• No results found

Aanpak van de analyse

In document Non-verbaal presenteren (pagina 42-48)

Tijdens de documentaireserie “Van Dis in Indonesië” gaat presentator Adriaan van Dis naar ‘het land waar hij het meest nooit geweest is’, Indonesië. Zijn wortels liggen hier verborgen, maar pas nu nadat zijn moeder op honderdjarige leeftijd is overleden, gaat hij daar op zoek naar de afkomst van zijn familie. Hij praat voornamelijk met generatiegenoten die tevens herinneringen hebben aan de ‘Nederlandse tijd’. De documentaireserie bevat nooit eerder getoond archiefmateriaal van ‘Beeld en Geluid’ uit Jakarta.

In de eerste aflevering “Bestemming Hoop” neemt Van Dis de veerboot richting de Molukken, dezelfde route op eenzelfde soort schip die zijn moeder ook heeft gevaren tijdens haar huwelijksreis in de jaren

dertig van de vorige eeuw (VPRO, Van Dis in Indonesië: Bestemming Hoop, 2012)

Adriaan van Dis maakt veelal gebruik van ‘deiktische gestes’ en ‘ondersteunende mimiek’ om zijn gesproken tekst te ondersteunen of te benadrukken. Hij gebruikt echter ook af en toe ‘ondersteunende gestes’ om zijn teksten te benadrukken en dus het publiek meer te betrekken bij zijn verhaal.

3.3 Aanpak van de analyse

Het geanalyseerde onderzoeksmateriaal is geselecteerd op het genre documentaire en op de aanwezigheid van presentatoren die non-verbale communicatie toepassen terwijl ze zichtbaar in beeld zijn tijdens het spreken. Wel is er tijdens de selectie van het materiaal gelet op verschillen tussen de presentatoren en de ook onderlinge contrasten in de inhoud, vormgeving en producent van de documentaire.

Voor de selectie van het analysemateriaal, ben ik verschillende documentaires gaan bekijken op

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

34

hierboven noemde. Uit deze documentaires heb ik een keuze gemaakt, en op basis van de fragmenten uit het materiaal en de al aanwezige theorie heb ik een analysemodel gecreëerd. Echter, voordat er

geanalyseerd kan worden, moesten de documentaires eerst worden getranscribeerd.

Figuur 6 Voorbeeld transcriptieschema

In figuur 6 is voorbeeld van een dergelijke transcriptie te zien. Elk shot wordt op een nieuwe regel in het schema beschreven. De shots bevatten andere elementen van non-verbale communicatie, zoals gestes met de handen, mimiek of stem. In de vier kolommen van het schema hieronder worden de tijd, de tekst, het soort element van non-verbale communicatie en het beeld genoteerd.

In de eerste kolom (tijd) wordt het moment weergegeven waarop het betreffende shot begint. Vervolgens staat in de tweede kolom de tekst die de presentator verbaal uitspreekt. Verder wordt in de derde kolom beschreven welk non-verbale communicatiemiddel de presentatoren toepassen en hoe zij dit doen. Ten

Tijd Tekst Element non-verbale

communicatie

Beeld

00.05 Hanny schaft is een beroemde naam

geworden, maar er waren er meer, zij het niet heel veel

Presentator loopt en geeft met handen aan dat er ‘meer’ waren naast Hanny Schaft

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

35

kolommen is beschreven.

Aangezien in het transcriptieschema enkel shots getranscribeerd zijn waarin elementen van non-verbale communicatiemiddelen te zien zijn, zal in dit schema ook worden beschreven waar de tussenliggende scènes over gaan. Verder zijn, zoals al eerder in de inleiding genoemd, de multimodale elementen muziek en geluid niet meegenomen in de transcriptie, omdat deze kernmodi niet van invloed zijn op dit

onderzoek.

De vormgeving van documentairepassages met presentatoren gebeurt ter ondersteuning van de informatieverwerking door de kijker van verbaal-visuele informatie. Passages met presentatoren onderscheiden zich nu door hun “kleine” multimodaliteit van andere passages met “grote”

multimodaliteit, de bron van de verbale informatie valt samen met de bron van de visuele informatie (een en dezelfde persoon). Dat neemt niet weg dat wat er in de passages/sequenties gebeurt, op dezelfde wijze bijdraagt aan de ondersteuning van de informatieverwerking van de kijkers naar alle andere sequenties met ‘grote’ multimodaliteit. En zoals verbale en visuele informatie elkaar kunnen aanvullen, versterken, specificeren of contrasteren (Van Leeuwen, 2005), zal dit ook in presentatorsequenties het geval zijn. Hier komt nog bij dat ‘aanvullen’ wellicht meer aspecten kent. Zo kan het zijn dat iets uitgelegd wordt of dat er iets van een subjectieve tint wordt voorzien. In figuur 7 is het schema met de verschillende

concepten en functies te zien, waarin de fragmenten van de documentaires onderverdeeld kunnen worden.

De functies waarmee de toegepaste non-verbale communicatiemiddelen door de presentatoren in kwestie in verband worden gebracht, zoals al genoemd in 2.5, zijn gebaseerd op de theorie van Van Leeuwen (2005). Hij maakt in zijn theorie een onderscheid tussen twee verschillende relaties in tekst en beeld: uitwerking en uitbreiding. Hoe staan de non-verbale handelingen in verhouding tot de gesproken tekst en hoe ondersteunen deze gebaren een betekenisvoller en samenhangender beeld voor de

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

36

informatieverwerking bij het publiek? Ofwel, hoe worden deze vormen van multimodaliteit met elkaar in verband gebracht en hoe draagt dit bij aan de informatieverwerking bij de kijker?

Figuur 7 Uitleg analysemodel ‘ondersteunende gestes’

In figuur 7 is een van de analysemodellen uit dit onderzoek te zien die de non-verbale

communicatiemiddelen onderverdelen in functies. In totaal zijn er drie verschillende modellen die zich richten op verschillende vormen van gestes of mimiek die door de presentatoren in de documentaires toegepast zijn. De drie modellen worden vanuit dezelfde manier in kaart gebracht, de toegepaste gestes door de presentatoren worden namelijk allemaal onderverdeeld in dezelfde functies.In 2.5 zijn deze functies al reeds toegelicht echter hieronder per model een meer uitputtende uitleg.

Ondersteunende gestes

1. Aanvullen 1. Een non-verbale geste die de gesproken tekst aanvult met informatie

1.1 Uitleggen 1.1 Een non-verbale

geste waarmee een uitleggend gebaar wordt gemaakt dat in overeenstemming is met de gesproken tekst

1.2 Subjectivering 1.2 Een non-verbale

geste waaruit een subjectieve mening van de presentator blijkt

2. Versterken 2. Een non-verbale geste die de gesproken tekst versterkt of

benadrukt

3. Specificeren 3. Een non-verbale geste die de gesproken tekst specificeert of duidelijker maakt

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

37

blijkt, verschillende functies hebben. Met de handen of armen kan een presentator bijvoorbeeld een opsomming uitbeelden en zo zijn gesproken tekst aanvullen. Daarbij is het ook mogelijk dat hij een vergroot gebaar maakt met de armen om de verbale tekst te versterken. Eveneens kan een geste contrasteren met wat gezegd wordt, wanneer bijvoorbeeld een presentator iets bevestigends zegt maar daarbij een negatief gebaar maakt met de vinger of hand. Verder kunnen verbale teksten gespecificeerd worden door aan te geven hoe groot, klein, breed of smal iets is. Of ze kunnen juist iets uitleggen door heel duidelijk een handeling voor te doen aan de kijker met behulp van hun vingers, handen of armen. Ten slotte kunnen ‘ondersteunende gestes’ ook van een subjectieve tint zijn voorzien, wanneer er bijvoorbeeld heel overdreven met de armen wordt gezwaaid.

‘Deiktische gestes’ zijn, zoals al bleek uit 2.6, als aparte categorie genomen. Dit om de reden dat ze vaak niet alleen deiktisch zijn, maar er ook andere functies op na houden. Allereerst kunnen deiktische gestes de gesproken tekst van de presentator aanvullen. Immers door iets alleen al aan te wijzen, krijgt men meteen een idee waar de presentator over spreekt en wordt de tekst aangevuld met een locatie. Daarnaast zijn de functies uitleggen en subjectivering theoretisch ook mogelijk. Mensen met zeer uitgesproken of overdreven gestes kunnen deiktisch maar tevens ook subjectief zijn. Deiktische gestes met een

uitleggende functie zijn in een context met verbale teksten ook denkbaar. Personen kunnen namelijk een wijzend gebaar met de handen maken waarmee ze iets aan de filmkijker duidelijk willen maken. Daarbij kan een deiktische geste ook de verbale tekst versterken. De presentator kan dan expliciet verbaal

uitleggen waar iets in de omgeving is, en daarnaast gebruikmaken van deiktische non-verbale handelingen om zijn tekst te benadrukken. Tevens is het mogelijk dat de presentator de tekst specifieker maakt of contrasteert met een deiktische geste. Echter, een contrasterende geste zal niet in het analysemateriaal verwacht, vanwege de aard van het analysemateriaal. Contrast kan namelijk sarcasme oproepen, wat niet zozeer strookt met de onderwerpen van de geanalyseerde documentaires. ‘Specificerende deiktische gestes’ hebben ook veel weg ook van ‘versterkende gestes’. Om deze reden is het soms moeilijk te onderscheiden of een tekst versterkt of juist specifieker gemaakt wordt.

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

38

Figuur 8 Uitleg analysemodel ‘deiktische gestes’

Ten slotte wordt ook ‘ondersteunende mimiek’ in verband gebracht met dezelfde functies als bij de andere twee non-verbale communicatievormen. De presentator kan met zijn mimiek veelal zijn eigen gedachten laten zien naast wat hij verbaal zegt. Door middel van de gezichtsuitdrukkingen kan de presentator zijn gesproken tekst aanvullen met een subjectieve tint, of juist versterken met een

benadrukkende blik. Het is ook mogelijk dat een presentator zijn gesproken tekst contrasteert, dat hij iets zegt waar hij eigenlijk niet achterstaat. Een voorbeeld komt uit de documentaire “De Oorlog”. Hierin vertelt de presentator over een plan van Hitler dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog had om zo ‘efficiënt’ mogelijk de Joden te executeren. De presentator zegt op een gegeven moment, met een Deiktische gestes 1. Aanvullen 1. Een non-verbale deiktische

geste die de gesproken tekst aanvult met extra informatie

1.1 Uitleggen 1.1 Een vorm van

gezichtsuitdruk king die lijkt uit te willen leggen

1.2 Subjectivering 1.2 Een vorm van

gezichtsuitdruk king waaruit een subjectieve tint blijkt

2. Versterken 2. Een non-verbale deiktische geste die de gesproken tekst versterkt of benadrukt

3. Specificeren 3. Een non-verbale deiktische geste die de gesproken tekst specificeert, duidelijker maakt

Nicolien Torenstra 31 januari 2013

In document Non-verbaal presenteren (pagina 42-48)