• No results found

Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

De BMKB biedt zowel banken als niet-bancaire financiers een borgstelling voor leningen aan midden- en kleinbedrijven (≤ 250 werknemers) voor zover deze bedrijven onvoldoende zekerheden kunnen bieden aan de bank. Het knelpunt dat met de BMKB wordt bestreden is het verschijnsel dat in de kern gezond MKB – met voldoende zicht op rentabiliteit en continuïteit – niet of onvoldoende in een kredietbehoefte kan voorzien door een tekort aan zekerheden (onderpand).

De gemiddelde eenmalige premie die voor het borgstellingskrediet wordt betaald is 4,8%. De premie is afhankelijk van de looptijd van het bedrijfs­

borgstellingskrediet. Er zal gedifferentieerd worden tussen de premies voor enerzijds startende en gevestigde bedrijven (gemiddeld 4,65%) en

anderzijds voor innovatieve bedrijven (gemiddeld 6,65%). Hierbij wordt de mogelijkheid geboden de premiebetaling gedeeltelijk over de looptijd van het krediet te voldoen. De premie is niet kostendekkend. Op de begroting is structureel vanaf 2023 € 11 mln (inclusief de uitvoeringskosten) beschikbaar ter afdekking van de schades die niet door premie-ontvangsten worden gedekt. In de jaren 2019–2022 is dit gemiddeld ca. € 6 mln per jaar.

Tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2021 is de regeling met een PFAS/Stikstof-luik verruimd. Het hogere borgstellingspercentage van per saldo 67,5%

geldt ook voor bedrijven in sectoren die zijn getroffen door de PFAS- en/of stikstofproblematiek (tot het maximum borgstellingskrediet van € 1,5 mln).

Per 16 maart 2020 is de regeling tot en met 1 april 2021 verruimd met een Coronaluik. Onder het Coronaluik worden borgstellingen gebracht voor bedrijven met een rekeningcourant-krediet en overbruggingskrediet met een looptijd van maximaal vier jaar die negatieve economische gevolgen ondervinden van het coronavirus. Dit is in tegenstelling tot het PFAS/

Stikstofluik niet sectorgebonden. Het hogere borgstellingspercentage van per saldo 67,5% wordt gehanteerd. De premie voor het Coronaluik in de BMKB is 2% voor kredieten met een looptijd tot en met 2 jaar en 3% voor kredieten met een looptijd vanaf 2 jaar tot en met 4 jaar. Er is ook kasbudget gereserveerd voor de Corona maatregel, maar naar verwachting zal hier pas na 2020 aanspraak op worden gemaakt.

Er is een begrotingsreserve (risicovoorziening) voor de BMKB waardoor een verevening mogelijk is van premie-inkomsten en schade-uitgaven over een reeks van jaren. De regeling is namelijk conjunctuurgevoelig (in tijden van krimp en recessie hogere verliezen) waardoor uitgaven en inkomsten kunnen fluctueren.

De horizonbepaling voor de BMKB is 1 juli 2022. De volgende evaluatie zal in 2021 plaatsvinden.

Klein Krediet Corona (KKC)

De Klein Krediet Corona garantieregeling (KKC) is specifiek bedoeld voor kleine ondernemers met kredietaanvragen van € 10.000 tot € 50.000. Er bestaat een grote kans dat dit type bedrijven als gevolg van de coronacrisis juist extra liquiditeit nodig heeft, maar hiervoor dus niet bij een financier terecht kon. Deze kleine ondernemingen waren daarmee extra kwetsbaar.

De lening staat open voor ondernemers met een omzet vanaf € 50.000,- die voor de coronacrisis voldoende winstgevend waren en die zijn

ingeschreven in de KvK voor 1 januari 2019. Onder de regeling wordt 95%

van het kredietbedrag dat kredietinstellingen verstrekken aan mkb-onder­

nemingen gegarandeerd door de Staat. De Staat ontvangt een eenmalige premie van 2% voor deze garantie en de kosten die financiers aan de ondernemers mogen doorrekenen als zij gebruik maken van deze garantie­

regeling is gemaximeerd op 4% van het kredietbedrag. Er is ook kasbudget gereserveerd voor de Corona maatregel, maar naar verwachting zal hier pas na 2020 aanspraak op worden gemaakt.

De horizonbepaling van de KKC garantieregeling is 31 december 2020.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

De GO-regeling is bestemd voor ondernemers die financiering willen aantrekken bij banken en is gericht op (middel)grote ondernemingen met substantiële activiteiten in Nederland en met bevredigende rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven. De GO regeling biedt banken de

mogelijkheid om nieuwe bankleningen te verstrekken en/of bankgaranties af te geven van minimaal € 1,5 mln en maximaal € 50 mln met een garantie van 50% door de overheid. De overheid deelt mee in de opbrengsten uit zekerheden. De GO is door het huidige kabinet structureel gemaakt met een jaarlijks garantieplafond van € 400 mln.

Het kredietbeheer ligt primair bij de bank. De bank heeft geen ander belang bij de betaling van rente en aflossing dan de overheid. Naast de 50%

garantie van de overheid draagt de bank namelijk zelf eveneens 50% risico.

RVO.nl beoordeelt de kredietaanvragen en wijziging van kredieten.

Daarnaast is een kredietcommissie met externe deskundigen geïnstalleerd, die de kredietvoorstellen eveneens beoordeelt. De Commissie toetst – additioneel aan RVO.nl – het risico van het betreffende voorstel en bij fiattering wordt de premie bepaald op basis van het te lopen risico.

De premie bestaat in hoofdzaak uit de provisie op de rentemarge voor het debiteurenrisico van de bank onder aftrek van 0,25% die de bank voor haar beheersactiviteiten mag behouden. Andere bronnen van inkomsten zijn bijvoorbeeld afsluitprovisies en fees die ten gunste van bank en overheid komen. Uitgangspunt is dat de GO-regeling kostendekkend is. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoerings­

kosten in enig jaar worden afgestort naar dan wel onttrokken aan de begro­

tingsreserve.

De horizonbepaling voor de GO is 1 april 2021. De evaluatie wordt afgerond in 2020.

GO Corona

De GO is tijdelijk tot en met 31 december 2020 verruimd met een GO-coronamodule (GO-C). In tegenstelling tot de reguliere GO-regeling kunnen landbouwsectoren eveneens aanspraak doen op de GO-C. Met de GO-C kunnen leningen tot een maximum van € 150 mln met als doel te voorzien in de liquiditeitsbehoefte die is ontstaan als gevolg van de uitbraak van het Coronavirus, worden gegarandeerd met een staatsgarantie van 90%

voor het mkb met een omzet tot € 50 mln en 80% voor het (middel)groot­

bedrijf met een omzet vanaf € 50 mln.

De Staat ontvangt een garantieprovisie naar rato van het garantieper­

centage. Dit is dezelfde provisie als die de financier ontvangt over het niet-gegarandeerde deel van de lening, onder aftrek van 0,5% die de bank voor haar beheeractiviteiten mag behouden. De afsluitprovisie komt geheel ten

goede aan de bank. Deze zal nooit meer bedragen dan 1,0%. Er is ook kasbudget gereserveerd voor de Corona maatregel, maar naar verwachting zal hier pas na 2020 aanspraak op worden gemaakt.

De horizonbepaling van de GO-C is 31 december 2020.

Groeifaciliteit

De regeling Groeifaciliteit helpt bedrijven bij het aantrekken van risico­

dragend vermogen door garanties te geven op achtergestelde leningen verstrekt door banken en op aandelen verstrekt door participatiemaatschap­

pijen aan ondernemingen. De Groeifaciliteit kan ondernemingen in een groeifase, bij bedrijfsovernames en bij herstructureringen helpen bij het aantrekken van risicokapitaal. De regeling wordt ook opengesteld voor bedrijven uit de agrosector.

Alleen deelnemende financiers kunnen een garantieaanvraag bij de overheid indienen. De maximumgarantie van de overheid is 50%, dat bij participaties neerkomt op maximaal € 12,5 mln en bij bancaire achterge­

stelde leningen op maximaal € 2,5 mln.

Financiers betalen om de garantie te verwerven in ieder geval een eenmalige premie van 1% van het garantiebedrag vooraf en vervolgens een premie van 3% over het uitstaande garantiebedrag. Het uitgangspunt is dat de Groeifaciliteit hiermee kostendekkend is. Deze jaarlijkse premie kan gedurende de looptijd van de garantiemaatregel worden herzien en zo nodig naar boven worden bijgesteld om ervoor te zorgen dat de premies de kosten van de regeling blijven dekken. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoeringskosten in enig jaar wordt met ingang van 2014 afgestort in de begrotingsreserve.

De horizonbepaling voor de Groeifaciliteit is verlengd naar 1 juli 2021. De laatste evaluatie is in 2018 uitgevoerd. In de brief van 15 februari (Kamerstuk 28 165, nr. 281) is aangekondigd dat de Groeifaciliteit per 1 juli 2020 zou worden uitgefaseerd en afgeschaft, omdat verwacht wordt dat de doelen van deze faciliteit ook via de Investeringstak van Invest-NL bereikt kunnen worden. De uitfasering is in verband met de Coronacrisis een jaar uitgesteld (zie Kamerstuk 35 420, nr. 29).

MKB-financiering

In het kader van het aanvullend actieplan MKB-financiering van 8 juli 2014 heeft het kabinet inmiddels € 268,2 mln aan garanties verstrekt om de funding van nieuwe aanbieders van MKB-financiering mogelijk te maken.

Naast alle andere initiatieven en plannen was er behoefte aan nieuwe financiers en nieuwe financieringsmogelijkheden voor het verstrekken van vreemd vermogen aan het MKB. Het vinden van funding voor deze nieuwe mogelijkheden was echter, bij gebrek aan voldoende track-record van dergelijke financiers, lastig. Met het Aanvullend Actieplan MKB-financiering is er daarom voor goede initiatieven ruimte beschikbaar gesteld om die funding te vereenvoudigen met behulp van een overheidsgarantie. De verstrekte overheidsgaranties zijn kostendekkend en mogen geen

staatssteun inhouden. Er is een begrotingsreserve voor de verevening van premie-inkomsten en schade-uitgaven.

Qredits

Er is een eenmalige garantie verstrekt aan de Europese Investeringsbank van € 86,7 mln op de funding van Qredits met € 100 mln voor de verstrekking van micro- en MKB-krediet. Voor deze garantie is een premie van 0,4%

verschuldigd. Daarnaast is een garantie van € 13,3 mln verstrekt aan de Council of Europe Bank (CEB) voor de funding van Qredits met een bedrag van € 16,6 mln waarvoor eveneens een premie van 0,4% is verschuldigd.

Een garantie van € 25 mln is verstrekt aan het BNG voor € 50 mln funding van Qredits. Qredits is een premie van 0,4% verschuldigd op de garantie. In 2020 is een garantie van € 5 mln aan CEB verstrekt ten behoeve van de funding van € 10 mln aan Qredits. Voor de CEB garantie is Qredits een premie van 0,4% verschuldigd.

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de