• No results found

75. In dit hoofdstuk beschrijft ACM op hoofdlijnen de wijzigingen die zij in de

reguleringssystematiek heeft aangebracht ten opzichte van de vorige reguleringsperiode.

6.1 Aangebrachte wijzigingen in de reguleringssystematiek

76. ACM heeft, mede ingegeven door het voorgaande, besloten de methoden tot vaststelling van de x-factor, de q-factor en van de rekenvolumina in dit besluit op enkele punten te wijzigen ten opzichte van die voor de vijfde reguleringsperiode. Ten behoeve van de leesbaarheid van dit besluit geeft ACM hieronder aan welke onderdelen zijn gewijzigd.

Wijzigingen in de methode tot vaststelling van de x-factor

77. ACM heeft het in de vorige methodebesluiten opgenomen beoordelingskader voor toepassing van de bevoegdheid tot het aanpassen van de begininkomsten aan het niveau van de efficiënte kosten (inclusief een redelijk rendement) heroverwogen, mede op verzoek van belanghebbenden. ACM wijzigt op basis daarvan dit beoordelingskader. Het gewijzigde beoordelingskader en de motivering voor de wijziging zijn opgenomen in paragraaf 8.3.1. 78. De tweede wijziging betreft de wijziging van het redelijk rendement. Enerzijds bestaat deze uit

een actualisatie van de parameters die ten grondslag liggen aan het redelijk rendement. Anderzijds heeft ACM de berekeningswijze van enkele parameters gewijzigd. Deze wijziging komt aan de orde in paragraaf 8.2.1 en in Bijlage 2 van dit besluit.



79. De derde wijziging betreft de verwerking van de gevolgen van de wettelijke invoering van het verbeterde marktmodel voor kleinverbruikers van gas en elektriciteit, waarbij de leverancier het centrale aanspreekpunt voor deze groep afnemers is. Dit heeft voor netbeheerders overwegend tot gevolg (gehad) dat taken weg zijn gevallen of zijn versimpeld. Het verbeterde marktmodel omvat onder meer de invoering van het capaciteitstarief, het (verplichte)

leveranciersmodel en de omkering van de meetketen. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de berekening van de efficiënte kosten per eenheid output. Deze wijziging komt aan de orde in paragraaf 171 en paragraaf 8.3.4.3 van dit besluit.

80. Als vierde heeft ACM besloten om aan de methode een vergoeding voor de additionele efficiënte kapitaalkosten die het gevolg zijn van vervangingen van aansluitingen toe te voegen. De onderbouwing voor deze vergoeding heeft ACM gegeven in paragraa8.3.4.4. Deze wijziging komt in paragrafen 8.3.4.5 en 8.4.2 aan de orde. Deze wijziging leidt er tevens toe dat de balansfactor voor de gasaansluitdienst komt te vervallen.

81. ACM heeft de reguleringssystematiek van de EHD-netten heroverwogen en besloten de systematiek te wijzigingen ten opzichte van de vorige periode. In de vorige periode werden de EHD-netten van Enexis en Zebra enerzijds en het EHD-net van Enduris anderzijds op

3

1

/1

0

5

EHD-netten gezamenlijk te reguleren via een afzonderlijke EHD-maatstaf. ACM licht deze wijziging toe in paragrafen 7.1,171, 8.2.3, 8.3.4 en hoofdstuk 10.

82. Als zesde wijziging zorgt de verduidelijkte definitie van ‘aansluiting’ ervoor dat inkoopkosten transport voor gas ontstaan tussen regionale netbeheerders. Deze wijziging komt aan de orde in paragraaf 171. ACM is voornemens om in de huidige reguleringsperiode voor de

inkoopkosten transport een nacalculatie toe te passen. Dit is beschreven in paragraaf 11.1.

Wijzigingen in de methode tot vaststelling van de q-factor

83. ACM heeft geen wijzigingen aangebracht in de methode tot vaststelling van de q-factor.

Wijzigingen in de methode tot vaststelling van de rekenvolumina

84. Voor de vaststelling van de jaarlijkse volumina van de EHD-netten, die de basis vormen voor de bepaling van de rekenvolumina, wijkt ACM af van de methode zoals die voor de overige netdelen van de regionale netbeheerders wordt vastgesteld. Dit is beschreven in hoofdstuk 10.

6.2 Aangehaalde onderzoeken

85. In dit methodebesluit heeft ACM de onderstaande rapporten aangehaald:

a. Bij bespreking over duurzaamheid heeft ACM verwezen naar het Visiedocument

Duurzaamheid in energietoezicht van 9 april 2014 (ACM/DE/2014/201987).

b. Bij de beschrijving van de EHD netten haalt ACM het rapport aan over

‘Tariefregulering energiebeheer’ van de Algemene Rekenkamer, zie Kamerstukken

II 2008/09, 31 901, nrs. 1-2.

c. Bij de invoering van het leveranciers model heeft ACM een onderzoeksbureau gevraagd onderzoek te doen naar de kostenbesparingen. Het onderzoeksbureau Ecorys B.V. heeft in samenwerking met UC Partners en de TU Delft (hierna: Ecorys c.s.) in het kader van de methodebesluiten van de vorige reguleringsperiode dit onderzoek uitgevoerd en heeft het volgende rapport uitgebracht: Ecorys, UC Partners en TU Delft Kostenbesparingen als gevolg van de invoering van het

verplichte leveranciersmodel , juli 2013.

d. Bij de bespreking van de lokale heffingen heeft ACM het rapport van Brattle genoemd: The Brattle Group, Regional Differences for Gas and Electricity

Companies in the Netherlands, maart 2006.

e. Bij de bespreking van de langjarige productiviteitsverandering baseert ACM zich op de CEPA studie Ongoing efficiency in the new method decisions for Dutch

electricity and gas network operators (2012).

f. Ter voorbereiding op het methodebesluit voor de vierde reguleringsperiode heeft KIWA Technology (hierna: KIWA) in opdracht van ACM onderzoek gedaan naar kwaliteitsindicatoren die geschikt zijn voor de vaststelling van de q-factor, te weten

3

2

/1

0

5

Bevindingen Kwaliteitsterm Gas, Onderzoek naar de invulling van de kwaliteitsterm

voor gas, KIWA, 22 september 2009.

g. ACM verwijst naar het evaluatierapport van de E-wet en Gaswet, te weten Evaluatie

Elektriciteitswet 1998 en Gaswet – Eindverslag, NMa, Den Haag, april 2012.

h. Bij het bespreken van de WACC haalt ACM het rapport aan van Brattle Calculating

the Equity Risk Premium and the Risk-free rate, november 2012. Verder baseert

ACM zij zich bij het bepalen van de WACC op Rebel Energy, Water & Climate, The

3

3

/1

0

5