• No results found

Noordelijk deel Sleeswijk-Holstein

In dit beheersgebied van het ALW is een ander graszaadmengsel gebruikt bij inzaai van het zoete taluddeel (tabel 3). De dijken van Beltringharderkoog zijn voorgaande jaren ingezaaid. Dit is echter niet goed gelukt door de invloed van zout water bij twee keer een hoge stormvloed in 1990. Plaatselijk is door bezoding verbetering mogelijk. Wellicht is inzaai met Kweldergras in de toekomst gewenst.

De bezochte locaties zijn in figuur 7 op kaart aangegeven. Nummers in de tekst corresponderen met nummers op de kaart.

Na bemesting met 250 kg N/ha inzaaien met mengsel:

Lolium perenne (Engels raaigras) 50 % Cynosurus cristatus (Kamgras) 10 % Poa pratense (Veldbeemdgras) 15 % Festuca rubra (Rood zwenkgras) 15 % Trifolium repens (Witte klaver) 7 % Trifolium dubium (Kleine klaver) 3 %

Tabel 3: Graszaadmengsel Beltringharderkoog/Sönke-Nissen- Koog

8* Halebül/

Pleistocene zandheuvel, met aan de voet wat begroeide, im hoge duintjes, loopt uit op zee via rietland en schor. Het schor is ontstaan na aanleg van de dam naar Nordstrand. Het gaat om een natuurgebied. Er wordt niet gemaaid of geweid, wel in aangrenzend perceel beweiding met rundvee. Onder anderen komen voor: Engels lepeiblad (Cochlearia officinalis subsp. anglica), Lamsoor (Limonium vulgare), Zeeaster (Aster tripolium), Engels gras (Armeria maritima),

Biestarwegras (Elymus farctus), Strandkweek (Elymus athericus), Zeeweegbree (Plantago maritima), Schorrezoutgras (Trichiogin maritima), Kweldergras (Puccinellia maritima), Rood zwenkgras

(Festuca rubra), Zeepostelein (Honckenia peploides), Spiesmelde (Atriplex prostrata), Riet (Phragmites australis).

Nordstrand (buitendijks) met aansluitend recent ingepolderd gebied is een natuurgebied. Hier vindt extensieve beweiding plaats (15 rund/ha).

8a Richting Nordstranderdam

Intensief begraasde Beemdgras-raaigrasweide op buitentalud met Engels raaigras, Veldbeemdgras, Madelief/e, Straatgras (Poa annua), Getande weegbree (Plantago malor ssp. pleiosperma), Witte klaver (Trifolium repens) en lager, onder onderhoudsweg Melkkruid. Schade boven

onderhoudsweg: ruime open plekken (50x50 cm 2) in tamelijk dichte zode. Slikvelden en ook steenbestorting aanwezig.

9* Beltringharderkoog tra/ect Holmer Siel - Lüttmoor Siel - Sönke-Nissen-Koog-Schleuse:

9a Holmer Siel

Aanzienlijke schade aan buitentalud boven in- en uitlaatsluizen. Ook aangrenzend aan

sluizencomplex is de zode van slechte kwaliteit en heeft een open en pollig karakter met tamelijk veel open plekken. Hier treffen we voornamelijk Engels raaigras aan. Aan het binnenbeloop is de zode beter ontwikkeld en redelijk gesloten, maar soortenarm. In 1987 is de dijk ingezaaid met een mengsel dat vooral bestaat uit Engels raaigras (zie tabel 3). Het eerste jaar is bemest, het tweede jaar niet, in het derde en vierde jaar (in het najaar) is lx bemest. De zode bleek niet bestand tegen

de invloed van opspattend zout water, met name boven het sluizencomplex. In 1990 is er doorgezaaid en is plaatselijk bezoding aangebracht. Boven het sluizencomplex zijn in april van dit jaar plakzoden van 4-5 cm dikte bestaande uit Kweldergras en Rood zwenkgras opgebracht en met kleigrond opgevoegd. Deze zode bleek goed te zijn aangeslagen en geeft thans een goede

19

0

12

\Hauk -

0

01,

- -

T 5hLg&

Lkiioa (.5eL

1wor

I :

H41hü1L

Le=Koo

Figuur 7: Bezochte locaties Noordeli/k deel Sleeswi/k-Holstein.

20

bedekking. Ondanks de slechte staat van de grasmat vindt toch beweiding plaats. Aansluitend op onderhoudsweg bevindt zich een harde bekleding van steenbestorting in golfzone (vergelijk figuur 4).

0-0,12m matig doorworteld tot 0,07, klei, sterk siltig, grijs, iets geelbruin gevlekt 0,12 -0,15 fijn zand, wit, bruin gevlekt

015-0,25 mengsel van klei, sterk siltig, grijs en zand, wit, bruin

0,25-0,42 klei, matig siltig, grijs, zandinsluitingen, roestadertjes, enkele wortels

Tabel 4: opname en boring Beltringharderkoogdi/k (locatie 9).

9b Ten noorden van Holmer Siel

Ook hier hetzelfde beeld als bij Holmer Siel: zode van slechte kwaliteit met onderaan de dijk boven onderhoudsweg flinke open plekken van enkele m 2 groot, en erosie tot enkele decimeters diepte. De teen van de dijk is voorzien van een bestorting van natuursteen (met open

betonpenetratie), waar de 5 m brede onderhoudsweg, tevens de bescherming tegen golfoverslag over de bestorting, direct op aansluit (vergelijk figuur 4). De schade lijkt het gevolg van

opspattend zout water, golfwerking en zand dat bij eb vanaf het droogvallende wad instuift. De vrij open zode (bedekking 70 %) bestaat voor 80 % uit Engels raaigras. Daarnaast komt Witte klaver (Tri[olium repens) voor. Herstelwerkzaamheden houden tot nu toe niet lang stand. Erosie

blijft optreden. Ook hier vindt beweiding plaats. Aansluitend aan de dijk worden landaanwin-ningswerken uitgevoerd, zodat de zandinstuiving op den duur zal ophouden.

9c Ten noorden van Lüttmoor S/el (nabi/ werkspoor naar Nordstrandischmoor)

Aanzienlijke schade (open plekken) over een strook van 3-4 m boven onderhoudsweg, maar soms ook hoger op buitentalud. Langs werkspoor landaandwinning: slikvelden met rijshoutdammen.

Herstelwerkzaamheden: op onderste deel worden zoden aangebracht en het bovenste gedeelte van het talud wordt opnieuw ingezaaid. Daarna kan beweiding plaats vinden.

9d Iets t. z. v. Sönke-Nissen-Koog Schleuse

Hier zijn een boring verricht en een opname gemaakt (tabel 4). Het bodemprofiel toont een sterk siltige kleilaag die van 0-5 cm goed is doorworteld, van 5-10 cm matig en dieper dan 10 cm sterk afnemend. De vegetatie is een soortenarme Beemdgras-raaigrasweide.

Schapepaadjes komen voor op buitentalud en vooral kruin. Bovenste deel buitenberm onder onderhoudsweg ingezaaid, onderste deel met zoden bekleed. Harde verdediging ontbreekt hier.

9e Zuideli/k deel Sönke-Nissen Koog

Buitenberm onder onderhoudsweg is ook hier met zoden bekleed (lager gelegen deel). Hier vinden we een goed gesloten zode met Rood zwenkgras, Kweldergras, Melkkruid, Zeeweegbree (Plantago maritima) en kiemplantjes van Zeealsem (Artemisia maritima), Schorrekruid en Zeekraal. Het hoger gelegen gedeelte (± 3-4 m tot aan onderhoudsweg) is ingezaaid en is open met zaaisporen en een

21

poisgewijze begroeiing van Engels raaigras. De grens tussen het bezode en ingezaaide gedeelte was hier duidelijk zichtbaar. De zoden lijken beter aan te slaan dan op locatie 9c.

10* Sönke-Nissen-Koog noordelijk deel

Goed doorwortelde zoden, 4 cm dik worden uit voorland gestoken, verzameld en meteen gelegd op buitenberm onder onderhoudsweg. Het resultaat is een dichte bekleding. Het werk wordt grotendeels handmatig uitgevoerd met eenvoudige werktuigen. Het talud boven de

onderhoudsweg is in april 1991 ingezaaid. Het graszaad is slecht opgekomen. Op het buitentalud wordt bovenaan in een zaaispoor Rood zwenkgras aangetroffen. Onderaan komt Kweldergras spontaan op in losse polletjes. Door de volledige afplagging is de hersteltijd voor de kwelder waarschijnlijk groot.

11* Ockholm (bochtafsni/ding)

Aanleg nieuwe dijk vindt plaats voor de oude dijk. Het ingedijkt land wordt natuurgebied. In het achterland zijn de gele kleur van koolzaadvelden en de boerderijen in Duits Zuidwest-Afrikaanse stijl met witte muren en kopergroen dak opvallend. De nieuwe dijk wordt 1,80 m hoger. Op oude dijk vinden we een Beemdgras-raaigrasweide die veel overeenkomst vertoont met de begroeiing van Nederlandse dijken met: Engels raaigras (Lolium perenne), Veldbeemdgras (Poa pratensis), Ruwbeemdgras (Poa trivialis), Fioringras (Agrostis stolonifera), Rood zwenkgras (Festuca rubra), Kweek (Elymus repens), Duizendbiad (Achillea mille folium), Paardebloem (Taraxacum officinale), Madeliefje (Bellis perennis).

Onder en ook boven onderhoudsweg vindt bezoding plaats over aanzienlijke oppervlakten, maar de zoden hebben hier veel te lijden van droogte en zien er dor uit. Het talud boven de veekweg is vanwege een te hoog zoutgehalte van de bodem nog niet ingezaaid. Na 2 jaar onbegroeid laten liggen vindt inzaai plaats.

12 * Fahretofter Koog (Broderswarft)

Onder veekweg harde bekleding met steenbestorting, boven de weg zijn in april zoetwaterzoden, afkomstig uit binnenberm, aangebracht, waarna lx is gemaaid. Zoute zoden waren niet beschik-baar. De zoden zijn goed doorgegroeid. Ze bestaan uit Engels raaigras, Grote vossestaart (Alopecurus pratensis), Zachte dravik (Bromus hordeaceus ssp. hordeaceus), Rood zwenkgras, Paardebloem en Madelief, en worden ondanks het gevariëerdere grassenbestand gerekend tot de Beemdgras-raaigrasweide. Op sommige plekken is de vegetatie van de zoden echter sterk

achteruitgegaan en verdwenen, hetgeen aan de zoute zoden op de andere lokaties nog niet is waargenomen. Het talud is in 1990 ingezaaid. Slechts weinig is opgekomen en de kleibekleding is vrijwel onbegroeid.

13114* Dagebüll nabij haven

Kruin en buitentalud van de dijk worden in de zomermaanden t.b.v. recreatie om de 3-4 weken gemaaid. In de herfst en voorjaar vindt extensieve beweiding plaats (?). Op nog niet gemaaid binnentalud (1:3) is van de relatief soortenrijke begroeiing een opname gemaakt en is een grondboring verricht (tabel 5)

De vegetatie laat een ander beeld zien dan tot nu toe gebruikelijk. Ze kan worden beschreven als een redelijk ontwikkelde Kamgrasweide, die soortenrijker is dan de intensief beweide graslanden elders op dijken, maar door het onregelmatig beheer een licht verruigde indruk geeft. Waarschijn-lijk wordt het binnentalud niet of slechts een keer gemaaid en vindt er geen beweiding plaats.

Toch is de bedekking goed en de zode gesloten. De grondboring laat een bedekking zien van sterk siltige klei. De wortelgroei is in de laag 0-17 cm matig tot goed en met enkele wortels door-groeiend van 17-40 cm. In vergelijking met de beweide en (licht?) bemeste taluds (vergelijk de boringen in tabel 4 en tabel 2) is de doorworteling hier duidelijk beter.

(Zie bladzijde 23 voor tabel 5 met gegevens van opnamen en boring)

22

Opname D090502 Dagebüll-haven binnentalud Maaien met afvoer en nabeweiding

Oppervlak 4 x 4 m 2 Bedekking totaal; 95 %

Kruiden: 30 %; grassen: 70 % mos: 25 % Hoogte (max): 50 cm; hoogte (gem): 25 cm

Dactylis glomerata (Kropaar) 2b

Festuca rubra (Rood zwenkgras) 2b Cynosurus cristatus (Kamgras) 2b Poa trivialis (Ruw beemdgras) 2a Poa pratensis (Veldbeemdgras) 2a Agrostis capillaris (Gewoon struisgras) 2a

Holcus lanatus (Witbol) 1

Ranunculus acris (Scherpe boterbloem) 1 Trifolium pratense (Rode klaver) 1 Plantago lanceolata (Smalle weegbree) 2a Achillea millefolium (Duizendblad) 1 Ranunculus repens (Kruipende boterbloem) 1 Ornithogalum umbellatum (Gew.vogelmelk) 1 Cerastium fontanum (Gew. hoornbloem) 1

Rumex acetosa (Veldzuring) +

Taraxacum officinale (Paardebloem) + Rhytidiadelphus squarrosus (Gew. haakmosmos) 2b Naast opname: Trisetum flavescens (Goudhaver) -

Grondboring 3:

0-0,07 matig sterk doorworteld tot 0,10 snel afnemend tot 0,17m; klei, sterk siltig, bruingrijs 0,07-0,50 mengsel van klei, grijs en klei, sterk siltig, bruin tot grijsbruin, gevlekt, puin in geringe

hoeveelheid aanwezig, 1 wormgang e 8mm met kleihuidje, enkele wortels tot op 0,50m (0,5-1mm dik)

Tabel 5: Opname en boring binnentalud Dagebüll-haven (locatie 13).

15 Friedrich-Wilhelm-Lübke Koog

Deze met schapen beweide dijk is in 1954-1955 aangelegd en bestaat uit een steiler buitentalud overgaand in buitenberm (in het verleden zowel ingezaaid als met zoden bekleed). Op de overgang van talud naar slikvelden bevindt zich een bekleding met betonbiokken (l).

De buitenberm is een Beemdgras-raaigrasweide. De grasmat is goed gesloten maar bestaat bijna uitsluitend uit Engels raaigras. Hier is een opname gemaakt en een grondboring verricht (tabel 6).

Het kleidek bestaat uit sterk siltige klei in de bovenlaag en een mengsel van siltige klei en fijn zand in onderlaag met een goede doorworteling van 0-5 cm, matige doorworteling in laag 5-15, en slechts enkele wortels van 15-40 cm. Ook op het steilere boventalud is een opname gemaakt (zie tabel 6). Hier is de zode meer open, waarschijnlijk ten gevolge van grotere droogtegevoeligheid.

De vegetatie is echter soortenrijker en kan worden omschreven als Kamgrasweide. Het verschil tussen de vegetaties is te verklaren door een onderscheid in voedselrijkdom. Het ondertalud is door uitspoeling en betere vochtvoorziening voedselrijker dan het steilere boventalud.

(Zie bladzijde 24 voor tabel 6 met gegevens van opnamen en boring)

23

Opname D060503 ondertalud Schapenbeweiding

Opp: 2 x 2 m 2

Totale bedekking: 100 %

gras: 100 % kruiden: < 3 % mossen: - Lolium perenne (Engels raaigras) 5 Poa pratensis (Veldbeemdgras) 2a

Elymus repens (Kweek) 1

Poa annua (Straatgras) 1

Bellis perennis (Madelief) 1

Trifolium repens (Witte klaver) 1 Leontodon autumnalis (Herfstleeuwetand) + Taraxacum officinale (Paardebloem) 1 Plantago major ssp. pleiosperma (Getande weegbree) 1

Boring 4:

0-0,20m klei sterk siltig, donker grijsbruin met enkele schelpdeeltjes. van 0-0,05 sterk doorworteld, tot 0,15 matig met sterke afname tot 0,22m

0,20-0,25m zand,wit

0,25-0,50m mengsel van klei, siltig en fijn zand met zandlaagje OP 0,35m

Opname D060504 boventalud Oppervlak 2 x 2 m 2

Totale bedekking: 80 %

gras: 75 % kruiden 20 % mossen: - Lolium perenne (Engels raaigras) 3 Cynosurus cristatus (Kamgras) 2a Festuca rubra (Rood zwenkgras) 1 Poa pratensis (Veld beemdgras) 1

Bellis perennis (Madelief) 2a

Sagina procumbens (Liggend vetmuur) 1 Taraxacum officinale (Paardebloem) + Leontodon autumnalis (Herfstleeuwetand) 1 Trifolium repens (Witte klaver) 1 Plantago major ssp. p1. (Getande weegbree) 1

Tabel 6: Opnamen en boring buitentalud Friedrich-Wilhelm-Lübke-Koog (locatie 15).

24

- -

- ,-'-'

-

,

- -

_•,f

-' --«M--

$ - '- -

Foto 3 Groene dijk (buitentalud 10) direct ovet in tamelijk gaand smal schot aansluitend aan gedeelte kiifkust, Fremskudt Dige bij Emmerlev Kiev (locatie 16)

- _-_-

-; or

----

-

41

Foto 14 Steil buitentalud (1:3) begroeid met soortenrijk hooiland, Ballum çlocalju i 7)

t la pagina 24

: - - - —

i

.- - - — - .- -- - -- -!--

-. --

:

--

- .

- -• _-_$

-

--- -- --- --__.

:..

-.

. .

- -. -. -- . . -- • T -.-.

_

Foto 15: Schade aan de dijkvoet en struikeidraad op de kruin, zuidpunt van Rømo (locatie 24).

-

-i -

- .J We

.

- -.2• • __•

fA

w.

41

— .—.— _,.t•_J — - - -

Ir..-

•--'-:..- , •..

2. . :-

..:

t

•. :'. ' :..-.,

-

s71t

11 la pagina 24