• No results found

Uit eigen observaties bleek dat rms uitingen binnen de Molukse wijk aanwezig zijn, dit viel al op voordat ik gesprekken had met respondenten. Uit deze gesprekken blijkt werd het

47

“Ja met rms, dat sommige mensen echt heel erg strijden voor de RMS. Dat ze dan gewoon door de straten heen gaan lopen en door de straten mena muria en viva rms gaan roepen. Daar heb ik helemaal niets mee.” (Bianca, 19, binnen de wijk)

Het gaat echter niet op dat iedereen een pro rms houding heeft. Over de rm zijn heel veel verschillende meningen. Betekent het voor de een veel, dan betekent het voor de ander weinig. Er wordt niet veel openlijk over de rms gepraat, hier is geen reden voor gegeven waarom dit gebeurd. Er zijn zeer diverse houdingen over de rms. Een andere houding kan zijn dat de rms wèl wat betekent voor de respondent, maar dat deze het niet hoeft te uiten naar anderen toe. Daarnaast kan er ook een houding zijn waarbij de rms veel betekent en dat de respondent dit ook wilt uiten. Cas doet dit door middel van het bijwonen van de rms-dag:

“Rms brengt een gevoel mee, dat zit hier binnen. 25 April [rms-dag] dan sta ik er bij stil wat onze voorouders hebben gedaan, wat mijn opa heeft gedaan vroeger voor de Nederlandse regering. Voor mij bestaat zolang er Molukse jongeren leven de rms. En dat zal heel lang duren, heel lang.” (Cas, 21, buiten de wijk)

Jasmin heeft echter een sterk contrasterende mening over de rms:

“Ik vind het allemaal niet zo boeiend.” (Jasmin, 19, binnen de wijk)

Dat het rms gevoel buiten de wijk niet zodanig leeft, kan je zien bij een respondent die buiten de wijk is opgegroeid en nog woont:

“Euhm ja, volgens mij laatst zat ik op mijn werk met x en x, die ook half Moluks is. En volgens mij was dat op koningsdag of de dag ervoor dat ze zeiden rms rms. Ik weet niet echt wat dat inhoudt, dus ik zeg oke cool. Ja ik weet dat volgens mij als Molukker kan je daar een dag vrij voor krijgen voor werk of school, wat je maar wilt, om te vieren als feestdag ding. Het zal we iets als independenceday achtig ding voor Molukkers zijn. Zelf ben ik er niet zo in geïnvesteerd.” (Dennis, 21, buiten de wijk)

5.2.7. Verbondenheid

De respondenten die zijn opgegroeid in de Molukse wijk en naar buiten zijn getrokken hebben een sterker thuisgevoel wanneer zij nog steeds sterk gericht zijn op de gemeenschap binnen de wijk. Het is zoals een respondent al aangeeft sterk persoonsafhankelijk of jij je nog verbonden wilt voelen. Zoals uit onderstaand citaat blijkt, is alles sterk gericht op de Molukse wijk.

“Binnen de wijk is het toch al hechter. Je vergeet al snel mensen van buiten de wijk. […] Je denkt eigenlijk dat mensen van buiten de wijk zich niet meer verbonden voelen met de Molukse gemeenschap, omdat eigenlijk hier gebeurd het allemaal. Als er wat is, de

trouwerijen, de feesten, de belijdenissen enzo. Het gebeurd allemaal hier, hier is iedereen dan ook allemaal bezig met elkaar. Mensen van buiten de wijk die krijgen dan niet zoveel

mee.”(Wies, 32, buiten de wijk)

Hoewel het thuisgevoel in de andere Molukse wijken ook aanwezig is, is het anders dan het thuisgevoel in een andere Molukse wijk elders in het land. Het thuisgevoel wat Nena

hieronder beschrijft over haar eigen Molukse wijk in Assen gaat in op het thuisgevoel in eigen wijk:

“Als je echt met de mensen hier in de wijk bent dan voel je je echt een, maar als je bij

Molukkers komt in andere wijken dan is het weer heel anders. Maar in je achterhoofd weet je oja je bent wel van dezelfde cultuur.” (Nena, 19, buiten de wijk)

48

Dit argument van thuisgevoel in eigen wijk valt ook te vinden bij Cor, hij is geboren in Eerbeek en woont hedendaags in Assen:

“Ja ik voel me hier in Assen gewoon goed, maar waar ik me echt thuis voel is Eerbeek. Ook al is daar geen Molukse wijk, maar tussen de Molukkers daar voel ik me thuis. Ik voel me hier ook wel thuis, maar je eigen homebase is het belangrijkste.”(Cor, 21, buiten de wijk)

Het gevoel van homebase komt bij het volgende citaat van Cas sterk naar voren:

“Ja hier ben ik opgegroeid, hier is alles gebeurd. Mijn vrienden wonen hier allemaal een paar straten verder. De buren, alles zit hier eigenlijk. Hier wil ik ook niet weg. Daarom probeer ik ook een huisje in de wijk te krijgen.” (Cas, 21, binnen de wijk)

5.2.8. Verschil cultuur binnen/buiten wijk

Wat betreft een verschil in aanwezigheid in de Molukse wijk stemmen de meeste

Respondenten in. Nena, 19 jaar, noemt dat er een andere cultuur aanwezig is en dat je daarom sneller naar elkaar toe trekt in de wijk. Het wordt ook wel gesloten naar buiten toe genoemd door Wies. Kristiaan, 27 jaar, geeft aan dat je meer jezelf kunt zijn en je cultuur kunt uiten in de wijk:

“Als je dat [Suling] thuis in de Molukse wijk doet dan kennen ze dat, dan weten ze dat. Laatst had ik ook gerepeteerd in de tuin bij x, toen zei ik al zo van huh krijg je geen overlast. Toen zei die van ; nee al deze mensen weten het hier, we zijn toch in de wijk. Dan krijg je dat; we zijn toch in de wijk? Oja. Dat is wel jammer, want mijn talenten kan ik nu thuis niet gaan oefenen. Daarvoor moet ik naar de wijk. Ik kan daarom ook niet wachten om naar de wijk te gaan wonen, dan kan ik de muziek hard doen en mijn instrumenten bespelen. En dat is wel het fijne aan de wijk, dat je gewoon je ding kunt doen daaro.” (Kristiaan, 27,buiten de wijk )

Het is interessant om te zien dat het door respondenten met een verschillende

woongeschiedenis wordt genoemd. Zowel door iemand geboren en getogen in de Molukse wijk, dan wel opgegroeid en later buiten de Molukse wijk gaan wonen, dan wel mensen die hun hele leven woonachtig zijn buiten de Molukse wijk. Het merendeel van de respondenten ziet het verschil in deze aanwezigheid. Enkele illustrerende voorbeelden volgen nu.

Ingmar is opgegroeid in de Molukse wijk, hij vertelt het volgende:

“Ja, dat zeker. Ik ga ook met Molukkers om die nooit in de wijk hebben gewoond, ik merk toch ook wel dat die in bepaalde dingen wat nuchterder zijn. Bijvoorbeeld nuchter rondom zaken van bijvoorbeeld de rms of pelaschap of dat soort dingen.” (Ingmar, 23, buiten de wijk)

Zowel Dennis als Camiel zijn geboren en wonen nog steeds buiten de Molukse wijk, zij vertellen het volgende:

“Ja, sowieso. Als we hier kijken, het is daar meer een dorp, opzich. Dat heb je hier [in de Nederlandse wijk waar de respondent woont] niet echt. Het is hier wel echt gewoon buren waarbij je niet bijzonder vaak tegen ze praat. En ik denk dat als wij in de Molukse wijk

hadden gewoond wij meer sociale interactie hadden met de hele wijk, in plaats van alleen met je eigen huis. Sociale interactie is daarbij een van de normen en waarden daar.” (Dennis, 21, buiten de wijk)

“Ja, in de wijk, wordt alles zoveel mogelijk in stand gehouden. En daarbuiten wonen meer mensen die hun eigen keuzes maken. En die sowieso minder contact hebben met de Molukse gemeenschap.” (Camiel, 19, buiten de wijk)

49

Toen ik voor het eerst in de Molukse wijk kwam, kreeg ik het idee dat ik een bepaalde

community binnendrong. Het idee dat je een community binnenstapt werd extra versterkt

doordat de Molukse wijk zichtbaar andere huizen heeft, de huizen zijn hier roze en bestaan uit een soort gipsen muren. Deze abrupte overgang is te zien in afbeelding 12. Het voelde voor mijzelf raar om voor het eerst de Molukse wijk binnen te stappen. De eerste persoon die ik hier zag was ook een blanke Hollander (afbeelding 13), eerlijk gezegd had ik dat niet verwacht. Ik verwachtte eigenlijk alleen maar donkere mensen te zien, het klinkt eigenlijk best wel racistisch. Ik had het idee dat ik een indringer was in de

community en ook telkens als ik mijzelf voorstelde had ik wel een thuisgevoel, maar ook

juist een gevoel alsof ik anders was, alsof ik de wijkbewoners als een studieobject zag. Ik voelde mijzelf daardoor juist meer Nederlands. Vooral ook, omdat ik als onderzoeker hier te werk ging en daardoor niet echt makkelijk tijdens het gesprek mijn eigen vragen kwijt kon of mijn eigen gevoelens op tafel kon leggen. Ook, omdat ik foto’s maakte in de kerk en tijdens de sulingrepetitie voelde ik me daardoor juist een indringer. Nadat ik wat meer gewend was geraakt aan alles, voelde ik mij echt thuis. Een mooi voorbeeld: bij

respondenten pak je gewoon zelf te eten en te drinken: je gaat mee met de normen die heersen. Dit had ik nooit gedaan bij niet-Molukkers die ik net een half uur had gekend. Daarnaast moest ik iedereen tante/oom noemen en bung/usi, dit werd geadviseerd en ik moest het eigenlijk mijzelf aanleren dit te doen, omdat ik dit niet gewend ben.