• No results found

De motie vreemd aan de agenda van de ChristenUnie luidt:

Agendapunt 23, motie vreemd aan de agenda

Onderwerp: Indienen zienswijze op plussenbeleid provincie Gelderland

De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 28 september 2016

De raad, constaterende dat:

- de provincie Gelderland in het plussenbeleid niet grondgebonden bedrijven die verder willen uitbreiden dan het bestemmingsplan mogelijk maakt een financiële verplichting oplegt als maatschappelijke tegenprestatie,

- deze tegenprestatie niet gevraagd wordt van andere bedrijven in ander bedrijfstakken,

- dit een ongelijke behandeling is in gelijke gevallen, - dit dus een oneerlijke regeling is.

Draagt het college op:

- om namens de raad een zienswijze op het plussenbeleid van de provincie Gelderland in te dienen waarin verwoord wordt dat de raad:

 het onterecht vindt dat agrarische bedrijven financieel moeten investeren in bovenwettelijke maatregelen als zij hun bedrijf willen uitbreiden, omdat deze

bovenwettelijke financiële inspanning in strijd is met de waardering die de raad heeft voor de inspanning die de agrarische sector, zonder die extra verplichting, al levert als voedselproducent en landschapsbeheerder

en gaat over tot de orde van de dag.

Toelichting:

- de agrarische sector draagt al wezenlijk bij aan de economie van Nederland met een exportwaarde van rond de 75 miljard en een arbeidsaanbod van 9%,

- de ontwikkeling van agrarische bedrijven moet mogelijk gemaakt worden door het bestemmingsplan dat om de 10 jaar wordt geactualiseerd,

- het is oneerlijk om agrarische bedrijven die willen groeien bovenwettelijke maatregelen op te leggen. In andere bedrijfstakken wordt ook zo niet gewerkt.

Indieners:

ChristenUnie J.A. van den Top H.K. Buitenhuis

De VOORZITTER geeft eerst het woord aan de indiener van de motie, de ChristenUnie-fractie.

De heer VAN DEN TOP:

‘Dank u, voorzitter,

op dit moment ligt het plussenbeleid van de provincie ter inzage en er kan tot 30 september een zienswijze worden ingediend. Het plussenbeleid, in FoodValley wordt dat de menukaart, wordt het instrument waarmee de gemeente gaat werken om het buitengebied in te richten. De ChristenUnie vindt dat wij in Barneveld het plussenbeleid niet nodig hebben, want wij hebben een goed

bestemmingsplan. Wij als raad hebben nog nooit een mening over het plussenbeleid of de menukaart hoeven te geven, terwijl in de Strategische Visie staat dat de menukaart hèt instrument wordt

waarmee de gemeente gaat werken om het buitengebied aantrekkelijk te houden. Maar dit is vóór 30 september onze laatste kans om een signaal naar de provincie te geven over hoe wij over het plussenbeleid denken. daarom vragen wij er vanavond aandacht voor.

Ons probleem met het plussenbeleid van de provincie Gelderland is dat er bovenwettelijke

maatregelen, dus maatregelen die verder gaan dan de wet ons voorschrijft, worden opgelegd en die werken kostprijsverhogend. En er staat geen opbrengst tegenover. Wij zien nu het plussenbeleid meer als een drukmiddel om de boeren te dwingen, nu en in de toekomst, een duurzaamheidsslag te maken, terwijl deze sector wat duurzaamheid betreft al ver voorop loopt. Maar toch moeten zij onder de kostprijs werken.

Ik wil nu drie bezwaren langslopen die wij tegen dit plussenbeleid hebben. Ten eerste: wij vinden het niet eerlijk, ten tweede: als maatschappelijke tegenprestatie en ten derde: de afwaardering van ons bestemmingsplan.

1. Het is niet eerlijk. Stelt u zich eens voor: de boeren worden extra regels opgelegd als zij willen uitbreiden binnen het bestemmingsplan. Worden deze regels ook opgelegd als de bakker om de hoek uit wil breiden? Of als een autogarage uitbreidingsplannen heeft? Of als er een appartementengebouw wordt gerealiseerd? Nee, dan geldt het bestemmingsplan of het wordt aangepast. Maar de boer moet betalen en dan mag hij uitbreiden. Hier is sprake van willekeur en dat vinden wij als ChristenUnie niet eerlijk.

2. De maatschappelijke tegenprestatie: het plussenbeleid vraagt aan bedrijven die willen uitbreiden boven het bestemmingsplan een maatschappelijke tegenprestatie van

bovenwettelijke maatregelen. Wij als ChristenUnie vinden dat onterecht. Omdat de agrarische sector al heel veel bijdraagt aan het maatschappelijk belang. Wij hebben vier voorbeelden:

o de agrarische sector levert een grote bijdrage aan onze economie, bijvoorbeeld 75 miljard Euro aan export, 9% arbeidsaanbod is landbouw gerelateerd,

o de sector zelf is al actief bezig om de burger te laten zien wat er op de boerderij gebeurt: open dagen, educatie aan schoolklassen, boerderijwinkels, het project Vallei Boert Bewust,

o meer dan de helft van de nieuwe stallen voldoet aan de Maatlat Duurzame Veehouderij en dat op vrijwillige basis. Er worden bovenwettelijke maatregelen gevraagd in die regeling, maar daar staan fiscale voordelen tegenover. Door de fiscale voordelen laat je als overheid zien dat je echt waarde hecht aan duurzaamheid en daar ook een positieve impuls aan wilt geven,

o de boeren onderhouden het landschap waar de burger en de toerist gratis van kan genieten.

3. De afwaardering van de bestemmingsplannen: wij in Barneveld hebben een goed

bestemmingsplan, in 2012 is het vastgesteld. Wij waren er allemaal dik tevreden over. Wij hebben het plussenbeleid helemaal niet nodig. Als het plussenbeleid gaat gelden, dan zal het bestemmingsplan worden afgewaardeerd en dat is geen goede zaak. De gemeente is

verantwoordelijk voor een goede ruimtelijke ordening en geeft in het bestemmingsplan kaders aan waaraan bedrijven zich moeten houden. Deze regels geven de boeren de mogelijkheid om hun bedrijven uit te breiden en bieden burgers bescherming tegen eventuele overlast. Het plussenbeleid wil nu extra regels opleggen qua dierenwelzijn, milieu en volksgezondheid. Wij als ChristenUnie vinden dat basiskwaliteiten, dat wil zeggen dat het een taak is van de landelijke overheid en niet van de gemeente. De gemeente moet zorgdragen voor een goede landschappelijke inpassing van de bedrijven en voor het gesprek daarover met de buurt.

Waarover gesproken wordt in het plussenbeleid is prima, maar het kan ook heel goed in een bestemmingsplanprocedure.

Het moge duidelijk zijn dat de ChristenUnie geen voorstander is van het plussenbeleid. Er zullen de komende jaren heel veel boeren stoppen. En laten wij voor degenen die door willen gaan ook de mogelijkheden bieden, op een gezonde basis. De ChristenUnie gaat voor een duurzame samenleving, maar als de boer failliet gaat, is dat niet duurzaam.

Voortbordurend op deze uitspraak wil ik reageren op de uitspraak in de zienswijze die is ingediend door FoodValley. Zij zeggen daarin dat het plussenbeleid een goed instrument is om te komen tot een duurzame veehouderij. De gemeente en het bedrijfsleven binnen FoodValley vergeten dan één ding en dat is: de consument. Zolang de consument niet bereid is om een meerprijs te betalen voor extra bovenwettelijke maatregelen, dan werken deze maatregelen kostprijsverhogend. Dat houdt geen boer vol! Binnen de keten van producent tot consument is de boer de zwakke schakel. Als die breekt, dan stopt de duurzaamheid. De ChristenUnie vindt, dat bovenwettelijke maatregelen in een keurmerk passen, zoals biologisch, scharrel, Rondeel ei, Beter leven ster. Daar passen bovenwettelijke maatregelen in. Dan vraagt de consument erom en is hij bereid er een meerprijs voor te betalen. En dat is duurzaam. Want de boer produceert wat de consument vraagt.

Ik wil afsluiten met de uitspraak van de wethouder die hij gedaan heeft in een interview over de inrichting van ons buitengebied. De uitspraak was: ‘Laten wij de boeren een sjaal omhangen en niet de das omdoen.’ Deze uitspraak past heel goed hier in de raadszaal. Want hier en ook hierbuiten heb ik u als collega’s verschillende keren waardering horen uitspreken voor de agrarische sector, maar ook horen zeggen dat er zorgen waren over de financiële situatie. En een belangrijke oorzaak van die slechte financiële positie is de regelgeving. Het plussenbeleid doet daar nog een schepje bovenop.

Beste mensen, laten wij als raad in Barneveld daar niet aan meewerken. Niet alleen mooie woorden, maar ook daden nu het op ons bordje ligt om er wat over te zeggen. Daarom doe ik ook een oproep:

steun deze motie en stuur dit signaal naar de provincie toe. Doe het voor onze boeren, want zij verdienen het.

Dank u wel.’

De fracties in de eerste termijn De heer BOUWMAN:

‘Dank u wel, voorzitter,

het CDA is het eens met de stelling zoals verwoord in de motie en dan citeer ik: ‘Het is onterecht dat agrarische bedrijven moeten investeren in bovenwettelijke maatregelen als zij hun bedrijf willen uitbreiden, omdat deze bovenwettelijke financiële inspanning in strijd is met de waardering die de raad heeft voor de inspanningen die de agrarische sector, zonder die extra verplichting, al levert als

voedselproducent en landschapsbeheerder.’ Ik had het niet beter kunnen verwoorden. Vooral dat stukje over de waardering van de raad spreekt ons aan. Wij constateren ook dat deze tegenprestatie niet gevraagd wordt van andere bedrijven in andere bedrijfstakken en wij zien ook de enorme economische bijdrage die de agrarische sector levert aan de BV Nederland en de Barneveldse economie. Heel goed dat het nog eens uitgesproken wordt in deze raadszaal.

Voor de langere termijn kunnen wij ons wel vinden in die motie, maar het gaat nu om de korte termijn.

Het plussenbeleid gaat over uitbreiding buiten het bouwblok. Zoals de regelgeving nu is, is het vrijwel onmogelijk om daarvoor een vergunning te krijgen. Het plussenbeleid biedt dan een mogelijkheid: in overleg met de omwonenden treden, afspraken maken. Bijvoorbeeld: een ondernemer wil een

kippenstal bouwen en als tegenprestatie verlaagt hij de fijnstof uitstoot tot 50% van de wettelijke norm.

Of hij stelt het dak beschikbaar voor zonnepanelen voor de buren. Zo kan men draagvlak creëren en ruimte om te ondernemen en geeft het de omwonenden inspraak in wat er in de buurt gebeurt. Het is een kans om duurzaamheid te bevorderen of landschappelijke inpassing of leefbaarheid van het buitengebied te bevorderen.

Nu een zienswijze indienen waarin wij het plussenbeleid afwijzen, is niet slim. Wij geven dan het signaal af dat wij extra beleid niet nodig vinden. Het CDA vindt dat de agrarische sector

ontwikkelingskansen moet houden en het plussenbeleid is een goede mogelijkheid hiervoor.’

De heer VAN DEN TOP:

‘De heer Bouwman begon natuurlijk heel positief en ik dacht: mooi!’

De heer BOUWMAN:

‘Dat las ik voor uit de motie.’

De heer VAN DEN TOP:

‘U zegt dat het niet slim is om het plussenbeleid niet te ondersteunen. Het gaat er mij niet om wat slim is, het gaat mij niet om een politiek spel, het gaat mij om waardering voor de boeren. En nu ligt er een zienswijze, dat is dus hoe men er tegenover staat. Wij zitten niet in onderhandelingspositie met de provincie om een zo goed mogelijk plussenbeleid te realiseren. Nee, wij hebben een mening en daar mogen wij nu, op dit moment, voor uitkomen. Of het slim is of niet. Het gaat erom of het waar is of niet.’

De heer BOUWMAN:

‘Ik geef dus mijn mening en die is dat het nu niet slim is, want nu heeft men een mogelijkheid op extra beleid, op een plus boven wat er mogelijk is. En dan zegt u tegen de provincie: nee, dat willen wij niet.

Dat is in feite wat u zegt als men een zienswijze in gaat dienen.’

De VOORZITTER laat weten dat de heer Van den Top aan het eind van de eerste termijn de gelegenheid krijgt om op alle opmerkingen in te gaan.

De heer BOUWMAN:

‘Het CDA zal dan ook tegen de motie stemmen. Wij ondersteunen overigens wel de zienswijze die Regio FoodValley heeft ingediend ten aanzien van dit dossier, het waarborgen van bestaande rechten vinden wij erg belangrijk.

Dank u wel.’

Mevrouw VAN DEN WILDENBERG:

‘Voorzitter,

het plussenbeleid heeft bij ons ook een tijdje in een kwaad daglicht gestaan. Want wij hadden begrepen dat de gemeente Barneveld, samen met Regio FoodValley, de menukaart had ontwikkeld.

En die was al ingewikkeld genoeg voor ons. Maar wat wel duidelijk was, is dat de menukaart agrariërs met uitbreidingsplannen kansen gaf als zij uitbreidingsplannen hadden die groter waren dan het huidige bouwblok.

Indertijd heeft de portefeuillehouder aangegeven niet gelukkig te zijn met het plussenbeleid van de provincie. Maar gelukkig zat hij verder niet stil en leunde hij achterover, maar is hij gaan lobbyen tot vlak voor de Statenvergadering om tot een betere regeling te komen dan het toenmalige

plussenbeleid. Dat is blijkbaar ook gelukt. Het is alleen jammer dat wij dat nog niet wisten. Het plussenbeleid dat nu voor ligt, komt grotendeels overeen met onze menukaart. Tot 2021, dat moeten wij er wel heel eerlijk bij zeggen. En dat het tot 2021 is, is omdat wij beschikken over een behoorlijk recent bestemmingsplan Buitengebied en dat is tot 2021 geldig. Tot die tijd worden in principe

gemaakte afspraken gerespecteerd. Het is natuurlijk altijd spijtig dat die gemaakte afspraken niet tot in lengte van dagen gelden, maar onze maatschappij verandert en dat gaat in snel tempo. En een voorbeeld daarvan is dat in 2019 de Omgevingswet van kracht wordt, die weer een heel eigen dynamiek met zich mee zal gaan brengen.

Nu is het zo dat de portefeuillehouder met de zienswijze van het college en van Regio FoodValley de provincie op een redelijk pad probeert te houden, namelijk dat na 2021 het plussenbeleid niet al bij 100m² uitbreiding begint, maar pas bij een substantiële uitbreiding van minstens 1.000m². Dat is binnen het bouwblok. Dat is dan wel even een punt van discussie, maar ook wij zien dat deze motie van de ChristenUnie, hoe sympathiek ook, ons terug zet in de onderhandelingspositie en juist de uitbreidingsmogelijkheden van onze agrariërs in de toekomst in gevaar kan brengen. En wij zullen de motie dan ook niet ondersteunen.’

De heer VAN DEN BRINK:

‘Dank u wel, voorzitter,

het plussenbeleid is een onderdeel van de provinciale verordening en de Omgevingsvisie van de provincie Gelderland. Hier wordt onder andere voorgesteld om agrarische bedrijven bij overschrijding van het bestemmingsplan deel te laten nemen aan een overleg met de buurt om maatregelen te nemen op het eigen erf. Maatregelen die kostenverhogend zijn en hiermee zou draagvlak in de omgeving te koop zijn. Het is natuurlijk de omgekeerde wereld als een ondernemer in de omgeving moet smeken of hij een uitbreiding op zijn bedrijf mag realiseren. De ondernemer is ondernemer en zal bij uitbreidingsplannen vergunningen bij het bevoegde gezag moeten aanvragen. Het bevoegde gezag zal dan toetsen op het beleid en de regelgeving die van toepassing zijn op de aanvraag.

Al jaren wordt er landelijk, provinciaal en ook gemeentelijk gezegd dat er minder regelgeving moet komen voor de burgers. Met dit voorstel van het plussenbeleid worden de administratieve lasten alleen maar meer. En dan gaat het nog niet zozeer over hoe of wat een ondernemer extra moet doen, maar wel op welke manier hij eventueel een vergunning kan krijgen. Om een eerlijk product te kunnen blijven leveren heeft de agrarische sector belang bij minder complexe regelgeving en heeft de

consument belang bij een eerlijke prijs voor het voedsel. Om dit te verwezenlijken is het huidige regime van bestemmingsplannen voldoende om gezinsbedrijven een eerlijke boterham te laten verdienen. De grotere bedrijven die willen uitbreiden boven de norm van het bestemmingsplan zouden dan op vrijwillige basis mogelijk wat meer kunnen en mogen doen. De gemeente stuurt nu al met de landschappelijke inpassing op kwaliteit op perceelniveau in het buitengebied. Deze bestaande werkwijze heeft geen problemen voor zover ons bekend en zal dan ook wat mij betreft zo gehandhaafd kunnen blijven.

Ik denk dus dat het belangrijk is dat de gemeente wel een signaal afgeeft, maar tevens wil ik de kanttekening maken dat de gemeente Barneveld met de menukaart en Regio FoodValley mogelijk al verdergaande regelgeving voorstelt dan de provincie nu in het plussenbeleid voorstelt. Ik hoop dan ook dat er een pas op de plaats wordt gemaakt met betrekking tot de regelgeving voor de agrarische sector.

Dank u wel.’

De heer PLOEG:

‘Voorzitter, dank u wel,

de ingediende motie van de ChristenUnie lijkt sympathiek richting de agrarische sector. Echter, zoals het college van B&W de inhoud van de motie heeft weerlegd in de memo van 26 september 2016 heeft onze voorkeur, ervan uitgaande dat de zienswijze van Regio FoodValley wordt overgenomen door de provincie Gelderland. De SGP-fractie wil daarmee aangeven dat de belangen van de

agrarische sector op de meest positieve wijze worden gewaarborgd, de afspraken worden nagekomen en er een werkbare situatie blijft.

Bij de invoering van de Omgevingswet in 2019 zal er ongetwijfeld nog veel meer op ons af komen.

De SGP vindt het dan ook niet slim om met deze motie in te stemmen.

Dank u wel.’

De heer BRUL:

‘Voorzitter,

toen ik de heer Van den Top zojuist hoorde spreken, bekroop mij toch wel het gevoel dat zijn inbreng, zijn toelichting op de motie, veel breder en veel verstrekkender was dan de inhoud van de motie zelf.

Als ik hem goed beluisterd heb, dan is zijn conclusie dat dat plussenbeleid niet nodig is en dat wij voldoende met het bestemmingsplan Buitengebied uit de voeten kunnen vooralsnog. Of dat zo is, kan ik niet overzien. Waar ik mij in ieder geval niet op voorbereid heb, is een brede discussie over het plussenbeleid. Dat is volgens mij ook niet de bedoeling voor datgene waar wij het vanavond over hebben. Het gaat om de motie die de ChristenUnie heeft ingediend en daar wil ik mij op richten.

Als het gaat om die motie, dan zegt Pro’98 dat wij als uitgangspunt hebben: voor wat, hoort wat. Dat is de simpele uitleg die wij geven aan dit onderdeel van het plussenbeleid. Als een boer verder wil uitbreiden dan het bestemmingsplan mogelijk maakt, dan moet daar volgens het plussenbeleid, als ik het goed begrepen heb, een financiële tegenprestatie tegenover staan. En dat lijkt ons terecht. Want doel is immers met die tegenprestatie duurzame ontwikkeling van de veehouderij te versterken en ook het woon- en leefklimaat in het buitengebied te verbeteren. Dat zijn zaken die geld kosten en dat lijkt ons logisch. De ChristenUnie denkt daar, gezien de motie, anders over. De argumenten die genoemd worden, doen in onze ogen eigenlijk niet zo ter zake. Dan gaat het mij met name over de zinsnede die in de motie staat over de waardering die er voor het werk van de boer is. Daarover verschillen wij in deze gemeenteraad denk ik niet zo van mening. Maar daar gaat het natuurlijk niet om. Waar het om gaat, is of een tegenprestatie redelijk en gewenst is. Dat is in onze ogen zeker het geval. Het zal duidelijk zijn dat wij de motie niet steunen.

Dank u wel.’

De reactie van het college op de eerste termijn Wethouder De KRUIJF:

‘Voorzitter,

laat ik beginnen te zeggen dat het een nogal weerbarstige discussie is die een nogal hoog detail gehalte heeft. Maar daar ontkom ik helaas niet aan.

laat ik beginnen te zeggen dat het een nogal weerbarstige discussie is die een nogal hoog detail gehalte heeft. Maar daar ontkom ik helaas niet aan.