• No results found

6 Voorgestelde wijzigingen

7.1 Methode van dataverzameling

Deze paragraaf beschrijft op welke wijze de deelvragen worden beantwoord. § 7.1.1 geeft weer welke vragen door middel van literatuuronderzoek beantwoordt worden en § 7.1.2 gaat in op de af te nemen interviews.

7.1.1 Literatuuronderzoek

Door middel van het raadplegen van de huidige wet- en regelgeving en de reeds bestaande literatuur wordt antwoord gevonden op de eerste drie deelvragen.

1Wat is een accountantsverklaring en wat is haar functie?

2Wat is het belang van een goede accountantsverklaring?

3Welke elementen bevat de accountantsverklaring en hoe is deze tot stand gekomen?

Het antwoord op deelvraag vier, vijf en zes vind ik door het bestuderen van de voorgestelde alterna-tieve accountantsverklaringen.

4Welke elementen bevat de voorgestelde accountantsverklaring door het NIVRA?

5Welke elementen bevat de voorgestelde accountantsverklaring door de APB?

6Welke elementen bevat de voorgestelde accountantsverklaring door PwC?

Ondermeer door middel van het raadplegen van de huidige literatuur wordt antwoord gevonden op deelvraag zeven. Daarnaast vraag ik PwC en het NIVRA of zij elementen hebben overwogen om op te nemen in hun alternatief, die uiteindelijk zijn weggelaten.

7.1.2 Interview

Door het afnemen van interviews wordt de benodigde informatie verkregen om deelvraag acht en negen te beantwoorden.

8Welke verklaring heeft de voorkeur van de belanghebbenden?

9Wat zijn de wensen van de belanghebbenden ten aanzien van de accountantsverklaring?

Mondelinge interviews zijn geschikt voor open en ingewikkelde vragen. De mogelijkheid voor on-verwachte, interessante antwoorden blijft hierdoor eveneens open. Een ander voordeel is de goede controle op de invulling. Door gebruik te maken van een interview wordt de non-respons beperkt (Baarda en De Goede, 1995, 2001). Het interview wordt met een taperecorder opgenomen. Het voornaamste voordeel met het werken van een taperecorder is dat de interviewer zich kan focussen op de conversatie in plaats van het noteren van aantekeningen (Blumberg et al., 2005). Voordat de daadwerkelijke interviews worden afgenomen, is een oefeninterview gepland. Het voordeel hiervan is dat onjuistheden in het interview naar voren komen en dat deze oefening een nuttige training is voor de mij als onderzoeker (Blumberg et al., 2005). Daarnaast is een evaluatiemoment (§ 7.2.4) ingepland na het eerste interview om te bepalen of er ontwikkelpunten zijn.

Het interviewschema komt tot stand in twee stappen. Allereerst wordt naar aanleiding van de ver-zamelde informatie een onderwerpenlijst voor het interview opgesteld. Tijdens de tweede stap wor-den de vragen voor het interview vastgesteld.

Tijdens het interview wordt de respondenten gevraagd om de diverse verklaringen te vergelijken. Hiermee wordt onderzocht welke elementen in de accountantsverklaring terug moeten komen en in welke volgorde en vorm. Aspecten die van invloed kunnen zijn op de perceptie van de respondenten en die buiten het onderzoeksgebied vallen, dienen dan ook zoveel mogelijk geëlimineerd te worden. De volgende maatregelen heb ik hiervoor genomen:

1. Engels. In dit onderzoek worden drie wijzigingsvoorstellen betrokken. Deze alternatieven zijn opgesteld in de Engelse taal. Ik heb ervoor gekozen om deze voorstellen niet te vertalen naar het Nederlands, aangezien dit mogelijk kan leiden tot verkeerde woordkeuzes. Dit kan

2. Tekstuele aanpassingen. De diverse voorstellen verschillen van structuur. Daarnaast komen ook enkele tekstuele verschillen tussen deze verklaringen voor. Deze tekstuele verschillen heb ik zo veel mogelijk geëlimineerd, door de tekst overeen te laten komen met de andere verklaringen, zonder dat dit tot vreemde verklaringen leidt waarbij de koppen de bijbeho-rende tekst niet volledig dekt. Daarnaast zijn in het voorstel van de APB sommige alinea’s niet volledig uitgewerkt. Ook hier heb ik dezelfde tekst als in de overige verklaringen opge-nomen. Desondanks was het niet mogelijk om overal tekstuele verschillen te elimineren. Dit geldt voornamelijk onder het kopje ‘Engagement’, ‘Preparation of the audited Financial Sta-tements’ en ‘Premises for performing an audit’ van het voorstel afkomstig van het NIVRA. Het kopiëren van de tekst uit andere verklaringen zal de kopjes niet in voldoende mate dek-ken. De vraagstelling zal echter niet gericht zijn op deze tekstuele aanpassingen en daarom zal dit hoogstwaarschijnlijk niet van invloed zijn op de perceptie van de respondenten.

3. IFRS. Beursgenoteerde rechtspersonen dienen hun geconsolideerde jaarrekening op te stel-len volgens de door de Europese Commissie (EC) goedgekeurde International Financial Re-porting Standards (IFRSs). Aangezien er verschillen bestaan in accountantsverklaringen van huishoudingen waarop IFRS van toepassing is en huishoudingen waarop IFRS niet van toe-passing is, is het voor de vergelijkbaarheid van de diverse verklaringen belangrijk om hier één lijn in te trekken. Gezien het feit dat het voorstel van het NIVRA, de APB en PwC IFRS hanteren, heb ik besloten om ook IFRS in de huidige verklaring toe te passen. ‘Hier gelden dus als normen voor de controle ‘getrouw beeld’, ‘IFRS’ en ‘Titel 9 Boek 2 BW’’ (Majoor et al. 2007).

4. Lettertype & lettergrootte. De verklaringen zijn opgesteld in hetzelfde lettertype, namelijk Arial. Daarnaast heb ik de lettergrootte 11 gehanteerd met uitzondering van het voorstel af-komstig van PricewaterhouseCoopers. Dit voorstel betreft een beveiligd pdf-bestand, waar-door het niet mogelijk is om aanpassingen hieraan te verrichten.

5. Kleur. De kaders en de koppen van het voorstel van PwC zijn in de originele versie blauw weergegeven. Courtis (2004) deed onderzoek naar het gebruik van kleuren in jaarverslagen. Dit onderzoek toont aan dat kleuren van invloed zijn op de perceptie van de lezer. Indien de blauwe kleur wordt gehandhaafd, kan dit leiden tot onzuivere resultaten. Daarom is ervoor gekozen om dit document, net als de overige documenten weer te geven in grijswaarden.

6. Accountantskantoor & vestigingsplaats. In alle verklaringen is de naam van het accoun-tantskantoor ‘Audit firm X’ en de vestigingsplaats ‘Amsterdam’.

8. Datum accountantsverklaring. In alle verklaringen is de datum van de accountantsverkla-ring ‘13 February 2008’.