• No results found

5] Onderhoud kapitaalgoederen

In document Bijlage 5 Programmaverslag 2012 (pagina 78-85)

De gemeente Asten is qua oppervlakte uitgestrekt (ruim 7.000 ha). Er vinden veel activiteiten plaats zoals wonen, werken en recreëren. Voor de activiteiten zijn veel kapitaalgoederen nodig: wegen, riolering, verlichting, openbaar groen, vervoermiddelen, gebouwen en bossen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard de (jaarlijkse) lasten. Met het

onderhoud van deze kapitaalgoederen is een substantieel deel van de begroting gemoeid.

Via deze paragraaf wordt het beleidskader over het onderhoud van kapitaalgoederen gegeven.

Wat wilden we bereiken?

Inzicht in en realisatie van het gewenste onderhoudsniveau van de kapitaalgoederen. Dit kan onder andere bepaald worden aan de hand van de gewenste kwaliteit of landelijk gehanteerde normen. Daarnaast worden de financiële consequenties van dit beleidskader aangegeven.

Wat hebben we hiervoor gedaan?

Algemeen beleid

Het uitgangspunt bij het onderhoud van gemeentelijke gebouwen, terreinen en wegen is dat deze op een adequate wijze worden onderhouden. Om dit te realiseren worden onderhoudsplannen opgesteld. Renovaties en maatregelen om economische veroudering tegen te gaan worden niet in de planning meegenomen. Op basis van deze planningen zijn er voorzieningen gevormd om het onderhoud te bekostigen. Door jaarlijks een vast

bedrag in de voorzieningen te storten, ontstaan er geen grote schommelingen in onderhoudskosten op de exploitatie en blijven de voorzieningen van voldoende niveau.

Wegenbeheersplan

In 2012 is het rapport “Kostenscenario’s beheerkwaliteit openbare ruimte” aan de gemeenteraad voorgelegd. Op basis hiervan heeft de raad zich uitgesproken over het gewenste kwaliteitsniveau. Naar aanleiding van dit rapport moet een beleidsplan t.a.v.

wegen worden opgesteld. Dit beleidsplan moet vastgesteld worden door de gemeenteraad.

Na besluitvorming door de gemeenteraad worden de financiële consequenties in de begroting 2014 en verder vertaald. Ook wordt een meerjarenbeheerplanning voor de wegen opgesteld binnen door raad vastgestelde wegenbeleid. Het regulier onderhoud wordt uitgevoerd op basis van de resultaten van het beleidsplan, het beheerspakket dg DIALOG en de weginspecties (1 keer per 2 jaar). In 2013 worden de nieuwe weginspecties uitgevoerd.

Openbare verlichting

In 2011 is een nieuw beleidsplan openbare verlichting gemaakt. Op basis hiervan wordt het beleid ten aanzien van openbare verlichting de komende jaren bepaald. In 2012 is gestart met de vervanging van verouderde lichtmasten en armaturen.

Van belang is in ieder geval dat bij herinrichtingen of reconstructie van wegen de

openbare verlichting als component wordt meegenomen. Voor onderhoud en vervanging wordt in de toekomst gebruik gemaakt van het beheerspakket DGDialog.

Zie voor dit onderdeel ook de doelstelling Openbare verlichting op pagina 25 en 26.

Riolering

Gemeentelijk Rioleringsplan

Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is een wettelijk verplicht plan (Wet milieubeheer) en beschrijft het rioleringsbeleid van de gemeente.

De gemeente geeft hierin aan hoe zij invulling geeft aan haar zorgplicht voor een

doelmatige inzameling en transport van afvalwater. Tevens wordt hierin aangegeven hoe

de gemeente invulling geeft aan de “nieuwe” zorgplichten voor hemelwater en grondwater (Waterwet). In de raadsvergadering van 18 december 2012 heeft de gemeenteraad kennis genomen van het Ontwerp-GRP 2013-2017 en ingestemd met variant 2. Hiermee heeft de gemeenteraad ingestemd met het ombuigen van het huidige afschrijvingsbeleid, zodat de meerjarige kostendekking mede gericht is op verantwoorde lasten voor

toekomstige generaties. Nadat de provincie en het waterschap hun reactie op het Ontwerp-GRP hebben gegeven, kan de gemeenteraad het GRP 2013-2017 in 2013 vaststellen.

Afvalwaterakkoord

Voorafgaand aan het afvalwaterakkoord is in 2009 een Optimalisatiestudie

AfvalwaterSysteem voor de RioolWaterZuiveringsInstallatie (RWZI) Asten uitgevoerd. Bij de studie is gekeken naar optimalisatie over de grenzen van ieders verantwoordelijkheid.

Deze studie heeft in 2010 uiteindelijk geresulteerd in een Afvalwaterakkoord tussen het waterschap Aa en Maas en de gemeenten Asten, Deurne en Someren. In het

Afvalwaterakkoord zijn projecten opgenomen die in de periode 2010 - 2015 uitgevoerd gaan worden. Het nog openstaande project (meten en monitoren) wordt in 2013 opgepakt bij de regionale uitwerking van het Bestuursakkoord Water.

Bestuursakkoord Water

Door het Rijk en de koepels (IPO, UvW en VNG) is in 2011 het bestuursakkoord water getekend. Het bestuursakkoord is gericht op verhoging van de doelmatigheid en

transparantie in de (afval)waterketen om de lastenstijging voor de burger te beperken en belangen als volksgezondheid, leverings- c.q. afnamezekerheid en milieukwaliteit te borgen. In 2012 is gekeken hoe de doelmatigheid en transparantie in de regio verhoogd kan worden, zodat in 2013 verdere afspraken gemaakt kunnen worden.

Water Waterplan

In samenwerking met Waterschap Aa en Maas, provincie Noord-Brabant, Brabant Water en andere belanghebbende partijen is het Waterplan opgesteld, dat in 2006 is vastgesteld.

Het waterplan heeft de status van (kaderstellend) beleidsplan. Het GRP 2013-2017 bevat een plus-gedeelte, waarin het waterplan wordt geëvalueerd en richting geeft voor de toekomst.

Kaderrichtlijn Water (KRW)

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en Waterbeheer 21e eeuw (WB21) verplicht de overheid de watersystemen op orde te brengen. Per stroomgebied zijn waterprogramma's opgesteld met daarin de maatregelen om het systeem op orde te brengen. Iedere partij, waaronder de gemeente Asten, heeft een besluit benomen over hun deel van de

maatregelen. De maatregelen voor de periode 2010 - 2015 t.b.v. een goede chemische en ecologische toestand zijn tevens opgenomen in het 1e Stoomgebiedsbeheersplan Maas dat door het Rijk bij Brussel is ingediend. In 2012 is gestart met de realisatie van de

Ecologische Verbindingszone Astense Aa dat onderdeel uitmaakt van de maatregelen in het kader van de KRW.

Groen

Bos- en natuurbeheer

De gemeente heeft ongeveer 500 hectare bos en 50 hectare andere natuurterreinen in bezit. Het beheer van de bossen is gericht op het integreren en optimaliseren van de drie belangrijkste functies: natuur, recreatie en houtproductie.

Jaarlijks wordt hiervoor een werkplan gemaakt op basis van de visie en het beheerplan door Bosgroep Zuid Nederland.

In 2012 wilden we starten met de uitvoering van het inrichtingsplan van De Bleeken als bos en natuur.

Daarmee zouden we onze boscompensatieverplichting nakomen en zou het areaal natuur

In 2012 waren de gemeentelijke gronden nog niet beschikbaar ivm pacht die op de gronden ligt.

Bomenbeleid

Het bomenbeleid wordt in de gemeente Asten in modules uitgewerkt. Enkele modules zijn inmiddels uitgewerkt. In 2011 zijn geen modules uitgewerkt. In 2012 is de module

bomenbeheerplan uitgewerkt. Dit plan is nog niet vastgesteld (door het college). De uitvoering van het boombeheer vindt plaats in samenwerking met Someren.

De boomveiligheidscontroles zijn opgenomen in de jaarlijkse werkzaamheden. Om de uitvoering van de controles en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden in de organisatie te verankeren worden deze opgenomen in het bomenbeheerplan.

Burgemeester Ploegmakerspark

In het kader van de bezuinigingen heeft de raad de herstructurering van het park

uitgesteld. Om verdere achteruitgang van het park te voorkomen zijn in 2012 een aantal werkzaamheden uitgevoerd zoals het dunnen van het bomenbestand, het inrichten van de parkrand langs de parkeergarage en het inrichten van de ingang aan de burgemeester Frenckenstraat.

Landschapsontwikkelingsplan (LOP) & groenstructuurplan

In november 2007 is het LOP vastgesteld voor alle gemeentes in het

plattelandsontwikkelingsgebied De Peel. In het kader van dit plan kunnen particulieren subsidie krijgen voor het ontwikkelen van landschapselementen. In juli 2009 is het contract dat deze subsidie beschikbaar maakt door alle partijen getekend en is de uitvoering van start gegaan. 2012, het laatste subsidiejaar, was vooral gericht op het beheer van bestaande landschapselementen.

Gebouwen

In 2012 is naar aanleiding van de kerntakendiscussie een structurele bezuiniging van

€ 50.000,= middels verlaging van de stortingen in de onderhoudsvoorzieningen voor gebouwen doorgevoerd.

De onderhoudsplanningen voor de gebouwen dienen jaarlijks te worden geactualiseerd. In het jaar 2012 heeft er een actualisatie plaatsgevonden. Deze is echter niet meegenomen in de begroting van 2012, in afwachting van de uitkomst van de business case

samenwerking gebouwenbeheer Asten-Someren. Deze bepaalt immers het (gezamenlijke) ambitieniveau van onderhoud.

In 2012 heeft storting in de onderhoudsvoorzieningen gebouwen dan ook plaatsgevonden op basis van de oude planningen.

In 2013 moet een keuze worden gemaakt over het gewenste kwaliteitsniveau en de hierbij behorende hoogte van de voorzieningen.

Voor de gebouwen m.b.t. sport is het onderhoud vrijwel volledig geprivatiseerd.

De onderhoudsvoorziening museum is met ingang van 2012 opgeheven, omdat het onderhoud door het museum uitgevoerd wordt.

De onderhoudsplanning voor basisscholen is geactualiseerd. Financiële consequenties worden bij de voorjaarsnota 2013 in beeld gebracht. De storting in 2012 is als gevolg van bovengenoemde reden eveneens op basis van de oude planning.

Wat heeft het gekost?

Voorzieningen

Begroot saldo 01-01-2012

Werkelijk saldo 01-01-2012

Saldo 31-12-2012 - onderhoud wegen (reserve) 1.768.320 1.426.641 1.289.095 - onderhoud riolering (reserve) 4.910.452 4.502.771 4.221.729 - onderhoud gemeentegebouwen 1.038.004 1.245.023 1.333.135

- onderhoud velden 368.605 383.350 450.049

- onderhoud scholen 293.384 230.788 267.399

Totaal 8.378.765 7.788.573 7.561.408

6] Financiering

De paragraaf financiering heeft betrekking op de treasuryfunctie van de gemeente. De treasuryfunctie zorgt ervoor dat er voldoende middelen zijn voor de uitvoering van het beleid uit de programma’s. Daarnaast wordt geld dat niet direct nodig is, uitgezet.

Wat wilden we bereiken?

• Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities.

• Het beschermen van het gemeentelijke vermogen tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, valutarisico’s en liquiditeitsrisico’s.

• Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

• Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido, aanvullende regelgeving en respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit treasurystatuut.

Wat hebben we hiervoor gedaan?

Algemeen

De Wet financiering decentrale overheden (fido) bevat instrumenten die de risico’s beperken die gemeenten lopen bij lenen en beleggen.

Deze wet is nader uitgewerkt in de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo).

Op 15 december 2009 is het Treasurystatuut 2009 vastgesteld.

In de commissie AZ/C van 29 november 2012 is ervoor gekozen om middelen ook uit te zetten bij Nederlandse financiële instellingen met een AA-rating in plaats van de in het treasurystatuut opgenomen AAA.

Risicobeheer

De belangrijkste algemene financiële risico’s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn koersrisico’s, renterisico’s en kredietrisico’s. Hieronder wordt weergegeven in welke mate deze risico’s zich bij onze gemeente voordoen en op welke wijze de gemeente deze risico’s beheerst.

1. Koersrisicobeheer

De koersrisico’s van de gemeente zijn zeer beperkt omdat uitsluitend middelen worden uitgezet in vastrentende waarden, zoals deposito’s en obligaties. Vastrentende waarden garanderen dat op de einddatum de nominale waarde wordt uitgekeerd. Op de einddatum is dus geen sprake van koersrisico’s.

2. Renterisicobeheer

Door schommelingen in de rentevoet loopt een gemeente renterisico. Het renterisico kan worden gemeten door middel van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet begrenst de omvang van de korte financiering (korter dan een jaar). De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal van de gemeente bij aanvang van het jaar.

Voor 2012 bedraagt de kasgeldlimiet voor de gemeente Asten € 2,95 miljoen. Er zijn in 2012 geen leningen aangegaan met een looptijd van maximaal een jaar. Dat betekent dat het renterisico onder de kasgeldlimiet uitkomt.

Renterisiconorm

De renterisiconorm heeft tot doel om het renterisico bij het opnemen van leningen te beheersen.

Het effect van de renterisiconorm op de financieringswijze is dat de herfinanciering van vaste leningen niet ineens plaatsvindt, maar over een periode van minimaal vijf jaar wordt gespreid. Dit betekent dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen voor gemeenten niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.

Voor 2012 bedraagt de renterisiconorm voor de gemeente Asten € 6,9 miljoen. In 2012 zijn geen rentes van vaste geldleningen aangepast. Dat betekent dat het renterisico onder de renterisiconorm uitkomt.

3. Kredietrisicobeheer

De gemeente gaat leningen aan, zet middelen uit en verleent garanties uitsluitend ten behoeve van de publieke taak. Uitzettingen geschieden uitsluitend aan tegenpartijen die aan de in het treasurystatuut genoemde eisen voor kredietwaardigheid voldoen. Daardoor worden kredietrisico’s beperkt.

Opgenomen geldleningen

Per 1 januari 2012 bedraagt de restant schuld van de opgenomen geldleningen

€ 7.996.032,=. Deze schuld vloeit voort uit tien leningen bij de Bank Nederlandse

Gemeenten (BNG). Van deze tien leningen zijn negen leningen tegen dezelfde condities en voorwaarden doorgeleend aan woningbouwcorporatie Bergopwaarts. Het renterisico blijft hierdoor beperkt tot één lening. Het restant bedrag van deze lening bedraagt per 1 januari 2012 € 1.247.896,=. Voor deze lening is een rente verschuldigd van 4,5%. De rente wordt per 30 december 2013 opnieuw vastgesteld.

In 2012 zijn vier leningen door Bergopwaarts vervroegd afgelost. De gemeente Asten heeft gelijktijdig de leningen bij de BNG afgelost.

De totale restant schuld van bovengenoemde leningen bedraagt op 31 december 2012 nog € 4.759.362,= (waarvan € 1.191.173,= voor de lening met renterisico).

Verstrekte geldleningen

Het totaal verstrekte leningen op 1 januari 2012 is € 740.982,=. Het betreft een lening aan Bergopwaarts. Deze lening is in het verleden uit eigen middelen van de gemeente verstrekt.

Op 31 december 2012 bedraagt de hoogte van de lening nog € 685.014,=.

Uitgezette gelden

De portefeuille per 31 december 2012 ziet er als volgt uit:

Naam geldnemer Bedrag Rente Vervaldag

Rabobank Peelland Zuid BedrijfsSpaarRekening € 2.500.000 1,30% direct opvraagbaar Rabobank Peelland Zuid BedrijfsBonusRekening € 7.000.000 1,10% direct opvraagbaar

SNS Bank deposito € 3.857.132 5,50% 25-02-2013

Totaal € 13.357.132

In 2012 is de deposito bij de ING bank vrijgevallen. Deze is opnieuw uitgezet op een spaarrekening bij de Rabobank.

Ontwikkelingen Landsbanki

Alle mogelijke acties worden ondernomen om het geld terug te vorderen. Door toename

Schatkistbankieren

Vanaf 1-1-2014 moeten gemeenten verplicht gaan schatkistbankieren. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen.

Het uitzetten van gelden levert voor gemeenten aanzienlijk minder rendement op.

In document Bijlage 5 Programmaverslag 2012 (pagina 78-85)