• No results found

een sociaal-liberale visie op veiligheid

In document vrede en veiligheid Defensie (pagina 48-51)

”In h e t liberalism e zijn de doeleinden van binnenlandse en buitenlandse p o litiek feitelijk dezelfde: vrede, vrijheid, veiligheid, welzijn, rechtsorde en duurzaam heid - dat laatste in de ruim e zin als een goed beheer van de bronnen van h e t leven. In h e t binnenlands beleid kun n en deze doelen worden bevorderd binnen onze rechtsorde. M aar in h e t buitenlandse beleid m oeten ze worden nagestreefd in een tam elijk gew eldda­ dig en chaotisch bestel dat geen centrale overheid kent. “

H et nieuwste boek van m inister van defensie Joris Voorhoeve, Labiele Vrede, is een goed geschreven werk, gekruid m et prikkelende citaten. Twee ver­ meldingen op de omslag van het boek doen Voorhoe- ve’s werk echter tekort. Als titel zou beter Labiele

Veiligheid gekozen zijn aangezien de auteur zich

niet beperkt tot louter defensie-vraagstukken m aar ook ingaat op andere bedreigingen van de vrijheid van mensen als de toenemende milieuvernietiging en armoede. Deze problemen treden - zoals hijzelf opm erkt - vaak op in staten w aartussen of w aarbin­ nen zich conflicten afspelen of kunnen gaan afspe­ len, m aar zij lijken eerder tot h et takenpakket van de ontwikkelingssamenwerking dan tot dat van de vredespolitiek te behoren. Dit is echter geen kritiek, in tegendeel; h et onderstreept de overwogenheid van Voorhoeve’s visie om verbanden te zien tussen vre­ despolitiek en andere problemen met welke de in ter­ nationale politiek zich geconfronteerd weet.

Een tweede opmerking betreft het boekband, dat als tekst bevat "Droom en visie van de minister van Defensie". H ier zou de vermelding "analyse en visie" in plaats van "droom en visie" meer op zijn plaats zijn, gezien de sterk analytische opzet van de meeste van de 26 essays die in h et boek gebundeld zijn.

Sociaal-liberalism e

H et cement tussen deze 26 essays wordt gevormd door de eerste twee hoofdstukken w aarin Voorhoeve zijn inspiratie - h et sociaal-liberalisme - uiteenzet. Volgens Voorhoeve streeft h et liberalisme naar maatschappelijke harmonie in vrijheid en individue­ le creativiteit in verantwoordelijkheid.

"Harmonie prikkelt mensen tot prestaties, bevordert zelfstandige kracht en stim uleert tot creativiteit en vrije wilsbeschikking." H et mensbeeld dat Voorhoeve hierbij aanspreekt is ”dat de mens zich tot taak stelt om zichzelf, zijn of h a a r gezin en relaties, vrienden en samenleving, dus ook h et milieu w aarin zij wor­ telt, te beschermen. De mensen zoekt bescherming tegen w at hem of h aar en de samenleving bedreigt: geweld, criminaliteit, onrecht, geïnstitutionaliseerde onwaarheid, armoede, ziekte en milieubederf. M en­ sen zoeken ook naar verbetering van w at onvoltooid bleef, ontplooiing zoekt, of verkeerd en schadelijk is."

Voorhoeve citeert bij h et onderstrepen van zijn visie The Progressive Reviewv& n de Britse libe­ ralen: ”Als een liberale partij er aanspraak op wil blijven maken de vooruitstrevende partij van de toe­ komst te zijn, moet het vrijheidsbegrip opnieuw wor­ den gedefinieerd. H et moet niet langer betekenen de afwezigheid van beperkingen, m aar de aanwezigheid van kansen."

"Omdat veiligheid een voorwaarde is voor menselijk geluk en maatschappelijke ontplooiing is bevordering van de vrede de kern taak van alle staatskunde." Een van de taken w aar de overheid voor staat is h et bestrijden van on-geluk; h et be­ schermen tegen verminking door dood en geweld, honger en ziekte. Vredespolitiek hierbij is h et schep­ pen van voorwaarden zodat mensen in andere lan­ den zich ook in vrijheid kunnen ontwikkelen en hen tevens op de eigen verantwoordelijkheid aanspreken. H et bieden van kansen voor de toekomst richt zich ook op een gezond milieu en een goede rechtsorde.

D efensie na de Koude Oorlog

Voorhoeve stelt dat h et einde van de Koude Oorlog niet heeft geleid tot een veiliger wereld. ”M aar een paar van de hoge verwachtingen die de wereld inspi­ reerden na de val van h et communisme zijn werke­ lijkheid geworden. Tijdens de Koude Oorlog bestond er een kleine kans op een grote oorlog. Die is vervan­ gen door een grote kans op vele kleine oorlogen - zo­ genaamd kleine, w ant sinds 1990

zijn er enkele miljoenen doden ge­ vallen en tientallen miljoenen men­ sen op de vlucht geslagen." Na de in ­ eenstorting van het Oosteuropese economiën zijn de verschillende vol­ ken van h et voormalige W arschau­ pact in meerdere gevallen eerder een bedreiging voor elkaar dan voor h et westen geworden en worden zij geteisterd door werkloosheid, politie­ ke onrust en religieuze spanningen. Volgens de au teu r bestaat de groot­ ste kans op oorlog bij deze staten die in transitie zijn van een communis­ tisch bestel n aar een ander politiek beste] en daarin worden uitgedaagd door afscheidende groeperingen.

Andere staten die h et risico van een gewapend conflict boven het hoofd hangt, zijn zij die ineen stor­ ten door onbekwaam bestuur en aan tribale of andere groepsspanningen ten prooi vallen. De auteur spreekt in dit verband ook wel van ‘zesde ca­ tegorie staten ’ | Voorhoeve vindt h et onderscheid in een eerste, tweede en derde wereld te grof en m aakt zelf een zesdelingl: ”de groep falende sta ­

ten w aarvan h et bestuur zo zwak,

verdeeld en corrupt is en de effecti­ viteit van h et gezag zo gering dat

deze staten in anarchie vervallen. Oude stam verban­ den of nieuwe criminele organisaties nemen de m acht in handen. Overvloedige wapenvoorraden en langdurige desintegratie maken van deze staten een hel die op D ante’s Inferno lijkt."

De grote keerzijde van h et einde van de Kou­ de Oorlog is dat overbodig geworden wapentuig op de internationale m arkt gedum pt is, en ingezet is of kan worden voor deze conflicten. Hierdoor kunnen relatief kleine conflicten uitmonden in grote bloedba­ den waarbij tevens m eer burgerslachtoffers vallen. Een grote boosdoener is de mijn m et als productie­ kosten ƒ5,- en als opruimingskosten ƒ1.700,- - ‘een strijder die nooit mist, blind toeslaat, geen openlijke w apens draagt en doorgaat mensen te doden lang n ad at de vijandelijkheden zijn gestopt’. Gebruik van dit wapen is moeilijk tegen te gaan omdat verboden n iet altijd erkend worden door de gebruikers ervan en opruim ing ongekend kostbaar is (er liggen 110 miljoen mijnen in 64 staten). Niet alleen de versprei­ ding van conventionele wapens vorm t een bedrei­ ging: ”Een veiligheidsrisico dat sterk groeit is de

verspreiding van massavernietigingswapens. H ier­ door nemen de mogelijkheden van agressieve staten en criminele organisaties toe om potentiële slachtof­ fers m et totale vernietiging te bedreigen." Oplossin­ gen voor dit probleem die Voorhoeve suggereert, zijn diplomatiek overleg, exportcontroles, verboden en - in een extreem geval -preventieve precisieaanvallen.

Milieuvernietiging

Een ander gevaar dat de au teu r aan k a art is de toe­ nemende milieuvernietiging gekoppeld aan de explo- sievebevolkingsgroei. ”De wereld sta a t nog m aar aan h et begin van een beleid om h et collectieve goed ‘a a r­ de’ te beschermen." H et milieu en de natuurlijke hulpbronnen worden door verschillende landen m is­ bruikt en uitgebuit. ”H et huidige niveau van vervui­ ling is mondiaal n aar schatting ongeveer vijf maal zo hoog als h et regenererend vermogen van de natuur. Door de explosieve groei van de ontwikkelingslanden en de hoge economische groei in een deel daarvan zal deze verhouding tussen vervuiling en regeneratie nog schever worden." Door deze uitputting zullen vooral de armste landen getroffen worden aangezien zij h et meest afhankelijk zijn van datgene w at de n a­ tu u r hen biedt. Bodemdegradatie - als gevolg van ontbossing, overexploitatie, overbegrazing, land­ bouwactiviteiten en industriële vervuiling - bedreigt de landbouw. Industrie en landbouw tasten de zoet- watervoorraden aan: rivieren en m eren drogen uit, h et grondwaterpeil verlaagt en de gebruiksmogelijk­ heden van bestaande voorraden daalt.

Dit alles vorm t een bedreiging voor veertig procent van de wereldbevolking en leidt tevens tot intern a­ tionale conflicten. Momenteel zijn er in dit verband al veertien conflicten en Voorhoeve voorspelt dat het zoetwatergebrek in h et Midden-Oosten zelfs vredes­ besprekingen kan belemmeren of kan leiden tot ge­ wapende conflicten.

M ilieuverontreiniging is niet een abstract po­ litiek issue van enkele groepen u it h et maatschappe­ lijk middenveld, zo valt op te maken u it Voorhoeve’s werk. Luchtverontreiniging leidt tot zure regen die inmiddels zestig procent van de Europese bossen heeft aangetast. De kosten om dit te bestrijden wor­ den geschat op 30 miljard dollar per jaar. ”N aar schatting wordt 70% van de mondiale stedelijke be­ volking blootgesteld aan verontreinigingsniveaus die de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie overtreffen, m et als gevolg CARA-ziekten en een ver­ hoogde kans op longkanker." Andere gevaren die de au teu r aan k a art zijn de verwerking van chemisch en radioactief afval, de aantasting van de ozonlaag, kli­ m aatsverandering en de afname van de biologische diversiteit. De au teu r concludeert dan ook:

"Te verw achten is dat overbevolking, over­ consum ptie en schaarste van hulpbronnen n ie t al­ leen een grote m ilieuzorg blijven m aar ook een grote bron van internationale spanningen en zelfs gew a­ pende conflicten.“

Overbevolking

Zoals reeds is opgemerkt bedreigen niet alleen mis­ bruik en overconsumptie de natuur, ook de overbe­ volking put datgene u it w aarvan iedereen in vrijheid van zou moeten kunnen genieten. Verschillende schattingen over de toekomstige groei van de wereld­ bevolking doen momenteel de ronde m aar h et is een gegeven dat de groei van het aantal mensen schrik­ barend is.

H et overgrote deel van deze groei vindt plaats in de ontwikkelingslanden, resulterend in overbelasting van de sociale voorzieningen en de infrastructuur en een grote kw etsbaarheid van bevolkingsconcentra­ ties. ”Dit zeer dringende probleem wordt niet als dringend ervaren, omdat h et nog geen acute levens­ bedreiging in de rijke landen vormt. Politieke stel­ sels reageren vaak snel en effectief op acute bedrei­ gingen. m aar worden v errast door zich langzaam ontwikkelende bedreigingen en nemen dan actie op een moment dat h et al te laat is.“ Niet alleen vormt de overbevolking een bedreiging voor het milieu, te­ vens kan de door overbevolking veroorzaakte armoe­ de en werkloosheid leiden tot politieke instabiliteit en een groeiende aanhang van extremistische poli­ tieke visies.

Armoede

"Als de w ereld één land zou zijn, zou de onrechtvaar­ digheid van de m aatschappelijke verhoudingen di­ rect to t een revolutie leiden.“ De auteur wijdt een

paragraaf aan ‘verliezende volken’; die staten of be­ volkingsgroepen die door bovenge- noemde proble­ men en een w anbestuur de meest kwetsbare delen

van de wereld zijn geworden. De hoofdoorzaak van die kwetsbaarheid is m achtsstrijd ‘en pas in tweede instantie armoede w ant die is vooral door wanbe­ stu u r en (burger)oorlog verergerd’. Volgens de au ­ te u r is daarom armoede niet alleen te bestrijden met financiële ontwikkelingshulp m aar vooral m et de stichting van een solide democratisch bewind, of zo­ als hij h et zelf formuleert: "de hoofdvoorwaarden

voor de ontw ikkeling van een sam enleving zijn poli­ tieke stabiliteit, vreedzam e conflictoplossing en een rechtsorde die m ensen vertrouw en g eeft in de toekomst.

Aan h et begin van dit artikel m erkte ik op dat de titel van Voorhoeve’s boek tekort deed aan de breedte van de visie van de m inister. Misschien moet ik dat nuanceren. In het hoofdstuk over de hulp aan ‘verliezende volken’ geeft Voorhoeve expliciet aan dat voor een succesvolle ontwikkelingshulp, sam en­ werking tussen de actoren op h et vlak van de vre­ despolitiek (o.a. h et ministerie van defensie) en acto­ ren op h et gebied van ontwikkelingssamenwerking, milieubeleid en Buitenlandse Zaken geboden is. D aarnaast behoeft de krijgsm acht niet alleen ingezet te worden voor h et m ilitair herstellen dan wel opzet­ ten van een rechtsorde, m aar kan deze eveneens h u ­ m anitaire taken uitvoeren zoals transport, h et opzet­ ten van w aterzuiveringinstallaties en het uitvoeren van medische taken.

”Soms wordt de vraag gesteld of noodhulpverlening wel een taak is van de krijgsmacht. Die vraag wordt nooit gesteld voor binnenlandse noodsituaties. De vraag moet zijn waarom m ilitairen n ie t zouden mo­ gen worden ingezet voor internationale hulpverle­ ning. H et is weliswaar niet de prim aire taak van de krijgsmacht, m aar zij heeft de capaciteit ervoor in huis. Een moderne krijgsm acht is flexibel en mobiel en beschikt over goed getrainde mensen, die gewend zijn in een internationale omgeving te werken. De­ fensie is in wezen h et beschermen van mensen." V redesoperaties

U iteraard gaat de auteu r als m inister van defensie uitgebreid in op de rol van de VN en verbetering van vredesoperaties in de toekomst. De belangrijkste oor­ zaken voor de nog vrij zwakke rol van de VN zijn h et tekort aan troepen en financiële middelen die door de lidstaten ter beschikking wordt gesteld. Om in de toekomst sterker op te kunnen treden is het formule­ ren van heldere, beperkt en uitvoerbare doelen voor vredesoperaties daarom ook een eerste vereiste. De auteur geeft talloze concrete suggesties voor verbete­ ring, waaronder een besluitvaardig beraad bij de deelnemers aan een VN-missie - als over iedere zet uitgebreid moet worden overlegd staat de VN steeds op achterstand ten opzichte van agressors -, preven­ tieve actie, een goed early w arning system en h et uitbouwen van het U N S ta n d b y A rrangem ents S y s­

tem (UNSAS). Tevens gaat de au teu r in op de soeve­

reiniteit van staten die een obstakel kan zijn voor een militair VN-optreden. ”H et soevereniteitsbegin- sel verliest geleidelijk iets van zijn absoluut

karakter.

H et beginsel moet worden afgewogen tegen h et be­ lang van de bevolking van een staat. Een massale schending van het internationaal hum anitair recht kan niet worden gedoogd. H um aniteit hoort boven

soevereiniteit te gaan. H et soevereiniteitsbeginsel

mag niet worden m isbruikt om criminele onderdruk­ king te rechtvaardigen en nationale verdragen inza­ ke de grondrechten van de mens te blokkeren." W an neer wordt h e t leger ingezet?

De au teu r stelt dat op basis van de grondwet h et le­ ger ingezet kan worden voor de veiligheidsbelangen, ideële belangen en economische belangen van de sta a t (artikel 98) en voor h e t bevorderen van de in ­ ternationale rechtsorde (artikel 90). Hij v at de poli­ tieke doelen voor de uitzending van m ilitairen aan vredesmissie vat hij samen in vijf punten:

1. Bescherming van de nationale belangen w aaronder de bescherming van de nationale vrede en veiligheid en de bevordering van de internationale rechtsorde. Bij dat laatste gaat h et niet alleen - zoals reeds eerder is op­ gem erkt - om aantasting van de soevereini­ teit van staten m aar ook om h et beschermen van de rechten van de mens.

2. Op basis van een m andaat van de VN of een andere internationale organisatie.

3. Solidariteit m et andere landen en spreiding van verantwoordelijkheid, risico’s en lasten. 4. Bij voorkeur dient te uitzending een m ultina­

tionale benadering te kennen waarbij de be­ reidwilligheid van de uitzendende partijen om op langere term ijn deel te nemen aan de operatie blijft bestaan.

5. H et bestaan van een voldoende politiek­ maatschappelijk draagvlak. D it k an verste­ vigd worden door een goede lastenverdeling bij de uitvoering van internationale operaties en h et maken van duidelijke afspraken over de aflossing van eenheden.

A fsluitend

Labiele Vrede is een zeer verhelderend boek geken­

m erkt door een scherpe analyse van problemen en een inspirerende sociaal-liberale visie. H et geeft mij tevens hoop voor de W D dat er binnen die partij toch mensen rondlopen m et h et h a rt op de goede plaats en inspirerende intellectuele visie. Iedere libe­ raal zal zeker veel goede ideeën opdoen door h et le­ zen van dit boek.

Cedric P. Stalpers is hoofdredacteur van h e t JOVD- kaderblad L iberté E galité F ra tern ité E galité en stu d eert Tekstw etenschap en

Com municatie aan de F aculteit der L etteren van de K atholieke U niversiteit Brabant.

La b ie le Vrede

Uitgeverij Balans 1995

In document vrede en veiligheid Defensie (pagina 48-51)