• No results found

Ondersteunende mimiek

In document Non-verbaal presenteren (pagina 65-81)

4.2 Functies van non-verbale communicatiemiddelen in documentaires

4.2.3 Ondersteunende mimiek

Figuur 26 Resultaten Ondersteunende mimiek

Naast de toepassing van verbale handgebaren of gestes, kan een presentator ook zijn mimiek als non-verbaal communicatiemiddel inzetten. Hieronder de twee fragmenten uit de vier documentaires waarin ondersteunende mimiek met een functie bij de verbale tekst van de presentatoren getoond wordt.

Allereerst zie je de mimiek van de presentator in figuur 27 veranderen, wanneer hij zegt: “Ook onder niet- Joden”. Deze verandering in de mimiek vult zijn tekst aan met de onderliggende gedachte dat dat

eigenlijk niet was zoals het normaal ging maar dat het toch gebeurde. Hij zegt deze woorden niet, maar dit valt wel van zijn gezicht af te lezen. Ook in figuur 28 is eenzelfde effect te zien.

The New York Connection: De Amerikaanse droom (65) Andere Tijden: Vrouwen in het gewapend verzet (51) De Oorlog: Hoe de Joden uit Nederland verdwenen (136) Van Dis in Indonesië: Bestemmi ng hoop (61) Ondersteu nende mimiek 1. Aanvullen 1.1 Uitleg x x 1 (1,9 %) 2 (3,9 %) 1 (0,7%) x x x 1.2 Subjectivering x 1 (1,9 %) 5 (3,7 %) x 2. Versterken 1 (1,5 %) 3 (5,8 %) 5 (3,7 %) x 3. Specificeren x x x x 4. Contrasteren x x x x

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

57

Figuur 27 Ondersteunende aanvullende mimiek in Figuur 28 Ondersteunende aanvullende mimiek

“De Oorlog” in “Andere Tijden”

“Ook onder niet Joden” “Het had het recht in eigen hand genomen” Naast dat het fragment in figuur 28 een aanvullende functie heeft, heeft het ook een subjectieve functie. De presentator kijkt namelijk zorgelijk wanneer hij deze woorden in de mond neemt. Hij vult zijn gesproken tekst in bovenstaand fragment aan met een bedenkelijke ondertoon. Echter ook kan de kijker het opvatten als een subjectieve ondertoon, waarin de presentator laat blijken dat hij over wat hij verbaal uitspreekt ook twijfels had.

De mimiek van een presentator met een uitleggende functie, zal veelal gecombineerd worden met verbale tekst of non-verbale gestes. Hieronder volgt echter een voorbeeld uit de documentaire “Andere Tijden” waarin de presentator een gezichtsuitdrukking heeft die een mogelijke uitleggende functie laat zien.

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

58

Figuur 29 Ondersteunende uitleggende mimiek in

“Andere Tijden”

“Tot meer huiselijk werk: bonkaarten vervalsen”

In figuur 27 is te zien hoe de presentator een uitleggend gebaar maakt met gebruik van een veranderende gezichtstuitdrukking. Hij heeft een afvragende blik en gebruikt daarbij ook zijn handen om zo zijn verbale tekst te benadrukken.

Ook gezichtsuitdrukkingen met een subjectieve tint, vallen onder de categorie aanvullende functie. Het gaat hier om een blik die de mening van de presentator weggeeft. Hieronder is een voorbeeld uit de documentaire “De Oorlog” te zien.

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

59

Figuur 30 Ondersteunende subjectieve mimiek in

“De Oorlog”

“Zoals altijd, aan zijn vazallen over om

met concrete plannen te komen”

In figuur 30 komt duidelijk naar voren hoe de presentator denkt over wat hij verbaal uitspreekt. De presentator toont namelijk met zijn mimiek dat hij het zeker niet eens is met de gedachtegang van toentertijd.

Naast de eerder genoemde functies, kunnen gezichtsuitdrukkingen ook een versterkende betekenis hebben. Dan benadrukken ze het onderwerp waarover gesproken wordt of een bepaald woord. Hieronder is een voorbeeld te zien uit de documentaire “Andere Tijden”. In dit fragment benadrukt de presentator met zijn ogen de gesproken tekst, hij heeft een ernstige blik waarmee hij zijn woorden versterkt.

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

60

Figuur 31 Ondersteunende aanvullende mimiek in “Andere Tijden”

`“Liquideerden verraders”

Contrasterende en specificerende gezichtsuitdrukkingen zijn in de vier documentaires niet aangetroffen. Een verklaring hiervoor kan zijn dat contrasterende gezichtsuitdrukkingen eerder worden toegepast in humoristische of satirische films of programma’s. Het gebruik van sarcasme past namelijk niet zozeer bij informatieve documentaires over historische onderwerpen. Daarnaast zijn specificerende

gezichtsuitdrukkingen wellicht in het geanalyseerde materiaal niet gevonden omdat de mimiek van de presentatoren meer versterkend dan verduidelijkend zijn bedoelt. Alle willen ze hun punt maken en daarbij passen versterkende mimiekvormen uiteindelijk beter. Daarnaast is iets verduidelijken veelal via woorden en beelden makkelijker te bewerkstelligen voor een presentator.

Nu de fragmenten uit de vier documentaires, “The New York Connection”, “Andere Tijden”, “De

Oorlog” en “Van Dis in Indonesië” onderverdeeld zijn per functie en non-verbaal communicatiemiddel, is het van belang om te kijken naar wat de meerwaarde hiervan is voor de informatieverwerking bij de kijker. Uit de analyse is in eerste instantie gebleken dat vooral non-verbale communicatiemiddelen die toegepast worden door de presentator een versterkende functie hebben. Hierop volgen de aanvullende en de specificerende functie. Bij ondersteunende mimiek komt ook subjectivering in het materiaal naar voren, vooral in de documentaire “De Oorlog”. Rob Trip schuwt hierin het tonen van ontzetting niet. De kijker ziet dus inderdaad door het gebruik van mimiek en gestes door de presentator ‘extra’ of

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

61

de non-verbale communicatiemiddelen meer informatie dan wanneer ze enkel beeld zien en tekst horen.

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

62

5. Conclusie

Naar aanleiding van de resultaten uit het analysemateriaal, zal er nu antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag en de twee deelvragen. Aangezien dit onderzoek explorerend van aard is, wordt hiermee een eerste stap gezet in een nieuw onderzoeksgebied. De onderzoeksvraag luidt als volgt:

Hoe ondersteunen non-verbale gestes en mimiek in documentairepassages waarbij personen (presentatoren) in beeld zijn tijdens het spreken de informatieverwerking van de kijkers?

Aan de hand van onderstaande deelvragen zal de onderzoeksvraag beantwoordt kunnen worden:

1. Wat wordt er in dit onderzoek verstaan onder non-verbale gestes en mimiek? Hoe kunnen non-verbale gestes in documentaires gecategoriseerd worden?

2. Welke functies kunnen gestes en mimiek hebben voor het publiek? En hoe dragen deze non-verbale communicatiemiddelen bij aan de informatieverwerking van de kijkers?

De algemene verwachting was dat uit de resultaten van dit onderzoek zou blijken dat handgebaren en mimiek versterken of benadrukken wat er gezegd wordt door een presentator in een documentaire en dat deze vormen van non-verbale communicatie eventueel ook uitingen (verbale elementen) kunnen

vervangen.

Uit de resultaten in dit onderzoek blijkt dat non-verbale handelingen en gezichtsuitdrukkingen een zekere ondersteunende functie hebben bij de gesproken tekst. In elk van de geanalyseerde documentaires past de presentator een vorm van non-verbale communicatie toe. In dit onderzoek wordt onder non-verbale communicatie verstaan: gelaatsuitdrukkingen, blik van de ogen en grootte van de pupillen, gebaren en

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

63

voorkomen (bijvoorbeeld kledij, haarstijl, juwelen), non-verbale aspecten van spraak (bv. stemvolume, vlotheid, snelheid) en geur (Geerardyn, 2012: 1). Echter, vanwege de beperkte omvang van dit onderzoek heb ik mij in dit onderzoek beperkt tot enkel gelaatsuitdrukkingen en handgebaren.

Het theoretisch kader met verschillende theorieën over non-verbale communicatiemiddelen, presentatoren, het publiek, tekst- en beeldrelaties en hoe die met elkaar in overeenstemming wordt gebracht voor de juiste informatieverwerking bij de kijker, vormt de basis voor de analyse in deze scriptie. Het analysemodel waarin de fragmenten uit de vier documentaires (“The New York Connection: De Amerikaanse droom, “Andere Tijden: Vrouwen in het gewapend verzet”, “De Oorlog: Hoe de Joden uit Nederland verdwenen” en “Van Dis in Indonesië: Bestemming hoop”), zijn gecategoriseerd op functie, geeft een overzicht van de betekenissen die non-verbale communicatiemiddelen kunnen hebben. Op basis van deze resultaten is een conclusie geformuleerd.

In de inleiding zijn naast een onderzoeksvraag ook twee deelvragen geformuleerd, hieronder zullen de antwoorden hierop samen worden genomen en aan elkaar gekoppeld worden om zo een overkoepelende conclusie te kunnen geven.

De functies waarin de gevonden resultaten zijn gecategoriseerd zijn ‘aanvullen’, ‘versterken’, ‘specificeren’ en ‘contrasteren’. Onder de functie ‘aanvullen’ zijn ook de functies ‘uitleggen’ en ‘subjectivering’ geschaard. De non-verbale communicatievormen zijn daarnaast onderverdeeld in ‘ondersteunende gestes’, ‘deiktische gestes’ en ‘ondersteunende mimiek’.

Bij de ‘ondersteunende gestes’ was het opvallend dat vooral de functie versterken naar voren kwam. Dit was het geval in alle vier de documentaires. Om deze reden blijken de karakters van de geanalyseerde documentaire didactisch te zijn. Dit wil zeggen dat ondanks dat de presentatoren verschillend zijn, het genre van een documentaire non-verbale gestes toelaat met een versterkende functie.

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

64

Bij de ‘non-verbale deiktische gestes’ was het opmerkelijk dat twee functies de overhand hadden. In de documentaires “The New York Connection” en “Van Dis in Indonesië” was dit de functie ‘aanvullen’ en in “De Oorlog” is dit voornamelijk de functie ‘specificeren’ geweest. Deze tweedeling is waarschijnlijk het gevolg van de presentator die in de eerste twee documentaires als een soort gids de kijker langs allerlei elementen uit het verhaal meenemen. Bij “Andere Tijden” zijn er geen ‘deiktische non-verbale gestes’ te ontdekken, en een verklaring hiervoor is dat in deze documentaire de presentator als enige niet op locatie is. Hij bevindt zich gedurende de gehele documentaire in het Media Park in Hilversum. Hij heeft geen materiaal om zich heen om aan het publiek te tonen, enkel beelden die heel af en toe achter de presentator verschijnen. In de andere drie documentaires zijn er daarentegen wel materiële zaken om aan de kijker te tonen en dit doen de presentatoren ook.

De ‘ondersteunende mimiek’ die gebruikt wordt door de presentatoren in de documentaires, is vaak niet afhankelijk van het onderwerp maar meer van de persoon zelf en de camera die deze vastlegt. Uit dit onderzoek blijkt ook dat alleen in de documentaires “Andere Tijden” en “De Oorlog”, dit non-verbale communicatiemiddel voorkomt. De presentator uit “De Oorlog” schuwt het niet om tijdens zijn verhaal met ontzetting te kijken. Hij is daarnaast ook, in vergelijking met de andere drie presentatoren, het meest in beeld en hij wordt veel in medium close up gefilmd. Hierdoor is er meer aandacht voor zijn mimiek, en niet alleen als technisch middel, maar ook als emotioneel hulpmiddel, omdat hij veel elementen uit het verhaal op een niet-neutrale manier aan het publiek toont. Een kanttekening hierbij is dat in de andere documentaires genoeg materiaal te tonen is om mimiek als non-verbaal communicatiemiddel niet toe te hoeven passen.

De presentatoren die in de vier geanalyseerde documentaires non-verbale communicatiemiddelen

toepassen, worden allemaal in eye-level shot gefilmd. Hierdoor zijn de presentatoren in de documentaires voornamelijk evenwaardig aan de filmkijker. Er ontstaat hierdoor meer een band tussen hen, waardoor de filmkijker ook meer betrokken raakt bij hetgeen de presentator zegt. Dit in tegenstelling tot de keren dat de presentator in “De Oorlog” van onder wordt gefilmd. Op deze momenten kan het publiek juist tegen de

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

65

delen uit het verhaal “Hoe de Joden uit Nederland verdwenen”. Deze manier van filmen geeft de presentator dus meer aanzien en wekt meer indrukken op bij het publiek. Dit gebeurt echter, zoals ik al eerder meldde, slechts in een klein aantal fragmenten uit “De Oorlog”, waardoor dit niet bepalend is voor de conclusie.

Tot nu toe is informatieverwerking bij het publiek alleen in onderzoeken onderzocht waarbij de elementen geluid, muziek, tekst en beeld onderzocht werden. Hierbij werden de non-verbale communicatiemiddelen, die door personen in films worden toegepast, echter vergeten. Uit dit onderzoek is nu gebleken dat

wanneer non-verbale gestes of mimiek genoeg hints geven, de gesproken tekst kan worden aangevuld of versterkt. Dit betekent dan dat presentatoren niet alles verbaal uit hoeven te leggen aan het publiek, omdat zij non-verbaal ook al veel kunnen verduidelijken.

Er kan op basis van dit onderzoek geconcludeerd worden dat non-verbale communicatiemiddelen tijdens het presenteren een duidelijke functie vervullen. Ze zorgen ervoor dat gesproken teksten aangevuld of versterkt worden of een subjectieve tint krijgen. Een kijker krijgt dus niet zozeer extra informatie te verwerken, maar het is nu duidelijk dat sommige dingen niet in woorden uitgedrukt hoeven te worden maar ook via non-verbale gestes of mimiek uitgedrukt kunnen worden.

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

66

6. Discussie

Het doel van dit onderzoek was het uitbreiden van de kennis over de invloed van gestes en mimiek bij het spreken van presentatoren in de camera. Er is gekeken of de non-verbale informatie die de presentator weggeeft in de camera, een meerwaarde heeft voor de informatieverwerking bij de kijker. Echter omdat dit onderzoek kleinschalig van aard is, is niet elk aspect van non-verbale communicatie onder de loep genomen. Om deze reden zou men zich in een volgend onderzoek bijvoorbeeld op het akoestische aspect van spraak kunnen richten. Immers, zoals uit de documentaire “Van Dis in Indonesië” bleek, heeft de manier waarop de presentator spreekt ook invloed op de betrokkenheid van het kijkende publiek. Met dit non-verbale communicatiemiddel versterkt de presentator zijn verhaal waardoor het publiek meer betrokken raakt bij wat hij zegt. Er zou gekeken kunnen worden naar welke relatie er dus bestaat tussen intonatie en verbaliteit. Daarnaast blijkt nu dus uit dit onderzoek dat non-verbale communicatie wel degelijk van invloed is op de informatieverwerking bij de kijker. Echter is dit ook het geval in

vergelijkbare documentaires of tijdens een interview bijvoorbeeld? Er zijn hiernaast nog meer mogelijke manieren waarop de relatie tussen verbale en non-verbale communicatie onderzocht kan worden. Er zou gedacht kunnen worden aan andere actoren, naast presentatoren, of andere tv-shows met andere doelen dan documentaires.

Ten slotte moet er nog vermeld worden dat de documentaires die gekozen zijn voor dit onderzoek wellicht andere resultaten opleveren dan andere (soorten) documentaires. Er bestaat namelijk geen maatstaaf voor het bepalen van de kwaliteit van een documentaire. De documentaires die voor dit onderzoek gekozen zijn, zijn voornamelijk op basis van toegankelijkheid en de aanwezigheid van presentatoren geselecteerd. Dit wil zeggen dat er veel andere elementen uit documentaires in deze selectieprocedure achterwege zijn gelaten. Om deze reden kan het aanbevolen worden om een maatstaaf te creëren voor het bepalen van de kwaliteit van een documentaire, zodat onderzoeken zoals dit onderzoek meer betrouwbaar kunnen worden gemaakt.

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

67

Literatuur

Baxter, L. A. & Babbie, E. (2004). The Basics of Communication Research. Belmont: Wadsworth/Thomson Learning.

Bolinger, D. (1985). The inherent iconism of intonation. In J. Haiman (Ed.), Iconity in syntax, pp. 97-108. Amsterdam: John Benjamins.

Bubel, C. M. (2008). Film audiences as overhearers. Journal of Pragmatics. 40: 55-71. Bruzzi, S. (2006). New Documentary. Second Edition. Londen & New York: Routledge. Clark, H. H. (1996). Using Language. Cambridge: Cambridge University Press.

Clark, H. H. & Gerrig, R. J. (1990). Quotation as demonstration. Language 66(4), 784–805.

Geerardyn, A. (2012). Non-verbale communicatie en competentie: basisideeën en illustratie. Interaxis. http://interaxis.sesuadra.org/Interaxis2/html5/geera.html (geraadpleegd op 25 september 2012). Goffman, E. (1976). Replies and Responses. Language in Society 5: 257-313.

Goffman, E. (1979). Footing. Semiotica 25 (1-2): 1-29.

Holly, W. (2012). “Medienlinguistische Anmerkungen zu einer Form von ‘Bild-Sprach-Transkription’”. (forthcoming)

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

68

Kendon, A. (1988). How gestures can become like words. In Potyatos, F. (ed), Crosscultural perspectives

in nonverbal communication, pp. 131-141. Toronto: Hogrefe.

Kress, G. & van Leeuwen, T. (1996). Reading images. The Grammar of visual design. London: Routledge.

van Leeuwen, T. (2005). Introducing Social Semiotics. London & New York: Routledge.

McNeill, D. (1992). Hand and mind: what gestures reveal about thought. Chicago, USA: University of chicago press.

Nichols, B. [2001] (2010). Introduction to documentary. Bloomington: Indiana University press. Nijdam, M. (2010). Onzichtbare voice-over in beeld. Master Thesis CIW. Groningen: Rijksuniversiteit. Pramaggiore, M & Wallis, T.(2008). Film: A critical introduction. Second edition. London: Laurence King Publishing Ltd.

Sauer, C. (2009). Audience Design in documentaires. Dialoog, commentaar, beelden. Groningen: CIW.

Sauer, C. (2012 Forth.). Framing in talk shows and its visualisation. Groningen: Rijksuniversiteit.

Sauer, C. & Akkerman-Nijdam, M. (2012 Forth.). Hoe gaan woorden en beelden samen? Groningen: Rijksuniversiteit.

Schegloff, E.A. (1984). On Some Questions and Ambiguities in Conversation. In J. Maxwell Atkinson en John Heritage (ed.), Structures of Social Action: pp. 28-52. Cambridge: Cambridge University Press.

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

69

Kaandorp, L. (productie), Filarski, S. (productie), Geus, de M. (regisseur). (2012). Andere Tijden;

Vrouwen in het gewapend verzet. Nederland, NTR & VPRO.

Dogger, H. (2012). Gewapend verzet. Andere Tijden.[http://www.geschiedenis24.nl/andere-tijden/afleveringen/2011-2012/Gewapend-verzet.html] (16 november 2012)

Beer, de S. (productie), Plasschaert, N. (productie), Run, van G. (regisseur), Cats, M. (regisseur), Jansen Hendriks, G. (regisseur), Roeleven, D. (regisseur). (2009). De Oorlog; Hoe de Joden uit Nederland

verdwenen. Nederland, NPS.

NPS De Oorlog. (2009). Aflevering 5 - Hoe de Joden uit Nederland verdwenen. NPS De Oorlog. [http://deoorlog.nps.nl/page/aflevering/5/Hoe+de+Joden+uit+Nederland+verdwenen] (13 november 2012)

Kanakna Produkties BV. (productie), Pool, H. (regisseur). (2012). Van Dis in Indonesie; Bestemming

hoop. Nederland, VPRO.

VPRO, (2012). Aflevering 1: Bestemming Hoop. Van Dis in Indonesië.

[http://programma.vpro.nl/vandisinindonesie/afleveringen/1.html] (13 november 2012) Dalen, van R. (regisseur). (2009). The New York Connection; De Amerikaanse Droom.

Avro, (2009). Afl. 1 De Amerikaanse Droom – The New York Connection. The New York Connection. [http://avro.nl/thenewyorkconnection/Player/tcm8_199199/#.UNHSW3Pm6xo] (13 november 2012)

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

70

8. Bijlagen

8.1 Analysemodellen

‘Ondersteunende gestes’ toegepast door presentatoren in de documentaires kunnen verschillende functies hebben. Met de handen of armen kan een presentator bijvoorbeeld een opsomming uitbeelden en zo zijn gesproken tekst aanvullen. Daarbij is het ook mogelijk dat hij een vergroot gebaar maakt met de armen om de verbale tekst te versterken. Eveneens kan een geste contrasteren met wat gezegd wordt, wanneer bijvoorbeeld een presentator iets bevestigends zegt maar daarbij een negatief gebaar maakt met de vinger of hand. Verder kunnen verbale teksten gespecificeerd worden door aan te geven hoe groot, klein, breed of smal iets is. Of ze kunnen juist iets uitleggen door heel duidelijk een handeling voor te doen aan de kijker met behulp van hun vingers, handen of armen. Ten slotte kunnen ‘ondersteunende gestes’ ook van een subjectieve tint zijn voorzien, wanneer er bijvoorbeeld heel overdreven met de armen wordt gezwaaid

Ondersteunen de gestes

1. Aanvullen 1. Een non-verbale geste die de gesproken tekst aanvult met informatie

1.1 Uitleggen 1.1 Een non-verbale geste

waarmee een uitleggend gebaar wordt gemaakt dat in overeenstemming is met de gesproken tekst

1.2 Subjectivering 1.2 Een non-verbale geste waaruit een subjectieve mening van de presentator blijkt

2. Versterken 2. Een non-verbale geste die de gesproken tekst versterkt of

benadrukt

3. Specificeren 3. Een non-verbale geste die de gesproken tekst specificeert of duidelijker maakt

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

71

‘Deiktische gestes’ kunnen allereerst de gesproken tekst van de presentator aanvullen. Immers door iets alleen al aan te wijzen, krijgt men meteen een idee waar de presentator over spreekt en wordt de tekst aangevuld met een locatie. Daarnaast zijn de functies uitleggen en subjectivering theoretisch ook mogelijk. Mensen met zeer uitgesproken of overdreven gestes kunnen deiktisch maar tevens ook

subjectief zijn. ‘Deiktische gestes’ met een uitleggende functie zijn in een context met verbale teksten ook denkbaar. Personen kunnen namelijk een wijzend gebaar met de handen maken waarmee ze iets aan de filmkijker duidelijk willen maken. Daarbij kan een deiktische geste ook de verbale tekst versterken. De presentator kan dan expliciet verbaal uitleggen waar iets in de omgeving is, en daarnaast gebruikmaken van ‘deiktische non-verbale handelingen’ om zijn tekst te benadrukken. Tevens is het mogelijk dat de presentator de tekst specifieker maakt of contrasteert met een deiktische geste. Echter, een ‘contrasterende geste’ wordt niet in het analysemateriaal verwacht, vanwege de aard van het analysemateriaal. Contrast kan namelijk sarcasme oproepen, wat niet zozeer strookt met de onderwerpen van de geanalyseerde documentaires.

Deiktische gestes 1. Aanvullen 1. Een non-verbale deiktische geste die de gesproken tekst aanvult met extra informatie

1.1 Uitleggen 1.1 Een vorm van gezichtsuitdrukking die lijkt uit te willen leggen

1.2 Subjectivering 1.2 Een vorm van gezichtsuitdrukking waaruit een subjectieve tint blijkt

2. Versterken 2. Een non-verbale deiktische geste die de gesproken tekst versterkt of benadrukt

3. Specificeren 3. Een non-verbale deiktische geste die de gesproken tekst specificeert, duidelijker maakt

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

In document Non-verbaal presenteren (pagina 65-81)