• No results found

Narratieve structuur Begin

133 Bordwell en Thompson, 75

Hoofdstuk 6: Analyse 6.1 Synopsis

6.2.1 Narratieve structuur Begin

De film opent met een zwart scherm waarop de hulpverleners van het kindertehuis in witte letters een rapport typen over Alicia. Deze rapporten vormen een terugkerend element in de film. In dit eerste rapport (afbeelding 1) krijgt de kijker inzicht in een verslag van haar intake toen zij vijf jaar oud was, maar komt ook meer te weten over haar huidige situatie. Zonder dat de kijker Alicia gezien heeft leert die meer over haar. Er wordt feitelijke achtergrondinformatie gegeven die nodig is om de rest van de film te begrijpen, zoals: “ 2005. Alicia is 1 jaar oud als Bureau Jeugdzorg van mening is dat beide ouders de veiligheid van hun dochter niet kunnen garanderen en haalt Alicia uit huis”.

Afbeelding 1: intake Alicia vijf jaar oud

De kijker wordt als het ware bijgepraat over wat zich vooraf afspeelde. De openingsscène vormt een pathetisch bewijs waarmee Ooms inspeelt op de emotie van de kijker. Uit het rapport wordt namelijk duidelijk dat Alicia, hoewel zij negen jaar oud is, al veel heeft meegemaakt. Door de ernst van haar situatie te benadrukken zou de kijker zonder een beeld van haar te hebben al medelijden met Alicia kunnen krijgen. Daarnaast vormt de

140 Plantinga, 127.

openingssequentie ook een ethisch bewijs, omdat je als kijker het idee hebt dat je over de schouders van de leidsters van het kindertehuis meekijkt terwijl zij op de computer een rapport typen. In het rapport komt de ernst van Alicia’s situatie naar voren en dit is ook wat Ooms wil overbrengen. Omdat niet de maker zelf maar de leidsters dit benoemen, het is hun beroep en daarom wordt er vanuit gegaan dat ze er verstand van hebben, neemt de geloofwaardigheid van Ooms toe. Het gebruik van het perspectief van de leidsters roept mogelijk de verwachting bij de kijker op dat in de film het perspectief van de hulpverleners het uitgangspunt vormt, maar in de rest van de film staat het perspectief van Alicia centraal.

Na ongeveer twee minuten komt Alicia voor het eerst in beeld (sequentie 6). Deze scène is niet de openingsscène, maar zet wel direct de toon voor de rest van de film. Het vormt de sleutelscène in wat er in Alicia omgaat en wat in de rest van de film terug blijft komen. Alicia ligt in bed en leidster Kelly zit naast haar. Ze vraagt aan Kelly wanneer er eindelijk een pleeggezin voor haar gevonden wordt, een ‘plekje’ noemt Alicia dit. Ze heeft het idee dat niemand aan het zoeken is en het daarom zo lang duurt. Haar voogd Machteld had beloofd dat het niet langer dan een jaar zou duren. Kelly legt Alicia uit dat ze niet kan zeggen hoe lang het nog duurt, en dat ze haar geen valse hoop wil geven. Kelly benoemt dat ze voor Alicia een ‘speciaal plekje’ moeten vinden, omdat ze een ‘speciaal meisje’ is. Alicia barst in tranen uit en blijft herhalen: “Ik ben een gewoon meisje”. In de film vormt dit een terugkerend patroon: Alicia wil een ‘gewoon’ meisje zijn en niet in een kindertehuis wonen. Of ze nu in haar eigen gezin, haar oude pleeggezin of in een ander gezin zou wonen, zolang het maar niet in een groep is. Dit sluit aan bij het argument van de maker: een kind hoort niet in een kindertehuis op te groeien, dus het is belangrijk dat er een gezin voor Alicia gevonden wordt. Haar toestand wordt ingezet als kritiek op het bureaucratische systeem rondom pleegzorg, wat vaker gebeurt in films met kinderen.141 Robin Wood noemt dit het ‘neorealistisch kind’; het kind fungeert als figuur voor de problemen in de samenleving, waardoor reflectie mogelijk is.142 Ooms laat op deze manier zien dat het lang duurt voordat er een pleeggezin gevonden is, en dat het voor Alicia niet goed is dat zij al die tijd in onzekerheid leeft. Ooms maakt dus in het begin van de film direct haar punt duidelijk, en doet dit door in te spelen op de emotie van de kijker. De scène vormt daarom een pathetisch bewijs; Ooms creëert hiermee de juiste gemoedstoestand voor het overbrengen van haar argument. In de scène komt met name Alicia’s kwetsbaarheid naar voren, door haar verdriet en het feit dat ze een kind is en dus beschermd moet worden. Het wordt duidelijk dat Alicia niet gelukkig is in de omgeving waarin ze opgroeit. Door dit gesprek al in het begin naar voren te laten komen, waarbij de nadruk op de emotie ligt, zal de kijker het verloop van de film steeds vanuit Alicia’s verdriet

interpreteren. Volgens Nichols is dit een sterke aanpak, omdat een goed gestructureerde documentaire bewijs levert op een manier die inspeelt op het gevoel van de kijker. De kracht van documentaire ligt volgens hem namelijk in het koppelen van bewijs aan emotie.143

141 Hanson, 146.

142 Idem, 153.

Karaktergedreven

Het narratief in ALICIA is karaktergedreven; het verhaal draait niet om het plot, maar om de personages en hun interacties. Dit sluit aan bij wat John Dovey zegt, hij stelt dat programmamakers individuele privékwesties vaker voorop stellen, in plaats van dat zij het volledige debat over het onderwerp uiteenzetten. Hij voegt hieraan toe dat makers hun verhaal ook steeds vaker vanuit een ik-perspectief vertellen, waarbij ze de kijker bijvoorbeeld meenemen in de genomen stappen.144 Dat is inALICIA niet het geval; als maker is Ooms voor het grootste gedeelte afwezig. De nadruk ligt op de ontwikkeling van Alicia, je leeft met haar mee. En de kijker groeit ook als het ware met Alicia mee. In drie jaar tijd heeft ze verschillende kapsels, komt ze wat kilo’s aan (waarschijnlijk door medicatie) en krijgt ze borsten. We zien haar verjaardag, Sinterklaas en Oud & Nieuw. Alicia groeit van een kind naar een puber. Wanneer er meerdere (hoofd)personages zouden zijn was er minder ruimte geweest om de diepte in te gaan, maar nu is het verhaal gericht op inzicht in wat er in Alicia omgaat. Ondanks dit streven om Alicia’s perspectief te kopiëren moet de kijker zich volgens Jay Ruby wel beseffen dat het pas mogelijk is door haar ogen te kijken wanneer zijzelf achter de camera zou staan.145 Daarnaast is het belangrijk om te beseffen dat Ooms Alicia een stem geeft, ze schreeuwt letterlijk en figuurlijk om hulp, maar de maker zichzelf hiermee ook een stem geeft, omdat zij met deze film aandacht vraagt voor dit

(maatschappelijke) probleem.

Het narratief is opgebouwd uit het (chronologisch) volgen van de handelingen die Alicia doet en de communicatie die zij met anderen heeft. In de film komen daarom veel gesprekken voor: tussen Alicia en de leidsters, Alicia en de andere kinderen, Alicia en haar moeder en tussen Alicia en de maker. Het is geen journalistieke film waarmee een genuanceerd beeld van de situatie omtrent kinderhuizen in Nederland wordt geschetst.Volgens Bruzzi kiezen filmmakers minder vaak voor een dergelijke journalistieke aanpak, door de toenemende bewustwording over documentaire als representatie van de werkelijkheid.146 De maker had er ook voor kunnen kiezen de leidsters van het kindertehuis te interviewen, zodat de kijker de visie van

professionals in overweging kan nemen. Ze had met pleegouders kunnen spreken hoe het is om de zorg voor een pleegkind te dragen. En de moeder van Alicia had kunnen vertellen wat er door je heengaat wanneer je kind uit huis geplaatst wordt. De kijker komt bijvoorbeeld ook niet te weten hoeveel kinderen er zoals Alicia in Nederland zijn. Enerzijds zouden feiten als dit de omvang van het probleem naar voren kunnen laten komen, maar anderzijds kan dit het probleem ook abstract maken. Door de film niet uit interviews op te bouwen, er wordt met name geobserveerd wat er voor de camera gebeurt, laat Ooms zien hoe het is om op te groeien in een kindertehuis. Dat had ook gekund door wel een film met interviews te maken, maar door het show, don’t tell principe kan de kijker het beter ervaren dan wanneer erover gesproken wordt. Door het perspectief van Alicia in de film centraal te stellen brengt Ooms het probleem dichterbij, en speelt ze in op de emotie van de kijker.Dit is zowel een pathetisch als logisch bewijs voor het argument van de maker. Het zo dicht mogelijk bij haar gedachten komen vormt een pathetisch bewijs voor het idee dat er een gezin voor Alicia gevonden moet worden, een gezin dat haar liefde en persoonlijke aandacht kan geven. Alicia’s perspectief vormt daarnaast ook

144 Dovey, 33.

145 Ruby, 61.

een logisch bewijs voor het argument van de maker. Ooms wil benadrukken wat het beste voor Alicia is, namelijk opgroeien in een (pleeg)gezin. Dat Alicia dit vanuit haar perspectief bevestigt maakt het argument van de documentairemaker krachtiger. Op deze manier zegt de maker namelijk niet iets ‘over’ iemand, maar maakt degene waar het over gaat dit zelf duidelijk aan de kijker.

Neerwaartse spiraal

Het grootste gedeelte van het verhaal speelt zich af in kindertehuis Maashorst, maar in de film is te zien dat Alicia hier op een gegeven moment niet meer kan wonen. Gedurende de film zie je hoe Alicia in een vicieuze cirkel terecht komt. Waar je in bovengenoemde scène (sequentie 6) vooral verdriet ziet, omdat ze het idee heeft dat er niks aan haar situatie gedaan wordt, wordt Alicia gedurende de film steeds bozer. Haar machteloosheid neemt toe, waardoor haar gedragsproblematiek ook erger wordt. Ze vertoont steeds vaker agressief gedrag, heeft stemmingswisselingen en is angstig. Dit maakt het ook weer lastiger om een ‘geschikt’ gezin voor haar te vinden. Op deze manier neemt haar boosheid ook niet af, maar wordt deze erger. Dit heeft tot gevolg dat ze niet op de groep kan blijven wonen en steeds weer haar spullen moet pakken om naar een ander opvanghuis te verhuizen. Omdat haar boosheid toeneemt krijgt ze steeds minder vrijheid en daarbij zorgen teleurstellingen er alleen maar voor dat haar boosheid en frustratie worden gevoed. Door deze narratieve structuur, waarin sprake is van een neerwaartse spiraal, maakt Ooms duidelijk dat het steeds slechter met Alicia gaat. Waar de film in het begin een verdrietig gevoel met zich meebrengt, ervaart de kijker steeds meer machteloosheid en frustratie. De negatieve spiraal is een bewijs waarmee Ooms inspeelt op de emotie van de kijker. De structuur dient daarom als pathetisch bewijs voor het idee dat Alicia niet langer in een kindertehuis moet wonen, maar er een gezin voor haar gevonden moet worden. Op deze manier laat de maker zien dat zonder de vicieuze cirkel te doorbreken er geen verbetering in Alicia’s situatie komt. Ook hiermee koppelt Ooms haar bewijs dus aan de emotie van de kijker, wat volgens Nichols de kracht van documentaire is.147

Niet alleen bij Alicia, maar ook bij de hulpverleners neemt de wanhoop toe. Ze zien dat het slechter met haar gaat, maar ze kunnen Alicia ook geen perspectief bieden. Wat de leidsters vervolgens doen is de verantwoordelijkheid op Alicia afschuiven, door te zeggen dat ze beter haar best moet doen. Alicia moet zich aan de regels en afspraken houden, en werken aan de door haar zelf opgestelde doelen. Het lijkt hierdoor alsof ze een ‘plekje’ zou moeten verdienen en het haar eigen schuld is dat ze in een kindertehuis woont. Doordat het verhaal vanuit Alicia’s perspectief verteld wordt ervaart de kijker haar machteloosheid. Op deze manier probeert Ooms Alicia’s wanhoop en boosheid voor de kijker begrijpelijk te maken. Er wordt haar van alles beloofd, maar steeds komt ze voor teleurstellingen te staan. Volgens Stuart Hanson wordt de kinderlijke onschuld, dat een kind niets aan de situatie kan doen, vaak als uitgangspunt genomen. Maar deze onschuld raken kinderen gedurende films ook wel eens kwijt.148 Er vindt spanning plaats tussen de onschuld en de omstandigheden waarin de kinderen zich bevinden, waardoor ze uiteindelijk op een dramatische manier

147 Nichols, 86-88

veranderen. Op deze manier wordt gesuggereerd dat kinderen het resultaat zijn van wat hen wordt aangedaan. In het geval van Alicia zie je een kwetsbaar meisje dat onacceptabel gedrag begint te vertonen, als gevolg van de uitzichtloze situatie waarin zij zich bevindt. Ooms legt hiermee de nadruk op het systeem, als oorzaak waardoor het slechter met Alicia gaat, in plaats van op Alicia’s eigen gedrag. Het is bijvoorbeeld niet zo dat de maker zegt dat Alicia oud en wijs genoeg is om te beseffen dat haar gedrag ontoelaatbaar is. Door Alicia op deze manier als ‘slachtoffer’ van het bureaucratische systeem neer te zetten wekt de maker medelijden op. Ze speelt zo in op de emotie van de kijker. Het is dan ook een pathetisch bewijs voor het idee dat Alicia niet verdient wat haar overkomt en er een gezin voor haar gevonden moet worden, zodat ze de liefde en aandacht krijgt waar ze recht op heeft.

Aandacht en agressie

Doordat de wanhoop bij Alicia toeneemt spelen het zoeken naar aandacht en het tonen van agressie een rode draad in het narratief (sequentie 9, 12, 15, 30, 33, 34, 36, 40 en 47). Ze zoekt op verschillende manieren naar aandacht, zowel positieve als negatieve aandacht. In dit laatste geval komt er vaak agressie bij kijken, omdat haar boosheid toeneemt. Alicia wil graag liefde en aandacht, maar de omstandigheden zijn hier niet naar en de mensen om haar heen kunnen dit gemis niet opvullen. De leidsters proberen haar liefde te geven, maar zij moeten de aandacht over de groep verdelen. Haar moeder probeert belangstelling te tonen door haar eens in de zes weken op te zoeken, maar komt haar afspraken niet altijd na en krijgt nog een kind dat aandacht en liefde nodig heeft. En konijn Stampertje, waar ze elk moment van de dag naartoe kon lopen en die haar geborgenheid gaf, gaat dood. Al deze omstandigheden maken dat Alicia bang is om verlaten te worden. Hierdoor gaat ze op zoek naar andere manieren om aandacht te krijgen, wat vaak resulteert in negatieve aandacht. Zo voelt ze zich buitengesloten wanneer de andere kinderen aandacht krijgen en begint hun daarom te treiteren. Het is de vraag of Alicia zich beseft dat ze hiermee alleen negatieve aandacht krijgt. Alicia’s behoefte tot aandacht wordt op deze manier niet bevredigd, dus zolang en niks aan haar situatie verandert zal zij naar (negatieve) aandacht blijven zoeken. Doordat al deze omstandigheden één voor één worden ingezet in het verhaal interpreteert de kijker Alicia’s negatieve daden vanuit haar verlatingsangst. Met deze narratieve structuur maakt Ooms Alicia’s boosheid begrijpelijk. In sequentie 15 krijgt ze een driftbui tijdens het

buitenspelen met Mees. Aan het einde van de sequentie begrijp je dat Alicia jaloers is op Mees omdat hij een weekend naar huis mag. Terwijl ze samen met leidster Linda toekijkt hoe Mees en zijn vader weglopen jammert Alicia dat haar moeder altijd maar een uur op bezoek komt. Door deze opbouw van het narratief brengt Ooms de reden van Alicia’s boosheid naar voren, wat haar agressie begrijpelijker maakt. Ooms had er ook voor kunnen kiezen Alicia’s verdriet niet te laten zien, dan zou de kijker minder medelijden met haar hebben. De keuze voor de structuur is dan ook een pathetisch bewijs dat Alicia aandacht en liefde nodig heeft en er dus een gezin voor haar gevonden moet worden. Daarnaast wordt in sequentie 37 in een rapport van de hulpverleners genoemd dat Alicia’s agressie mogelijk veroorzaakt wordt door conflicterende medicijnen. Hiermee wordt nog een verklaring voor Alicia’s gedragsprobleem gegeven en benadrukt de maker dat het niet aan Alicia zelf ligt, ook zij is slachtoffer in deze situatie.

Ooms heeft ervoor gekozen de agressie niet altijd zichtbaar te maken. Zo laat ze de agressie in sequentie 34 naar voren komen door de leidster dit in het rapport te laten benoemen: “Alicia valt steeds vaker medewerkers aan. Ze liep vanochtend dreigend rond met een mes”. Ooms kon niet ieder moment van de dag in Alicia’s buurt zijn, dus dit kan voor haar een manier zijn om een gebeurtenis aan bod te laten komen waar ze geen opnames van heeft. De eerste keer dat Alicia een driftbui krijgt is namelijk wel te zien, dit is de hierboven genoemde scène waarin ze tijdens het buitenspelen ruzie krijgt met Mees. Het kan ook zo zijn dat Ooms er bewust voor heeft gekozen het fragment met het mes niet te laten zien, omdat het Alicia schade kan opleveren. In dat geval heeft Ooms ethisch gehandeld en haar in bescherming genomen. Ze noemt het wel, omdat het de ernst van de situatie aangeeft, maar laat het beeld niet zien. Ook in sequentie 36 neemt ze Alicia in bescherming door de camera tijdens een woede-uitbarsting naar beneden te richten, zodat alleen haar voeten en die van de medewerkers in beeld zijn (afbeelding 2). Daarnaast kan het zo zijn dat Ooms er bewust voor kiest niet alle agressiviteit te tonen, omdat te veel fysiek geweld afkerend zou kunnen werken. Het geweld zou juist empathie voor de hulpverleners op kunnen roepen. Dit gaat niet per se in tegen het doel van de documentairemaker, want ook de hulpverleners hebben met Alicia te doen, maar het leidt wel af van Alicia’s perspectief en zou ervoor kunnen zorgen dat zij minder als ‘slachtoffer’ gezien wordt.

Afbeelding 2: Alicia’s agressie wordt niet getoond

Wat opvalt is dat Alicia na zo’n uitbarsting als in de bovenstaande sequenties erg aanhankelijk is. Of ze zoekt de leidsters op om getroost te worden, of ze knuffelt met haar moeder en geeft steeds kusjes (afbeelding 3 en 4). Op deze momenten wordt de kijker eraan herinnert dat Alicia nog maar een kind is, omdat het de onschuld in haar naar boven brengt. Ooms zet deze fragmenten in als logisch bewijs voor het idee dat Alicia beschermd moet worden en net als ieder ander kind aandacht en liefde nodig heeft. Dit bevestigt het perspectief dat er een (pleeg)gezin voor haar gevonden moet worden.

Contact met haar moeder

Een ander terugkerend aspect in de narratieve structuur is het contact dat Alicia heeft met haar moeder. In films met kinderen is het vaker zo dat de band tussen het kind en de volwassene een belangrijke rol speelt in het verhaal.149 In de opbouw van het narratief is te zien dat het niet goed met Alicia gaat nadat ze haar moeder gezien heeft, en dat ook telefonisch contact en het contact per email voor spanningen zorgen. Zo komt haar moeder in sequentie 31 tijdens de Sinterklaasviering langs in het kindertehuis. Haar moeder is te laat,