuursteen, hout, (metaal) en organisch materiaal, zoals bijvoorbeeld leer, hout, houtskool, dierlijk botmateriaal en paleo-ecologische resten.

1970 2003

Afbeelding 8.De ligging van Deellocatie C, geprojecteerd op een utsnede van de luchtfoto uit 1970 en 2003.

Schaal 1: 2.500.

18

19