• No results found

In deze scriptie is gekeken naar de volgende probleemstelling: “Hoe beleven derde generatie Molukse jongeren in Assen hun Molukse identiteit en wat is de invloed van de contextfactoren, al dan niet wonen in de Molukse wijk, discriminatie en opvoeding hierop?”

Aan de hand van 16 semi-gestructureerde interviews en observaties is getracht hierop een antwoord te geven. Allereerst zullen de bevindingen worden behandeld, daarna zal een overkoepelende conclusie worden gesteld en tot slot zal afgesloten worden met een reflectie en aanbevelingen. Het is van belang in gedachten te houden dat de respondenten divers hebben geantwoord op vragen en dat er zeer diverse meningen zijn.

De Molukse groep is een diverse groep

Hoewel de Molukse groep voor de Nederlandse autochtonen als één groep wordt gezien, maken Molukkers zelf onderscheidt binnen de groep. De echte Molukker is iemand die trots is op zijn/haar achtergrond, het geloof trouw aanhangt en de cultuur voortzet. Dit beeld wordt ook gekoppeld aan het hebben van twee Molukse ouders. Hiermee is een signaal gegeven dat het onderscheid volbloed/halfbloed er toe doet. Halfbloed wordt door sommigen als negatief ervaart.

Wat betreft de cultuurelementen is er nog niet veel verandering gaande. De identity markers zijn het verwantschapssysteem, taal, vrijheidsideaal en het geloof, opgesteld door

Rinsampessy (1992). Deze spelen hedendaags nog steeds een belangrijke rol binnen de cultuur. Kennis over symbolen is voornamelijk het meest bekend bij jongeren die twee Molukse ouders hebben. Daarnaast is de waardering voor de cultuur belangrijk, maar bij navolging van de regels van bijvoorbeeld het pelaschap ligt er net aan of jij met deze regels te maken hebt of niet, en hoe jouw persoonlijke mening hierover is gesteld.

Daarnaast is er ook een beeld wat negatief is over de Molukker. Respondenten noemen het een luie groep zonder veel discipline voor werk of opleiding. Voornamelijk respondenten die zelf een hoge(re) maatschappelijke positie hebben bereikt noemen dit op. Veenman (2001) geeft al aan dat de Molukkers wat betreft schoolpositie achterlopen op andere allochtonen, dit is dus nog steeds aan de orde van de dag.

Zelfbeleving is zeer divers

De etnische identificatie is wederom zeer divers onder de respondenten. De beleving van de identiteit kan een mismatch veroorzaken met de sociale categorisatie (Verkuyten, 1999). Dit is wel degelijk het geval geweest bij de respondenten, met name de respondenten waarvan beide ouders een Molukse achtergrond hebben, hebben dit ‘probleem’. Zij voelen zich Moluks. Andere respondenten voelen zich juist Nederlands en distantiëren zich van een Molukse definitie. Dat identiteitsbeleving per individu verschilt, zoals Verkuyten (1999) aangeeft, is dus het geval.

Het is ook op veel verschillende momenten voor diverse respondenten een andere beleving. Vrijwel iedereen geeft aan dat wanneer je onder de Molukse gemeenschap bent je je

Moluks(er) voelt. Wanneer de respondenten aan het werk zijn voelen zij zich Nederlands, omdat ze dan hun Molukse identiteit achterwege laten. Verkuyten (1999) geeft al aan dat verschillende deelidentiteiten op verschillende momenten domineren, dat is dus het geval.

51

Invloed van discriminatie

Discriminatie was niet aanwezig, omdat de respondenten Moluks zijn. Het was wél discriminatie op basis van huidskleur. In hoofdstuk 2 over de geschiedenis is al veel naar voren gekomen over de verhoudingen die Nederland heeft met de Molukken. In de jaren zeventig was radicalisering onder de tweede generatie en dit kreeg weinig begrip vanuit Nederland. Molukkers kwamen tegenover de Nederlandse samenleving te staan (Smeets en Steijlen, 2006). Deze geschiedenis is hedendaags dus niet meer sterk van invloed op

discriminatie. Mogelijk durven Nederlandse autochtonen ook niet te discrimineren naar de Molukkers toe gezien de Molukkers het imago hebben dat zij altijd in groepsverband aanwezig zijn. Dit kan echter niet geconcludeerd worden.

Invloed van opvoeding

Taal is een symbool binnen etnische identiteit (Romanucci-Ross, De Vos, 1995). Molukse jongeren voelen zich Nederlands wanneer zij de taal niet beheersen (Van Slooten, 1997), dit werd ook in mijn onderzoek ondervonden. Dit vormt een barrière voor de jongeren die de taal niet machtig zijn. Het laat tevens zie wie het Moluks wel beheersen en wie niet en maakt daarmee onderscheid binnen de Molukse groep. Bij de respondenten bleek dat invloed van opvoeding ook samengaat met het wonen in de Molukse wijk, omdat hier meer Molukkers wonen en er ook meer van je wordt verwacht je Moluks te gedragen naar de norm. Uit dit onderzoek blijkt wel dat opvoeding niet de enigste factor is die jouw identiteitsbeleving bepaald. Sommige respondenten kwamen uit hetzelfde gezin, maar hadden allen zeer andere opvattingen.

Invloed van de Molukse wijk

De Molukse wijk neemt een centrale plek in voor de gemeenschap, de kerk staat centraal in de Molukse wijk en het geloof is hier sterk aanwezig. Vrijwel elke respondent geeft aan dat de Molukse cultuur sterker vertegenwoordigd is, binnen de wijk dan hier buiten. Ook uit eigen observaties is dit gebleken. Cultureel-geografisch gezien zijn er veel verschillende

opvattingen wat betreft het behouden van de Molukse wijk.

Uit de opvattingen van de respondenten kan worden gesteld dat er overdracht is van bepaalde idealen waaronder het rms ideaal. In het theoretisch kader kwam al naar voren dat etniciteit niet los te zien van nationaliteit (Romanucci-Ross, De Vos, 1995), dit is sterk het geval bij de Molukkers. Hoewel Steijlen (1996) aangeeft dat de rms nu meer een symbool is, leeft het nog steeds voor sommige jongeren. Zij willen strijden voor een onafhankelijk land. Het rms ideaal heeft ook met opvoeding te maken, de ene familie is afkeurend tegen het pro Maluku ideaal, de andere familie juist niet.

Het is niet zo dat iedereen die binnen de Molukse wijk zich ook Moluks voelt en iedereen die zich daarbuiten Nederlands. Het is niet de wijk die het bepaald, maar jouw banden met de gemeenschap. Sommige Molukkers wonen buiten de wijk, maar zijn sterk gericht op de Molukse wijk en voelen zich daardoor ook Moluks. Anderen die binnen de wijk wonen hebben juist niets met hun Molukse achtergrond

In deze scriptie is gekeken naar identiteitsbeleving onder derde generatie Molukkers in Assen en de invloed van contextfactoren, al dan niet wonen in de Molukse wijk, discriminatie en opvoeding op deze beleving.

Uit dit onderzoek is gebleken dat de factor discriminatie hedendaags niet meer sterk aanwezig is, althans niet gericht op de Molukse achtergrond. Discriminatie heeft ook niet veel invloed volgens de respondenten. De factor opvoeding en Molukse wijk, hangen samen met elkaar voor een deel. Aangezien er meer Molukkers wonen in de Molukse wijk daar hierbuiten, is er

52

hier veel sprake van een Molukse opvoeding. Toch heeft het wonen in de wijk niet zodanig veel invloed. Uiteindelijk is identiteitsbeleving een persoonlijke keuze en verschilt het sterk per persoon. Wat wel kan worden geconcludeerd, is dat jongeren die een sterke band hebben met de Molukse gemeenschap, zich eerder Moluks voelen.

Reflectie

Wanneer ik dit onderzoek opnieuw zou uitvoeren, zou ik de volgende punten anders hebben aangepakt. Allereerst zou ik via meerdere stakeholders hebben geprobeerd om aan

respondenten te komen. Het is natuurlijk jammer dat er geen aselecte steekproef zou kunnen worden getrokken, vanwege het ontbreken van lijsten met mogelijke respondenten. Toch zou vanuit meer stakeholders met een verschillende achtergrond de steekproef diverser maken. Zo zou je bias kunnen voorkomen, bij dit onderzoek kan namelijk wel kritisch worden gekeken naar de dominante positie van het geloof.

Ten tweede zou ik bij selectie van de respondenten beter hebben gekeken naar de volgende factoren: verhuisgeschiedenis en de migratiegeschiedenis van de voorouders. De

verhuisgeschiedenis, omdat er zo kan worden getoetst of binnen en buiten de Molukse wijk geboren en getogen zijn invloed heeft op identiteitsbeleving. De migratiegeschiedenis van de voorouders zou ook invloed kunnen hebben op identiteitsbeleving, omdat Marine Molukkers vrijwillig zijn gekomen en KNIL militairen onvrijwillig naar Nederland.

Ten derde zou ik beter hebben moeten letten op mijn tijdsplanning. Soms was mijn discipline te laag. Wanneer ik op een aantal momenten effectiever had gewerkt, had dit mij veel tijd gescheeld en had ik misschien beter het overzicht kunnen houden. Dit ging samen met mijn twijfels over juiste keuzes. Het feit dat ik overal over twijfel is een slechte eigenschap wanneer je bezig bent met een lange termijn project zoals een scriptie. Dit heeft negatief uitgepakt voor een scherpe analyse van mijn resultaten, maar ook voor de interne validiteit. Tenslotte zou ik toch denk ik hebben gekozen voor een andere onderzoeksgroep. Het is moeilijk om als onderzoeker op sommige momenten objectief te blijven, dit heeft veel moeite gekost. Hoewel het voordelen heeft gehad dat ik bekend was met de cultuur en de gebruiken, heeft het dus ook nadelen gehad. Al bij al heb ik wel veel heel veel geleerd van dit onderzoek.

Aanbevelingen

Tot slot wil ik enkele aanbevelingen doen voor mogelijk vervolgonderzoek.

Ten eerste zou dit onderzoek kunnen worden uitgevoerd in andere Molukse wijken om te kijken hoe de Molukse identiteit hier wordt beleefd. Hierdoor kan generaliseerbaarheid van dit onderzoek worden gegenereerd of juist niet. Daarnaast zou ook naar de wijken in Ridderkerk en Waalwijk kunnen worden gekeken, omdat dit Molukse wijken zijn waar niet het christelijke-, maar het islamitische geloof centraal staat.

Een ander mogelijk onderzoek zou meer cultureel geografisch in kunnen gaan op het fenomeen ‘de Molukse wijk’. Hierdoor zou meer kunnen worden begrepen hoe de toekomst voor de Molukse wijk eruit moet gaan zien.

53

Literatuurlijst

Amersfoort, van, H. (2003) The waxing and waning of a diaspora:

Moluccans in the Netherlands, 1950–2002. Journal of Ethnic and Migration Studies, 30:1, 151-174

Barth, F. (1969). Ethnic groups and boundaries. The social organisation of cultural difference. Allen&Unwin: London., in: Calseijde, van, de, S. en Leur, de, W. (1997) Wij zijn de

geschiedenis van Nederland. Molukse jongeren en identiteit in de multi-etnische samenleving.

Utrecht: Forum

Beets, G. et al. (2003) Demografie van de Indische Nederlanders, 1930 – 2001.

Bevolkingstrends, 51: 1, 58-66

Bryman, A. (2008) Social Research Methods , Third edition. Oxford: University Press CBS (2005) Gemeente op maat 2005: Assen. Voorburg: Centraal Bureau van de Statistiek Calseijde, van, de, S. en Leur, de, W. (1997) Wij zijn de geschiedenis van Nederland. Molukse

jongeren en identiteit in de multi-etnische samenleving. Utrecht: Forum

Dagevos, J. en Veenman, J. (1992) Succesvolle Allochtonen. Meppel: Boom

Diener, E. en Crandall, R. (1978) Ethics in Social and Behavioral Research. Chicago:

University of Chicago Press, in: Bryman, A. (2008) Social Research Methods , Third edition. Oxford: University Press

Forum (2011) Molukkers in Nederland, Rotterdam: Forum

Gemeente Assen (2009) Wijk- en buurtindeling. Assen: Gemeente Assen

http://assen.buurtmonitor.nl/report/wijk-%20en%20buurtindeling.pdf (Geraadpleegd: 10 – 03- 2014)

Gemeente Assen (z.j.) Loop van de bevolking 1960-2013. Assen: Gemeente Assen

http://assen.buurtmonitor.nl/report/loop%20der%20bevolking.pdf (Geraadpleegd: 07 – 03- 2014)

Gras, H. et all. (2000) Geschiedenis van Assen. Assen: van Gorcum

Groot, de, K. (2011) Molukse identiteit in Nederland: Een onderzoek naar de dynamiek tussen

omgevingsfactoren en Molukse identiteitsbeleving. Utrecht: Universiteit Utrecht

Erikson, E. (1968) Identity, Youth and Crisis. New York: W.W.Norton, in: Romanucci-Ross, L. en Vos, de. G. (1995) Ethnic Identity: Creation, Conflict and Accomodation,: Walnut Creek: Altamira Press

Jenkins, R. (1996) Social Identity. London: Routledge, in: Verkuyten, M. (1999) Etnische

identiteit: theoretische en empirische benaderingen. Amsterdam: Het Spinhuis

Manuhutu, W. en Smeets, H. (1991) Tijdelijk verblijf: De opvang van Molukkers in Nederland, 1951. Amsterdam: De Bataafsche Leeuw

54

Neuteboom, J. en Straver, H. (1990) ‘Er zijn zo veel dingen gebeurd…’: Een geschiedenis van

het woonoord Schattenberg.

Post, S. (2001), Anak mas – Gouden kind: Molukkers in Nederland. Groningen: Uitgeverij Noordboek, in: Ouweneel (2011), Het belang van de Molukse wijk in Nederland. Utrecht: Universiteit Utrecht

Rikken, D. (2002) Van kruidnagel naar Elstar: vijftig jaar Molukkers in Elst. Zutphen: Walburgpers Rinsampessy, E. (1975) De Mogelijke gronden van agressie onder Molukse jongeren.Utrecht: Pattimura

Rinsampessy, E. (1992). Saudara Bersaudara: Molukse identiteit in processen van

cultuurverandering. Assen: van Gorcum

Roosens, E. (1994). The primordial nature of origins in migrant ethnicity. In: H. Vermeulen & C. Govers. The antropology of etnicity. Beyond ‘Ethnic groups and boundaries’. Het Spinhuis: Amsterdam., in: Calseijde, van, de, S. en Leur, de, W. (1997) Wij zijn de

geschiedenis van Nederland. Molukse jongeren en identiteit in de multi-etnische samenleving.

Utrecht: Forum

Romanucci-Ross, L. en Vos, de. G. (1995) Ethnic Identity: Creation, Conflict and

Accomodation,: Walnut Creek: Altamira Press

Schermerhorn, R.A., Comparative ethnic relations: a framework for theory and research. New York: Random House, in: Wijk, van, N. (1985) Ambon of belanda? Leiden:

Rijksuniversiteit

Simon, B. (1997) ‘Self and group in modern society. Ten Theses on the individual self and the

collective self’, in R. Spears, P.J. Oakes, N.Ellemers en S.A. Haslam (eds), The Social Psychology of stereotyping and group life. Oxford: Blackwell. In: Verkuyten, M. (1999) Etnische identiteit: theoretische en empirische benaderingen. Amsterdam: Het Spinhuis

Slooten, van, E. (1997) ‘Gewoon een Molukker’: Molukse jongeren in Amsterdam over

cultuur, school, werk en vrije tijd. Amsterdam: Vrije Universiteit, Centrale

Wetenschapswinkel

Smeets, H. en Steijlen, F. (2006) In Nederland gebleven: De geschiedenis van

Molukkers 1951-2006. Amsterdam: Bakker.

Steijlen, F. (1996) Rms: van ideaal tot symbool: Moluks nationalisme in Nederland 1951-

1994. Amsterdam: Bushuis bibliotheek

Tunjanan, T. (2008) Molukse jongeren en onderwijs – Quick scan. Rotterdam: Forum/Ger Guijs: in: Forum (2011) Molukkers in Nederland, Forum: Rotterdam

Veenman, J. (2001) Molukse jongeren in Nederland: Integratie met de rem erop, Assen: van Gorcum

55

Verkuyten, M. (1999) Etnische identiteit: theoretische en empirische benaderingen. Amsterdam: Het Spinhuis

Voorwinde, C. (2000) Dari mana datang nona? : waar kom je vandaan meisje? : een

onderzoek naar de etnische identiteit van de derde generatie Molukse vrouwen, Amsterdam:

Bushuis

Vos, de, G. en Romanucci-Ross, L. (1995) Ethnic identity: Creation, conflict, and

accomodation. London: Sage

Wentholt, R. (1991) Membership identity. Structure and dynamics. Rotterdam: Erasmus Universiteit (werkdocument)., in: Verkuyten, M. (1999) Etnische identiteit: theoretische en

empirische benaderingen. Amsterdam: Het Spinhuis

Wijk, van, N. (1985) Ambon of belanda? Leiden: Rijksuniversiteit

Yin, R. K.(2009) Case Study Research: Design and Methods, Fourth Edition. Los Angeles: Sage

56

Bijlagen

Bijlage 1: topiclist

Topiclist

Cluster

Over-

koepelende

vraag per

cluster

Topics

1. Persoonlijke gegevens

Kun je wat

meer over

jezelf

vertellen?

Naam

Leeftijd

Opleiding

Werk

Woonsituatie

Afkomst Grootouders &