• No results found

6. Exploratief onderzoek 1 Aanleiding en opzet

6.2.4 Onderneming specifieke factoren

Er zijn een aantal onderneming specifieke factoren die invloed kunnen hebben op de kwaliteit van verslaggeving over interne beheersing. In dit verdiepende onderzoek wordt gekeken naar de aanwezigheid van een interne accountantsdienst, de vestigingsplaats van de onderneming, een duale beursnotering, de debt/equity ratio van de onderneming en de keuze voor een one

tier-board model of een two tier-board model. Allereerst kan de aanwezigheid van een interne

accountantsdienst leiden tot betere verslaggeving over interne beheersing omdat dit zou kunnen betekenen dat het risicomanagementsysteem binnen een organisatie goed ontwikkeld is en het management hier voldoende aandacht aan besteed. Dit zou kunnen resulteren in betere verslaglegging over interne beheersing. Daarnaast worden in de steekproef Nederlandse beursfondsen meegenomen. Dit hoeft echter niet te betekenen dat het hoofdkantoor van de onderneming in Nederland is gevestigd. Ondernemingen die het hoofdkantoor in het buitenland gevestigd hebben, kunnen meer buitenlandse invloeden hebben over hoe in dat land met verslaggeving over interne beheersing wordt omgegaan. Ondernemingen die naast een Nederlandse beursnotering ook een beursnotering in het buitenland hebben, kunnen volgens de normen en waarden en de gebruiken omtrent verslaggeving van dat land worden geleid. Dit kan erin resulteren dat zij meer of minder informatie over de risico’s naar buiten brengen en dit kan leiden tot een hogere of lagere ICD-score. Onderzoek van Abraham & Cox (2007) toont aan dat er een positieve relatie bestaat tussen ondernemingen uit het Verenigd Koninkrijk die ook

genoteerd zijn aan een beurs in de Verenigde Staten en de hoeveelheid risicoverslaggeving in het jaarverslag. In dit verdiepende onderzoek wordt gekeken naar duale noteringen van de ondernemingen omdat dit zou kunnen betekenen dat ze de trends van verslaggeving uit het andere land volgen. Dit kan uiteindelijk resulteren in een hogere of lagere ICD-score. Ook wordt er gekeken naar de debt/equity ratio van de onderneming als indicator voor de financial

leverage van de onderneming. Uit onderzoek van Deumes en Knechel (2008) blijkt dat

ondernemingen met meer financial leverage meer informatie over interne beheersing opnemen in het jaarverslag. Dit wordt verklaard doordat een verstrekker van vreemd vermogen meer zekerheid wil over de risico’s die de onderneming loopt dan een aandeelhouder. Tot slot wordt gekeken of het bestuursmodel van de onderneming is ingericht volgens het one tier-board model of het two tier-board model. Bij een one tier- board model zijn de niet-uitvoerende bestuurders minder onafhankelijk ten opzichte van de uitvoerende bestuurders omdat ze zelf onderdeel uitmaken van het bestuur. Hierdoor zou het toezicht van de niet-uitvoerende bestuurders minder goed uitgevoerd worden wat de kwaliteit van verslaggeving over interne beheersing mogelijk kan verminderen. De reden hiervoor is dat er niet kritisch genoeg met het bestuur meegekeken wordt.

6.3 Bevindingen

De kenmerken van de Raad van Bestuur van de onderzochte ondernemingen geven geen aanknopingspunten voor factoren die het verschil in kwaliteit van verslaggeving over interne beheersing kunnen bepalen. Bij enkele variabelen zijn de kenmerken van ondernemingen met goede en met minder goede verslaggeving ongeveer gelijk, zo hebben ondernemingen uit beide categorieën in de meeste gevallen geen vrouw in de Raad van Bestuur. Ook het aantal ondernemingen met buitenlanders in de Raad van Bestuur zijn nagenoeg gelijk bij ondernemingen met goede en minder goede verslaggeving. Voor de andere variabelen gaat ook op dat deze kenmerken voor beide categorieën ondernemingen niet veel verschillen. Dit geldt ook voor de kenmerken van de Raad van Commissarissen die meegenomen zijn in dit verdiepende onderzoek. Zo is er zowel bij ondernemingen met een hoge kwaliteit van verslaggeving over interne beheersing als bij ondernemingen met een lage kwaliteit van verslaggeving over interne beheersing veel variatie in de omvang van de Raad van Commissarissen. Ook het aantal vergaderingen varieert in beide groepen. De onafhankelijkheid van boven heeft weinig variatie.

De kenmerken van de auditcommissie geven twee aanknopingspunten voor een verklaring voor verschillen in de kwaliteit van verslaggeving over interne beheersing. Allereerst heeft 63% van de ondernemingen die laag scoren op de ICD-score een aparte auditcommissie. De andere ondernemingen laten deze taak uitvoeren door de gehele Raad van Commissarissen. Bij de ondernemingen die hoog scoren op de ICD-score is dit 82%. Een tweede aanknopingspunt is de aanwezigheid van een CFO of voormalig CFO in de auditcommissie. Voor de ondernemingen die laag scoren op de ICD-score is maar in 9% van de gevallen een CFO of voormalig CFO aanwezig in de auditcommissie, voor ondernemingen die hoog scoren is dit bij 63% van de ondernemingen het geval.

Ondernemingen die laag scoren op de ICD-score hebben in slechts 36% van de gevallen een interne accountantsdienst. Bij 18% van deze ondernemingen wordt toegelicht waarom zij geen interne accountantsdienst hebben, hierbij worden de omvang en het gebrek aan noodzaak aangedragen als reden. Bij 18% van de ondernemingen wordt wel vermeld dat er geen interne accountantsdienst aanwezig is, maar wordt dit besluit niet toegelicht. Bij 27% van de ondernemingen is geen informatie over de interne accountantsdienst opgenomen in het jaarverslag. Ondernemingen die hoog scoren op de ICD-score hebben in 63% van de gevallen

een interne accountantsdienst en bij slechts 9% wordt hier niet over gerapporteerd. Bij 18% van de ondernemingen wordt toegelicht waarom er geen interne accountantsdienst is aangesteld. Bij 9% van de ondernemingen wordt in het jaarverslag niet gerapporteerd over de interne accountantsdienst. Van de ondernemingen die laag scoren op de ICD-score heeft 55% het hoofkantoor in het buitenland gevestigd. Daartegenover heeft geen enkele onderneming die hoog scoort op de ICD-score het hoofdkantoor in het buitenland heeft gevestigd. Ook zijn ondernemingen die laag scoren op de ICD-score vaker duaal genoteerd aan de beurs; 45% van de ondernemingen die laag scoren tegenover 9% van de ondernemingen die hoog scoren. Als laatste valt op dat van de ondernemingen die laag scoren 64% een one tier-board model heeft tegenover 18% van de ondernemingen die hoog scoort.

6.4 Conclusie

Het exploratieve onderzoek geeft een aantal aanknopingspunten voor factoren die de kwaliteit van verslaggeving over interne beheersing kunnen beïnvloeden. Allereerst hebben ondernemingen die hoog scoren op de ICD-score vaker een aparte auditcommissie. Dit suggereert dat ondernemingen met een auditcommissie meer aandacht hebben voor de interne beheersing en de verslaggeving hierover. Een aparte auditcommissie kan aangeven dat de onderneming de interne beheersing en de verslaggeving hierover belangrijk genoeg vindt om hier een aparte auditcommissie voor aan te stellen. Wanneer de onderneming dit onderwerp voldoende serieus neemt en hier een aparte subcommissie voor aanstelt binnen de Raad van Commissarissen kan dit ook betekenen dat de onderneming de verslaggeving over interne beheersing op een hoog niveau wil hebben. Ook is bij ondernemingen die hoog scoren op de ICD-score vaker een CFO of voormalig CFO aangesteld in de auditcommissie. Dit duidt erop dat een CFO of voormalig CFO meer kennis van zaken heeft, omdat hij in zijn huidige of voormalige functie ook te maken heeft of heeft gehad met interne beheersing en verslaggeving hierover. Dit zou kunnen leiden tot een hogere kwaliteit van verslaggeving over interne beheersing.

Opvallend is ook dat ondernemingen die hoog scoren op de ICD-score vaker een interne accountantsdienst hebben aangesteld. De ondernemingen die hoog scoren op de ICD-score en geen interne accountantsdienst hebben aangesteld, hebben vaker toegelicht waarom er geen interne accountantsdienst is aangesteld en hebben minder vaak niets over de interne accountantsdienst gerapporteerd. Dit suggereert dat ondernemingen met een interne accountantsdienst meer aandacht besteden aan de interne beheersing en de verslaggeving hierover. Ook suggereert dit dat de onderneming het belang van interne beheersing en de verslaggeving hierover voldoende inziet. Dit impliceert dat de onderneming voldoende aandacht besteedt aan de interne beheersing en de verslaggeving hierover wat kan resulteren in een hogere kwaliteit van interne beheersing. Daarnaast hebben ondernemingen met een hogere ICD-score vaker het hoofdkantoor in het buitenland gevestigd en zijn zij vaker duaal genoteerd aan de beurs. Dit impliceert dat invloeden van het buitenland effect hebben op de verslaggeving over interne beheersing. Deze ondernemingen zullen meer beïnvloed worden door trends van interne beheersing en de verslaggeving hierover dan ondernemingen die het hoofdkantoor in Nederland hebben gevestigd en alleen in Nederland aan de beurs zijn genoteerd. Dit kan van invloed zijn op de kwaliteit van verslaggeving over interne beheersing wanneer de kwaliteit hiervan wordt vastgesteld aan de hand van de Nederlandse Corporate Governance Code. Tot slot valt op dat ondernemingen die een hoge kwaliteit van verslaggeving over interne beheersing hebben vaker een two tier-board model hebben dan ondernemingen met een lage kwaliteit. Dit suggereert dat ondernemingen met een two tier-board model beter toezicht houden omdat zij verder van het ondernemingsbestuur af staan. Dit zou de onafhankelijke blik

waarmee zij toezicht houden kunnen verbeteren, wat de kwaliteit van verslaggeving over interne beheersing ten goede komt.