• No results found

Nader onderscheid binnen klinische forensische zorg naar beveiligingsniveau

de gebouwen een belangrijke rol. Binnen de klinische forensische zorg zijn vier

beveiligingsniveaus te onderscheiden. Voor elk van de beveiligingsniveaus zijn eisen168 gesteld waar zorgaanbieders aan moeten voldoen, wil DJI bij deze zorgaanbieders klinische forensische zorg inkopen.

414. De hoogst beveiligde klinische forensische zorg wordt geleverd op beveiligingsniveau vier. Het gebouw is voorzien van een dubbele beveiligingsring en rondom het gebouw staat een penitentiair hekwerk van 5 meter hoog en een muur, beide voorzien van detectie- en

cameraobservatie. Ook binnen het gebouw is cameratoezicht aanwezig en worden personen en goederen die naar binnen willen en naar buiten gaan gecontroleerd. Daarnaast is het volledige aanbod van behandel-, therapie- en recreatieve faciliteiten van de instelling aanwezig binnen de dubbele beveiligingsring.

415. De beveiliging is iets lichter op beveiligingsniveau drie. Beveiligingsniveau drie verschilt van beveiligingsniveau vier in zoverre dat het volledige aanbod van behandel-, therapie- en recreatieve faciliteiten van de instelling aanwezig is maar dan binnen een enkele beveiligingsring. Daarnaast staat rondom het gebouw een hekwerk van 5,5 meter hoog.

416. Bij beveiligingsniveau twee wordt klinische forensische zorg geleverd op een gesloten afdeling. In de meeste gevallen gaat het dan om een gesloten afdeling binnen een GGZ-instelling. Het volledige aanbod van behandel-, therapie- en recreatieve faciliteiten van de instelling is niet aanwezig binnen de gesloten setting. De instelling kan er voor kiezen om een hekwerk te plaatsen van minimaal 3,5 meter hoog en/of over gaan tot het aanbrengen van

85

/118

raamstandbeperking in combinatie met doorbraakwerende beglazing. Daarnaast is cameratoezicht aanwezig.169

417. De laagst beveiligde klinische forensische zorg wordt geleverd op beveiligingsniveau één. Er is op dit niveau sprake van een besloten setting. De buitendeur is permanent gesloten. Binnen het gebouw kunnen patiënten zich vrij bewegen. In de meeste gevallen wordt klinische forensische zorg met beveiligingsniveau één geleverd op afdelingen in GGZ-instellingen. Het gebouw is voorzien van ramen met raamstandbeperking. Binnen de besloten setting is het volledige aanbod van behandel-, therapie- en recreatieve faciliteiten van de instelling niet aanwezig.

Opvatting partijen

418. Partijen achten het aannemelijk dat binnen de klinische forensische zorg nader onderscheid gemaakt moet worden op grond van beveiligingsniveau.170 Als reden geven partijen aan dat DJI forensische zorgaanbieders contracteert aan de hand van het beveiligingsniveau dat door een aanbieder kan worden geboden en dat de patiënten geplaatst worden op basis van het geïndiceerde beveiligingsniveau.

419. Als gekeken wordt naar de patiëntenpopulatie achten partijen het tevens aannemelijk dat er binnen de klinische forensische zorg aparte markten moeten worden onderscheiden. Partijen merken daarnaast op dat een zorgaanbieder met beveiligingsniveau drie relatief snel en zonder aanzienlijke kosten de betreffende locatie kan aanpassen tot een locatie met beveiligingsniveau twee. Omgekeerd kan een instelling met een locatie op beveiligingsniveau twee deze aanpassen tot beveiligingsniveau drie, maar dat brengt volgens partijen meer kosten met zich mee.

420. Daarnaast stellen partijen dat het voor zorgaanbieders die enkel actief zijn op het gebied van klinische forensische zorg met beveiligingsniveau één niet eenvoudig is om ook klinische forensische zorg met beveiligingsniveau twee aan te bieden. Partijen schatten in dat het personeel door scholing redelijk snel het juiste competentieniveau zal kunnen verkrijgen op het gebied van behandeling, begeleiding en veiligheid. De materiële eisen die aan het gebouw worden gevraagd verschillen volgens partijen sterk.171 Onder beveiligingsniveau één vallen de klinieken binnen de reguliere GGZ. Een bouwkundige aanpassing van een kliniek met

beveiligingsniveau één naar beveiligingsniveau twee zal volgens partijen aanzienlijke investeringen met zich mee brengen. Er zal een hoog hekwerk moeten worden geplaatst en gecontroleerde in- en uitgangen moeten worden gerealiseerd. Partijen schatten de kosten in tussen EUR 500.000 en EUR 1.000.000.

421. Zorgaanbieders die enkel actief zijn op klinische forensische zorg met beveiligingsniveau twee kunnen volgens partijen makkelijk klinische forensische zorg met beveiligingsniveau één aanbieden. De beveiliging kan worden afgebouwd en het personeel zal voldoende toegerust zijn

169

Binnen beveiligingsniveau twee koopt DJI twee typen van beveiligingsniveau twee in: twee laag en twee hoog. Het verschil tussen beveiligingsniveau twee hoog en twee laag is gelegen in de materiële kenmerken van het gebouw. Anders dan bij twee laag is bij twee hoog sprake van een beveiligde doorloopsluis en

gecontroleerde in- en uitgang voor personen en goederen. Uit het marktonderzoek volgt dat beveiligingsniveaus twee laag en twee hoog meestal samen worden aangeboden. Op dit onderscheid gaat de ACM dan ook niet nader in.

170

Partijen verwijzen naar de forensische zorgwijzer van het ministerie van Veiligheid en justitie. De forensische zorgwijzer biedt een overzicht van de verschillende soorten forensische zorg.

https://www.forensischezorg.nl/kennis-delen/actueel/nieuws/forensische-zorgwijzer, website bezocht op 3 januari 2017.

171

Partijen verwijzen hierbij naar bijlage 5 van de DBBC-spelregels van 2015. Hierin staan de verschillen tussen de beveiligingsniveaus beschreven.

86

/118

op de patiënten doelgroep.

Beoordeling door de ACM

422. Zoals aangegeven bij randnummer 413 tot en met randnummer 417 kan binnen de klinische forensische zorg een onderscheid worden gemaakt naar een viertal beveiligingsniveaus. Het verschil tussen de beveiligingsniveaus komt vooral tot uiting in de kenmerken van de gebouwen zoals het verschil in de hoogte van het hek en/of de mate van bewegingsvrijheid van de

patiënten binnen het gebouw.

423. Vraagsubstitutie tussen de verschillende vormen van klinische forensische GGZ is niet mogelijk, omdat een patiënt niet in een hoger of lager beveiligde instelling geplaatst mag worden dan waarvoor deze patiënt geïndiceerd is.172

424. Aanbodsubstitutie tussen beveiligingsniveaus één en twee enerzijds en beveiligingsniveaus drie en vier anderzijds is niet aannemelijk, vanwege het feit dat het bij beveiligingsniveaus één en twee onder andere gaat om een besloten setting dan wel gesloten afdelingen binnen een GGZ-instelling waarbij gebruik wordt gemaakt van de faciliteiten daarvan. Instellingen met

beveiligingsniveau drie en beveiligingsniveau vier zijn ‘stand alone’ voorzieningen, waarbij alle activiteiten die samenhangen met de forensische zorg inpandig aanwezig zijn.

425. Bovendien laten de herkomstgegevens van de patiënten van partijen ook een verschil in herkomstpatronen zien als onderscheid wordt gemaakt naar enerzijds beveiligingsniveaus één en twee en anderzijds beveiligingsniveaus drie en vier. Het merendeel van de patiënten van partijen die klinische forensische zorg ontvangen op beveiligingsniveaus één en twee komt uit de regio waar de locaties van partijen gevestigd zijn (zie randnummer 462 tot en met 466).

Patiënten die klinische forensische zorg krijgen op beveiligingsniveaus drie en vier komen vanuit heel Nederland naar de locaties van partijen.173

426. DJI geeft eveneens aan dat het gebied waaruit mensen komen steeds groter wordt naarmate het beveiligingsniveau stijgt. Hoe hoger het beveiligingsniveau hoe ruimer het gebied waaruit de patiënten vandaan komen. Volgens DJI komt dit doordat er minder vraag is naar zorg op een hoger beveiligingsniveau.174 Daarnaast is het realiseren van een gebouw met een hoog beveiligingsniveau volgens DJI kostbaar.

427. Het marktonderzoek bevestigt dit. Hieruit komt naar voren dat vanwege de eisen aan het gebouw het jaren kost om vanuit beveiligingsniveaus één en twee ook beveiligingsniveaus drie en vier aan te bieden. De bestaande panden moeten worden aangepast aan de gebouweisen van beveiligingsniveaus drie en vier (zie randnummer 414 en randnummer 415) of aanbieders moeten nieuwbouw realiseren. Marktpartijen geven aan dat dit erg kostbaar is. Uit het

marktonderzoek komt tevens naar voren dat het voor aanbieders van beveiligingsniveaus drie en vier bedrijfsmatig niet verstandig is om ook beveiligingsniveau één en twee aan te bieden in de gebouwen die conform de eisen van beveiligingsniveaus drie en vier zijn gebouwd. Voor klinische forensische zorg met beveiligingsniveaus één en twee geldt namelijk een lager NZa-tarief dan voor klinische forensische zorg beveiligingsniveaus drie en vier. De hoge kosten die aanbieders oorspronkelijk gemaakt hebben voor de gebouwen conform de eisen van

beveiligingsniveaus drie en vier kunnen niet worden terugverdiend met klinische forensische

172

Ministerie van Justitie en Veiligheid, Handboek Forensische Zorg, Editie 3, 2016, hoofdstuk 3 Indicatiestelling en hoofdstuk 4 Plaatsing.

173

Dit blijkt uit herkomstgegevens van de patiënten van partijen over de jaren 2012 en 2015.

87

/118

zorg op beveiligingsniveaus één en twee.

428. De ACM rekent op basis van de uitkomsten van het marktonderzoek klinische forensische zorg met beveiligingsniveaus één en twee enerzijds en klinische forensische zorg met