• No results found

Nagenoeg zonder emissies naar het milieu en nagenoeg geen residuen op producten

In document Ex Ante Analyse Waterkwaliteit (pagina 89-92)

Weerbaar systeem minder emissies

Doordat planten en teeltsystemen weerbaar zijn, wordt het principe van geïntegreerde

gewasbescherming wordt toegepast en land- en tuinbouw en natuur met elkaar zijn verbonden nemen het gebruik en de emissies van gewasbeschermingsmiddelen drastisch af.

Doelstellingen voor beperking emissies tot nagenoeg nul

De reeds bestaande doelstellingen voor beperking van de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar het milieu worden doorgetrokken tot nagenoeg nul in 2030. In de gevallen dat gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, maakt de sector gebruik van innovatieve emissiebeperkende technieken om deze toe te passen.

* een complete en nadere uitwerking en toelichting van de doelen en tussendoelen is te vinden in (LNV, 2019).

Het uitvoeringsprogramma streeft hierbij naar een beperking van de gewasbeschermingsmiddelen- emissies tot nagenoeg nul in 2030, waarvoor een aantal tussendoelen zijn geformuleerd (tabel 7.2). De maatregelen voor het terugdringen van de emissies zijn nader uitgewerkt in het “Hoofdlijnenakkoord waterzuivering glastuinbouw”6 en het “Pakket van maatregelen emissiereductie

gewasbeschermingsmiddelen open teelten”7.

6 https://edepot.wur.nl/360189

7

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/04/16/pakket-van-maatregelen-emissiereductie-gewasbescherming-open-P r o j e c t g e r e l a t e e r d

Tabel 7.2: uitvoeringsprogramma nagenoeg geen emissies in 2030 (tussen)doelen.

Jaar (tussen)doel

2023 afname van het aantal overschrijdingen van de milieukwaliteitsnormen voor gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater met 90% ten opzichte van 2013;

2023 afname van het aantal overschrijdingen van de drinkwaternorm in oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterbereiding, met 95% ten opzichte van 2013

2027 nagenoeg geen emissies van gewasbeschermingsmiddelen vanaf het erf en vanuit gebouwen, bij het vullen en uitwendig reinigen van spuitapparatuur en vanuit de glastuinbouw;

2027 Geen normoverschrijdingen van de milieukwaliteitsnormen voor gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater.

2027 Daarnaast gelden de doelen van de KRW voor 2027. Het uitgangspunt vanuit het Uitvoeringsprogramma Gewasbescherming is dat deze doelen gehaald worden.

2030 Nagenoeg geen emissies meer van gewasbeschermingsmiddelen vanuit de open teelten

In het pakket van maatregelen emissiereductie gewasbeschermingsmiddelen open teelten zijn vier verplichtingen opgenomen waar de bedrijven in de komende jaren aan moeten voldoen:

a) Het vullen van de spuitmachines met vloeibare gewasbeschermingsmiddelen mag alleen nog plaatsvinden via een uniform gesloten vulsysteem (1-1-2024);

b) De randvoorwaarden die gaan gelden voor het nagenoeg gesloten erf en gebouwen voor de emissies van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater (1-1-2027);

c) Het uitwendig reinigen van spuitmachines op het erf mag alleen nog plaatsvinden op wasplaatsen (1-1-2027);

d) De randvoorwaarden die gaan gelden voor het inwendig reinigen van spuitmachines (1-1-2027);

e) De randvoorwaarden die gaan gelden voor beste beschikbare technieken voor het verminderen van de drift met ten minste 95% (1-1-2030).

7.3 Reflectie

7.3.1 Werken aan een beter beeld van de daadwerkelijke risico’s

In de afgelopen jaren is het aantal normoverschrijdingen in het oppervlaktewater aan het afnemen en verbetert daarmee ook de waterkwaliteit (CBS et al., 2021). Deze gemeten overschrijdingen worden vooral veroorzaakt door slechts 10% van de middelen die door de land- en tuinbouw worden gebruikt (PBL, 2019). Door juist verdere maatregelen te nemen om de emissies van deze middelen naar het oppervlaktewater te beperken biedt dit mogelijkheden de KRW-normoverschrijdingen verder terug te dringen en zo bij te dragen aan een verdere verbetering van de waterkwaliteit. Echter, met de huidige toegepaste analysetechnieken kunnen niet alle bestrijdingsmiddelen worden gemeten. Dit is

problematisch omdat vanuit toxicologisch perspectief een drietal insecticiden die 90% van het berekende risico voor het waterleven veroorzaken nu in de oppervlaktewatermonitoring als “niet toetsbaar” worden aangemerkt (CBS et al., 2020a). Hieruit kan worden geconcludeerd dat de huidige gemeten

normoverschrijdingen in het oppervlaktewater geen accuraat beeld geven van de daadwerkelijke risico’s van bestrijdingsmiddelen (PBL, 2019).

Om een beter beeld te krijgen van de daadwerkelijke risico’s kan via een toxicologische analyse het risicoprofiel voor het oppervlaktewater in beeld worden gebracht. Vervolgens moet ervoor worden gezorgd dat deze stoffen ook daadwerkelijk betrouwbaar in het oppervlaktewater kunnen worden getoetst aan hun respectievelijke relevante normen.

P r o j e c t g e r e l a t e e r d

Hierbij kan worden afgevraagd of het verantwoord is om bestrijdingsmiddelen met een hoog risicoprofiel in te zetten wanneer het niet mogelijk is om deze stoffen in het milieu te volgen aan de hand van metingen.

7.3.2 Mismatch tussen toelatingscriteria en milieukwaliteitsnormen

Toelatingscriteria van gewasbeschermingsmiddelen moeten ervoor zorgen dat bestrijdingsmiddelen de normen niet overschrijden. Een belangrijke oorzaak van gemeten normoverschrijdingen is dat de huidige toelatingscriteria over het algemeen soepeler zijn dan de milieukwaliteitsnormen voor het

oppervlaktewater (PBL, 2019). Daarbij komt nog dat toelatingscriteria regelmatig overschreden worden door onjuiste toepassing van voorschriften of door verhoogde emissies door incidenten (Stokkers &

Verstand, 2019). De mismatch tussen de toelatingscriteria en milieukwaliteitsnormen maken het lastig om de waterkwaliteitsdoelen te behalen. Dit kan samenhangen met het feit dat in de toelatingsprocedure momenteel niet alle emissieroutes naar het oppervlaktewater worden betrokken (PBL, 2019). Nader onderzoek naar de emissieroutes, zoals nu wordt uitgevoerd bij de KIWK, zal meer inzicht bieden in hun relatieve bijdragen (Kruijne et al., 2020). Aan de hand van dit onderzoek kan de toelatingsprocedure mogelijk worden herzien waarbij rekening wordt gehouden met alle emissieroutes.

7.3.3 De route naar het behalen van nagenoeg geen emissies in 2030

De toekomstvisie gewasbescherming 2030 is een ambitieus plan om door robuustere teelten de noodzaak en het gebruik van bestrijdingsmiddelen drastisch te laten afnemen. Het plan laat een integrale aanpak zien waarbij zowel naar de toepassing van bestrijdingsmiddelen wordt gekeken als naar de uitdagingen die klimaatverandering zoals droogte zullen bieden voor de land- en tuinbouw. Deze link is belangrijk om te benadrukken omdat droogte van invloed zal zijn op zowel de waterbeschikbaarheid als de

waterkwaliteit. Door het beperken van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en emissies draagt de land- en tuinbouw bij aan het verbeteren van de waterkwaliteit, wat in het voordeel is van de sector wanneer deze tijdens een droge periode afhankelijk is van de beschikbaarheid van kwalitatief goed water.

Daarnaast draagt dit programma ook bij aan het behouden van voldoende kwalitatief water voor de natuur en als bron voor drinkwaterbereiding.

Hoe de doelen van dit programma, zoals het behalen van de milieukwaliteitsnormen in 2027, moeten worden behaald zijn nu gedeeltelijk geconcretiseerd in onder andere het “Pakket van maatregelen emissiereductie gewasbeschermingsmiddelen open teelten”. De hierin genoemde verplichtingen worden voor het merendeel wel pas effectief vanaf 2027 of later. Hierdoor is het onzeker of deze verplichtingen al voor 2027 effectief bijdragen aan het verbeteren van de waterkwaliteit voor het behalen van de

milieukwaliteitsnormen in 2027. In het KIWK-onderzoek naar emissieroutes van

gewasbeschermingsmiddelen is al tussentijds geconcludeerd dat emissies via spuitdrift de belangrijkste emissie route is die invloed heeft op de aquatische ecologie (Kruijne et al., 2020). De randvoorwaarden die gaan gelden voor beste beschikbare technieken voor het verminderen van bestrijdingsmiddelendrift met ten minste 95% gaan pas vanaf 2030 gelden. Voor 2030 wordt het toepassen van de maatregelen gestimuleerd via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). Om toch tot waterkwaliteitsverbeteringen te komen voor 2027 zal dit instrument in de komende jaren effectief moeten worden ingezet.

Om op kortere termijn tot concrete resultaten te komen wordt in de toekomstvisie gewasbescherming 2030 daarom gewerkt vanuit de “small wins” evaluatiemethodiek (LNV, 2019). Eén van de small wins die waarschijnlijk op korte termijn zouden kunnen worden gerealiseerd is het beter op elkaar afstemmen van de toelatingsnormen op de gehanteerde waterkwaliteitsnormen zoals gehanteerd in de KRW. Hiermee ontstaat een verbeterde synergie tussen het middelengebruik en het verbeteren van de waterkwaliteit.

Ook het verbeteren van de gewasbeschermingsmiddelenmonitoring in het oppervlaktewater zal bijdragen in een beter beeld van de risico’s die gewasbeschermingsmiddelen in ons oppervlaktewater vormen.

Met deze verbeterde afstemming en inzicht in de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen kunnen vervolgens effectievere maatregelen worden genomen om de emissies voor 2030 tot nagenoeg nul te reduceren.

P r o j e c t g e r e l a t e e r d

In document Ex Ante Analyse Waterkwaliteit (pagina 89-92)