• No results found

Monitoring van overleving en migratie Sinds de start van het ringprogramma met halsban-

9. Metapopulatiemodel en analyses

10.4. Monitoring van overleving en migratie Sinds de start van het ringprogramma met halsban-

den bij Kolganzen in 1997 zijn in de verschillende flyways meer dan 12.000 Kolganzen geringd (naast het reeds bestaande ringprogramma met metalen ringen). Dit resulteerde in meer dan 150.000 indi- viduele aflezingen, uitgevoerd door een groot aantal vrijwilligers die hun waarnemingen invoeren in het portaal www.geese.org. Deze gegevens lenen zich bij uitstek voor het uitvoeren van overlevingsanalyses en immigratie en emigratie tussen de flyways (hoofd- stuk 6). Onze resultaten laten zien dat net als bij de aantallen, ook de overleving en mate van emigratie en immigratie onderhevig is aan veranderingen in de tijd. Om de overleving en emigratie/immigratie te volgen is voortzetting van het huidige ringprogram- ma dus belangrijk, ten minste met een inspanning die de jaarlijkse sterfte van de ganzen compenseert. We bevelen aan om in de Noordzeeflyway ten minste de

ringdichtheid van 2-3 promille zoals die nu bestaat (B.S. Ebbinge) in de populatie op peil te houden. Uitbreiding van de steekproef is gewenst in de Pannonische populatie. Schattingen van immigratie en emigratie en overleving (hoofdstuk 6) werden in deze studie sterk bemoeilijkt door de zeer kleine steekproef aan geringde dieren in deze populatie. Het verdient aanbevelingen deze ringactiviteiten te organiseren in Hongarije, waar reeds enkele malen vogels zijn geringd en enige mate van infrastructuur voor het ringen bestaat. Dit is bovendien minder kostbaar dan het ringen op de ruiplaatsen op Taimyr (die bovendien niet alleen de Pannonische populatie omvat, maar ook de Noordzeeflyway (Mooij et al. 1996), die met het ringen in Nederland al goed wordt bemonsterd). Het ringonderzoek kan ook worden gecombineerd met onderzoek aan andere vragen, zo- als verspreiding van ziekten zoals vogelgriep. Bij het opvoeren van de ringinspanning in Hongarije is het tevens belangrijk om ter plaatse het aflezen van rin- gen door vrijwilligers (zowel in Hongarije als omrin- gende landen) te stimuleren, zodat ook de afleeskans omhoog gaat. Zoals in hoofdstuk 6 valt te lezen is de kans dat een Kolgans met een halsband in de winter gezien en gerapporteerd wordt in de Noordzeeflyway nu 91%, maar in de Pannonische flyway slechts 1%. Naar verwachting zal het aflezen van ringen in de Pannonische flyway ook profiteren van een hogere ringdichtheid, omdat waarnemers dan worden ge- motiveerd de groepen ganzen op ringen af te zoeken. Ebbinge (2009) bepleitte om de aflezingen van in- dividueel gemerkte vogels ook te gebruiken voor het genereren van populatieschattingen. Aan een aantal belangrijke aannames die aan zo’n analyse ten grondslag liggen, waaronder een gelijke terugmeld- kans binnen het winterareaal, of een vergelijkbare ringdichtheid, wordt nu echter niet voldaan (zie boven), zodat deze werkwijze nog de nodige onze- kerheden kent. Onzekerheden in deze methodiek lei- den bovendien snel tot grote afwijken in berekende schattingen. Alleen als in de verschillende gebieden binnen de flyway in het veld ringdichtheden worden bepaald zullen de mogelijkheden om vanuit ring- gegevens populatieschattingen te genereren verbe- teren (Ganter & Madsen 2001). Momenteel gebeurt dit in de Noordzeeflyway in slechts twee gebieden (Ooijpolder/Nederland en Niederrhein/Duitsland).

10.5. Monitoring van andere parameters

Kolganzen worden in verschillende landen binnen de flyway op verschillende momenten bejaagd. De meeste landen kennen een jachtseizoen van het najaar tot in het midden van de winter. In Rusland

wordt vooral tijdens de voorjaarstrek in april-mei gejaagd. Effecten van afschot zijn onder bepaalde aannames weliswaar indirect af te leiden uit de over- levings-analyses, maar kunnen sterk worden verbe- terd indien ook uit alle relevante landen afschotcij- fers beschikbaar zijn. Op dit moment worden goede cijfers onder meer verzameld in Nederland (zij het niet centraal, op landelijk niveau), in Denemarken en Zweden. In Duitsland worden geschoten ganzen niet op soort gebracht (alles valt onder de categorie “Wildgänse”), terwijl in Rusland geen enkele vorm van afschotregistratie bestaat.

Voor het registreren van jaarlijks afschot is in prin- cipe een belangrijke rol weggelegd bij internationale jachtorganisaties zoals FACE (European Federation

of Associations for Hunting & Conservation) en

bij de Harvest Specialist Group van Wetlands

International. Het bijhouden van een goede data-

base met afschotcijfers is voor de monitoring net zo belangrijk als de databases met telresultaten, repro- ductiecijfers en ringgegevens.

10.6. Conclusies

• Voor de monitoring van aantallen in de

Noordzeeflyway: handhaven van het netwerk van tellingen in Zweden, Denemarken, Nederland, Nordrhein-Westfalen/Duitsland, België en Groot-Brittannië, uitbreiding/versterking van tellingen in de overige delen van Duitsland (m.n. Niedersachsen) en Polen. Maandelijkse tellingen zoals die nu bestaan in de kern van het winte- rareaal (waaronder Nederland) bieden naast een bijdrage in de schattingen van de internationale populatie ook de mogelijkheid regionale vraag- stellingen te beantwoorden;

• Voor de monitoring van aantallen in de

Pannonische flyway: handhaven van het netwerk van tellingen in Hongarije en Oostenrijk, verster- king van tellingen in de overige landen, met name Slowakije, Kroatië, Servië, Slovenië en Italië. Stimuleren van tellingen in het Zwarte Zeegebied en rond de Kaspische Zee;

• Voor de monitoring van broedsucces: handha- ven van huidige coördinatie-inspanning in de Noordzee flyway, opzetten van coördinatie en ver- groting van de steekproef in de Pannonische fly- way (die qua broedsucces afwijkt van de Noordzee flyway);

• Voor de monitoring van overleving en mi- gratie: handhaven van ringinspanning in de Noordzeeflyway, uitbreiding van ringinspanning in de Pannonische flyway (specifiek Hongarije) en stimuleren van aflezen van ringen in die regio via

www.geese.org;

• Opzetten en beheren goede internationale data- base met jaarlijkse afschotcijfers.