• No results found

Een nieuwe NAVO voor een nieuw Europa

In document vrede en veiligheid Defensie (pagina 43-46)

Drs. EricA . Pove!

Veertig ja a r lang hebben NAVO-vertegenwoordigers dit soort beschouwingen kunnen geven vanuit een min of m eer stabiele veiligheidssituatie in Europa. U iteraard veranderden van tijd tot tijd de onderwer­ pen, m aar h et kader w aarin een en ander plaatsvond bleef in hoge mate gelijk.

Zoals u weet is dit niet meer h et geval. Sinds het ein­ de van de Koude Oorlog in 1989 is de NAVO met een compleet nieuwe situatie en m et nieuwe uitdagingen geconfronteerd. In deze bijdrage voor h et them a­ num m er van L ib erté E galité F raternité over defen­ sie zal in h e t kort aandacht worden besteed aan de m anier waarop de NAVO deze nieuwe uitdagingen aangaat.

E inde v an de Koude Oorlog

N a de van de Berlijnse m uur in 1989 dacht menig­ een dat een nieuw tijdperk van vrede en stabiliteit was ingetreden. De Amerikaans schrijver Fukuyam a stelde dat m et h et failliet van h e t communisme en de uiteindelijke overwinning van h et westerse liberalis­ me als belangrijkste ideologie, er nu een einde aan de geschiedenis was gekomen. Dit was tevens het m om ent om h et ‘vredesdividend’ te innen: in vrijwel alle w esterse landen werden de defensiebudgetten

drastisch verminderd. Helaas bleek de wereld niet zo vredelievend als velen hadden gehoopt. M et name door de oplaaiende nationalistische, etnische en reli­ gieuze sentim enten in voormalig Joegoslavië werden de Europeanen er nog eens aan h erinnerd hoe in sta­ biel Europa nog steeds kan zijn. Vrede in Europa is misschien toch m inder vanzelfsprekend dan wij allen denken.

Bosnië

Sinds de oprichting van de NAVO in 1949 was de be­ langrijkste taak: h et voorkomen dan wel afslaan van een aanval van buitenaf op h et grondgebied van de NAVO-lidstaten. Dit betekende dus d at NAVO-troe- pen alleen op h et eigen grondgebied zouden opere­ ren. Toen in 1991 h et conflict in voormalig Joegosla­ vië losbarstte en de Verenigde Naties (VN) zich op grond van resoluties van de Veiligheidsraad m et h et conflict begon te bemoeien, werd al snel duidelijk dat de VN (militaire) hulp van buitenaf nodig had om er h a a r werk n aar behoren te kunnen doen. In reactie op een verzoek van de VN besloten de regeringslei­ ders van de 16 NAVO-lidstaten in december 1992, dat ”de NAVO in principe bereid is om - van geval tot geval - de VN te ondersteunen bij vredesbewaren- de operaties op basis van een m andaat van de

Veiligheidsraad". Dit hield - en houdt nog steeds - in d at de NAVO louter en alleen na een verzoek van de VN actief zou worden.

Voor h e t eerst in h a a r geschiedenis werd daadwerke­ lijke inzet van NAVO-militairen en -middelen ver­ langd. Op 28 februari 1994 vond ook de eerste echte m ilitaire actie van de NAVO plaats: vier Servische straaljagers die h et vliegverbod boven Bosnië schon­ den, werden door NAVO-vliegtuigen neergeschoten. De eerste grootschalige militaire actie van de NAVO was de zogenaamde operatie Jo in t E ndeavour(geza­ menlijke inspanning) in september 1995 toen de stel­ lingen van de Bosnische Serviërs werden gebombar­ deerd. Je zou kunnen zeggen dat h e t simpele feit dat de NAVO bestond (afschrikking) de belangrijkste bij­ drage van de NAVO aan de Europese veiligheid tij­ dens de Koude Oorlog was. In de huidige veiligheids­ situatie is h e t geen kwestie m eer van ‘er zijn’, m aar van ‘doen’.

Zoals u weet, hebben de bombardementen, gecombi­ neerd m et de toen al lopende onderhandelingen van de inmiddels bekende Richard Holbrooke, uiteinde­ lijk geleid tot h et Vredesakkoord van Dayton. Een belangrijk onderdeel van ‘Dayton’ is de bepaling dat de NAVO werd verzocht een vredesm acht (IFOR,

Im plem entation Force) samen te stellen die voor de

uitvoering van de militaire aspecten van het vre­ desakkoord zou moeten zorgdragen.

Deze IFOR is nu in meerdere opzichten van groot be­ lang voor de nieuwe NAVO. In de eerste plaats is de IFOR u iteraard van cruciaal belang voor h et uitein­ delijke succes van de inspanningen van de intern a­ tionale gemeenschap om een blijvende vrede in voor­ malig Joegoslavië te bewerkstelligen. Als de IFOR hiervoor een goede basis kan leggen dan is dat ook voor de NAVO en voor h a a r toekomstige nieuwe ta ­ ken van groot belang.

In de tweede plaats heeft de praktijk van de crises in voormalig Joegoslavië ervoor gezorgd dat de contou­ ren van een nieuwe opzet voor de Europese veilig­ heid in h et post-Koude-Oorlogtijdperk duidelijker zijn geworden. IFOR is een unieke coalitie van 36 landen, bestaande uit de 16 NAVO-lidstaten, een aantal neutrale staten zoals Zweden, Oostenrijk en Finland en een aantal niet-Europese landen zoals Egypte, Maleisië, Jordanië en Marokko. IFOR kan beschouwd worden als een eerste concrete aanzet n aar een nieuwe geïntegreerde benadering van vei­ ligheid in Europa, waarbij voormalige tegenstrevers de handen ineen slaan om h et gedeelde belang van vrede en stabiliteit in Europa te waarborgen. In de derde plaats is de betrokkenheid van Rusland bij IFOR van groot belang voor de betrekkingen tu s­ sen de NAVO en Rusland in de komende maanden en jaren. Daadwerkelijke samenwerking van Russi­ sche troepen m et NAVO-militairen is de beste m a­ nier om de Russen te laten zien dat er een nieuwe

NAVO is die m et de voorgenomen uitbreiding geen enkele vijandige bedoeling heeft en op basis van ge­ lijkheid een goede relatie m et Rusland wil

opbouwen.

Nu er zoveel op h et spel staat is h e t duidelijk d at de missie van IFOR moet slagen. Op dit moment ver­ loopt de IFOR-operatie over h et algemeen n aar wens. De uitvoering van de m ilitaire aspecten van ‘Dayton’ zou wel eens h et m akkelijkste deel van de totale vredesinspanning kunnen blijken te zijn. E r is algemeen respect voor de aanzienlijke troepenm acht die de NAVO op de been heeft gebracht; ook de effec­ tiviteit en kracht van de bombardementen die de NAVO in september 1995 uitvoerde op stellingen van de Bosnische Serviërs heeft de geloofwaardig­ heid IFOR versterkt. M aar h et moeilijkste deel moet nog komen: de nationale verzoening van de diverse partijen, de wederopbouw en h et verdwijnen van h et wederzijdse wantrouwen. Indien de internationale gemeenschap er niet in slaagt om in h e t ja a r dat IFOR in Bosnië aanwezig zal zijn, hiervoor een goe­ de basis te leggen, dan zou de IFOR-missie wel eens als de ‘duurste w apenstilstand ooit’ de geschiedenis in kunnen gaan, zoals een com mentator h e t onlangs noemde. Om dit te voorkomen heeft de NAVO alle mogelijke steun toegezegd aan Carl Bildt, de Hoge Vertegenwoordiger die de civiele aspecten van h et vredesakkoord - zoals de wederopbouw, terugkeer van vluchtelingen, h et organiseren van verkiezingen etc. - coördineert. Ook heeft de NAVO verklaard hulp te bieden aan het VN Tribunaal in Den H aag bij de opsporing van oorlogsmisdaden, omdat zonder een dergelijke verantwoording een echte en blijven­ de verzoening illusoir zal blijken te zijn.

Desalniettemin blijft de kerntaak van de NAVO in Bosnië om ervoor te zorgen dat de partijen zich aan de afspraken van h et Dayton-vredesakkoord houden en aldus een veilige omgeving kan worden gecrk- ëerd, w aarin andere instellingen h u n opbouwwerk kunnen beginnen en ook na h et vertrek van IFOR aan het eind van 1996 kunnen voortzetten.

T ran satlan tisch e band

Als er één les is geleerd in Bosnië dan is h et wel dat een actieve betrokkenheid van de Verenigde Staten bij de Europese veiligheidszaken nog steeds h e t v er­ schil m aakt tussen succes en mislukking. De hele IFOR-operatie is een overduidelijke bevestiging van de waarde van de band met Amerika en van de NAVO.

H et is ook duidelijk geworden dat een van de voor­ naam ste redenen waarom in de voorbije jaren de in ­ ternationale gemeenschap niet bij machte was om het conflict in voormalig Joegoslavië te beteugelen, was dat de NAVO-bondgenoten verdeeld waren. De Europeanen hadden troepen op de grond m aar wa­ ren terughoudend bij het afdwingen van de vrede. De Amerikanen - zonder troepen op de grond - wil­ den een hardere opstelling, m aar louter m et

gebruikm aking van luchtaanvallen. Dit gaf conflict­ partijen de mogelijkheid om de bondgenoten tegen elkaar u it te spelen en zo h et conflict voort te laten duren. Pas na de val van de door de VN-Veiligheids­ raad als safe ai’eas bestempelde gebieden rond Sre- benica en Zepa besloten de bondgenoten om weer ge­ zamenlijk een heldere lijn te trekken. De les is hel­ der: alleen als er wordt gewerkt kan er ook iets be­ reik t worden. Daarom blijft de innige band met de VS en hu n betrokkenheid via de NAVO bij de Euro­ pese veiligheid ook de komende jaren nog van cru­ ciaal belang.

U itbreiding

Een direct gevolg van de omwentelingen van 1989 was ook de door de meeste voormalige Oostbloklan­ den geuite wens om op term ijn volwaardig lid van o.a. de NAVO te worden. De hele uitbreidingsdiscus­ sie is dus niet zozeer door de NAVO geïnitieerd; het zijn ook landen als Polen, Hongarije, Tsjechië en de Baltische staten geweest die bij de NAVO op de deur klopten om binnen te worden gelaten. H et zijn ook ju ist deze landen die benadrukken dat uitbreiding niet is gericht tegen enig ander land, m aar in een bredere context moet worden gezien: de modernise­ ring van de voormalige Oostbloklanden en hun inte­ gratie in de westerse democratische organisatie zoals de EU, WEU, Raad van Europa en de NAVO.

Uitbreiding van de NAVO is een zeer complex pro­ ces. N iet alleen moeten de nieuwe leden aan allerlei eisen voldoen, m aar ook voor de NAVO zelfheeft het belangrijke implicaties. Daarom is ook gekozen voor een behoedzame en zorgvuldige procedure. In 1994 hebben de regeringsleiders van de 16 NAVO-lidsta- ten h et principebesluit genomen dat de NAVO zal worden uitgebreid. In een onlangs gepresenteerde studie heeft de NAVO twee vragen aan de orde ge­ steld: h et waarom en hoe van de uitbreiding. H et geeft in grote lijnen aan w aar nieuwe leden aan moe­ ten voldoen om lid te kunnen worden, alsmede de procedure die zal worden gevolgd. Dit ja a r zal ge­ b ru ik t dienen te worden om de onderlinge relaties tussen de NAVO en de verschillende aspirant-leden verder u it te diepen en te bekijken w at nog gedaan moet worden om h et lidmaatschap dichterbij te bren­ gen. In december zullen de NAVO-ministers bekij­ ken hoe h et proces moet worden voortgezet; m et na­ me de vragen van ‘wie’ en ‘w anneer’ zullen zich gaan opdringen.

R u slan d

U iteraard heeft de relatie m et Rusland veel te m a­ ken m et de voortgang rond h et uitbreidingsdossier. Ten aanzien van Rusland heeft de NAVO h et initia­ tie f genomen om een brede en uitgebreide dialoog over allerlei veiligheidszaken aan te gaan. Rusland is deelnemer aan h et P artnerschap voor de Vrede en heeft h a a r Individuele P artnerschap Programm a (IPP) ondertekend.

Zoals gezegd is de Russische deelname aan IFOR h et bewijs dat Rusland en de NAVO kunnen sam enw er­ ken om de uitdagingen van de nieuwe veiligheidssi­ tuatie in Europa aan te gaan. De NAVO zal de ko­ mende tijd er alles aan doen om h e t partnerschap m et Rusland te verstevigen en zo de basis te leggen voor stabiliteit in geheel Europa.

A anpassing v an de N A V O -structuur

1996 zal ook het ja a r van de interne aanpassing zijn. De nieuwe taken vergen een andere organisatie. De eisen die crisesmanagment en vredesoperaties aan ons stellen, alsmede de druk van inkrim pende defen­ siebudgetten van de NAVO-lidstaten, vragen om een m eer gestroomlijnde en flexibele organisatie. D aar­ naast moet uitvoering worden gegeven aan de wens van de NAVO-leiders uit 1994 dat de Europese bond­ genoten grotere defensieverplichtingen op zich ne­ men. Hiertoe is h et concept van de zogenaamde

Combined Jo in t Task Forces (CJTF) gelanceerd, dat

de Europeanen binnen de NAVO in s ta a t moet stel­ len om - in h et geval de VS niet wensen mee te doen - militaire vredesoperatie u it te k unnen voeren m et gebruikm aking van de NAVO- (en dus ook VS-) hoofdkwartieren, logistiek, transportvoertuigen etc. De recente aankondiging dat F rankrijk weer gedeel­ telijk terugkeert in de militaire stru ctu ren van de NAVO, zal de uitwerking van h e t CJTF-concept zeer waarschijnlijk bespoedigen. De Bosnië-crisis heeft ook de F ransen doen inzien dat opbouw en v erster­ king van een Europese veiligheids- en defensie-iden- titeit h et beste binnen de NAVO, in plaats van erbui­ ten k an worden bewerkstelligd.

Uiteindelijk zal de h erstructurering moeten leiden tot een grotere Europese inbreng in de Alliantie en de herbevestiging van h et belang van de tra n sa tla n ­ tische band. Deze twee principes zijn niet onderling tegenstrijdig. In tegendeel; als de ervaringen in Bosnië iets hebben geleerd, dan is h e t wel d at de NAVO alleen h a a r grote potentieel voor de veiligheid in Europa kan aanwenden, indien beide pijlers h a r­ monieus en op gelijke basis samenwerken. D at is niet alleen h et recept voor succes in Bosnië in 1996, m aar ook voor blijvende vrede en w elvaart in Europa

In document vrede en veiligheid Defensie (pagina 43-46)