• No results found

Monitoring en evaluatie instandhoudingsdoelen en maatregelen

In document Natura 2000 Beheerplan 8. Lauwersmeer (pagina 182-186)

Voor Natura 2000-gebieden is een landelijke monitoring voor de zesjaarlijkse rapportage aan Europa (de zogeheten ‘artikel 17 rapportage’) vereist. Het Ministerie van EZ verzorgt namens het Rijk de landelijke monitoring op basis van landelijke en regionale monitoringsnetwerken en van de monitoring van de ecologische hoofd- structuur. Daarnaast is ook een gebiedsmonitoring nodig om het beheerplan zelf te kunnen bijsturen en te evalueren.

De monitoringsparagraaf in dit beheerplan gaat uitsluitend over de gebiedsgerichte monitoring. Deze monitoring is vooral bedoeld voor de evaluatie van het beheerplan zelf, maar kan ook bijdrage leveren aan de landelijke monitoring en de rapportage aan Europa. Deze paragraaf beschrijft hoe en waarom welke monitoring in de komende beheerplanperiode in het gebied zal plaatsvinden en welke gegevens dit oplevert voor de evaluatie. Ten slotte geeft deze paragraaf aan wie verantwoordelijk is voor welk deel van de uitvoering en de kosten.

Als richtlijn voor deze monitoringsparagraaf dienden de volgende landelijke notities:  Monitoringssystematiek t.b.v. het Natura 2000 Beheerplan en de PAS-

Gebiedsanalyse (www.portaalnatuurenlandschap.nl)

 Monitoring in het Natura 2000 beheerplan. Dummy voor de monitorings- paragraaf (P. van der Molen, 2013).

7.2.2 Uitgangspunten

Uitgangspunt bij de gebiedsgerichte monitoring is dat er zoveel mogelijk van bestaande monitoringssystemen gebruik wordt gemaakt. Aanvullend gelden de volgende uitgangspunten:

 De monitoring levert de informatie die nodig is voor de evaluatie van de maatregelen en van de ontwikkelingen t.a.v. de instandhoudingsdoelen in de eerste beheerplanperiode van 6 jaar

 Het monitoringsprogramma is praktisch uitvoerbaar en sluit zoveel mogelijk aan bij lopende monitoringsactiviteiten

 Zo nodig worden lopende monitoringsprogramma’s bijgesteld om beter aan te sluiten bij de voor Natura 2000 gewenste monitoring

 Het monitoringsprogramma is financieel uitvoerbaar. Voor extra monitoring (d.w.z. extra ten opzichte van de lopende monitoringsprogramma’s) worden in het beheerplan afspraken gemaakt over uitvoering en financiering.

7.2.3 Benodigde vormen van monitoring

Aan het eind van elke beheerplanperiode dient de volgende informatie beschikbaar te zijn (zie Tabel 7.1):

1. Evaluatie van de instandhoudingsdoelen.

 Aantallen en kwaliteit van de leefgebieden van de Vogelrichtlijn: broedvogels;  Aantallen en kwaliteit van de leefgebieden van de Vogelrichtlijn: niet-

broedvogels;

 Gegevens over de kernopgaven (zie H2). 2. Evaluatie van activiteiten en de maatregelen.

 Gegevens over de uitvoering van de maatregelen, het gebruik en het beheer van het terrein.

Tabel 7.1. Overzicht uitvoering en financiering via bestaande monitoringprogramma’s. Evaluatie van de instandhoudingsdoelen

Vragen waarvan de antwoorden (informatie) tijdens de evaluatie beschikbaar moeten zijn: Thema’s Uitvoering en financie- ring via bestaande monitoring- programma’s in de 1e planperiode Opmerkingen

Nulsituatie Voldoende informatie

beschikbaar. Realisatie instandhoudingsdoelen en kernopgaven Aantallen broedvogels NEM; SNL; monitoring Gaswinning Waddenzee Aantallen niet- broedvogels

NEM Geen financiering i.h.k.v. de SNL.

Peilbeheer Peilbeheer WS

KRW

Waterkwaliteit KRW Extra informatie wordt

verzameld i.h.k.v. voorgesteld onderzoek.

Voorkomen/ verspreiding vissen

KRW Er wordt ook informatie over vismigratie verzameld. Zie voorgesteld onderzoek. Moerasvorming aan

randen

SNL; NEM Plas-dras situaties Peilbeheer WS Kwaliteit – en

omvang leefgebied broedvogels

SNL; NEM Geen financiering i.h.k.v. de SNL

Kwaliteit – en omvang leefgebied niet-broedvogels

NEM Geen financiering i.h.k.v. de SNL Uitvoering maatregelen, gebruik en beheer. Registratie welke maatregelen waarom, hoe en wanneer zijn genomen.

Registratie maatregelen zijn geen onderdeel van de SNL- normering.

Uitvoering en financiering geheel via bestaande programma’s mogelijk.

Uitvoering en financiering op dit moment deels via bestaande programma’s mogelijk. Uitvoering en financiering niet via bestaande programma’s mogelijk.

7.2.4 Koppeling met andere monitoringsprogramma’s

De invulling van de informatiebehoefte voor de evaluatie en bijstelling van het beheerplan Lauwersmeer sluit aan op de bestaande landelijke en provinciale

monitoringsprogramma’s. In Tabel 7.1 is aangegeven welke bestaande programma’s beschikbaar zijn en of deze bestaande programma’s aansluiten op de informatie- behoefte in het kader van het landelijke Natura 2000 meetprogramma.

SNL (Subsidiestelsel Natuur en landschapsbeheer)

De provinciale monitoring beslaat vooralsnog het deel van het Natuurnetwerk Nederland waarvoor een SNL-subsidie wordt afgegeven. Bij dit systeem wordt uitgegaan van de beheertypen uit de Index Natuur en Landschap.

Periodiek worden vier kwaliteitsparameters gemeten nl. de biotiek, de ruimtelijke samenhang, de abiotiek en de structuur. Bij de biotiek betreft het drie soortgroepen, namelijk vogels, planten en vlinders, libellen of sprinkhanen (afhankelijk van het beheertype). Aanvullend worden 1 x in de 12 jaar vegetatiekarteringen uitgevoerd. Aan de hand van gemeten veldwaarden wordt dan uiteindelijk een kwaliteitsoordeel in het kader van de SNL bepaald. Het gaat om het vlakdekkend monitoren van gebieden op een gestandaardiseerde wijze. Waarbij aan- of afwezigheid en de verspreiding van kenmerkende soorten in het beheertype gemeten worden. Voor de abiotiek maakt het SNL programma gebruik van abiotische meetnetten die langs een andere weg worden gefinancierd en daarnaast van indirect afgeleide informatie uit de biotische informatie, vooral de vegetatiekarteringen.

Het NEM (Netwerk Ecologische Monitoring)

Dit betreft een samenwerkingsverband van organisaties die (laten) monitoren: het Ministerie van EZ, de provincies, Rijkswaterstaat, het Planbureau voor de Leef- omgeving en de particuliere gegevensleverende organisaties (PGO’s), zoals SOVON, RAVON en de Vlinderstichting. Het gaat om het langjarig en steekproefsgewijs monitoren van een groot aantal dier- en plantensoorten. Er wordt zowel binnen als buiten het Natuurnetwerk Nederland gemonitord. De PGO’s en vrijwilligers

verzorgen vaak de feitelijke inventarisaties voor het NEM.

KRW (Kader Richtlijn Water)

Bij de waterschappen loopt er de monitoring in het kader van de KRW. Het gaat in principe om een set van (a)biotische parameters die in bepaalde gebieden (de waterlichamen) periodiek worden gemeten. Het waterschap Noorderzijlvest verzamelt in het kader van de KRW binnen de begrenzing van het Lauwersmeer informatie over de ecologische en fysisch-chemische waterkwaliteit.

Relatie met de PAS

Uit de PAS-gebiedsanalyse bleken in deze beheerperiode geen herstelmaatregelen nodig. Om die reden zijn er ook geen monitoringactiviteiten in het kader van de PAS voor de Lauwersmeer opgenomen.

7.2.5 Overzicht kosten monitoringsopgave

In Tabel 7.2 zijn de kosten begroot van de monitoringactiviteiten die financieel niet zijn geborgd. In deze begroting zijn niet meegenomen de kosten voor:

 Monitoring waarmee het effect van de in hoofdstuk 6 voorgestelde maatregelen kan worden bepaald. Er wordt vanuit gegaan dat deze activiteiten onderdeel zijn van de in uitvoering te nemen maatregelen.

 Vervolgonderzoek.

 Coördinatie, verslaglegging, archivering en rapportage door de Provincies Fryslân en Groningen.

 Eventuele prijsstijging/-daling.

Tabel 7.2. Begroting monitoringactiviteiten die financieel niet geborgd zijn door bestaande monitoringprogramma’s.

Omschrijving 1e planperiode.

Totaal bedrag (excl. btw)

2e planperiode. Totaal bedrag (excl. btw)

Informatie t.b.v. de evaluatie van de instandhoudingsdoelen en kernopgaven

Co-financiering inventarisatie broedvogels € 25.000,-

Co-financiering jaarlijkse inventarisatie niet –

broedvogels € 30.000,- € 30.000,-

Inventarisatie prooidieren € 30.000,-

Inventarisatie vossen/-burchten € 5.000,- € 5.000,-

Evaluatie van activiteiten en maatregelen. Registratie door de terreinbeheerder welke maatregelen waarom, hoe en wanneer zijn genomen.

€ 18.000,- € 18.000,-

Totaal € 53.000,- € 108.000,-

NB. Uitvoering van de monitoring is afhankelijk van de financiering van de SNL en het NEM. V.w.b. de SNL zijn er op dit moment nog geen duidelijke afspraken gemaakt. De financiering van de NEM is op dit moment toegezegd t/m 2016. Een andere onzekerheid is de structurele inzetbaarheid van voldoende vrijwil- ligers. Op dit moment zijn er voldoende (oudere) vrijwilligers die een deel van het inventarisatiewerk uitvoeren, dat kan over een aantal jaren anders zijn.

In document Natura 2000 Beheerplan 8. Lauwersmeer (pagina 182-186)