• No results found

Mogelijke positieve invloed op de slaapgewoonten van adolescenten

In de voorgaande hoofdstukken is besproken hoe scholen bijdragen aan

slaapproblemen en de impact van slaapproblemen kunnen minimaliseren. Maar het is voor scholen natuurlijk ook mogelijk om een positieve bijdrage te leveren aan de slaapgewoonten van adolescenten. Want ook wanneer alle school

gerelateerde verklaringen zijn verholpen, zullen er door de in hoofdstuk 4 besproken redenen, leerlingen zijn met slaapproblemen. Dit hoofdstuk richt zich daarom op de vraag: Hoe kunnen scholen de slaapgewoonten van adolescenten positief beïnvloeden?. Misschien wel de meest voor de hand liggende maatregel is het organiseren van slaaponderwijs (paragraaf 7.1). Een andere maatregel waar scholen wellicht beter gebruik van zouden kunnen maken is het vak lichamelijke opvoeding (paragraaf 7.2). Mogelijk zijn er nog meer maatregelen die scholen kunnen nemen om goede slaapgewoonten verder te kunnen stimuleren, maar daar is op het moment te weinig literatuur over beschikbaar. In deze paragraaf wordt zodoende alleen slaaponderwijs en Lichamelijke Opvoeding besproken.

7.1 Slaaponderwijs

Slaaponderwijs is onderwijs aan leerlingen dat kennis overdraagt over slapen en bedoeld is om gedrag te veranderen. Slaaponderwijs wordt gezien als een haalbare en betaalbare strategie om kennis over slaap te verhogen. Er zijn positieve

Scriptie bachelor Onderwijskunde: Slaapverwekkend schoolbeleid: Over de mogelijkheden van middelbare scholen bij slaperige leerlingen in de klas.

beter humeur en meer kennis over slaap (Chung et al., 2017; Cain et al., 2011). Desondanks zijn deze verbeteringen helaas van korte duur. Het slaaponderwijs waar onderzoek naar is gedaan, bestaat voornamelijk uit vierweekse programma’s van 50 minuten per week. Voor langetermijneffecten is het volgens Chung et al. (2017) belangrijk dat slaaponderwijs doorlopend in het curriculum wordt

geïntegreerd.

Bij het ontwerpen van slaaponderwijs is de grootste uitdaging het enthousiasmeren van adolescenten om hun slaapgedrag te verbeteren en ze te overtuigen dat de geleerde strategieën effect zullen hebben (Chung et al., 2017). Het is daarom belangrijk om naast de input van docenten en slaapexperts ook die van adolescenten mee te nemen bij de vormgeving van slaaponderwijs (Blunden & Rigney 2015). Daarbij kan het voor de motivatie van adolescenten een

toegevoegde waarde hebben om slaaponderwijs door peers over te laten brengen (Prince, Schauer, LeBourgeois & Schauer, 2010).

In de literatuur worden nog drie andere elementen van interventies beschreven die gezondheidsgerelateerd gedrag bij adolescenten bevorderen. Allereerst moeten interventies zich ook richten op het overdragen van kennis over gedragsverandering en de strategieën die daarvoor nodig zijn. Daarnaast moet de behoefte om te veranderen aangesproken worden. Dit moet gericht zijn op de intentie van de adolescent in kwestie om hun gedrag te veranderen. Ten slotte is het nodig om de sociale normen en verwachtingen in de omgeving te veranderen (Blunden, Chapman & Rigney, 2012).

Scriptie bachelor Onderwijskunde: Slaapverwekkend schoolbeleid: Over de mogelijkheden van middelbare scholen bij slaperige leerlingen in de klas.

Algemene kennis over slaap

Slaaponderwijs kan grofweg twee verschillende functies hebben. Het doel kan zijn om de algemene kennis over slaap te verhogen om slaapproblemen te voorkomen of om gedrag te veranderen. Waar het doel van een preventieve interventie zich vooral richt op het bestrijden van onwetendheid waardoor slaapproblemen ontstaan, is het doel van de laatstgenoemde interventie gericht op het kunnen toepassen van de kennis. Beide vormen vragen om een andere aanpak, maar voor beide varianten is het van belang dat de geleerde kennis toegepast kan worden op de eigen slaapgewoonten (Blunden & Rigney, 2015).

Veel van de beschreven oorzaken van de slaapproblemen bij adolescenten komen voort uit een slechte slaaphygiëne (Noland et al., 2009). Problemen met de slaaphygiëne komen vaak voort uit een gebrek aan kennis. Vooral adolescenten met een avondchronotype lijken onjuiste kennis over slapen te hebben. Zo is tv- kijken om in slaap te vallen een veelgebruikte, maar inadequaat middel (Noland et al., 2009). In Díaz-Morales, Prieto, Barreno, Mateo en Randler (2011; N = 797, leeftijd range = 11 – 16) komt naar voren dat avondtypes minder goed op de hoogte zijn van de negatieve effecten van regelmatig gebruik van slaapmedicatie en roken voor het slapen. Zo was minder dan elf procent van de respondenten op de hoogte dat langer uitslapen niet een gunstige manier is om slaap in te halen.

Programma’s die zich richten op het vergroten van deze kennis, hebben over het algemeen een positieve impact op de slaapkennis. Meer kennis over slaap kan zorgen voor meer motivatie om langer te slapen en de slaaphygiëne te verbeteren (Cain et al., 2011), maar kennis alleen resulteert niet altijd in een betere

Scriptie bachelor Onderwijskunde: Slaapverwekkend schoolbeleid: Over de mogelijkheden van middelbare scholen bij slaperige leerlingen in de klas.

slaaphygiëne of een langere slaapduur (Blunden et al., 2011). Er zijn meer maatregelen nodig dan het verhogen van kennis over slapen alleen, om de slaapproblemen bij adolescenten te verhelpen (Chung et al., 2017).

Ondanks dat studies naar interventies die zich richten op het veranderen van slaapgedrag schaars zijn, kan er een aantal elementen onderscheiden worden die bijdragen aan de effectiviteit (Blunden & Rigney, 2015). In de vorige paragraaf is al beschreven hoe een interventie ook kennis over moet dragen over strategieën op het gebied van gedragsverandering, de intentie van de leerlingen meegenomen moet worden en hoe de sociale normen van de omgeving veranderd moeten worden. Daarnaast zijn er ook aanwijzingen dat het belangrijk is om coping- strategieën aan te leren voor de momenten dat het lastig is om een goede

slaaproutine door te zetten. In Strong et al., (2018; N = 1822; M leeftijd = 13.97) wordt een middelgrote samenhang tussen coping-strategieën en slaaphygiëne gevonden (r = .384; p < .0001). Daarnaast worden gedragsveranderingen beter gerealiseerd als er belangrijke personen in het leven van de leerlingen, zoals ouders, ook betrokken worden bij het proces van een gedragsverandering om beter te slapen (Blunden & Rigney, 2015). Dit sluit aan bij het veranderen van de sociale normen in de omgeving (Blunden et al., 2012).

Ouders

Ook ouders zouden onderwezen moeten worden over het belang van slapen voor algeheel welzijn en de schoolprestaties (Dewald et al., 2010). Ouders die beter geïnformeerd zijn over gezonde slaapgewoonten, introduceren meer afspraken die goede slaapgewoonten stimuleren (McDowall, Galland, Campbell & Elder, 2017).

Scriptie bachelor Onderwijskunde: Slaapverwekkend schoolbeleid: Over de mogelijkheden van middelbare scholen bij slaperige leerlingen in de klas.

In de studie van McDowall, Elder en Campbell (2017; N = 115) komt naar voren dat het bij ouders met meer kennis over slaap 4 tot 11% waarschijnlijker is dat ze vroegere bedtijden hanteren, en 4 tot 7% waarschijnlijker dat ze vroegere

wektijden rapporteren en consistente slaaproutines stimuleren (McDowall et al., 2017). Daarbij is slaaponderwijs voor ouders idealiter afgestemd op het

slaaponderwijs voor leerlingen (Chung et al., 2017).

Ouders hebben naast informatie betreffende het belang van slaap in het algemeen en op de schoolprestaties, ook kennis nodig over hoe zij slaaptekort bij hun kind kunnen herkennen. Een ander essentieel element is uitleg over de ontwikkeling van slaap en de slaapregulatie. Gezien de invloed van de

thuisomgeving op slaap is het ook zinvol om daar dieper op in te gaan met ouders. Daarbij kunnen ouders ook een grote rol spelen in het faciliteren van gezonde ontbijtgewoonten van hun kind (Rampersaud et al., 2005). Ten slotte is het van belang om ouders meer informatie te geven over strategieën die gezonde slaap faciliteren, bijvoorbeeld het afspreken van bedtijden (Gruber, Cassoff & Knäuper, 2011; Bartel et al., 2015).

Om de algemene kennis van ouders over goede slaapgewoonten bij adolescenten te vergroten, lijkt een brochure met relevante informatie al een positieve bijdrage te kunnen leveren aan het kennisniveau (Jones, Owens & Pham, 2012). Deze meest basale vorm van onderwijs heeft lage kosten, maar het nadeel is wel dat dit niet altijd resulteert in betere slaapgewoonten bij adolescenten. Het voornemen om te investeren in betere slaapgewoonten van hun kind neemt wel

Scriptie bachelor Onderwijskunde: Slaapverwekkend schoolbeleid: Over de mogelijkheden van middelbare scholen bij slaperige leerlingen in de klas.

toe, maar er is een groot risico dat het bij voornemens alleen blijft (McDowall et al., 2017).

Al met al zijn er verschillende vormen van slaaponderwijs mogelijk. In de beschikbare literatuur is er vooral aandacht voor slaapeducatie met als doel het verhogen van de algemene kennis over slaap. Deze interventies resulteren niet per definitie in betere slaapgewoontes, maar zorgen wel voor toename van kennis over slaap (Chung et al., 2017). Ook is duidelijk geworden dat de insteek van het slaaponderwijs aan moet sluiten bij de belevingswereld van adolescenten. Ook slaaponderwijs voor ouders kan een manier zijn om een positieve bijdrage aan de slaapgewoonten van adolescenten te leveren. Goed geïnformeerde ouders maken afspraken die gezonde slaapgewoonten bij adolescenten bevorderen (McDowall et al., 2017). Desondanks is het waarschijnlijk niet voldoende om enkel kennis over slapen aan ouders over te brengen om veranderingen in slaapgewoonten te bewerkstelligen. Om de kloof tussen goede voornemens en het daadwerkelijke gedrag te overbruggen is het belangrijk dat slaaponderwijs voor zowel ouders als leerlingen ook ingaat op het aanleren van strategieën die gezonde slaap faciliteren (McDowall et al., 2017).

7.2 Lichamelijke beweging

Adolescenten die regelmatig intensief bewegen, slapen beter naar zowel subjectieve als objectieve standaarden (Lang et al., 2016). Uit de meta-analyse van Kredlow, Capozzoli, Hearon, Calkins en Otto (2015; N = 66) naar het effect van bewegen op de slaapvariabelen slaapduur, duur van in slaap vallen, de

Scriptie bachelor Onderwijskunde: Slaapverwekkend schoolbeleid: Over de mogelijkheden van middelbare scholen bij slaperige leerlingen in de klas.

slaapefficiëntie en slaapkwaliteit komt naar voren dat beweging zowel een direct positief effect heeft op de slaap als een langetermijneffect bij meer regelmatige beweging. Intensief sporten is daarbij een betere voorspeller van goede slaap dan minder intensieve vormen van beweging. Toch zorgt 35 minuten hardlopen in de ochtend, op drie opeenvolgende dagen al voor betere slaap. Ook de concentratie overdag en het humeur in de ochtend verbeteren (Kalak et al., 2012).

Helaas beweegt 62% van de adolescenten tussen de 12 en 17 jaar op dit

moment onvoldoende (Van der Putten, Van Oostrom & Faber, 2012). Scholen zijn verplicht om Lichamelijke Opvoeding (LO) in elk leerjaar en gespreid over de schoolweken te onderwijzen. In de praktijk zou dit neerkomen op 2-3 lesuren LO per week, maar vooral in de bovenbouw havo en vwo wordt hier niet altijd aan voldaan. Toch geeft 72% van de middelbare scholen aan graag een uitgebreid sportprogramma aan te willen bieden (Van der Putten et al., 2012).

Conclusie en aanbevelingen

Uit de bovenstaande literatuur is meer duidelijk geworden over hoe scholen de slaapgewoonten van adolescenten positief kunnen beïnvloeden. Door middel van slaaponderwijs voor zowel leerlingen als ouders kunnen scholen goede

slaapgewoonten stimuleren. Echter, slaaponderwijs is op zichzelf niet voldoende om het slaapprobleem bij adolescenten te verhelpen. Wanneer slaaponderwijs aangeboden wordt in combinatie met de maatregelen die in hoofdstuk 5 zijn besproken, is het belangrijk dat er rekening wordt gehouden met de insteek van

Scriptie bachelor Onderwijskunde: Slaapverwekkend schoolbeleid: Over de mogelijkheden van middelbare scholen bij slaperige leerlingen in de klas.

het slaaponderwijs waarbij onderscheid gemaakt worden tussen het verhogen van kennis versus het veranderen van gedrag. Beide vragen om een andere aanpak.

Daarbij is het raadzaam dat scholen eerst nagaan waar slaapproblemen vandaan komen voordat zij op inzetten op slaaponderwijs. Zo heeft het verhogen van de slaapkennis pas toegevoegde waarde wanneer de slaapproblemen

voornamelijk voortkomen uit een gebrek aan juiste kennis (Noland et al., 2009). Daarom doen scholen er verstandig aan om pas over te gaan op het verhogen van kennis door slaaponderwijs als de school gerelateerde oorzaken uit hoofdstuk 5 waar mogelijk zijn verholpen. Wanneer de slaapproblemen voornamelijk

voortkomen uit ongunstig gedrag met betrekking tot de slaapgewoonten, kunnen slaapinterventies die zich richten op gedragsverandering een uitkomst bieden. Ook in dat geval dienen scholen eerst na te gaan of wat de belangrijkste oorzaak van de slaapproblemen is en of slaaponderwijs de beste vervolgstap is. Zodoende zal het in de huidige context voor veel scholen effectiever zijn om in te zetten op het verlengen van de slaapduur en verkleinen van de sociale jetlag door middel van andere maatregelen dan slaapeducatie.

Slaaponderwijs voor ouders lijkt daarentegen wel een effectief middel om in te zetten voordat de school gerelateerde oorzaken van slaapproblemen zijn geadresseerd. Idealiter wordt slaapeducatie voor ouders tegelijkertijd ingezet met maatregelen die in de eerdere hoofdstukken zijn besproken, omdat ouders ook weinig verandering kunnen brengen in de schoolgerelateerde oorzaken van de slaapproblemen. Desondanks kunnen ouders wel afspraken maken om een goede

Scriptie bachelor Onderwijskunde: Slaapverwekkend schoolbeleid: Over de mogelijkheden van middelbare scholen bij slaperige leerlingen in de klas.

slaaphygiëne bij hun kind te ondersteunen en afspraken te maken over de bedtijden wat bij kan dragen aan minder slaperige leerlingen in de klas.

Een andere maatregel die een positieve bijdrage biedt aan de slaap van leerlingen is regelmatige beweging. Regelmatige beweging heeft zowel een acuut als een langer durende positieve uitwerking op de slaapduur en het functioneren in de ochtend (Kredlow et al., 2016; Kalak et al., 2012). Scholen kunnen de toch al verplichte LO-uren verspreiden over de week door bijvoorbeeld iedere dag te starten met een half uur intensieve beweging. Daarbij is het vanzelfsprekend dat scholen ernaar moeten streven aan de verplichte LO-uren te voldoen zodat meer adolescenten de minimale beweging krijgen.

Wel blijkt uit de beschikbare studies dat er nog veel onduidelijk is over hoe deze maatregelen het best ingezet kunnen worden. Meer onderzoek is nodig naar hoe slaaponderwijs en LO in verschillende vormen ingezet kunnen worden. Ook zou het voor scholen helpen als er methodes voor slaaponderwijs beschikbaar komen zodat het voor scholen laagdrempelig is om slaaponderwijs aan te bieden.

Scriptie bachelor Onderwijskunde: Slaapverwekkend schoolbeleid: Over de mogelijkheden van middelbare scholen bij slaperige leerlingen in de klas.