• No results found

5. Mechanische testen 60

5.1 Rek versus Spanning 60

5.1.1 Methode 62

Er zijn testen uitgevoerd met het materiaal dat de kunstenaar in 2005 na de expositie heeft achtergelaten. Dit materiaal is identiek aan wat in het kunstwerk is gebruikt, het is echter niet blootgesteld aan licht, rek en gebruik zoals dat bij het kunstwerk wel is gebeurd. Er is gekozen om de samples 48 uur kunstmatig te verouderen wat overeenkomt met een belichtingsdosis van 4.8 megaluxuur (Mlx·h).157 Bij het tentoonstellen van het werk onder een belichtingssterkte van 200 lux komt dat overeen met ongeveer 20 tentoonstellingen.158,159

155 Callister, 2010, p. 265. 156 Ibid.

157 1 uur (h) in de Xeno-test komt overeen met een dosis van 105.087 lx·h, wat voor het gemak wordt

afgerond naar 100.000 lx·h. 48 h veroudering komt dus overeen met een dosis van 4.8 Mlx·h. Technische instellingen staat weergeven in Bijlage IV.

158 Een tentoonstelling van 3 maanden komt ongeveer overeen met 100 dagen. In de grote zaal van het

MBvB komt via mat dakglas daglicht binnen, waardoor er rekening wordt gehouden met een belichtingsgemiddelde van 12 uur per dag. Bij 200 lux, ontvangt het werk dus een dosis van: 100.000 x 100 x 12 = 240.000 lx·h per tentoonstelling.

159 Bij deze berekening is er geen rekening gehouden met andere factoren die voor verandering van het

materiaal in het kunstwerk kunnen zorgen zoals gebruik, rek en spanning. Er wordt er ook vanuit gegaan dat het materiaal wordt bewaard in afwezigheid van licht.

Afbeelding 62. a) Schematische weergave van de geknipte

samples met links het horizontale sample met de rijen van het breisel in horizontale richting en rechts het verticale sample waarbij de rijen verticaal liggen, b) voorbeeld van het verticale Tulle sample en c) voorbeeld van het horizontale Tulle sample.

Bij bepaalde stoffen is er gekozen om alleen in één richting van de stof de mechanische eigenschappen te onderzoeken aangezien in de andere richting in het kunstwerk geen belasting wordt uitgeoefend. Zo worden de stoffen van de Tube, Pink en Green Arms alleen in de verticale richting van het breisel blootgesteld aan een belasting. Voor het Tulle en de Green Pillow zijn twee richtingen onderzocht, in de verticale- en horizontale richting van de stof. Tevens is ter vergelijking de rode stof van de kunstenares Madeleine Berkhemer onderzocht in de verticale en horizontale richting. Van alle stoffen zijn er verticale en horizontale samples geknipt zoals is weergegeven in Afbeelding 62.

Omdat er binnen één breistructuur verschillen aanwezig kunnen zijn die invloed hebben op de rek, zijn er voor iedere meting drie samples geknipt en gemeten. Hier is vervolgens een gemiddelde van bepaald. In het midden van ieder sample zijn twee lijnen gemarkeerd met een afstand van 5 cm (Afbeelding 63a). De samples zijn over de hele breedte geklemd, gebruikmakend van houten blokjes, zodat de kracht in het sample gelijkmatig wordt verdeeld (Afbeelding 63a). Vervolgens is de lengte tussen de twee strepen gemeten met oplopende belasting tot maximaal 1 kg (Afbeelding 63b). Het klemblokje wordt hierbij als beginbelasting gezien en vervolgens zijn er gewichten gebruikt. Na de metingen zijn de gewichten verwijderd en is de lengte tussen de twee strepen gemeten met het klemblokje. Daarna zijn de klemblokjes verwijderd en is de lengte tussen de markering van het sample liggend gemeten. Na een ongeveer een half uur is er bij ieder sample opnieuw de afstand tussen de twee strepen gemeten om te zien in welke mate de stof relaxeert. Er zijn voor ieder sample 11 metingen uitgevoerd, waarbij de lengte aan de binnenzijde van de markering is gemeten. De massa die voor iedere meting is uitgevoerd staat beschreven in Tabel 3.

a. c.

Afbeelding 63. Uitvoering rektesten met a) ingeklemd sample met

beginafstand van 5 cm tussen de gemarkeerde strepen en b) opstelling waarmee de rek van de samples kan worden bepaald en c) een schematische tekening van het draagvlak waarmee de spanning wordt berekend (blauw aangegeven).

Tabel 3. Beschrijving van de 11 metingen die

op ieder sample is uitgevoerd voor de rek- spanningsmetingen.

Meting Beschrijving

1 Zonder belasting, begin lengte (5 cm) 2 Belasting klemblokje (18,05 g) 3 Totale belasting 71,61 g 4 Totale belasting 121,50 g 5 Totale belasting 175,06 g 6 Totale belasting 278,31 g 7 Totale belasting 481,92 g 8 Totale belasting 985,03 g 9 Belasting klemblokje (18,05 g) 10 Zonder belasting

11 Zonder belasting na relaxatie 30 min.

De gemeten lengte kan worden omgerekend naar de rek berekend met de formule:160 ε = (Δl/l0) x 100

Hierbij is ε de rek in procenten (%), de Δl de lengteverandering (mm) en l0

beginlengte (mm). De massa waarmee deze rek wordt gecreëerd kan worden omgerekend naar spanning. Hiervoor is de massa omgerekend naar kracht (F) met de formule:

F = m x a

160 Op. Cit. (noot 58, p. 122).

De kracht (F) wordt gegeven in Newton (N), de massa (m) in kg en de versnelling (a) in m/s2. Voor de versnelling wordt de zwaartekracht (9,81 m/s2) als constante gebruikt. De spanning (σ) wordt met bepaald door de dwarsdoorsnede van het sample (Afbeelding 63c). Omdat er bij de samples geen sprake van een massief materiaal is, maar van een breisel, wordt er gesproken van een schijnbaar draagvlak.

σ = F / A

met de spanning (σ) in N/mm2 of MPa en het oppervlak (A) in mm2. Door de spanning tegenover de rek uit te zetten wordt het spanning-rek-diagram verkregen.

Met de zelfde opstelling als bij de spanningsrekproeven zijn kruiptesten uitgevoerd bij wel en niet verouderde Tulle samples in horizontale (=) en verticale (||) richting.161 Er is alleen geen variërende kracht maar een constante kracht uitgeoefend (Afbeelding 64). Bij ieder sample is dit ongeveer 290 gram geweest. Na vier verschillende tijden (na 1, 2, 20 en 213 uur) is gemarkeerde lengte gemeten waarna de rek van een sample is berekend.

Afbeelding 64. Opstelling voor het bepalen

van de kruip van het Tulle-breisel onder constante belasting.

5.1.2 Resultaten Interpretatie resultaten

Eerst zal worden uitgelegd hoe alle resultaten kunnen worden gelezen in de tabellen en grafieken. Tabel 4 toont de resultaten van de 11 metingen van het Pink Arm sample. Bij de eerste meting wordt er geen kracht uitgevoerd waardoor er geen rek ontstaat (is 0%). Bij de metingen 2 tot en met 8 is er een toenemende belasting op het sample uitgevoerd resulterend in een toenemende rek. Bij de hoogste belasting wordt bij het Pink Arm sample een rek van 76% ten opzichte van zijn originele lengte gecreëerd. Wanneer het sample is uitgerekt en de belasting wordt verwijderd heeft het tijd nodig om te kunnen relaxeren. Hierdoor is er een verschil in rek gemeten tussen meting 2 en 9 en tussen meting 1 en 10. Wanneer er langer wordt gewacht keert het sample mogelijk weer terug in zijn oorspronkelijk lengte. Meting 11 toont na een relaxatie van 30 minuten echter een rek van 7% hetgeen betekent dat er een plastische vervorming heeft plaatsgevonden.162

161 De verouderde samples zijn verouderd met de Xeno-test met een belichtingsdosis van 2.0 Mlx·h. Dit

komt overeen met ongeveer 10 tentoonstellingen.

162 Het is mogelijk dat na een langere periode meer relaxatie van het breisel of van het materiaal

Tabel 4. Resultaten rek-spanningsproef voor de Pink Arm samples. Meting Spanning (σ) (MPa) Rek (ε) niet verouderd (%) Rek (ε) dosis 4.8 Mlx·h (%) 1 0,00 0 0 2 0,01 13 12 3 0,04 31 30 4 0,06 42 40 5 0,09 49 47 6 0,15 57 54 7 0,25 64 62 8 0,52 76 71 9 0,01 39 37 10 0,00 11 10 11 0,00 7 6

Afbeelding 65 toont een voorbeeld van een spannings-rek-kromme. 163 Daar waar de

kromme horizontaal loopt, zal er waarschijnlijk alleen een kracht op het breisel worden uitgeoefend. Wordt de kromme horizontaler, dan wordt er waarschijnlijk kracht uitgeoefend op de polyamidefilamenten.

Afbeelding 65. Rek-spannings-diagram van het niet verouderde

Pink Arm sample. PA = polyamide.

Door de spannings-rek-krommes van twee verschillende richtingen in een zelfde diagram te plaatsen, zoals in Afbeelding 66, kan de rek van het sample in de twee richtingen met elkaar worden vergeleken.

163 De lijnen in de diagrammen zijn hulplijnen voor de visualisatie van een kromme. 0,00   0,20   0,40   0,60   0   20   40   60   80   100   Sp an n in g   (M P a)   Rek  (%)  

Pink  Arm  Onverouderd  

Rek   Relaxatie  

Rek breisel

Afbeelding 66. Rek-spannings-diagram van het niet verouderde

Tulle sample in horizontale (=) en verticale (||) richting.

Om het verschil tussen het niet verouderde en het verouderde samples te laten zien worden als voorbeeld de curves van de Tulle || samples getoond in Afbeelding 67. Wat betreft de rek-curve verschillen deze samples niet veel van elkaar. Wel kruist het verouderde sample het niet verouderde sample aan het einde van de curve wat toont dat het verouderde sample brosser is geworden. Het grootste verschil is in de relaxatie zichtbaar. Bij het verouderde sample is er een plastische vervorming van 55% van de oorspronkelijk inspanlengte ontstaan.

Afbeelding 67. Rek-spannings-diagram van de verouderde en niet

verouderde Tulle || samples. NV = niet verouderd, 4.8 Mlx·h = belichtingsdosis.

Resultaten alle samples

Bij het uitvoeren van de metingen bij de niet verouderde samples van de stoffen zijn een aantal fenomenen zichtbaar. Bij alle samples ontstaat er een versmalling van het sample wanneer er een oplopende belasting op wordt uitgevoerd (Afbeelding 68b). Deze versmalling vindt voornamelijk in het midden van het sample plaats en het minst waar ze worden geklemd. Bij sommige samples is ook de kruleigenschap van een breisel zichtbaar. Deze neemt toe naar mate er meer belasting op het sample wordt uitgevoerd. De randen van het sample krullen naar binnen waardoor het sample

0,00   0,20   0,40   0,60   0,80   1,00   1,20   1,40   0   50   100   150   200   250   Sp an n in g   (M P a)   Rek  (%)  

Verschil  samplerichting  Tulle  

Tule  =   Tule  ||   0,00   0,20   0,40   0,60   0,80   1,00   1,20   1,40   0   50   100   150   200   250   Sp an n in g   (M P a)   Rek  (%)   Tulle  ||   Rek  NV   Relaxatie  NV   Rek  4.8  Mlx·h   Relaxatie  4.8  Mlx·h  

smaller wordt. De Berkhemer samples vertonen deze eigenschap al voordat er belasting op het sample wordt uitgevoerd.164 Bij verwijderen van de belasting is bij alle samples de kruleigenschap van het breisel zichtbaar (Afbeelding 68c). De horizontale Tulle samples vertonen een rimpelig oppervlak nadat de belasting is verwijderd. Bij de verticale Tulle samples was dit niet zichtbaar. Alle samples, en met name Tulle, voelden anders aan nadat de belasting was verwijderd. Het oppervlak voelde ruwer aan. Ook vertonen alle samples een plastische vervorming na het uitvoeren van de belasting.

Nadat de samples zijn blootgesteld aan een belichtingsdosis van 4.8 Mlx·h vertonen alle samples, behalve Berkhemer, zichtbare ontkleuring. Onder de microscoop kan men ook zien dat bij het Tulle sample de lycra draden zijn vergeeld wat zorgt voor een ‘vies’ uiterlijk van de samples.

Afbeelding 68. Green Arm sample a) voor uitvoering van

belasting, b) bij de hoogste belasting waarbij de versmalling van het sample in het midden zichtbaar is en c) na de belasting waarbij de kromming zichtbaar is.

Tijdens het uitvoeren van de rek-metingen zijn er bij enkele stoffen microscoopopnames gemaakt die de rekeigenschappen van het breisel vertonen. Afbeelding 69 toont de rek van het verouderde Green Arm sample. Bij deze opnamereeks is goed te zien dat er veel kracht op de verlussing van de onderlinge rijen in het breisel komt te staan. De ruimte tussen de verlussing wordt steeds langer. Ook is te zien dat de zijkant van het sample gaat krullen naar mate er meer belasting op het sample wordt uitgeoefend.

164 Dit bemoeilijkte ook de metingen.

Afbeelding 69. Microscoopopnames van de rek van het verouderde (4.8

Mlx·h) Green Arm sample met toenemende belasting. (Microscoop: VEHO Microcapture, 20x vergroting)

Afbeelding 70 vertoont de reeks van microscoopopname van het verouderde horizontale Tulle sample. Hierbij lopen de lycradraden horizontaal. De ruimte tussen deze draden waarbij de polyamidedraden lussen vormen, wordt als eerste uitgerekt, waardoor de mazen groter worden. Vervolgens worden de mazen smaller en komt er meer rek te staan op de horizontaal meegebreide lycradraden. Deze vormen dan een kartelstructuur. Bij de één na laatste opname is zichtbaar dat de lycradraden kapot gaan. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat de lycradraden afwisselend onder en boven zijn ingelust door de polyamidedraden. Na het verwijderen van de belasting worden als eerste de mazen breder en zal er relaxatie plaatsvinden van de polyamidedraden.

Afbeelding 70. Microscoopopnames van de rek van het verouderde (4.8 Mlx·h) horizontale

Tulle sample met toenemende belasting. De laatste in de reeks toont het sample zonder belasting. (Microscoop: VEHO Microcapture, 20x vergroting)

In de reeks van de microscoopopnames van het verouderde verticale Tulle sample is te zien dat naar mate er meer belasting op het sample wordt uitgevoerd de stof steeds meer naar elkaar toe trekt (Afbeelding 71). De lycradraden lopen in deze verticale richting en worden dus samen met het de polyamidebreisel uitgerekt. De laatste foto toont een sample nadat de belasting is verwijderd. Hierbij wordt niet zoals bij rek op het horizontale sample de vorm van de mazen terug gevormd. Ook is bij deze opname het ruwe uiterlijk van de stof zichtbaar, dat ook voelbaar is. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat polyamide en lycra verschillend relaxeren. Waarschijnlijk wordt hierdoor de breistructuur van beide materialen uit elkaar getrokken.

Afbeelding 71. Microscoopopnames van de rek van het verouderde (4.8 Mlx·h) verticale

Tulle sample met toenemende belasting. De laatste in de reeks toont het sample zonder belasting. (Microscoop: VEHO Microcapture, 20x vergroting)

Vanwege de grote veranderingen bij de Tulle samples is na het uitvoeren van de testen onder de microscoop bekeken hoe de samples na belasting er uit zien. Bij de niet verouderde horizontale Tulle samples is na relaxatie dezelfde structuur verkregen als deze wordt vergeleken met een niet belast sample uit de Toolkit (Afbeelding 72a en b). Het verouderde sample vertoont de vergeling en breuk van lycradraden. Ook is de vorm van het breisel niet meer hetzelfde als in de begintoestand (Afbeelding 72c).

Afbeelding 72. Stereomicroscoop-opnames van het horizontale Tulle sample a) uit de

Toolkit, b) na uitvoering van de rektesten van het niet verouderde sample en c) na uitvoering van de rektesten van het verouderde (4.8 Mlx·h) sample (60 x vergroting)..

Bij het vergelijken van de microscoopopnames van de verticale Tulle samples vertoont het niet verouderde sample na belasting dezelfde structuur als het niet belaste sample uit de Toolkit (Afbeelding 73a en b). De structuur van het verouderde sample ziet er wel anders uit. Hier zijn weer gebroken en vergeelde lycradraden zichtbaar en lopen de lycradraden meer geribbeld (zie pijl). In de wit omcirkelde delen zijn de polyamide ‘knooppunten’ zichtbaar. Deze zijn na veroudering en belasting ronder geworden. Opnames van de korter verouderde Tulle samples vertonen geen breuk van de lycradraden bij belasting in beide richtingen.

Afbeelding 73. Stereomicroscoop-opnames van het verticale Tulle sample a) uit de

Toolkit, b) na uitvoering van de rektesten van het niet verouderde sample en b) na uitvoering van de rektesten van het verouderde (4.8 Mlx·h) sample (60 x vergroting). De witte pijl geeft de vergeelde en gebroken lycradraad aan en de omcirkelde delen zijn de knooppunten van de lycradraden.

De belangrijkste resultaten van de metingen zijn uitgezet in Tabel 5 en de uitgebreide resultaten in Bijlage XVI. In deze resultaten is te zien dat de Berkhemer en Tulle samples het meeste uit rekten. Bij deze samples is tevens in beide richtingen de rek bepaald en bij beide is de rek bij het verticale sample (||) groter dan de rek bij het horizontale sample (=) (Berkhemer: 207% (=) en 293% (||) en Tulle: 105% (=) en 220% (||)). Het Pink Arm sample vertoont de minste rek (76%), wat opvallend is aangezien dezelfde breistructuur is gebruikt bij het Green Arm sample, die een rek van 96% vertoont.

Tabel 5. Resultaten van de rek-spanningsmetingen voor alle gemeten samples

(verouderd en niet verouderd). Belichtings- dosis (Mlx·h)

Rek bij hoogste belasting (%) Rek na ontlasting (%) Plastische vervorming (%) Berkhemer = 0 207 96 11 Berkhemer = 4.8 181 76 6 Berkhemer || 0 293 124 11 Berkhemer || 4.8 300 156 7 Green Arm = 0 96 47 8 Green Arm = 4.8 98 51 9 Green Pillow = 0 107 17 7 Green Pillow = 4.8 110 18 6 Green Pillow || 0 133 28 3 Green Pillow || 4.8 132 28 4 Pink Arm = 0 76 39 7 Pink Arm = 4.8 71 37 6 Tube = 0 115 51 8 Tube = 4.8 113 57 8 Tulle = 0 105 19 3 Tulle = 4.8 100 34 6 Tulle || 0 220 30 4 Tulle || 4.8 208 110 59

= horizontale samples en || verticaal samples.

Bij veel stoffen is er geen verschil in de rekcurve zichtbaar na veroudering. Zo zijn de curves van het Pink Arm sample bijna identiek en is er bijna geen verschil in rek of permanente vervorming zichtbaar na veroudering (Afbeelding 74).

Afbeelding 74. Rek-spannings-diagram van de verouderde en niet

verouderde Pink Arm samples. NV = niet verouderd, 4.8 Mlx·h = belichtingsdosis.

Ter verduidelijking van de resultaten uit Tabel 5 zijn er in Afbeelding 77 en 69 staafdiagrammen weergegeven die het verschil tussen de voor en na verouderde samples tonen voor respectievelijk de rek bij de hoogste belasting en plastische vervorming. In vergelijking met alle stoffen vertoont het horizontale sample (=) van Berkhemer de grootste verkleining van de rek na veroudering. In verticale Berkhemer sample (||) is er juist een iets grotere rek. Op de andere stoffen heeft veroudering nauwelijks effect op de rek bij de hoogste belasting.

Afbeelding 75. Staafdiagram waarin de verschillen in rek bij de hoogste belasting

van de wel en niet verouderde samples met elkaar worden vergeleken.

Zoals in de diagram in Afbeelding 76 is te zien heeft veroudering niet veel invloed op de permanente rek van de Tube, Green Pillow, Green en Pink Arms samples. Bij Berkhemer treedt er in beide richtingen een verkleining van plastische vervorming op

0,00   0,10   0,20   0,30   0,40   0,50   0,60   0   20   40   60   80   100   Sp an n in g   (M P a)   Rek  (%)   Pink  Arms   Rek  NV   Rek  4.8  Mlx·h   Relaxatie  NV   Relaxatie  4.8  Mlx·h   0   50   100   150   200   250   300   350   Rek   (%)  

Rek  bij  hoogste  belasting  (%)  

niet  verouderd  

na veroudering. Bij het Tulle sample is dit in beide richtingen een vergroting. In de verticale richting van het Tulle sample treedt de grootste vervorming op, namelijk van 59%.

Afbeelding 76. Staafdiagram waarin de verschillen in plastische vervorming van de

wel en niet verouderde samples met elkaar worden vergeleken.

Van de Tulle samples zijn in beide richtingen kortere belichtingsdosis (0.2, 0.4 en 2.0 Mlx·h) uitgevoerd om te onderzoeken na welke dosis een permanente vervorming plaatsvindt (Tabel 6).165 De rek bij de hoogste belasting in de horizontale richting wordt niet sterk beïnvloed en de rek na ontlasting wordt pas na een dosis van 4.8 Mlx·h groter. De plastische vervorming loopt ook iets op, maar bij de dosis van 4.8 Mlx·h vindt er pas een grote plastische vervorming plaats.

In de verticale richting wordt de rek bij de hoogste belasting bij veroudering direct minder en deze rek wordt na verdere veroudering groter. De plastische vervorming neemt licht toe, maar bij 4.8 Mlx·h is er pas een groot verschil waar te nemen. Bij een dosis van 2.0 Mlx·h wordt wel de rek na ontlasting significant groter. Tabel 6. Resultaten van de rek-spanningsmetingen van de Tulle samples

(verouderd en niet verouderd). Belichtings- dosis (Mlx·h)

Rek bij hoogste belasting (%) Rek na ontlasting (%) Plastische vervorming (%) Tulle = 0 105 19 3 Tulle =* 0.2 102 20 4 Tulle =* 0.4 100 17 3 Tulle =* 2.0 99 22 4 Tulle = 4.8 100 34 6 Tulle || 0 220 30 4 Tulle ||* 0.2 196 31 5 Tulle ||* 0.4 199 30 7 Tulle ||* 2.0 200 45 8 Tulle || 4.8 208 110 59

* Deze metingen zijn in enkelvoud uitgevoerd en niet in drievoud. = voor de horizontale

samples, || voor de verticaal samples (uitgebreide resultaten: zie Bijlage XVII).

165 Veroudering van 0.2 Mlx·h komt overeen met 1 tentoonstelling van het kunstwerk, 0.4 Mlx·h met 2

tentoonstellingen (de huidige status) en 2.0 Mlx·h met 10 tentoonstellingen.

0   10   20   30   40   50   60   70   Rek   (%)   Plastische  vervorming  (%)   niet  verouderd   belichtingsdosis  4.8  Mlx·h  

Wanneer de resultaten van Tabel 6 in de spanning-rek-diagram worden uitgezet zoals in Afbeelding 77, is te zien dat de curve bij toenemende veroudering de rek van het horizontale sample niet of nauwelijks verandert. In de horizontale richting krijgt de curve een steeds grotere kromming hetgeen betekent dat er meer kracht nodig is om de polyamidefilamenten uit te rekken. In deze curve is ook te zien dat de rek bij hoogste belasting eerst afneemt en vervolgens toe.

Afbeelding 77. Rek-spannings-diagram van de verouderde en niet verouderde Tulle samples.

NV = niet verouderd, rest alleen de belichtingsdosis in Mlx·h. = staat voor de horizontale samples en || voor de verticale samples.

De resultaten van de kruipproef zijn uitgebeeld in de staafdiagram in Afbeelding 78.166 Bij alle samples is er sprake van kruip. Het horizontale Tulle sample vertoont bij het zonder veroudering een kruip van 11% na 213 h en van na veroudering een kruip van 10%. Het verticale sample vertoont een kruip van 19% zonder veroudering en van 27% na veroudering. De veroudering heeft dus met name invloed op de verticale richting van het Tulle sample. De uitgebreide resultaten staan beschreven in Bijlage XVIII.

166 Normaal gesproken worden dergelijke resultaten in een kruipcurve weergegeven. Omdat bij deze

proef alleen is gekeken naar het verschil bij het begin van de belasting en na 213 uur, is er voor gekozen om het in een makkelijker leesbaar staafdiagram te presenteren.

0,00   0,20   0,40   0,60   0,80   1,00   1,20   1,40   0   50   100   150   200   250   Sp an n in g   (M P a)   Rek  (%)  

Vergelijking  rekcurves  Tulle  

Tule  =  NV   Tule  ||  NV   Tule  =  2h   Tule  ||  2h   Tule  =  4h   Tule  ||  4h   Tule  =  20h   Tule  ||  20h   Tule  =  48  h   Tule  ||  48h   Tulle  =  NV     Tulle  ||  NV