• No results found

NATIONML FINANCIERINGS- OVERZICHT

In document . ALGEMENE EN JURIDSCHE ZAKEN (pagina 24-27)

Het Nationad spaartekort ad Sf 7,s miljoen dat gelijk is aan het tekort op de lopende rekening van de betalingsbdans (zie ook bijlage V. 1 ) werd, z o d s in de voorgaande paragraaf

besproken, veroorzaakt door de excessieve groei van de uitgaven van de Staat, welke in 1 986 de ontvangsten hebben overtroffen met S f 45 5,9 miljocn.

Uit tabel 11.4 blijkt verder dat de Overheid in het beschauwde jaar p e n beroep hecft gcdaan op dc binnenlandse kapitaalmarkt, integendeel heeft z i j leningen van banken en diverse onderhandse leningen afgelost voor een bedrag van Sf 1,6 miljoen. Voor wat betreft het kapitaalverkeer met het buitenland bedroegen de schenkingen Sf 4,2 miljoen en leningen sf 1,8 miljoen.

De Overheid had in 1 9 86 dus een

liquiditeitstekort van Sf 455,9 miljoen, welk tekort tnflatoir gefinanclerd werd, voornarnelijk middels voorschotten in rekeniq-courant van de Centrde Bank van Suriname.

In de partikuliere sektor daarentegen is het ftnancieringsoverschot in 1986 wederom

toegenomen en we1 met circa Sf 134 miljoen tot Sf 448,4 miljoen terwijl het saldo van het partikuliere kapitaalverkeer met het buitenland met Sf 57,4 miljoen teruggelopen is,

voornamelijk als gevolg van het teruglopen van de schuld in rekening-courant van de

bauxier maatschappijen.

Het financieringstekort van de totale ekonomie werd gereduceerd t o i ~ f 7,s miljoen, welk tekort gelijk is aan dat van de lopende tekening van de betalingsbdans.

V n o r A e totale eknnnrnie hadrmg dr?

liquiditeitskreatie Sf 456,7 miljoen, terwijl het liquiditeitstekort Sf 63,3 miljoen was. Per sddo is dus de binnenlandse liquiditeitenmassa met s f 393,4 miljoen toegenomen.

Tabel 11.4

NA'TIONAAL FLNANCIERINGSOVERZICHT (in Sf mln)

Bron: Centrale Bank van Suriname

*) Gekorrigserd.

Ornschrijving

1.

*??!h??!!!

1. Financieringsoverschot (+)

2. Saldo beroep (+) binnen- landse kapitaalmarkt 3. Saldo kapitaalverkeer met

het buitenland

W.O. schenkingen 4. Liquiditeitsoverschot

(+I

(1

+

2

+

3)

5. Liquiditeitskreatie

Liquiditeitsakkurnulatie (4

+

5)

I 1.

Pi!r?-iA!!!.ie!e.~!k?or

1. Financieringsoverschot (+I 2. Saldo beroep (+) binnen-

landse kapitaalmarkt 3. Saldo kapitaalverkeer met

het buitenland

W.O. schenkingen 4. Liquiditeitsoverschot (+)

( 1 + 2 + 3 ) 5. Liquiditeitskreatie

Liquiditeitsakkumulatie (4

+

5)

.___________________.--.---.---.---+._._..____.__..

1 I 1.

T.?lr!!~.~ko?.E!!!?-!L!.f .!!.!!

1. Financieringmverschot (+)

2. Saldo beroep (+) binnen- Ian& kapitaalmarkt 3, Saldo kapitaalverkeer met

hat buitenland W.O. schenkingen 4. Liquiditeitsoverschot (+)

(1 + 2 + 3 ) 6. Liquiditeitskreatie

Liquiditeitsakkurnulatie (4 + 5) = toename liquiditeitenmana

-a

1982 1983 1984 1985'1 1986

-271,5 -314,O -287,7 -358.9 455,9

-1,6 -7.5 +3,9 +3,4 -1.6

+173,2 +3,9 +4,1 +3.5 +1,6 (1 72,9) (4,5) (53) (4.2) (4.2)

-99.9 -311,6 -279.7 -352.0 -455,Q +99,9 +311,6 +279,7 +352,0 +455,9

- -

-

- -

.--.-.---.---.---.---.---.---.---.---..

-2.2 +22,3 +207.3 +314.3 M48.4 +1,6 +1,5 -3.9 -3.4 +1,6 +34,7 +8Q8 -m,S +24,2 -57.4

(-1 (-) (-1 (-1 (-1

+34,1 +113,7 *173,9 +335,1 +392,6

+19,7 -38,3 -60,8 -48.3 H.8 +53,8 +75,4 +113,1 +286,8 +393,4

f..~....*--.*..~"..*.*---...---.

-273.7 -291,7 -80,4 -44,s -73

- -

- - -

+207,9 +83,6 -25,4 127.6 -55.8

(-172,9) (+4,5) (+5,5) (+4,2) (+4,2) -65,s -?07,0 -106.8 -16,Q -63.3

+119,6 +273,3 +218,9 +303,7 +456,7

+53,8 +75.4 +113.1 +288.8 +393.4

6.

WERKGELEGENHEID

De werkgelegenheid heeft zich in de afgelopen periode over het aIgemeen ongunstig

ontwikkeld. In 1986 is het totaal aantal

arbeidsplaatsen ten opzichte van 1985 met ca . 4% gedaald tot 95.81 0 .

Deze teruggang in de groei is voornamelijk het pvolg van de verrninderde ekonomische bedrijvigheid in vrijwel alle sektoren van de ekonornie. De terugval in de ekonomische bedrijvigheid vloeit voort uit de omstandigheid, dat de voor het produktieproces zo

noodzakelijke gtondstoffen, hdpstoffen en

pmrluktiemiddelefi,

door de precaire deviezen- situatie niet tijdig, op kontinue basis en in voldoende mate verschaft kunnen worden.

De steeds nijpend wordende deviezen- problematiek vindt onder andere haar oorsprong in de internationale recessie welke pleid heeft tot pdaalde exportopbrengsten en vetminderde winsten dan we1 toegenomen verliezen in de deviezen-genererende sektoren.

Als [=&tie up dczc situatic wcrdcn ondernemers veeld genoodzaakt tot het nemen van arbeiders- onvtiendelijke maatregelen, die zouden moeten leiden roc verhoging v a t Jc: c f f l ~ i d n tic. In dc sektor rnij~bouw en bauxietverwerking en de agrarische sektor, de twee belangrijkste deviezen- genererende sektoren, is in her verslaaaar dan ook een duidelijke terugloop van he1 aantal arbeiders waar te nemen.

In 1986 is er een sterke daling van het aantal arbeid~~laatsen in de bauxietsektor opgetreden.

Het werknemersbestand daalde ten opzichte van 1985 in deze sektor narnelijk met 12%, terwijl in de periode 19 82

-

1984 reeds een groot aantal werknemers met de zogenaamde "golden handshake" als kompensatie werden afgevloeid.

Deze vrijwillige afvloeiingsregelingen was bedoeld om her hoofd te bieden aan de verslechterde marktsituatie, waardoor de konkurrentie-positie van de bawiet- maatschappijen in Suriname duidelijk is verzwakt. In tegenstelling tot de voorgaande jaren is in 1985 een gering aantal werhemers

(60) in deze sektor afgevloeid. Voor 1986

echter is het beeld geheel rtnders; ruim 500 werknemers van de ~ u r d c o werden ontslagen, ondanks het feit dat de Overheid zich niet kon verenigen met deze eenzijdige beslissing. Naast deze voor de Overheid toch al zo moeilijk te aanvaarden eenzijdige maatregel werden vanaf november 1986 de bestaande arbeidsplaatsen door de terroristische aktiviteiten ernstig in gevaar gebracht. De produktie in het Moengo- mijngebied kwam om veiligheids redenen namelijk volledig stil te liggen.

In de agrarische sektor is het aantal arbeiders in 1986 ten opzichte van 1985 met 446gedaald.

Ondanks deze afname is er een gestadige groei 2 van de bijdrage van deze sektor tot het BBP tegen faktorkosten van gemiddeld 9% per jaax in de periode 1983

-

1986 te bespeuren. Deze groei is voornamelijk het gevolg van areaals- uitbreiding in de padi- en de oliepalmkultuur, de Overheid~investerin~sprojekten, gronduitgifte en investeringskredieten ten behoeve van

partikulieren.

D e Besignlleerde a f n a m ~ van het

aantal arbeids-

plaatsen kan deels worden verklaard door verdergaande mechanisatie in deze sektor.

Deels heefc de oorlogssitutie in de dirtrikttn Marowijne en Brokopondo de werkgelegenheid in de palmoliekultuur (Victoria en Patamakka) ernstig verstoord. Ook bij de Stichting Machinale Landbouw, de grootste landbo~wondernernin~

in Suriname, valt een belangrijk verlies van a teidsplaatscn tc konstatercn.

Voor de periode 1982 - 1986 is het aantd werknemers afgenomen met 9%.

Naast de deviezen-genererende sektoren is er ook een duidelijke verrnindering van het aan tal arbeidsplaatsen in de per saldo deviezen-

konsumerende sektore-n. De sektor Handel en de sektor Bouw en Konstruktie vallen in dat

,

opzich t sterk op. In 1986 bedroeg

het

aantal arbeidsplaatsen in de sektor Handel bijna 10.000 (10,698 van

de

werkgelegenheid). Dit cijfer is voor de periode 1982

-

1986 gaandeweg afgenomen en is per ultimo 1986 met 1509 gedadd, oftewel cen g~oeiverminderin~ van

13%

ten opzichte van 1985. D e belangrijkste reden voor de daling van arbeidsplaatsen in deze sektor

komt eveneens door de eerder genoemde

-

deviezenschaarste. Deze schaarste heeft een

sterke vermindcring van importcn tot gcvulg gehad.

In 1985 bedroeg de invoer van konsumptie-

pedercn in geld uitgedrukt slechts 44% van de importen van 1 982, als gevolg waarvan de omzetten, en daardoor ook de winstgevendheid van de bedrijven in deze sektor, jaarlijks

terugliepen. Dit heeft met het oog op eff~i=ntie- verbetering en k~stenverhogin~en binnen het kader van het ontdagdecreet E-39 (1983) genoopt tot ontslagaanvragen. Indikatief is, dat 53 van de in totad 248 (circa 21%) verleende vergunningen afkomstig zijn van bedrijven in de Handelsse kt or. Overigens zijn vele bedrijven in deze sektor overgegaan tot afvloeiing en andere vormen van personeelsverrnindering. Een andere oorzaak voor de bovengeschetste werk-

gelegenheidsontwikkeling in deze sektor is de toenemende reglementering van de Handel door de Overheid, alsook de toegenomen handels- aktiviteit van overheidsinstanties zoals de Dienst Markt Interventie en het Centraal Import Bedrijf. Deze maatregelen zijn echter bedoeld om zoveel mogeiijk het fenomeen van de parallelmarkt tegen te gaan.

Als ondernemingen behorende tot een deviezen- konsumerende sektor-zijn bedrijven, die deel uitrnaken van de sektor Bouw en Konstruktie, bijzonder kwetsbaar voor de eerder geschetste

problematiek van schaarse vreemde vduta.

~ o e w e l de Bouw en Konstruktie sektor relatief een kIein aandeel binnen de totale

wcrkgclcgcnheid (circa 4%) uitmaakt, is er een

sterke daling van het aantal werknemers binnen deze sektor waar te nemen. In 1986 zijn er ten optichte van 1985 circa 200 arbeidsplaatsen

verloren gegaan, oftewel een daling van 6,5% ten opzichte van 1985, Als reaktie op de

devir zenschaarstt. worden irr verliloogde mate

naar nieuwe toepassingen van Iokale materialen in bouwpakketten gezocht. De gevolgen van deze situatie uiten zich veelal in het uitlopen van

de

bouwtijd en -kosten, stagnatie en stilstand, en leiden op den duur tot meer verlies van arbeidsplaatsen.

In document . ALGEMENE EN JURIDSCHE ZAKEN (pagina 24-27)