• No results found

Omschrijving en uitwerking van de MIRA scenario’s

niet ter beschikking

PARKDOMEIN PLATTELAND AC

3.3 De MIRA/NARA scenario’s

3.3.2 Omschrijving en uitwerking van de MIRA scenario’s

MIRA: Referentie scenario

Het referentiescenario omvat een toekomstbeeld dat aangeeft hoever het huidig milieubeleid doorwerkt. De toetsing aan de doelstellingen op korte en lange termijn geeft de behoefte aan bijkomend milieubeleid.

Met het huidig beleid wordt bedoeld van kracht zijnde wetgeving en regelgeving zoals bijvoorbeeld de lopende convenanten tot 1 april 2008. Hieronder wordt verstaan de reeds gebudgetteerde planning, het halen van productnormen, het huidig BBT (Best Beschikbare Technieken) en de sectorspecifieke autonome ontwikkelingen.

Voorbeelden hiervan zijn:

• Het aandeel biobrandstoffen voor transport moet 5,75 % bedragen tegen 2010. Dit

is een doelstelling en wordt niet ingevoerd in het model, wel worden huidige maatregelen ingevoerd in het model met het oog op het bereiken van dit doel;

• De evolutie in de CO2-emissie van nieuwe wagens wordt beïnvloed door de

convenant tussen de auto-industrie en de Europese Commissie. In het referentiescenario wordt het resultaat van de convenant aangehouden en worden geen nieuwe, ambitieuzere convenanten verondersteld.

MIRA: Europa scenario

Het Europa-scenario gaat uit van de autonome evolutie van de externe omgeving en een pakket maatregelen en instrumenten nodig om Europese middellangetermijndoelen te halen, zoals bijvoorbeeld:

• 20-20-20 doelstellingen rond energie & klimaat van de Europese Commissie;

• Kaderrichtlijn water met het behalen van een goede waterkwaliteit tegen 2027;

• luchtemissieplafonds voor het jaar 2020, uitgaande van de meer ambitieuze

scenario’s in het voorbereidend studiewerk voor de EU-richtlijn NEC die momenteel herzien wordt.

Indien nodig worden ook doorgedreven maatregelen opgenomen die de huidige draagkracht van een sector overschrijden. Het bereiken van de doelstellingen staat voorop. Bijkomend wordt een evaluatie gegeven van de haalbaarheid van dit scenario.

Belangrijk bij de Kaderrichtlijn Water is het behalen van een goede waterkwaliteit tegen 2027. Dit stuurt sterk een aantal ontwikkelingen in de landbouw en is in termen van landgebruik een belangrijke doelstelling die vorm wordt gegeven in landbouwfuncties. Tijdshorizon 2027 betekent dat Vlaanderen 2 termijnen uitstel toepast tegenover de oorspronkelijke Europese deadline.

Over de vertaling van bepaalde thematische doelstellingen naar de sectoren wordt een aanname gemaakt, zelfs indien daarover nog geen beleidskeuzes zijn gemaakt. De toekomstverkenning MIRA-S 2009 wil daarmee niet in de plaats van de beleidsmaker treden, maar wil wel de mogelijke benodigde inspanningen van de sectoren in beeld brengen.

MIRA: Visionair scenario

Het uitgangspunt voor het derde scenario is de nood aan drastische maatregelen met het oog op een duurzame toekomst. Dit scenario wordt ‘opgehangen’ aan de uitdaging van de klimaatverandering waarbij aansluitende thema’s worden meegenomen. Er moet worden

nagegaan welke drastische/visionaire/transitie maatregelen nodig zijn om

langetermijndoelstellingen te halen, zonder afwenteling op andere milieuthema’s, zoals:

• 60 à 80 % emissiereductie broeikasgassen tegen 2050, met een halvering van de

emissies in 2030 t.o.v. 1990;

• koolstofarme economie.

Indien de welvaart (behoeftevervulling) per inwoner blijft toenemen (strategie van Lissabon) kan de milieudruk enkel dalen door de milieudruk per eenheid welvaart te verminderen. Om milieuwinst van die grootteorde te boeken is een radicale omschakeling nodig in de manier waarop de maatschappij haar behoeftes, bv. de behoefte aan energie of aan voeding, invult. Er zijn systeeminnovaties nodig, samenhangende combinaties van sprongsgewijze veranderingen op niveau van technologie, structuur en cultuur. Voorbeelden van sprongsgewijze innovaties die mogelijk onderdeel kunnen zijn van systeeminnovaties zijn nieuwe technologieën zoals productie van hernieuwbare energie en decentrale energieopwekking, of radicale gedragswijzigingen zoals thuiswerken of minder vlees eten.

De uitwerking van de drie bovenstaande MIRA scenario’s voor de verschillende sectoren resulteert in een aantal toekomstvisies per sector waarvan een samenvatting wordt weergegeven in Tabel 14. De sectoren energie en industrie zijn niet meegenomen omdat deze niet beschikbaar waren op het moment van deze synthese.

Tabel 14 Samenvatting van de uitwerking van de drie MIRA scenario’s binnen de verschillende MIRA sectoren

SECTOR/BELEID REFERENTIE EUROPA VISIONAIR*

ALGEMEEN – Milieubeleid

Doorwerking van het huidig milieubeleid (per 01/04/2008); geen bijkomende doelstellingen, enkel:

• Reeds gebudgetteerde planning • Productnormen

• Huidige BBT

• Autonome Sectorspecifieke ontwikkelingen

Maatregelen en instrumenten om de EU-middellange termijn doelen te halen 1. Energie & klimaat:

20 % hernieuwbare energie in het totaal energieverbruik tegen 2020 emissiereductie -15 % tegen 2020 t.o.v. 2005

2. KRW: goede waterkwaliteit tegen 2027

3. Luchtemissieplafonds 2020 vertaald naar verschillende MIRA sectoren en eenzelfde emissie-reductie-inspanning wordt gehandhaafd tussen 2020 en 2030.

Doorgedreven maatregelen ivm

uitdagingen van duurzame toekomst en klimaatverandering: C-arme

maatschappij:

• 60 à 80 % emissiereductie van broeikasgassen tegen 2050, met een halvering van de emissies in 2030 t.o.v. 1990; • C-arme economie; Landbouw (2006: 624 453 ha UAA) Veestapelvermindering, derogatie ruwvoederareaal;

Autonome afname van het

landbouwareaal tot 594.510 ha in 2030;

Stijging areaal multifunctionele landbouw tot 25.000 ha;

Veestapelvermindering, afschaffing derogatie en aanscherping bemestingsnormen dierlijke mest; Autonome afname van het

landbouwareaal tot 608.045 ha in 2030;

Stijging areaal multifunctionele landbouw tot 150.000 ha dmv overeenkomsten in erosiegevoelige gebieden en bufferstroken langs waterlopen; Extensieve veeteelt zodat

graslandareaal behouden blijft, vnl binnen multifunctionele landbouw;

Extensieve veeteelt zodat

graslandareaal behouden blijft; Autonome afname van “productie”-

landbouwareaal tot enkel streekgebonden productie;

Afname exportgerichte activiteiten (fruit, varkens, pluimvee, groenten) Sterke overgang naar multifunctionele

landbouw;

Stijgend aandeel aan bio-energiegewassen Huishoudens, Handel en Diensten Technische maatregelen: EnergiePrestatie en Binnenklimaat regelgeving, Energieprestatie-certificatie, Gedragsmaatregelen: investering in

Strengere Technische maatregelen: EPB en EPC;

Groter aandeel van hernieuwbare technologieën;

Sterke vermindering van energieverbruik

Energieneutraliteit en intelligente

netwerken in de gebouwde omgeving tegen 2050;

Maximale vermindering van

lokale energieopwekking,

vermindering van energieverbruik;

Energieneutrale “Levende kernen”: collectief wonen met per inwoner oppervlaktebehoefte voor wonen, groen, recreatie, …;

Sterke inbreiding, indien uitbreiding dan enkel in lage natuurwaarden en met weinig aantasting van ecologische structuur,

Dalende woonoppervlakte per inwoner: kleinere kavels

Transport en Energie (focus op wegverkeer)

Voertuig- en brandstoftechnologie (hybride, flexi-fuel);

Emissiestandaarden voor vracht- en personenvervoer (ACEA);

Introductie biobrandstoffen tot 5%, niet gelinkt aan Vlaams productieareaal.

Verhoogde inzet op hybride/elektrische en waterstoftechnologie;

Verhoogd aandeel biobrandstoffen Jaarlijkse 1% emissie-reductie vanaf

2011 en LCA transportbrandstoffen; Rekeningrijden (bezit én gebruik

belasten) waardoor rijgedrag ifv emissies; vanaf 2012 voor vrachtwagens en vanaf 2017 voor auto’s

Inzet op motortechnologie;

Verhoogd aandeel biobrandstoffen, gelijk aan Europa scenario, deels lokaal geteeld;

Gedragsmaatregelen: Fiets als d < 15 km Efficiënt openbaar vervoer

Energie-efficiënte wagens (auto als gebruiksvoorwerp)

Auto-arme steden, verdichten, tarrifering Energie & Industrie** Prijs van koolstof (ETS)

20.0 € in 2010 22.0 € in 2020 24.0 € in 2030

Prijs van koolstof (ETS) 20.0 € in 2010 30.0 € in 2020 34.1 € in 2030

Prijs van koolstof (ETS) 20.0 € in 2010 77.6 € in 2020 77.6 € in 2030

geen rekening gehouden met buiten EU-27 aangekochte kredieten

opgetrokken technisch potentieel hernieuwbaar

Mogelijkheid van CCS

* In de meeste sectoren wordt het visionair scenario niet doorgerekend. Voor de sector landbouw werd het visionair scenario vorm gegeven naar eigen interpretatie.

** Verondersteld is dat ganse industrie en energiesector onder de ETS bepalingen (Emissions Trading Scheme) vallen.