• No results found

Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief A. Algemene doelstelling

4. Niet-beleidsartikelen Artikel 40 Apparaat

Op dit artikel zijn de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van EZK geraamd, voor zover die betrekking hebben op het kerndepartement (Directoraten-Generaal en stafdirecties) en de diensten van EZK (ACM39, CPB en SodM). Enkele stafdirecties van EZK werken als gemeenschappelijke dienst voor EZK en LNV. In deze begroting is enkel het EZK-aandeel van deze gedeelde diensten geraamd, te weten 57%, de overige 43% van het budget staat op de LNV-begroting geraamd. De uitgaven aan externe inhuur, de uitgaven aan ICT en de bijdragen aan shared service organisaties (SSO’s) worden apart inzichtelijk gemaakt en meerjarig geraamd. Tevens bevat dit artikel een raming voor de bijdragen aan DICTU voor zover het opdrachten betreft ten behoeve van het kernministerie EZK.

Tabel 45 Apparaatsuitgaven kerndepartement en diensten Budgettaire gevolgen (bedragen x € 1.000)

2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025

Verplichtingen 298.069 306.737 286.313 286.824 285.495 283.266 276.466

Uitgaven 298.069 306.737 286.313 286.824 285.495 283.266 276.466

Personele uitgaven 214.956 213.426 197.549 203.628 201.453 199.296 192.285

waarvan eigen personeel 179.851 182.918 171.294 175.002 172.534 168.692 164.277

waarvan inhuur externen 19.505 12.937 10.293 9.974 10.212 10.135 10.785

waarvan overige personele uitgaven 15.600 17.571 15.962 18.652 18.707 20.469 17.223

Materiële uitgaven 83.112 93.311 88.764 83.196 84.042 83.970 84.181

waarvan ICT1 8.284 20.230 14.998 14.661 14.800 14.800 14.800

waarvan bijdrage aan SSO's 14.794 13.742 14.066 13.382 13.382 13.382 13.382

waarvan DICTU 32.148 23.747 21.147 20.200 20.000 20.000 20.050

waarvan overige materiële uitgaven 27.886 35.592 38.553 34.953 35.860 35.788 35.949

Ontvangsten 26.426 24.981 24.992 24.981 24.336 24.336 24.336

waarvan ACM 19.034 17.589 17.589 17.589 17.589 17.589 17.589

waarvan SodM 3.150 3.150 3.150 3.150 3.150 3.150 3.150

waarvan CPB 1.643 1.643 1.643 1.643 1.643 1.643 1.643

waarvan kerndepartement 2.599 2.599 2.610 2.599 1.954 1.954 1.954

1 Het totaal van de ICT-uitgaven van het kerndepartement en buitendiensten bestaat uit de ICT-uitgaven geraamd onder de post materiële uitgaven en de bijdrage aan de DICTU.

Toelichting op de uitgaven Personele uitgaven

Betreft alle personeelsuitgaven voor het kerndepartement en de diensten.

In de begroting 2021 zijn de ramingen voor externe inhuur apart gespecifi-ceerd. Onder de overige personele uitgaven valt het sociaal plan voor onder andere afronding uitvoeringsorganisatie DLG en wachtgelduitgaven.

Materiële uitgaven

Betreft de materiële uitgaven van de ondersteunende processen voor het kerndepartement en de buitendiensten. Dit omvat onder andere

huisvesting, communicatie, ICT en de bijdrage aan het Inkoopuitvoerings­

centrum (IUC) dat gepositioneerd is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Vanaf de begroting 2014 zijn de uitgaven voor ICT en bijdrage

39 De leden van het Bestuur ACM vormen een ZBO. De uitgaven voor dit ZBO zijn geraamd op

aan shared service organisaties (SSO’s) apart zichtbaar gemaakt. ICT bevat zowel de uitgaven voor projecten als structurele uitgaven (onderhoud, licenties en vervanging). De bijdragen aan SSO’s betreffen onder andere het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en Expertisecentrum/Ontwikkelingscentrum Rijk. De bijdrage aan DICTU is bestemd voor ICT-dienstverlening aan het kerndepartement. Het betreft hier werkplekservices, infrabeheer en appli­

catieservices.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten betreffen bij de ACM voornamelijk de bijdragen uit de markt voor de sectoren energie, telecommunicatie, vervoer en post. Bij het SodM betreft het de kosten die zijn doorberekend aan de markt voor vergunning­

verlening en taken die volgen uit de (nieuwe) Europese Richtlijn 2013/30/EU.

Bij het CPB gaat het om ontvangsten in verband met werken voor tweeden.

De ontvangsten van het kerndepartement bestaan o.a. uit ontvangsten voor detacheringen en ontvangsten voor doorbelaste kosten.

Voor 2021 wordt voor totaal EZK een percentage externe inhuur voorzien dat ruim boven de zgn. Roemer-norm ligt (maximaal 10% van de perso­

neelskosten voor externe inhuur). Onderstaande tabel geeft de percentages externe inhuur weer voor alle onderdelen van EZK. De inhuur van externen bij het kerndepartement ligt in 2020 en 2021 boven de zgn. Roemer-norm.

DICTU zit in zowel 2020 als 2021 aanzienlijk boven deze norm. De norm wordt naar verwachting ook overschreden door RVO.

Tabel 46 Percentage externe inhuur

2019 2020 2021

Kerndepartement 10,3% 9,4% 10,2%

Autoriteit Consument & Markt 7,6% 5,6% 6,0%

Centraal Planbureau 5,1% 1,4% 1,5%

Staatstoezicht op de Mijnen 12,9% 9,2% 9,5%

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 17,8% 19,9% 15,2%

Agentschap Telecom 11,1% 11,2% 10,0%

Dienst ICT Uitvoering 59,3% 53,2% 51,2%

Nederlandse Emissie Autoriteit 7,9% 7,7% 7,7%

Totaal 24,2% 23,8% 21,4%

– Het percentage externe inhuur voor het kerndepartement in 2020 en 2021 is lager dan het percentage in 2019. Dit komt voornamelijk doordat het budget van de NCG niet meer onder de EZK-begroting valt. BZK beheert vanaf 2020 de budgetten voor de NCG.

– Bij de percentages externe inhuur voor DICTU moet worden bedacht dat ICT-beheer en -ontwikkeling voor dit rijksbreed opererende agentschap een kerntaak is, hetgeen externe inhuur boven de Roemer-norm onver­

mijdelijk maakt, gegeven de bestaande krapte op de arbeidsmarkt en de wisselende behoefte aan gespecialiseerde ICT-kennis. Bovendien is het inhuren van schaarse ICT expertise relatief duur. Als gevolg daarvan zijn de personeelsuitgaven voor externe inhuur ten opzichte van de totale personeelsuitgaven eveneens relatief hoog.

– RVO is een uitvoerder van een groot aantal verschillende opdracht­

gevers, namelijk meerdere ministeries, decentrale overheden en de Europese Unie. RVO verzorgt de uitvoering van ruim 650 regelingen, subsidies, vergunningen en ontheffingen. Van subsidies voor boeren, tot octrooiverlening, ondersteuning bij het verkennen van buitenlandse markten en de afhandeling van schadegevallen in Groningen. Omdat dit

per taak toegesneden expertise vereist, die per jaar kan fluctueren qua capaciteitsomvang, is flexibele capaciteitsinzet een randvoorwaarde voor kwalitatief hoogstaande dienstverlening.

Genoemde agentschappen zien mogelijkheden om dichterbij de norm te komen. Gelet op het specifieke karakter van DICTU en RVO zijn er echter grenzen aan de mogelijkheden om de externe inhuur te beperken, zonder risico’s te lopen voor de bedrijfsvoering en de kwaliteit van de dienstver­

lening. De ontwikkeling van de uitgaven externe inhuur heeft zowel de aandacht van de departementsleiding als van de onderdelen die substan­

tieel boven de Roemer-norm scoren (DICTU en RVO). Periodiek wordt een dashboard besproken met het actuele beeld van de uitgaven externe inhuur en beide agentschappen hebben een plan van aanpak geïmplementeerd om het inhuurpercentage te verlagen, door middel van:

– Het formuleren van beleid voor externe inhuur in het strategisch perso­

neelsplan en hieruit een doelstelling formuleren voor de optimale verhouding tussen inhuur en eigen personeel.

– Het terugbrengen van de externe inhuur door deze te vervangen door eigen personeel (verambtelijking) middels vaste of tijdelijke contracten.

Echter, het blijkt niet altijd mogelijk om externe inhuur te vervangen door vaste dan wel tijdelijke contracten, door (wisselende) specifieke kennis en schaarste op de arbeidsmarkt voor o.a. ICT-professionals.

In de agentschapsparagraaf worden de uitgaven aan externe inhuur bij DICTU en RVO verder toegelicht.

Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agent-schappen, ZBO’s en RWT’s

De onderstaande tabel geeft de totale apparaatsuitgaven voor EZK weer.

Hierbij zijn de apparaatsuitgaven voor het kernministerie en de buiten­

diensten alsmede de apparaatskosten van de agentschappen en de ZBO’s en RWT’s (voor zover deze via de Rijksbegroting gefinancierd worden) weergegeven.

Tabel 47 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en ZBO's/RWT's (bedragen x € 1.000)

2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025

1. Totaal apparaatsuitgaven ministerie 298.069 306.737 286.313 286.824 285.495 283.266 276.466

Kerndepartement (beleid en staf) 192.549 201.593 186.970 188.880 188.637 189.737 182.987

Apparaatsuitgaven diensten 105.520 105.144 99.343 97.944 96.858 93.529 93.479

Centraal Planbureau (CPB) 17.271 18.305 17.416 16.911 16.525 16.396 16.396

Autoriteit Consument en Markten (ACM)1 73.092 71.723 67.659 66.851 66.187 63.687 63.687

Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) 15.157 15.116 14.268 14.182 14.146 13.446 13.396

2. Totaal apparaatskosten agentschappen 1.019.206 1.142.116 1.096.249 883.433 884.135 871.075 871.088

Agentschap Telecom (AT) 48.703 48.373 57.260 56.174 56.173 55.938 55.710

Dienst ICT Uitvoering (DICTU) 271.254 263.905 270.483 275.891 281.409 287.037 292.778

Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) 8.480 8.747 10.727 10.521 9.661 9.981 9.981

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

(RVO.nl) 690.769 821.091 757.779 540.847 536.892 518.119 512.619

3. Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's 861.037 870.469 Centraal Bureau voor de Statistiek 187.362 194.120

Stichting COVA 1.410 1.646

Raad voor Accreditatie 14.374 9.980

Bestuur Autoriteit Consument en Markt 614 761

TNO 426.367 446.662

Kamer van Koophandel 230.910 217.300

1 Om invulling te geven aan de Kaderrichtlijn, 2002/21/EG, zoals gewijzigd door 2009/140/EG, artikel 3 inclusief considerans 13, wordt opgemerkt dat van het totaalbedrag voor de apparaatsuitgaven van de ACM, een bedrag van circa € 13,9 mln in 2021 specifiek voor toezicht op de elektronische communicatiesector wordt geraamd (inclusief betreffende kosten van het bestuur van de ACM).

In de bovenstaande tabel zijn onder andere de personele en materiële apparaatskosten van de agentschappen, ZBO’s en RWT’s vermeld. Echter, deze apparaatskosten worden niet alleen door EZK gefinancierd, maar ook door andere opdrachtgevende ministeries en derden. In de betreffende agentschapsparagrafen en de bijlage ZBO’s en RWT’s wordt dit nader toegelicht.

Tabel 48 Tabel apparaatsuitgaven per dienstonderdeel van het kerndepartement en diensten (bedragen x € 1.000)

2021

Totaal apparaat 286.313

DG Klimaat en Energie 22.195

DG Bedrijfsleven en Innovatie 27.827

Diensten CPB, ACM en SodM 99.343

Stafdirecties BBR, DC, DEIZ, FEZ en WJZ (inclusief gezamenlijke onderdelen EZK/LNV) 136.948

In bovenstaande tabel worden de personeelsuitgaven van DG Klimaat en Energie en DG Bedrijfsleven en innovatie weergegeven. De onderdelen diensten en stafdirecties bevat zowel personele als materiële uitgaven.