10 BODEMBEWONENDE ONGEWERVELDEN
10.3.4 Vergelijkingmetandereecoducten
10.3.5.3 Momenteelnietbedreigd
We bespreken enkele loopkeversoorten die volgens de Rode Lijst momenteel niet bedreigd zijn,
maardierelevantzijnbinnenhetkadervanecologischeontsnippering.
Abax ater, Gewone breedborst, is een eurytope bossoort, met de hoogste dichtheden in matig
vochtige bossen, minder in vochtige tot natte bossen. Daarbuiten kan men de soort in diverse
beschaduwdeterreintypeszoalsheideengraslandaantreffen,somsalszwervervanuitbossenwaar
de reproductie plaatsvindt. De soort is brachypteer, maar kan goed lopen. Ze is vermoedelijk
gevoeligvoorversnipperingvanbossen,tenzijdezedoorhagenofhoutkantenverbondenzijn(Turin,
2000).
HetiszekervermeldenswaarddatweAbaxatercentraalophetecoductGroenendaalaantroffen
(éénex.inEG8)endaarnaastookindeboomstammenwalophetoostelijktalud,opdelocatienabij
hetcentraaldeelvanhetecoduct(EG13,éénex.).
We hadden hogere aantallen op de twee referentielocaties verwacht, maar vonden enkel één
exemplaarinEG15(oostzijdeR0)engeentenwesten(EG12).
IndetunnelFlossendelletenslotteisééndiervastgesteld.
Carabusproblematicus,deGekorreldeschallebijter,iseenvrijeurytopesoortdieinNederlandin
een groot aantal bostypes voorkomt en op heide. Uit onderzoek bleek dat de ‘heidepopulaties’
‘gevoed’ zouden worden vanuit de bossen. Desalniettemin kon deze goede loper in grote
heidegebiedentotopdriekmvanboswordenaangetroffen.NaarmatemeninNWͲEuropaverder
naar het noorden gaat, komt de soort steeds meer in heiden voor en minder in bossen (open
naaldbos)(Turin,2000).
Figuur130:DeGekorreldeschallebijter(Carabusproblematicus)iseeninVlaanderenalgemene,hoofdzakelijk
bosbewonende,ongevleugeldeloopkever.DesoortlegtlopendflinkeafstandenafenpasseertdeR0zowelviaecoduct
GroenendaalalsviaecotunnelFlossendelle(foto:MaartenJacobs).
x centraalophetecoductGroenendaal(tweeex.inEG8);
x opdeaanlooptaludsaanbeidezijdenvandeR0:éénex.tenwesten(EG10)ennegenex.ten
oosten(waarvanachtindeboomstammenwal(EG14);
x inbeidereferentieplots(EG12,éénex;enEG15,vijfex.);
x indetunnelFlossendelle(TF):vierex.Hetwasdaardetalrijkstgevangenloopkeversoort.
Carabusviolaceus,dePaarseloopkever,komtinNederlandzowelinbossenalsvrijopenterreinen
voor:inZuidͲLimburgopkalkgraslandenbosrandenvanhetEikenͲHaagbeukenbos(hellingbossen)
en op de Veluwe hoofdzakelijk in lichte bostypen (Turin, 2000). In Nederland is de soort vrij
zeldzaam,maarinBelgiëkomtzenagenoegoverhethelelandvoor.Carabusviolaceusisdoorhaar
brachypterekarakterzeerwaarschijnlijkgevoeligvoorisolatieenversnipperingvanhetlandschap
(Turin,2000).
Carabusviolaceusismet71ex.devierdetalrijkstgevangensoortuitvoorliggendonderzoekende
talrijkstebrachypteresoort.
Desoortis–netalsdehierbovenbesprokenC.problematicus–indevierverschillendesituaties
aangetroffen:
ÎcentraalophetecoductGroenendaal(vijfex.,inEG7enEG8);
ÎopallezeslocatiesopdeaanlooptaludsvanecoductGroenendaal.Vermeldenswaardisdatde
aantallenvandezesoortafnemennaarmatemenhetcentraaldeelvanecoductnadert.Zowelaan
de oostzijde als de westzijde bemonsterden we nl. telkens twee locaties langs de grote
‘boomstammenril’opdeaanlooptaluds:
x deaantallenlangsdewestzijdewarenhogerinEG10(vijfex.)daninEG9(tweeex.);zezijn
overigens nog hoger in EG11 (20 ex.), een locatie aan het uiteinde van een andere
boomstammenril.
x deaantallenlangsdeoostzijdewarenhogerinEG14(14ex.)daninEG13(vijfex.);
Îinbeidereferentieplots(EG12,vierex;enEG15,achtex.),alwaardeaantallenduslagerzijndan
inbepaaldevallenophetecoductzelf.
ÎindetunnelFlossendelle(TF):éénex.
Pterostichus madidus, de Rondhalszwartschild of Rondhalsloopkever, is in Nederland een
eurytope bossoort, die vooral in warme, lichte bossen voorkomt of aan de randen van koelere
bostypes. De hoogste densiteiten vindt men er op de overgang van EikenͲHaagbeukenbos naar
kalkgrasland.DenoordgrensvanhetareaallooptdoorNederland.OpmerkelijkisdathetinGrootͲ Brittanniëdemeestwaargenomenloopkeversoortis,inzeerdiversebiotopen,maarhetmeestin
drogebossenendrogegraslanden.
Desoortisbrachypteer.Hetiseenvrijgoedeloperdieeensnelheidvannegencm/sechaalt.Water
isechtereenbelangrijkebarrière(Turin,2000).
Pterostichusmadidusiswélvooralinbeidereferentieplotsgevangen:EG12,achtex;enEG15,één
ex.OphetecoductGroenendaalzelfisenkelééndiergevangeninEG13,dusindeboomstammenwal
néttenoostenvanhetcentraaldeelvanhetecoduct.
IndetunnelFlossendelleisookéénex.Pterostichusmadidusgevangen.
Pterostichusoblongopunctatus,deBronzenboszwartschild,iseenalgemenebossoort.
Hetiseenmacropteresoort,maartochisergeensprakevaneengoededispersiecapaciteit.
Turin(2000)geeftwaarnemingendieeropwijzendatersomswordtgevlogen:
x Vondsteninraamvalleneninaanspoelselaandekust;
x DesnellekolonisatievanZuidelijkFlevolandnadedrooglegging;
x Erzoueenrelatiefgoedevliegspierontwikkelingzijnalsreactieopvoedselgebrektijdens
hetlarvalestadium.
Maarerzijnheelwatmeerindicatiesdater(vaak)beperkingenzijn:
x SteedssterkgereduceerdevleugelsbijgecontroleerdedierenuitDuitsland,Nederlanden
België(tot50Ͳ60%vanhetoptimum);
x Slechts enkele van de 500 onderzochte dieren in België bezaten vliegspieren (Desender
1989).
Wevingentijdensvoorliggendonderzoekdrieex.Pterostichusoblongopunctatus,waarvantweein
dereferentielocatieEG15enéénex.ophetoostelijkaanlooptaludEG14,ineenboomstammenwal.
10.3.6 Conclusies
Erzijninvoorliggendonderzoek1.151loopkeversgevangen metbodemvallen,verdeeldover66
soorten.DefaunistischmeestbijzonderesoortenzijndeinVlaanderen‘bedreigde’Carabusmonilis
en Tachys bisulcatus, evenals 12 ‘zeldzame soorten’ waaronder bijzondere soorten als Carabus
auronitensenHarpalusardosiacus.DemeesteRodeLijstͲsoortenzijninlageaantallengevonden,
uitgezonderdHarpaluspuncticeps.HandvangstenleverdennogvierextraRodeLijstͲsoortenuitde
categorie‘zeldzaam’op.
Op12(vande16)onderzochtelocatiesophetecoductGroenendaalvarieerthetaantalgevangen
loopkeversoortenvan10tot20soortenenoptweelocatiescentraalophetecoductzijnzelfsméér
dan20loopkeversoortengevangen.
Op12locatieszijnééntotdrieRodeLijstͲloopkeversoortengevangenenopéénlocatie,centraalop
hetecoduct,zelfszesRodeLijstͲloopkevers.
GemiddeldzijnermeerRodeLijstͲsoortengevondenopdeachtlocatiescentraalophetecoduct
Groenendaal (2,25) vergeleken met de zes locaties op de aanlooptaluds en de twee
referentielocaties(1,75).
Wekunnen dusspreken vaneensnellekolonisatievan het ecoductdoorloopkevers,ookdoor
bijzondere(RodeLijst)soorten.
Deontwikkelingvandeaanwezigeecotopeninfunctievanloopkeversbeschouwenwemomenteel
alsgunstig.BelangrijkerisechterdeevaluatievandebetekenisvandetunnelFlossendelleenhet
ecoduct Groenendaal als ecologische ontsnipperingsmaatregel. Daarvoor beschouwen we de
brachyptere(kortgevleugelde)loopkeversoorten.
Erzijn zeven brachyptereloopkeversoortenaangetroffenbijhet bodemvalonderzoek:Abaxater,
Abax ovalis, Carabus auronitens, Carabus monilis, Carabus problematicus, Carabus violaceus en
Pterostichusmadidus(enéénextrasoortmethandvangsteninhetachterland:Patrobusatrorufus).
DrievandezezevensoortenzijncentraalophetecoductGroenendaalgevonden,zesvandezeven
op de aanlooptaluds van het ecoduct en één soort, Carabus auronitens, enkel in de
referentielocaties nabij de aanlooptaluds. Deze soort blijkt het oud bos dus niet zo makkelijk te
verlaten.
HetaantreffenvanzevenbrachypteresoortentijdensdeT1vaneenecoductiszondertwijfeleen
mooiresultaat.HetecoductGroenendaalwerktvoordesoortenwaarvoorhetdienttewerken,
maarerisnogverdere‘rijping’/ontwikkelingnodig,vooralcentraalophetecoduct.Datislogisch
vermitsdevegetatieͲontwikkelingzichineenpionierstadiumbevindt.
Bepaaldekritische(bos)soortenzijnophetecoductenkel(Abaxovalis,Carabusmonilis)ofvooral
(Carabusproblematicus,C.violaceus)langsdeboomstammenwallenaangetroffen.
Ditillustreertdatdeinrichtingvanhetecoduct,meerbepaalddegeleiding,werkt.
Quainrichtingenbeheerstellenweopbasisvandebevindingenvolgendstreefbeeldvoorop:
hetecoductzoudekomendejarenbestvoorcircadehelftvandeoppervlakteevoluerennaarruigte,
struweelof(hakhout)bosinfunctievanbrachypterebosbewonendeloopkevers.Bijdeinrichtingis
hier,viadeaanlegvanboomstamwallenenaanplantvanstruweel,aldejuistebasisvoorgezet.Nu
magditverderspontaan,ofgestuurdviabeheer,evolueren.Binnenenkelejareniseenevaluatie
aangewezen,vb.eenT5.
Deanderehelftwordtidealiterbestviamaaibeheer(metafvoervanmaaisel)beheerd,zodater
matigvoedselarm,bloemrijkgraslandontstaat.Deovergangentussenopenengeslotenecotopen
zijnbestzogeleidelijkmogelijk(viaruigteofbraamstruweel).
IndetunnelFlossendellezijnviervande(slechts)zevendaarvastgesteldeloopkeversoorten(57%),
enzevenvande12exemplaren(58%),kortvleugeligen(=brachypteresoorten).Dusookdetunnel
Flossendellewerktvoorversnipperingsgevoeligeloopkevers!
Dit pleit (waar het kan) voor een aanpassing/omvorming van weinig gebruikte tunnels tot
‘ecotunnels’oftottunnelsmetgemengdgebruik,zoalsdievanFlossendelle.
Figuur131:DePaarseloopkevers(Carabusviolaceus)wasdevierdetalrijkstgevangenloopkeversoortbijvoorliggend
bodemvalonderzoekéndetalrijkstebrachyptereloopkeversoort.Wevondenhaarcentraalophetecoducténopde
aanlooptaludsvanhetecoducténindetunnelFlossendelle.(foto:BernardVanElegem).
10.4 SPINNEN
10.4.1 Algemenebevindingen
WevingenbijvoorliggendonderzoekvandeT1vanecoductGroenendaalentunnelFlossendelle,in
2019,metbodemvallen2.582spinnen,verdeeldover80soorten.
DegevangenspinnensoortenenhunaantallenperlocatiewordenweergegeveninTabel41met
vermeldingvan:
x destatusinVlaanderenvolgensdeRodeLijst(Maelfaitetal.,1998);
x habitatvoorkeur(volgensMaelfaitetal.,1998).
Erzijn17soortenopdeRodeLijstopgenomen,meerbepaaldindecategorieën:
x Metuitstervenbedreigd(MUB):éénsoort:Heidekrabspin(Xysticusacerbus);
x Bedreigd(B):viersoorten:Drassylluslutetianus,Ozyptilasanctuaria,Robertusarundinetien
Trachyzelotespedestris;
x Kwetsbaar(K):negensoorten:Arctosaleopardus,Asagenaphalerata,Coelotesterrestris,
Pardosa prativaga, Pardosa saltans, Phlegra fasciata, Tegenaria silvestris, Walckenaeria
corniculansenXerolycosanemoralis;
x Zeldzaam(Z):driesoorten:Histoponatorpida,PardosahortensisenPardosatenuipes
Soortenuitdecategorie‘Zeldzaam’zijnsensustrictogeen‘RodeLijstͲsoorten’.
Hetzijnalledriesoortendiehieraandenoordgrensvanhunareaalvoorkomen.DeVeldwolfspin
(Pardosa tenuipes) is recent zeer sterk toegenomen en hoort in de categorie ‘Momenteel niet
bedreigd’thuis.
Letop:PardosatenuipesstondtotvoorkortbekendalsPardosaproxima.
DeRodeLijstvanMaelfaitetal.(1998)isinmiddelsruim20jaaroud.Doorenerzijdsnieuweinzichten
ten gevolge van veel nieuw verspreidingsonderzoek, en anderzijds door reële veranderingen
(toename / afname) in voorkomen van soorten, is de status van heel wat soorten niet meer
adequaat, waaronder het merendeel van de i.k.v. voorliggend onderzoek gevangen Rode LijstͲ soorten.WegavenhierbovenreedseenvoorbeeldvoorPardosatenuipesenweduidendit(onder
meer)indesoortbesprekingenmeerconcreet.
DespinnenzijngedetermineerddoorJohanVanKeer.
Tabel41:Spinnengevangenin2019met16bodemvallenopecoductGroenendaal(EG1ͲEG16)enmettweebodemvallenintunnelFlossendelle(TF).
RL Hab. EG1 EG2 EG3 EG4 EG5 EG6 EG7 EG8 EG9 EG10 EG11 EG12 EG13 EG14 EG15 EG16 TF Totaal
centraalopecoduct westzijde oostzijde
Agelenalabyrinthica 2 2
Agroecabrunnea 1 1
Agynetarurestris 2 5 6 1 4 11 5 12 6 1 1 1 55
Alopecosapulverulenta 2 1 3 3 1 6 3 25 3 5 5 3 60
Amaurobiusfenestralis 6 6
Anyphaenaaccentuata 1 1
Arctosaleopardus K Gowt 1 1
Asagenaphalerata K Hd 7 1 2 10
Bathyphantesgracilis 8 3 1 3 6 14 8 2 3 2 1 1 35 87
Centromeritabicolor 9 10 6 2 10 1 2 1 41
Centromeritaconcinna 1 1 1 3
Centromerussylvaticus 1 2 1 3 7
Cicurinacicur 1 1
Clubionaterrestris 1 1
Cnephalocotesobscurus 1 1
Coelotesterrestris K Fddd 1 11 2 6 20
Collinsiainerrans 4 4 1 1 5 7 2 1 1 1 27
Diplocephaluspicinus 5 5
Diplostylaconcolor 2 1 2 1 5 5 6 1 6 29
Drassylluslutetianus B Gowt 1 1 1 2 7 1 4 2 1 1 21
Drassylluspusillus 5 6 1 4 7 2 6 4 11 11 1 2 60
Enoplognathathoracica 1 1 4 3 9
Erigoneatra 3 5 1 6 1 3 32 16 4 4 1 76
Erigonedentipalpis 7 3 8 5 7 27 43 5 1 1 1 1 109
Evarchaarcuata 2 2
Gongylidiellumvivum 18 2 5 2 12 20 1 1 3 9 1 13 1 88
EG1 EG2 EG3 EG4 EG5 EG6 EG7 EG8 EG9 EG10 EG11 EG12 EG13 EG14 EG15 EG16 TF Totaal
centraalopecoduct westzijde oostzijde
Heliophanuscupreus 1 1
Histoponatorpida Z(n) 1 1 2
Mermessusdenticulatus 1 1
Mermessustrilobatus 2 3 3 2 1 16 3 1 2 1 5 1 2 2 44
Metellinamerianae 1 1
Micariamicans 1 1 2 4
Micrargusherbigradus 1 2 1 1 1 3 9
Micrargussubaequalis 1 1 2
Microlinyphiapusilla 1 4 5
Micronetaviaria 1 1 2
Monocephalusfuscipes 1 1
Neonreticulatus 1 1
Neottiurabimaculata 1 1 1 1 1 5
Oedothoraxapicatus 8 45 36 20 27 58 86 1 9 3 1 1 12 307
Oedothoraxfuscus 1 6 6 1 2 2 15 4 1 5 43
Oedothoraxretusus 8 51 24 3 3 18 32 49 4 21 13 4 29 259
Osteariusmelanopygius 1 4 3 3 2 13
Ozyptilapraticola 1 1 2 1 8 13
Ozyptilasanctuaria B Godt 5 6 2 13
Pachygnathaclercki 1 2 4 2 4 10 3 2 1 7 36
Pachygnathadegeeri 7 2 5 4 5 1 24
Palliduphantespallidus 2 1 1 4
Pardosaamentata 2 1 1 1 3 15 27 2 2 8 1 12 3 4 82
Pardosahortensis Z(n) 1 1
Pardosanigriceps 3 1 4
Pardosapalustris 1 1 22 2 6 8 2 4 4 1 1 2 54
Pardosaprativaga K Mc 1 1 2
RL Hab. EG1 EG2 EG3 EG4 EG5 EG6 EG7 EG8 EG9 EG10 EG11 EG12 EG13 EG14 EG15 EG16 TF Totaal
centraalopecoduct westzijde oostzijde
Pardosapullata 1 4 1 3 8 5 1 4 6 26 18 4 14 95
Pardosasaltans K Fddv 1 1 3 28 1 17 2 53
Pardosatenuipes Z(n) 1 4 1 6
Pelecopsisparallela 5 3 1 3 12
Phlegrafasciata K Godb 2 1 1 4
Phrurolithusfestivus 2 2
Piratulalatitans 1 1 2
Pocadicnemisjuncea 1 1
Porrhomma
microphthalmum 1 1 2 1 1 1 7
Robertusarundineti B Gowr 1 1
Tegenariasilvestris K Fddd 1 25 26
Tenuiphantesflavipes 1 4 11 16
Tenuiphantestenuis 17 24 37 25 38 13 36 18 7 21 13 9 28 4 2 32 324
Theridionmelanurum 1 1
Tisovagans 5 2 2 1 3 4 8 1 4 1 2 33
Trachyzelotespedestris B Godt 7 2 2 4 1 6 5 3 3 4 4 24 65
Trochosaruricola 3 14 17 2 23 14 18 25 4 10 7 15 3 155
Trochosaterricola 1 1 2 1 1 2 5 1 14
Walckenaeria
acuminata 1 1
Walckenaeria
corniculans K Fdwo 2 1 3
Xerolycosanemoralis K Fddv 1 1 2 1 1 6
Xysticusacerbus MUB Hdb 1 2 3
Xysticuscristatus 2 2 2 1 1 8
Xysticuskochi 4 19 1 16 9 9 2 13 2 4 1 80
EG1 EG2 EG3 EG4 EG5 EG6 EG7 EG8 EG9 EG10 EG11 EG12 EG13 EG14 EG15 EG16 TF Totaal
centraalopecoduct westzijde oostzijde
Xysticusulmi 1 1 1 3
Zeloteslatreillei 1 1 2 4
Zelotessubterraneus 1 1
Aantalexemplaren 105 196 262 58 169 181 360 337 74 115 148 93 132 54 78 175 45 2582 Aantalsoorten 23 27 38 16 32 28 30 34 23 24 31 24 28 19 20 24 9 80
AantalRodeͲlijstsoorten 1 3 7 1 5 5 3 3 5 1 4 8 4 2 5 3 3 17
LEGENDE:
RL=RodeLijst:
x MUB:Metuitstervenbedreigd;
x B:Bedreigd;
x K:Kwetsbaar;
x Z:Zeldzaam.(waarbij(n)indiceertdatdesoortvoorkomtaandenoordrandvanhaarareaal)
Hab.=Voorkeurshabitat
x God=droge,voedselarmegraslanden;
x Gow=natte,voedselarmegraslanden;
x Mc=moerassenmetgroteͲzeggenvegetaties;
x Hd=drogeheide;
x Fdd=droogloofbos;
x Fdw=natloofbos.